ECLI:NL:RBARN:2012:BV3827

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
9 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
768223 CV Expl. 11-7786
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een telefoontoestel en de verplichtingen van de webwinkel

In deze zaak heeft [eisende partij] een overeenkomst gesloten met Websend voor de levering van een T-Mobile abonnement in combinatie met een Samsung Galaxy S i9000 White. De telefoon werd op 18 februari 2011 geleverd, maar op 1 maart 2011 ontdekte [eisende partij] een barst in het scherm. Na contact met de klantenservice van Websend en advies om de telefoon ter reparatie aan te bieden, werd de telefoon op 12 april 2011 gerepareerd door Dynafix, waarvoor [eisende partij] € 202,30 moest betalen.

[eisende partij] vorderde vervolgens van Websend de vergoeding van deze reparatiekosten, plus buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. Websend verweerde zich door te stellen dat de schade aan de telefoon was veroorzaakt door onjuist gebruik door [eisende partij], waardoor de garantie verviel. De kantonrechter oordeelde echter dat op grond van artikel 7:18 lid 2 BW een wettelijk vermoeden van non-conformiteit bestond, omdat de schade binnen zes maanden na aflevering was geconstateerd.

De kantonrechter concludeerde dat Websend niet had aangetoond dat de schade door [eisende partij] was veroorzaakt en wees de vordering van [eisende partij] toe. Websend werd veroordeeld tot betaling van € 232,65, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis werd uitgesproken op 9 januari 2012.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
burgerlijk recht, sector kanton
Locatie [Arnhem]
zaakgegevens 768223 \ CV EXPL 11-7786 \ BE\471\sjm
uitspraak van 9 januari 2012
vonnis
in de zaak van
[eisende partij]
wonende te [woonplaats]
eisende partij
procederend in persoon
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Websend B.V.,
h.o.d.n. Studentmobiel.nl
gevestigd te Leidschendam
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna [eisende partij] en Websend genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 juli 2011 met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek met een productie.
2. De feiten
2.1. Op 14 februari 2011 heeft [eisende partij] met Websend een overeenkomst gesloten betreffende een T-Mobile abonnement in combinatie met een Samsung Galaxy S i9000 White (hierna: de telefoon). De telefoon is op 18 februari 2011 afgeleverd aan [eisende partij].
2.2. Op 1 maart 2011 heeft [eisende partij] een barst op het scherm van de telefoon geconstateerd.
2.3. Op 2 maart 2011 heeft [eisende partij] contact opgenomen met de klantenservice van Websend en Websend van de barst op de hoogte gebracht.
2.4. Op advies van Websend heeft [eisende partij] de telefoon in eerste instantie ter reparatie aangeboden aan het Samsung Service Punt te Arnhem en later aan Dynafix te Nuth.
2.5. Op 15 maart 2011 heeft [eisende partij] van Dynafix een prijsopgave ontvangen met de navolgende mededeling: “U ontvangt een prijsopgave omdat de benodigde reparatie buiten de dekking van de garantievoorwaarden valt (schade veroorzaakt door de gebruiker). Aan het toestel is val-, stoot- of drukschade geconstateerd.”
2.6. Bij brief van 18 maart 2011 aan Websend heeft mr. T.W. Phea (hierna: Phea) zich namens [eisende partij] op het standpunt gesteld dat sprake is van non-conformiteit en is Websend onder meer gesommeerd zorg te dragen voor kostenloze reparatie van de telefoon.
2.7. Bij e-mail van 31 maart 2011 heeft Phea de brief van 18 maart 2011 nogmaals aan Websend toegezonden.
2.8. Bij e-mail van 1 april 2011 heeft Websend aan Phea medegedeeld dat niet op het verzoek tot kostenloze reparatie zal worden ingegaan.
2.9. Bij e-mail van 1 april 2011 heeft Phea aan Websend verzocht haar standpunt te herzien en medegedeeld dat hij [eisende partij] zal adviseren de telefoon te laten repareren en de kosten op Websend te verhalen.
2.10. Op 3 april 2011 heeft [eisende partij] de telefoon aan Dynafix ter reparatie aangeboden.
2.11. Op 12 april 2011 heeft [eisende partij] de gerepareerde telefoon tegen betaling van een bedrag van € 202,30 retour ontvangen.
