Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 14 december 2011
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 204312 / HA ZA 10-1586 van
[eiser in conventie]
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van
[gefailleerde].,
wonende te Geldermalsen,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. Th.H.A. Teeuwen te Tiel,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde in conventie].,
gevestigd te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. R. van Herwaarden te Amersfoort,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VEWA BEHEER B.V.,
gevestigd te Ravenswaaij,
gedaagde in conventie,
niet verschenen,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer 208515 / HA ZA 10-2349 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres in de vrijwaring],
gevestigd te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. R. van Herwaarden te Amersfoort,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALFA ACCOUNTANTS EN ADVISEURS B.V.,
gevestigd te Wageningen,
gedaagde,
advocaat mr. J. Ekelmans te ‘s-Gravenhage.
Partijen zullen hierna de curator, [gedaagde in conventie / eiseres], Vewa Beheer en Alfa genoemd worden.
1. De procedure in de hoofdzaak
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 juni 2011
- de akte na tussenvonnis met producties van [gedaagde in conventie / eiseres]
- de antwoordakte van de curator
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities van de beide advocaten.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De procedure in de vrijwaringszaak
2.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 april 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 12 oktober 2011.
2.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
3. De feiten in de hoofdzaak
3.1. Voor de in de hoofdzaak relevante feiten wordt verwezen naar r.o. 2.1. – 2.11. van het tussenvonnis van 1 juni 2011.
4. De aanvullende feiten in de vrijwaringszaak
4.1. Op 13 januari 2005 heeft [gedaagde in conventie / eiseres] aan Alfa opdracht gegeven haar te adviseren bij de verkoop van haar aandelen [gefailleerde]erde] aan de in r.o. 2.2. van het tussenvonnis van 1 juni 2011 genoemde [betrokkene 1] en [betrokkene 2]. Daartoe is de ‘opdrachtbevestiging overdracht onderneming’ van 13 januari 2005 (hierna: ‘de opdrachtbevestiging’), ondertekend door Alfa, [gedaagde in conventie / eiseres], [betrokkene 1] en [betrokkene 2].
De opdrachtbevestiging vermeldt:
Volgens afspraak bevestigen wij hiermee de door u aan ons verstrekte opdracht voor de begeleiding van de verkoop van de aandelen in [gefailleerde] aan de heren [betrokkene 2] en [betrokkene 1].
Onze werkzaamheden zullen bestaan uit:
- het opstellen van een koopovereenkomst waarin de gemaakte afspraken tussen partijen worden vastgelegd;
- de uitwerking van de koopprijs van de aandelen [gefailleerde] op basis van de door partijen bepaalde berekeningsmethodiek;
- de begeleiding bij de oprichting van 2 persoonlijke holdings voor de heren [betrokkene 2] en [betrokkene 1];
- de begeleiding bij de oprichting van een “tussenholding” voor de heren [betrokkene 2] en [betrokkene 1];
- het onderhouden van contacten met de notaris betreffende de juridische aspecten van de bedrijfsoverdracht;
- de advisering met betrekking tot financieringsvraagstukken;
- het (indien van toepassing) onderhouden van contacten met de belastingdienst;
- het aanvragen van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting tussen de op te richten “tussenholding” en [gefailleerde]
Op deze opdrachtbevestiging zijn onze leverings- en betalingsvoorwaarden van toepassing welke u hierbij aantreft.
4.2. In de leverings- en betalingsvoorwaarden van Alfa (hierna: ‘de algemene voorwaarden’) is onder ‘K. Reclame’ bepaald:
1. Een reclame met betrekking tot de verrichte werkzaamheden en/of het factuurbedrag dient schriftelijk binnen 14 dagen na de verzenddatum van de stukken of informatie waarover opdrachtgever reclameert, dan wel binnen 14 dagen na de ontdekking van het gebrek indien opdrachtgever aantoont dat hij het gebrek redelijkerwijs niet eerder kon ontdekken, aan opdrachtnemer te worden kenbaar gemaakt.
(…)
3. Indien de reclame niet tijdig wordt ingesteld vervallen alle rechten van opdrachtgever in verband met de reclame.
5. Het geschil in de hoofdzaak in conventie en in reconventie
5.1. Het geschil in de hoofdzaak in conventie en in reconventie is weergegeven in r.o. 3.1. – 3.5. van het tussenvonnis van 1 juni 2011.
