Parketnummer : 10/600083-07
Data zittingen : 09 april 2010, 29 april 2010, 19 januari 2011, 26 oktober
2011, 22 november 2011, 23 november 2011, 8 december
2011.
Datum uitspraak : 22 december 2011.
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum]
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
officieren van justitie : mr. G.C. Bos en B.M.M. Zonneveld.
raadsman : mr. J.L. van Gessel, kantoorhoudende te Amsterdam.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 te Waddinxveen, althans in Nederland en/of de Verenigde Staten van Amerika tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- (meermalen) (een) grote hoeveelheid/-heden geld te weten in totaal (ongeveer) USD 88.004,62, althans enig(e) geldbedrag(en), middels money-transfers en/of girale overboekingen, overgedragen, te weten overgeboekt en/of overgemaakt naar een bankrekening van [bedrijfsnaam] Motorsports en/of [betrokkene1] en/of [betrokkene2];
- (meermalen) (een) grote hoeveelheid/-heden geld (met een totale waarde van
ongeveer 44.000,- euro (te weten de som van 10.000,- euro en/of 14.000,-
euro en/of 20.000,- euro) en/of USD 60.000,- (te weten de som van zes maal
USD 10.000,-)) althans een of meer (contante) geldbedragen overgedragen, te
weten afgedragen en/of laten afdragen aan [bedrijfsnaam] Motorsports en/of [betrokkene1]
en/of [zoon hoofdverdachte]],
- een grote hoeveelheid geld, te weten 25.000,- euro, ontvangen (als
onkostenvergoeding);
- (meermalen) (een) grote hoeveelheid/-heden geld (met een totale waarde van
ongeveer USD 79.894,45 (te weten de som van USD 29.971,- en USD 49.923,45)), althans enig(e) geldbedrag(en) overgedragen, te weten overgeboekt en/of over (laten) boeken /maken naar een bankrekening van [naam] Racing en/of [betrokkene3] en/of [betrokkene4];
- (eenmaal) 7.000,- euro, althans (een) grote hoeveelheid geld, althans, enig
geldbedrag (contant) overgedragen, te weten af (ge)dragen en/of (laten) dragen
aan [naam] Racing en/of [betrokkene3] en/of [betrokkene4];
en aldus heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) door toen en daar (telkens) (krachtens die gewoonte), meermalen van voornoemd(e) geldbedrag(en), althans enig(e) geldbedrag(en) en/of enig(e) goed(eren)
- de werkelijke aard en/of herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld, althans heeft/hebben hij
verdachte en/of zijn mededader(s) verborgen en/of verhuld wie de
rechthebbende(n) was/waren van bovengenoemde geldbedrag(en) en/of goed(eren), althans van enig(e) geldbedrag(en) en/of enig(e) goed(eren) en/of
bovengenoemde geldbedrag(en) en/of goed(eren) voorhanden heeft/hebben gehad,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat het/de bovengenoemd(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren) - onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit de opbrengst van enig misdrijf;
- verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet, terwijl
hij verdachte en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven en/of het
voorhanden krijgen en/of overdragen en/of omzetten van bovengenoemd(e)
geldbedrag(en) en/of goed(eren), althans van enig(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren), wist(en), althans redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat bovengenoemd(e) geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit de opbrengst van enig misdrijf;
Subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 te Waddinxveen, althans in Nederland en/of de Verenigde Staten van Amerika tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) (een)
geldbedrag(en), te weten,
- (meermalen) (een) grote hoeveelheid/-heden geld met een totale waarde van
(ongeveer) USD 88.004,62 , althans enig(e) geldbedrag(en);
- (meermalen) (een) grote hoeveelheid/-heden geld (met een totale waarde van
ongeveer 44.000,- (te weten de som van 10.000,- euro en/of 14.000,- euro en/of
20.000,- euro) euro en/of USD 60.000,- (te weten de som van zes maal USD
10.000,-)), althans een of meer (contante) geldbedrag(en);
- (eenmaal) een geldbedrag, te weten 25.000,- euro, althans enig(e)
geldbedrag(en);
- (meermalen) (een) grote hoeveelheid/-heden geld (met een totale waarde van
ongeveer USD 79.894,45 (te weten de som van USD 29.971,- en USD 49.923,45)), althans enig(e) geldbedrag(en);
- (eenmaal) een geldbedrag, te weten 7.000,- euro, althans enig(e) geldbedrag(en);
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsing hebben/heeft verborgen en/of verhuld, althans
heeft/hebben hij/zij verdachte en/of zijn/haar medeader(s) verborgen en/of
verhuld wie de rechthebbende(n) was/waren van genoemd(e) geldbedrag(en) en/of
goed(eren) en/of genoemd(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren) voorhanden
heeft/hebben gehad terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en),
althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat voornoemd(e)
geldbedrag(en) en/of goed(eren) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit de opbrengst van enig misdrijf;
- heeft/hebben verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of
omgezet, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) ten tijde van het
verwerven en/of het voorhanden krijgen en/of overdragen en/of omzetten van
bovengenoemd(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren), althans van enig(e)
geldbedrag(en) en/of goed(eren), wist(en), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden, dat bovengenoemd(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren) -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit de opbrengst van enig
misdrijf.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 23 november 2011 onderzocht. Daarbij zijn verdachte en zijn raadsman voornoemd verschenen. Op 08 december 2011 is dit onderzoek ter zitting gesloten.
