ECLI:NL:RBARN:2011:BV8157
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en de gevolgen voor de werknemer in vergelijking met de belangen van de werkgever
In deze zaak, uitgesproken door de kantonrechter M.J. Blaisse op 16 december 2011, staat de vraag centraal of het ontslag van de werkneemster, die sinds 1 juni 1998 in dienst was bij de gedaagde partij, kennelijk onredelijk was. De werkneemster was werkzaam als coupeuse/verkoopster en had een salaris van € 1.324,30 bruto per maand. De gedaagde partij, een kleine onderneming, had op 25 juni en 25 augustus 2010 ontslagvergunningen aangevraagd bij het UWV WERKbedrijf op basis van bedrijfseconomische redenen, maar de werkneemster voerde verweer tegen deze aanvragen. Uiteindelijk heeft de gedaagde partij de arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 oktober 2010, met als reden de beëindiging van de bedrijfsactiviteiten per 1 januari 2011.
De kantonrechter oordeelt dat bij de beoordeling van de vraag of de gevolgen van de opzegging voor de werkneemster te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever, alle omstandigheden ten tijde van het ontslag in onderlinge samenhang moeten worden bezien. De werkneemster had geen recht op een outplacementtraject, gezien de financiële situatie van de onderneming en haar eigen ziekte, die haar belette om werkzaamheden te verrichten. De kantonrechter concludeert dat de werkgever binnen zijn mogelijkheden heeft geprobeerd de werkneemster naar ander werk te bemiddelen, maar dat de werkneemster zelf niet de moeite heeft genomen om deze mogelijkheden te onderzoeken.
De kantonrechter komt tot de conclusie dat het ontslag niet als kennelijk onredelijk kan worden bestempeld. De vorderingen van de werkneemster worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij, die zijn begroot op € 1.200,00. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige belangenafweging bij ontslagzaken, waarbij zowel de situatie van de werknemer als de bedrijfseconomische belangen van de werkgever in overweging moeten worden genomen.