6. Het geschil in de vrijwaringszaak
6.1. Van Doorn vordert samengevat dat Alfa wordt veroordeeld om aan [gedaagde in conventie / eiseres] te betalen al hetgeen waartoe [gedaagde in conventie / eiseres] in de hiervoor genoemde hoofdzaak mocht worden veroordeeld, inclusief de proceskosten van de hoofdzaak, met veroordeling van Alfa in de kosten van de vrijwaring.
6.2. [gedaagde in conventie / eiseres] stelt dat zij bij alle in de hoofdzaak door de curator gewraakte, in diens ogen niet rechtsgeldig tot stand gekomen en/of nietige overeenkomsten betreffende borgtocht en pandrechten op inventaris en debiteuren, respectievelijk beweerdelijk onverschuldigd gedane aflossing en rente uit hoofde van die in de ogen van de curator nietige borgtocht volledig gevaren heeft op de juristen van Alfa en hun adviezen.
6.3. Alfa voert verweer. Op de stellingen van partijen zal de rechtbank, voor zover van belang, ingaan.
7. De verdere beoordeling
in de hoofdzaak in conventie
Ten aanzien van Vewa Beheer
7.1. De dagvaarding is op de bij de wet voorgeschreven wijze betekend aan het adres waar Vewa Beheer gevestigd is. Tegen Vewa Beheer is, nu zij desondanks niet in deze procedure is verschenen, verstek verleend.
7.2. Het door [gedaagde in conventie / eiseres] gevoerde verweer kan naar het oordeel van de rechtbank strekken ten gunste van Vewa Beheer. Er is immers sprake van een rechtsbetrekking die noopt tot een voor beide gedaagden gelijke beslissing aangezien de vordering tegen Vewa Beheer alleen wordt toegewezen indien ook die jegens [gedaagde in conventie / eiseres] wordt toegewezen. Daarom is sprake van een geval waarin afwijzing van de vordering tegen de ene gedaagde en toewijzing van de vordering tegen de andere tegenstrijdige vonnissen oplevert zoals bedoeld in het arrest van de Hoge Raad van 28 mei 1999 (NJ 2000/290).
7.3. Op de vordering jegens Vewa Beheer wordt derhalve beslist nadat op die jegens [gedaagde in conventie / eiseres] is beslist.
Ten aanzien van [gedaagde in conventie / eiseres]
7.4. In het tussenvonnis van 1 juni 2011 is voorshands aangenomen dat – uitgaande van de totstandkoming van de borgtocht en het pandrecht – [gefailleerde] in strijd met artikel 2:207c BW heeft gehandeld door zekerheid te stellen voor het door Vewa Beheer genomen aandeel in haar kapitaal.
7.5. Naar aanleiding van de na het tussenvonnis gewisselde aktes en het bij de pleidooien naar voren gebrachte komt de rechtbank definitief tot het onder 7.4. bedoelde oordeel. De rechtbank verwerpt het standpunt van [gedaagde in conventie / eiseres] dat de zekerheid is gesteld voor haar vordering op [gefailleerde] en niet voor de door Vewa Beheer verkregen aandelen. De curator heeft naar het oordeel van de rechtbank op dat punt terecht gesteld, en dat is door [gedaagde in conventie / eiseres] ook onvoldoende gemotiveerd betwist, dat de overdracht van de vordering onlosmakelijk samenhing met de overdracht van de aandelen. Als gevolg van de door [gefailleerde] aan [gedaagde in conventie / eiseres] verstrekte zekerheid kon Vewa Beheer van [gedaagde in conventie / eiseres] immers de gelden verkrijgen voor de aandelen in [gedaagde in conventie / eiseres in de vrijwarin]. Van belang is daarbij ook dat enkel om fiscale redenen is afgezien van het omzetten van de vordering in aandelenkapitaal. Kortom, Vewa Beheer, [gedaagde in conventie / eiseres] en [gefailleerde] hebben (naar zij stellen op advies van Alfa) wel degelijk gekozen voor een constructie die inhield dat zekerheid werd gesteld met het oog op de verwerving van aandelen en aldus hebben zij in strijd gehandeld met artikel 2:207c BW. De rechtbank acht thans - in afwijking van r.o. 4.13. van het tussenvonnis van 1 juni 2011 - aannemelijk dat de betrokken partijen zich dat onvoldoende hebben gerealiseerd en niet daartoe de opzet hebben gehad, doch feitelijk is de constructie op die wijze uitgevallen.