3. De vordering en het verweer
3.1. [eisende partij] vordert de veroordeling van Websend tot betaling van € 232,65 (202,30 hoofdsom, € 30,35 buitengerechtelijke kosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 202,30 vanaf 25 maart 2011, met veroordeling van Websend in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na dagtekening van dit vonnis.
3.2. [eisende partij] legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. Tussen [eisende partij] en Websend is op 14 februari 2011 een overeenkomst tot stand gekomen in het kader waarvan aan [eisende partij] een telefoon ter beschikking is gesteld. Deze telefoon voldeed niet aan de overeenkomst. Er was sprake van non-conformiteit. Het beeldscherm van de telefoon was gebarsten. Op advies van Websend heeft [eisende partij] de telefoon ter reparatie aangeboden aan Dynafix. Dynafix heeft de telefoon gerepareerd. [eisende partij] heeft de met de reparatie gemoeide kosten aan Dynafix moeten voldoen. Websend is op grond van de overeenkomst en de wet gehouden de aan Dynafix betaalde kosten aan [eisende partij] te vergoeden. Ondanks aanmaningen is Websend in gebreke gebleven met de vergoeding van de reparatiekosten. Daarom maakt [eisende partij], naast de gevorderde rente, ook aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke kosten.
3.3. Websend voert als verweer aan dat zij aan [eisende partij] een deugdelijke telefoon heeft afgeleverd, maar dat deze door onjuist en ondeskundig gebruik van [eisende partij] beschadigd is geraakt. Daarom is de garantie vervallen. Websend is niet gehouden de reparatiekosten aan [eisende partij] te vergoeden.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 7:18 lid 2 BW wordt vermoed dat de telefoon niet aan de overeenkomst heeft beantwoord nu binnen zes maanden na de aflevering het scherm is gebroken. De kantonrechter is van oordeel dat Websend niet heeft aangetoond en ook niet aannemelijk heeft gemaakt dat de schade is ontstaan door [eisende partij] zelf of door niet normaal gebruik. Allereerst geldt dat op de als productie 5 door Websend overgelegde foto niets zichtbaar is. [eisende partij] heeft daar bij conclusie van repliek op gewezen, maar Websend heeft hier niet op gereageerd. Websend heeft ook niet onderbouwd welke beschadiging aan het toestel zichtbaar is (productie 4 conclusie van antwoord) noch waar deze zich op de telefoon bevindt. Websend heeft ook niet gereageerd op de conclusie van repliek terwijl daar bovendien uit blijkt dat Websend alsnog bereid is de reparatiekosten te betalen. Daarom wijst de kantonrechter de gevorderde hoofdsom toe.
4.2. Nu vast staat dat Websend in gebreke is gebleven met de verplichting tot betaling van de reparatiekosten, zal ook de wettelijke rente over deze kosten worden toegewezen. De kantonrechter wijst de wettelijke rente toe vanaf 12 april 2011 omdat zij deze kosten toen heeft gemaakt.
4.3. Aannemelijk is dat [eisende partij] buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht dan wel heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten ad € 30,35 is in overeenstemming met de gebruikelijke en redelijke tarieven en wordt daarom toegewezen.
4.4. Websend wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. Nu [eisende partij] in persoon procedeert, zal aan haar geen gemachtigdensalaris worden toegekend.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1. veroordeelt Websend om aan [eisende partij] te betalen een bedrag van € 232,65 (202,30 hoofdsom, € 30,35 buitengerechtelijke kosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 202,30 vanaf 12 april 2011 tot aan de dag van volledige betaling;
5.2. veroordeelt Websend in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [eisende partij] begroot op € 90,81 aan dagvaardingskosten, € 71,00 aan griffierecht en nihil aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze proceskosten als deze niet binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis zijn voldaan;
5.3. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.J. Engberts en in het openbaar uitgesproken op 9 januari 2012.