ECLI:NL:RBARN:2012:BV5554

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
12 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/2772
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van persoonsgegevens in de Gemeentelijke Basisadministratie

In deze zaak heeft eiseres, geregistreerd onder de naam [andere naam], verzocht om wijziging van haar persoonsgegevens in de Gemeentelijke Basisadministratie (gba). Eiseres heeft in 1996 een Ghanees paspoort overgelegd, maar heeft in 2005 verzocht om haar gegevens te wijzigen naar haar echte naam, [naam eiseres]. De rechtbank heeft vastgesteld dat het oude paspoort ongeldig is verklaard en vervangen door een nieuw paspoort op naam van eiseres, dat nu het enige geldige document is. De rechtbank oordeelt dat de geregistreerde gegevens in de gba feitelijk onjuist zijn, omdat deze zijn gebaseerd op een ongeldig paspoort. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de gemeente Ede en herroept het eerdere besluit van 31 maart 2011, waarbij de wijziging was geweigerd. De rechtbank draagt de gemeente op om de gegevens van eiseres in de gba aan te passen en veroordeelt de gemeente in de proceskosten van eiseres. De uitspraak is gedaan door mr. H.J.M. Besselink op 12 januari 2012, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector bestuursrecht
registratienummer: AWB 11/2772
uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 12 januari 2012.
inzake
[Eiseres], (ook bekend als [andere naam]) eiseres,
wonende te [woonplaats], vertegenwoordigd door mr. T. Pondaag,
tegen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede, verweerder.
1. Aanduiding bestreden besluit
Besluit van verweerder van 22 juni 2011.
2. Procesverloop
Bij besluit van 31 maart 2011 heeft verweerder geweigerd de in de Gemeentelijke Basisadministratie (gba) ten aanzien van eiseres opgenomen persoonsgegevens te wijzigen.
Bij het in rubriek 1 aangeduide besluit heeft verweerder het gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het eerder genoemde besluit gehandhaafd.
Tegen dit besluit is beroep ingesteld en door verweerder is een verweerschrift ingediend. Naar deze en de overige door partijen ingebrachte stukken wordt hier kortheidshalve verwezen.
Het beroep is behandeld ter zitting van de rechtbank van 17 november 2011. Eiseres is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door mr. T. Pondaag, advocaat te Wageningen. Tevens is verschenen A.K. Nyaku, tolk. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door T. Gökalp en H. van den Boom, beiden werkzaam bij verweerders gemeente.
3. Overwegingen
3.1 Eiseres is in 1996 op grond van een door haar overgelegd Ghanees paspoort in de gba geregistreerd onder de naam van [andere naam].
Eiseres heeft in 2005 verzocht de haar betreffende gegevens in de gba te wijzigen omdat haar echte naam [naam eiseres] is. Zij heeft als bewijs een origineel, op 1 maart 2005 verstrekt, Ghanees paspoort getoond. Daarin is opgenomen [naam eiseres], geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats], van Ghanese nationaliteit.
3.2 Verweerder heeft bij het primaire besluit geweigerd de in de gba opgenomen gegevens te wijzigen. In het bestreden besluit heeft verweerder de weigering gehandhaafd onder verwijzing naar het advies van de Commissie voor de Bezwaarschriften (hierna: de commissie) van 15 juni 2011.
De commissie stelt voorop dat aan eiseres twee paspoorten zijn verstrekt en dat beide paspoorten volgens het Expertisecentrum identiteitsfraude en Documenten geen zichtbare kenmerken van valsheid dan wel vervalsing vertonen. De commissie heeft voorts vastgesteld dat de pasfoto’s gelijkenis met elkaar vertonen en dat dit voldoende duidelijk maakt dat het (in beide gevallen) om de persoon van eiseres gaat. Van het bestaan van een dubbelganger wordt niet uitgegaan.
De commissie leidt echter uit het feit dat vastgesteld is dat het paspoort dat op naam van [andere naam] is gesteld echt is, af dat de bestaande inschrijving in de gba op juiste bescheiden berust en dat verweerder, mede gelet op de vaste jurisprudentie terzake van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling), terecht heeft afgezien van wijziging van de gegevens in de gba.
3.3 Eiseres kan zich hiermee niet verenigen en heeft daarbij gewezen op:
- het feit dat door de bevoegde autoriteiten van het land waarvan eiseres de nationaliteit bezit is vastgesteld dat ei[naam eiseres] is;
- het feit dat deze vaststelling van latere datum is dan de datum waarop de eerdere identiteit werd gebruikt;
- het feit dat de Ghanese autoriteiten ervan op de hoogte waren dat eiseres die eerdere identiteit ten onrechte heeft gebruikt.
Hieruit volgt, aldus eiseres, dat de meest recente gegevens leidend dienen te zijn bij vaststelling van haar identiteit. Niet duidelijk is waarom de eerdere gegevens zouden moeten prevaleren boven de meest recente gegevens. Eiseres heeft ten slotte gewezen op de verklaring van de moeder van eiseres.
Ter zitting heeft eiseres desgevraagd de gang van zaken beschreven rondom haar komst naar Nederland en de inschrijving van haar gegevens in de gba in 1996. Samengevat heeft zij aangegeven dat haar echtgenoot in Ghana heeft geregeld dat zij met een op naam van [andere naam] gesteld paspoort, voorzien van haar pasfoto, naar Nederland kon vertrekken. Aangezien eiseres op dat moment acht maanden zwanger was en zij ervan uitging dat in Nederland de haar betreffende gegevens alsnog aangepast konden worden, heeft zij zich bij deze gang van zaken neergelegd.