7.6. De rechtbank volgt [gedaagde in conventie / eiseres] niet daar waar zij aanvoert dat de gekozen constructie moet worden gesanctioneerd op grond van Rabo/Muller (Hoge Raad 17 mei 2004, NJ 2004/360) vanwege de, door de curator terecht gestelde, omstandigheid dat in het onderhavige geval, anders dan in het door de Hoge Raad beoordeelde geval, door [gefailleerde] geen zekerheid is verstrekt voor een eigen leenschuld die vervolgens wordt doorgeleend, maar voor de schuld van de koper van de aandelen (Vewa Beheer) aan de verkoper daarvan ([gedaagde in conventie / eiseres]).
7.7. [gedaagde in conventie / eiseres] heeft het standpunt ingenomen dat, ook al komt de rechtbank tot de vorenstaande conclusie, de constructie ‘gedekt’ is omdat alle crediteuren van [gefailleerde] op het moment van uitvoering van de constructie daarmee instemden.
Naar het oordeel van de rechtbank vindt die stelling echter in zijn algemeenheid geen grond in het recht, terwijl door [gedaagde in conventie / eiseres] niet is aangevoerd dat in het onderhavige geval een uitzondering geldt.
7.8. De rechtbank volgt de curator in zijn standpunt dat vorenstaand oordeel leidt tot de conclusie dat de aan [gedaagde in conventie / eiseres] verstrekte borgtocht en pandrechten nietig zijn. Het in het petitum van de dagvaarding onder 1. en 2. subsidiair gevorderde zal daarom worden toegewezen.
7.9. Het onder 3. gevorderde is behoudens wat betreft de wettelijke rente waarover hierna wordt geoordeeld, door [gedaagde in conventie / eiseres] niet betwist en is naar het oordeel van de rechtbank toewijsbaar in al zijn onderdelen. De gevorderde dwangsommen worden gematigd en gemaximeerd als hierna bepaald. De buitengerechtelijke kosten worden op twee punten van het liquidatietarief begroot, een bedrag van € 1.788,00.
7.10. [gedaagde in conventie / eiseres] heeft verzocht de wettelijke rente te matigen tot nihil, althans tot de rente die [gedaagde in conventie / eiseres] op de bij de debiteuren geïnde gelden op de derdenrekening van haar advocaat heeft ontvangen. [gedaagde in conventie / eiseres] heeft echter niet onderbouwd welke grond tot een dergelijke matiging zou nopen. De wettelijke rente wordt derhalve toegewezen zoals gevorderd.
7.11. De curator vordert [gedaagde in conventie / eiseres] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv. toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 361,75 voor verschotten en € 894,00 voor salaris advocaat (1,0 rekesten x € 894,00), derhalve in totaal € 1.255,75.
7.12. [gedaagde in conventie / eiseres] heeft bij gelegenheid van het pleidooi verzocht dit vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De curator heeft daartegen enkel aangevoerd dat dit verweer te laat, in strijd met de plicht het verweer in de conclusie van antwoord te concentreren, is gevoerd.
De rechtbank is van oordeel dat dit verweer weliswaar eerst is gevoerd toen de procedure reeds in een gevorderd stadium was, maar dat die omstandigheid niet maakt dat aan dit verweer reeds om die reden voorbij moet worden gegaan. Daarbij is van belang dat gesteld noch gebleken is dat de curator op enigerlei wijze is benadeeld door deze wijze van procederen door [gedaagde in conventie / eiseres].
7.13. Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank toe aan een afweging van de belangen van partijen. [gedaagde in conventie / eiseres] heeft gesteld dat het actief in de boedel niet toereikend zal zijn om na een eventueel andersluidend oordeel in hoger beroep een op grond van dit vonnis door [gedaagde in conventie / eiseres] betaald bedrag terug te betalen en dat, zo begrijpt de rechtbank, dus een groot restitutierisico bestaat. De rechtbank acht dat, gelet op de toestand van de boedel zoals daarvan tot nu toe is gebleken, ook aannemelijk.
De curator heeft niet gesteld welk belang hij heeft bij de uitvoerbaar bij voorraadverklaring en niet gebleken is dat de curator daarbij een belang heeft anders dan het belang dat in zijn algemeenheid verbonden is aan een vonnis dat ten uitvoer kan worden gelegd hangende het hoger beroep. Gelet daarop valt de belangenafweging in deze uit in het voordeel van [gedaagde in conventie / eiseres] en zal de uitvoerbaar bij voorraadverklaring achterwege worden gelaten.
