In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 22 november 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot deelgeschil. De kern van het geschil betreft de vraag of er tussen de verzoeker en de verweerder, VVAA Schadeverzekeringen N.V., een vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen naar aanleiding van een verkeersongeval dat de verzoeker op 24 juni 2011 is overkomen. De verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. S. Demirtas, stelt dat er geen overeenkomst is gesloten, omdat hij de vaststellingsovereenkomst niet heeft ondertekend en bovendien dat deze overeenkomst vernietigbaar is op grond van dwaling en misbruik van omstandigheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er wel degelijk een overeenkomst tot stand is gekomen, gebaseerd op een e-mail van de belangenbehartiger van de verzoeker, mr. F.W. Vergonet, waarin hij akkoord gaat met een slotbetaling van € 25.000,00 tegen finale kwijting. De rechtbank oordeelt dat VVAA erop mocht vertrouwen dat Vergonet bevoegd was om namens de verzoeker te handelen, en dat de verzoeker zich niet kan beroepen op het ontbreken van wilsovereenstemming, omdat hij zich had laten bijstaan door een professionele belangenbehartiger. De rechtbank wijst de verzoeken van de verzoeker af, omdat er sprake is van een bindende vaststellingsovereenkomst en de verzoeker geen recht heeft op verdere schadevergoeding, gezien de finale kwijting die is verleend. De beslissing van de rechtbank benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de rol van professionele belangenbehartigers in schadezaken.