3.4 Ingevolge artikel 82, eerste lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: de Wet gba) voldoet het college binnen vier weken kosteloos aan het verzoek van betrokkene hem betreffende gegevens in de basisadministratie te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen, indien deze feitelijk onjuist dan wel onvolledig zijn of in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.
3.5 Het systeem van de gba brengt met zich dat de gegevens in de basisadministratie betrouwbaar en duidelijk moeten zijn. De gebruikers van de gegevens moeten erop kunnen vertrouwen dat de gegevens in beginsel juist zijn (TK 1988-1989, 21 123, nr. 3, blz. 13). In overeenstemming met dit uitgangspunt is in artikel 82, eerste lid, van de Wet gba bepaald dat het college voldoet aan het verzoek van een betrokkene de hem betreffende gegevens te verbeteren, indien deze feitelijk onjuist zijn.
Naar vaste jurisprudentie van de Afdeling (uitspraken van 11 februari 2004, LJN: AO3416 en van 9 januari 2008, LJN: BC1505) zal voor het wijzigen van eenmaal in de gba geregistreerde gegevens onomstotelijk moeten vaststaan dat deze feitelijk onjuist zijn.
3.6 De rechtbank is van oordeel dat van laatstbedoelde situatie sprake is en dat onomstotelijk vast staat dat de geregistreerde gegevens onjuist zijn. Daartoe wordt als volgt overwogen.
De rechtbank stelt, mede gelet op het e-mailbericht van een medewerker van het Ghanese consulaat in Nederland van 8 juli 2005, vast dat het betoog van eiseres omtrent haar echte naam door de Ghanese autoriteiten is geaccepteerd en dat op basis van een geboorteakte en een zogeheten gezworen eigen verklaring (sworn affidavit) het paspoort dat op naam van [andere naam] staat ongeldig is verklaard en een nieuw paspoort, op naam van [Eiseres], is verstrekt.
Uit het feit dat het oude paspoort door de terzake bevoegde autoriteiten ongeldig is verklaard, en feitelijk is vervangen door een paspoort op naam van [Eiseres], dat thans feitelijk het enige geldige paspoort is, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat met de in dit verband vereiste zekerheid vast staat dat de ten aanzien van eiseres in de gba geregistreerde gegevens, gebaseerd op de gegevens in het paspoort dat op naam van [andere naam] was gesteld, feitelijk onjuist zijn. De geregistreerde gegevens berusten niet (meer) op juiste bescheiden.
De rechtbank wijst er nog op dat verweerder, in navolging van de commissie, ervan uit gaat dat eiseres, gelet op de gelijkende pasfoto’s, dezelfde persoon is als degene die onder de naam [Eiseres] en onder de naam [andere naam] in de verschillende paspoorten is vermeld.
3.7 Het vorenstaande leidt er toe dat het beroep gegrond wordt verklaard en dat het bestreden besluit wordt vernietigd.
De rechtbank ziet tevens aanleiding om het primaire besluit te herroepen en verweerder met toepassing van 8:72, vierde lid, van de Awb de opdracht te geven de ten aanzien van eiseres in de gba geregistreerde gegevens aan te passen met inachtneming van hetgeen in het paspoor[naam eiseres] is verm[naam eiseres], geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats], van Ghanese nationaliteit.
De rechtbank zal tevens bepalen dat haar uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit.
3.8 De rechtbank acht termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb en verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten, welke zijn begroot op € 1748, zijnde de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in bezwaar (€ 874) en beroep (€ 874). Van overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten is de rechtbank niet gebleken. De genoemde proceskosten in beroep dienen, aangezien gebleken is dat eiseres in deze fase met een toevoeging ingevolge de Wet op de rechtsbijstand heeft geprocedeerd, ingevolge artikel 8:75, tweede lid, van de Awb te worden voldaan door betaling aan de griffier van deze rechtbank.
3.9 Het hiervoor overwogene leidt de rechtbank, mede gelet op artikel 8:74 van de Awb, tot de volgende beslissing.
4. Beslissing
De rechtbank
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt het bestreden besluit;
herroept het besluit van 31 maart 2011 en bepaalt dat de gegevens betreffende eiseres in de gba aangepast dienen te worden zoals hierna aangegeven;
bepaalt dat de uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
draagt verweerder op de gegevens aan te passen, uitgaande[naam eiseres], geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats], van Ghanese nationaliteit;
veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten ten bedrage van € 1748;
bepaalt dat de betaling van een bedrag van € 874 dient te worden gedaan aan de griffier van de rechtbank Arnhem, waarvoor verweerder een nota zal worden toegestuurd;
bepaalt dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht ten bedrage van € 152 aan haar vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J.M. Besselink, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J.W.M. Litjens, griffier.
De griffier, De rechter,
Uitgesproken in het openbaar op 12 januari 2012.
Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden, behoudens het bepaalde in artikel 6:24 juncto 6:13 van de Awb, binnen 6 weken na de dag van verzending hiervan, hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage.
Verzonden op: 12 januari 2012.