7.14. [gedaagde in conventie / eiseres] wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en dient derhalve de door de curator jegens haar gemaakte proceskosten te dragen. Deze worden begroot op:
- dagvaarding € 36,94
- betaald griffierecht € 600,00
- salaris advocaat € 2.682,00 (3,0 punten × factor 1,0 × tarief € 894,00)
€ 447,00 (1,0 punt × factor 0,5 × tarief € 894,00)
Subtotaal € 3.765,94
-/- salaris t.a.v. € 447,00 (1,0 punt × factor 0,5 × tarief € 894,00)
Vewa Beheer
Totaal € 3.318,94
Verder ten aanzien van Vewa Beheer
7.15. Door de curator is gevorderd Vewa Beheer te veroordelen om de uit te spreken veroordeling jegens [gedaagde in conventie / eiseres] te gehengen en gedogen. Nu hiervoor is geoordeeld dat een veroordeling jegens [gedaagde in conventie / eiseres] wordt uitgesproken, zal ook deze vordering jegens Vewa Beheer, die onweersproken is, worden toegewezen.
7.16. Vewa Beheer dient de door de curator jegens haar gemaakte proceskosten te voldoen. Deze worden begroot op:
- dagvaarding € 36,94
- betaald griffierecht € 600,00
- salaris advocaat € 447,00 (1,0 punt × factor 0,5 × tarief € 894,00)
Totaal € 1.083,94
in de hoofdzaak in reconventie
7.17. Aan de door [gedaagde in conventie / eiseres] in reconventie ingestelde vordering ligt ten grondslag de stelling dat sprake is van geldige pandrechten en een geldige borgtocht. Gelet op het in conventie gegeven oordeel moet die stelling worden gepasseerd. Deze vordering wordt daarom in al zijn onderdelen afgewezen.
7.18. [gedaagde in conventie / eiseres] wordt veroordeeld in de door de curator gemaakte proceskosten in reconventie, welke worden gesteld op:
- salaris advocaat € 710,50 (0,5 punt x € 1.421,00).
Totaal € 710,50
in de vrijwaringszaak
7.19. [gedaagde in conventie / eiseres] zal in de hoofdzaak jegens de curator worden veroordeeld. Gelet daarop dient de vrijwaringszaak inhoudelijk beoordeeld te worden.
7.20. De rechtbank komt in de hoofdzaak tot het oordeel dat de door [gedaagde in conventie / eiseres] en Vewa Beheer gebruikte constructie in strijd is met het bepaalde in artikel 2:207c BW. De rechtbank heeft daarbij verworpen het in de hoofdzaak door [gedaagde in conventie / eiseres] gevoerde verweer dat de zekerheid is gesteld voor haar vordering op [gefailleerde] en niet voor de door Vewa Beheer verkregen aandelen. Alfa heeft dat in deze procedure op dit punt als enige verweer gevoerd. De rechtbank neemt het daarover in de hoofdzaak gegeven oordeel, zoals neergelegd in het tussenvonnis van 1 juni 2011 en hiervoor (r.o. 7.4. – 7.7.), over in de vrijwaringszaak. Daarmee staat vorenstaand oordeel ook vast in de vrijwaringszaak. Beoordeling behoeft de vraag of [gedaagde in conventie / eiseres] de gevolgen daarvan kan afwentelen op Alfa.
7.21. Alfa heeft primair aangevoerd dat artikel K van haar algemene voorwaarden, althans het bepaalde in artikel 6:89 BW, in de weg staat aan de vordering van [gedaagde in conventie / eiseres]. Alfa voert, samengevat weergegeven, aan dat het faillissement van [gefailleerde] is uitgesproken in juni 2009 en door [gedaagde in conventie / eiseres] nadien met de curator is gecorrespondeerd over het door van Doorn Beheer verkregen pandrecht. Alfa voert aan dat [gedaagde in conventie / eiseres] uiterlijk binnen veertien dagen althans, zo begrijpt de rechtbank, binnen een (andere) redelijke termijn, nadat haar het standpunt van de curator was gebleken had dienen te klagen bij Alfa over een gebrek in de dienstverlening van Alfa. Alfa stelt dat moment op grond van voornoemde omstandigheden op uiterlijk juli 2009.