Het Openbaar Ministerie heeft gerekwireerd.
De raadsman en verdachte hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Ten aanzien van het primair tenlastegelegde
Feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft in de periode van 1 januari 2005 tot en met 10 april 2006 te Waddinxveen en in de Verenigde Staten geld dat hij gekregen had van medeverdachte [hoofdverdachte]. (hierna [hoofdverdachte].) ten behoeve van de racerij van zijn zoon [zoon hoofdverdachte]. (hierna [zoon hoofdverdachte].) overgedragen aan [bedrijfsnaam] Motorsports en [naam] Racing (hierna [naam] Racing) danwel aan hun respectievelijke eigenaren [betrokkene1]/[betrokkene2] en [betrokkene3]/[betrokkene4]. [bedrijfsnaam] Motorsports en [naam] Racing zijn twee in de Verenigde Staten gevestigde renstallen waar [zoon hoofdverdachte]. gedurende de tenlastegelegde periode onder contract stond als autocoureur. Alle geldbedragen zijn aan verdachte gegeven door [hoofdverdachte]. en in diens opdracht betaald aan [naam] Racing en [bedrijfsnaam] Motorsports.
[zoon hoofdverdachte]. stond in 2005 bij [bedrijfsnaam] Motorsports onder contract. In die periode is er door verdachte door middel van money-transfers en overschrijvingen totaal USD 88.004,62 aan deze renstal overgedragen. Daarnaast werd door verdachte aan deze renstal - via [betrokkene1] -meerdere malen contante geldbedragen afgedragen. Dit betrof zes maal een bedrag in euro’s ter hoogte van USD 10.000 per keer (totaal USD 60.000) en bedragen van EUR 10.000, EUR 14.000 en EUR 20.000 (totaal EUR. 44.000).
In het geval van [naam] Racing, waar [zoon hoofdverdachte]. in 2006 onder contract stond, is door verdachte op 10 april 2006 een geldbedrag overgeboekt van USD 29.971 naar de bankrekening van die renstal. Daarnaast is door verdachte een contant geldbedrag van EUR 7.000 aan [betrokkene3] van [naam] Racing overgedragen.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van gewoonte-witwassen. Vaststaat dat de gelden die afkomstig waren van [hoofdverdachte]. afkomstig waren van misdrijf nu [hoofdverdachte]. geen legaal inkomen had en hij een groothandel in softdrugs runde. Met betrekking tot de wetenschap omtrent de criminele herkomst van het geld dat verdachte voor [hoofdverdachte]. heeft overgemaakt/ overgeboekt/overgegeven aan de twee raceteams heeft het Openbaar Ministerie zich op het standpunt gesteld dat verdachte dit wist of in ieder geval redelijkerwijs had kunnen weten. Verdachte was immers op de hoogte van het verleden van [hoofdverdachte].. Daarnaast waren de omstandigheden waaronder verdachte zijn financiële werkzaamheden voor [hoofdverdachte]. uitvoerde van dien aard dat verdachte nader onderzoek had moeten doen naar de herkomst van het geld waar hij zijn handen op legde. Door dit niet te doen heeft verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard de spil te zijn in het witwassen van grote hoeveelheden geld.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair betoogd dat op grond van het dossier niet kan worden bewezen dat het geld dat verdachte van [hoofdverdachte]. heeft gekregen uit enig misdrijf afkomstig was. Voorts heeft de verdediging subsidiair betoogd dat verdachte weliswaar achteraf bezien naïef is geweest door met [hoofdverdachte]. in zee te gaan maar dat hij op het moment van de feiten niet wist dat het om crimineel geld ging. Meer subsidiair is betoogd dat verdachte vrij dient te worden gesproken van het hem tenlastegelegde bedrag van USD 49.923,45.
Beoordeling van de standpunten
In het kader van deze strafzaak is het antwoord op de vraag naar de vermeende criminele herkomst van het geld dat verdachte van [hoofdverdachte]. heeft gekregen en namens [hoofdverdachte]. heeft overgedragen aan [bedrijfsnaam] Motorsports en [naam] Racing van belang. Indien en voor zover het antwoord bevestigend is dient te worden stilgestaan bij de vraag of verdachte wist dan wel redelijkerwijs kon weten dat de herkomst van het geld crimineel was.