7.22. [gedaagde in conventie / eiseres] betwist dat de algemene voorwaarden door haar zijn ontvangen. Gelet op de opdrachtbevestiging, die namens [gedaagde in conventie / eiseres] voor akkoord is getekend en waarin is vermeld dat de algemene voorwaarden zijn bijgesloten, wordt dit verweer verworpen. Vaste rechtspraak houdt in dat een dergelijke vermelding in een ondertekende opdrachtbevestiging ex artikel 157 Rv. (onder meer Hoge Raad 21 september 2007, NJ 2009/50) dwingende bewijskracht heeft. De stelling van [gedaagde in conventie / eiseres] dat zij niet met zekerheid kan stellen dat een kopie van de algemene voorwaarden is ontvangen, is in deze onvoldoende om haar toe te laten tot tegenbewijs dienaangaande. Van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden wordt derhalve uitgegaan.
7.23. Door Alfa is ter comparitie erkend dat in de zomer van het faillissement (2009) contact is geweest tussen de advocaat van [gedaagde in conventie / eiseres] en de heer [X], accountant bij Alfa. Gesproken is over door Alfa aan [gedaagde in conventie / eiseres] aan te leveren stukken die [gedaagde in conventie / eiseres] op haar beurt diende te verstrekken aan de curator. Die stukken heeft Alfa ook aan [gedaagde in conventie / eiseres] ter beschikking gesteld. Door [gedaagde in conventie / eiseres] is gesteld dat tevens is medegedeeld dat Alfa aansprakelijk zou worden gesteld indien de curator verdere stappen tegen [gedaagde in conventie / eiseres] zou ondernemen. Door Alfa is dit betwist, maar die betwisting is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank neemt derhalve aan dat [gedaagde in conventie / eiseres] reeds in de zomer van 2009 en derhalve, ook in de visie van Alfa, tijdig bij Alfa aan de orde heeft gesteld welke discussie zij met de curator voerde en de rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is onderbouwd dat Alfa niet wist of kon weten welke mogelijke consequenties daaruit voor haar zouden of konden voortvloeien. Gelet daarop wordt het primaire verweer van Alfa verworpen.
7.24. Inhoudelijk heeft Alfa aangevoerd dat zij zorgvuldig heeft gehandeld. Alfa wijst erop dat zij niet de regisseur was van de transactie, zij heeft enkel vorm gegeven aan de overeenkomst die reeds tussen de kopers en verkoper van [gefailleerde] was gesloten.
De rechtbank is op dat punt van oordeel dat door Alfa onvoldoende gemotiveerd is betwist dat zij de thans gewraakte constructie tot stand heeft gebracht. Dat die is bedacht op basis van de wensen van de kopers en verkoper, maakt niet dat de thans gebleken juridische onhoudbaarheid daarvan niet aan Alfa kan worden tegengeworpen, temeer daar Alfa nu juist als deskundige door partijen was ingehuurd om op die basis aan hun wensen, uiteraard op een juridisch houdbare wijze, vorm te geven.
Door Alfa is, zo volgt uit het gestelde door haar werkneemster [Q] ter comparitie, de constructie intern besproken en daarna is door Alfa kennelijk aangenomen dat de constructie voldeed. Alfa heeft naar het oordeel van de rechtbank op het punt van de verstrekte zekerheden een inschattingsfout gemaakt door aan te nemen dat de zekerheden werden verstrekt voor de lening van [gedaagde in conventie / eiseres] aan Vewa Beheer en niet voor de levering van de aandelen van [gefailleerde]
Alfa is aldus toerekenbaar tekortgeschoten in de uitvoering van de aan haar, onder meer door [gedaagde in conventie / eiseres], verstrekte opdracht.
7.25. Op grond van het vorenstaande dient Alfa [gedaagde in conventie / eiseres] te vrijwaren voor hetgeen thans aan de curator ten laste van haar is toegewezen. De rechtbank passeert het verweer van Alfa dat zij geen aandeel heeft gehad in de betaling van de door de curator gevorderde bedragen en derhalve [gedaagde in conventie / eiseres] daarvoor niet behoeft te vrijwaren. Voor het opleggen van die verplichting volstaat naar het oordeel van de rechtbank dat de betalingen door [gefailleerde] en het innen van de verpande vorderingen door [gedaagde in conventie / eiseres] zijn geschied op grond van rechten die [gedaagde in conventie / eiseres] meende te kunnen doen gelden op grond van de constructie voor welke ondeugdelijkheid Alfa thans op grond van een toerekenbare tekortkoming aansprakelijk wordt gehouden.
Alfa heeft terecht aangevoerd dat het alleen de geldelijke vorderingen en proceskosten betreft. Gesteld noch gebleken is dat Alfa aan de overige aan [gedaagde in conventie / eiseres] op te leggen verplichtingen jegens de curator kan of dient te voldoen. De vordering van [gedaagde in conventie / eiseres] wordt dienovereenkomstig toegewezen.
7.26. Alfa wordt veroordeeld in de proceskosten die [gedaagde in conventie / eiseres] in de vrijwaringszaak heeft gemaakt. Deze worden begroot op:
- dagvaarding € 87,93
- salaris advocaat € 1.788,00 (2,0 punten × factor 1,0 × tarief € 894,00)
Totaal € 1.875,93
8. De beslissing
De rechtbank
8.1. verklaart voor recht dat de door [gefailleerde] verstrekte borgtocht voor de verplichtingen van Vewa jegens [gedaagde in conventie / eiseres] nietig is,
8.2. verklaart voor recht dat de door [gefailleerde] aan [gedaagde in conventie / eiseres] verstrekte pandrechten op de inventaris en/of vorderingen van [gefailleerde] nietig zijn,
8.3. veroordeelt [gedaagde in conventie / eiseres] om binnen twee dagen na dit vonnis een sluitende rekening en verantwoording af te leggen over de door haar geïnde debiteurenvorderingen met opgave van de n.a.w.-gegevens van de desbetreffende debiteuren, het ontvangen bedrag en tijdstip waarop dit werd ontvangen, alles voorzien van justificatoire bescheiden – bankafschriften van de desbetreffende rekening – een en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag(deel) dat [gedaagde in conventie / eiseres] hiermee in gebreke blijft met een maximum van € 50.000,00,
8.4. veroordeelt [gedaagde in conventie / eiseres] om binnen twee dagen na dit vonnis het saldo van de hiervoor bedoelde rekening, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van ontvangst tot de datum van afdracht, af te dragen aan de curator,
8.5. veroordeelt [gedaagde in conventie / eiseres] om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan de curator te overleggen alle correspondentie die tussen haar en debiteuren van [gefailleerde] met betrekking tot de inning van de debiteurenvordering is gevoerd, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag(deel) dat [gedaagde in conventie / eiseres] hiermee in gebreke blijft met een maximum van € 50.000,00,
8.6. veroordeelt [gedaagde in conventie / eiseres] tot betaling aan de curator van een bedrag van € 49.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de data van betaling van de onderscheiden in dat bedrag begrepen bedragen zoals gespecificeerd in sub 1.13 van de inleidende dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
8.7. veroordeelt [gedaagde in conventie / eiseres] tot betaling aan de curator van een bedrag van € 1.788,00 aan buitengerechtelijke kosten;
8.8. veroordeelt [gedaagde in conventie / eiseres] in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 1.255,75,
8.9. veroordeelt [gedaagde in conventie / eiseres] jegens de curator in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van de curator jegens [gedaagde in conventie / eiseres] begroot op € 3.318,94 in conventie,
8.10. veroordeelt Vewa Beheer voorgaande veroordelingen te gehengen en te gedogen,
8.11. veroordeelt Vewa Beheer jegens de curator in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van de curator jegens Vewa Beheer begroot op € 1.083.94 in conventie,
8.12. wijst het meer of anders gevorderde af,
8.13. wijst de vordering af,
8.14. veroordeelt [gedaagde in conventie / eiseres] jegens de curator in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van de curator begroot op € 710,50 in reconventie,
8.15. veroordeelt Alfa om aan [gedaagde in conventie / eiseres] al datgene te betalen waartoe [gedaagde in conventie / eiseres] jegens de curator geldelijk is veroordeeld, de aan de curator ten laste van [gedaagde in conventie / eiseres] toegewezen proceskosten in conventie, tot op heden begroot op € 4.574,69, daaronder begrepen,
8.16. veroordeelt Alfa jegens [gedaagde in conventie / eiseres] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Van doorn Beheer jegens Alfa in de vrijwaringszaak begroot op € 1.875,93.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2011.