De vermeende criminele herkomst van het geld van [zoon hoofdve[zoon hoofdverdachte]
Het heeft als een feit van algemene bekendheid te gelden dat hoofdverdachte [hoofdverdachte]. al sinds midden jaren ‘90 bekend stond als drugsbaron. Sinds die tijd tot aan zijn overlijden in 2011 zijn er niet alleen krantenartikelen maar ook boeken geschreven over zijn (drugs)handel en wandel. Ter terechtzitting heeft het Openbaar Ministerie één en ander geboekstaafd met een overzicht van de justitiële documentatie van [hoofdverdachte].. Hij heeft in de periode van 1987 tot 2002 zeventien jaar in detentie doorgebracht voor Opiumwetdelicten. Bij aanvang van de tenlastegelegde periode is [hoofdverdachte]. net 3 maanden uit detentie en heeft hij vanaf 1989 geen legale inkomstenbronnen met uitzondering van werkzaamheden die hij verricht tijdens zijn verblijf in PI (naam) in 2001 ten bedrage van EUR 745,00. Gelet op de omstandigheid dat [hoofdverdachte]. na zijn detentie niet over legale inkomsten kon beschikken, naar algemeen bekend was een grote ontnemingsvordering moest betalen aan de Staat der Nederlanden en desondanks weer over grote sommen geld kon beschikken stelt de rechtbank vast dat alle gelden afkomstig van [hoofdverdachte]. gedurende de tenlastegelegde periode afkomstig waren uit de handel hasj en hennep.
Dat de status van hennephandelaar in ieder geval tot oktober 2006 actueel was wordt ondersteund door het feit dat er in oktober 2006 in de woning van [hoofdverdachte]. - naast een grote hoeveelheid geld en drugs - een administratie is aangetroffen die valt te herleiden naar een jarenlange handel in drugs.
De wetenschap van verdachte omtrent de criminele herkomst van het geld van [zoon hoofdverdachte]
Verdachte heeft betoogd dat hij niet wist dat het geld dat hij contant kreeg van [hoofdverdachte]. afkomstig was uit misdrijf.
Verdachte heeft ten overstaan van de politie en ter terechtzitting verklaard bekend te zijn geweest met het feit dat [hoofdverdachte]. zich bezig hield met drugsactiviteiten en dat hij al eerder was gearresteerd en veroordeeld. Verdachte heeft voorts ten overstaan van de politie verklaard dat hij zich heeft willen afsluiten voor deze wetenschap en als het ware struisvogelpolitiek heeft bedreven. In een later verhoor geeft verdachte aan dat hij had kunnen weten dat het om crimineel geld ging. In één van de afgeluisterde gesprekken waaraan verdachte deelneemt zegt verdachte dat [zoon hoofdverdachte]. er niets aan kan doen dat zijn vader drugshandelaar is. In datzelfde gesprek merkt verdachte nog op: ‘Nee en [naam] is hier natuurlijk ook niet echt blij mee. Ik bedoel natuurlijk wist [betrokkene3] wat er aan de hand is. Ik bedoel daar hebben we het ook al uitgebreid een aantal keren over gehad en ik heb ook al diverse keren tijdens het seizoen tegen hem gezegd van ja het kan elk ogenblik afgelopen zijn met pa. Het kan nog 5 jaar goed gaan, maar hij kan ook nu al gearresteerd zijn’ Verderop in dit gesprek merkt verdachte nog op: ‘… natuurlijk wist [betrokkene4] van de hoed en de rand, natuurlijk wist [betrokkene3] van de hoed en de rand, maar tegenover de pers zeggen ze van: wij wisten nergens van. Toen [zoon hoofdverdachte] tekende wisten we niet van de whereabouts van zijn vader. Ja natuurlijk weet ie dat wel’ In een ander afgeluisterd gesprek bespreekt verdachte het feit dat de eigenaren van [naam] Racing ([betrokkene3]/ [betrokkene4]) na de aanhouding van [hoofdverdachte]. en de inval bij hun raceteam hebben verklaard dat zij ‘nergens van zouden hebben geweten’. Daarop merkt verdachte op: ‘Ja natuurlijk wisten ze nergens van, want als ze er wel vanaf wisten dan werken ze natuurlijk met voorbedachten rade mee aan witwassen van zwart geld, want dat geld komt natuurlijk van [zoon hoofdverdachte]… daar hoef je echt geen rocketscientist voor te zijn’. In een ander tapgesprek zegt verdachte: ‘Het probleem is als je toegeeft dat je weet dat het … dat het uit het criminele milieu kwam, dan ben je medeplichtig’.
Hoewel de uitspraken van verdachte van na de tenlastegelegde periode zijn geven ze naar het oordeel van de rechtbank een goed beeld van de kennis die verdachte al ten tijde van de tenlastegelegde periode met betrekking tot [hoofdverdachte]. en diens criminele activiteiten had.
Voorts heeft verdachte verklaard het betreffende geld van [hoofdverdachte]. steeds contant overhandigd te hebben gekregen op diverse parkeerplaatsen langs de snelweg dan wel bij hotels en/of tankstations in Nederland. Deze bedragen stortte hij vervolgens op zijn eigen rekening zodat hij dit geld giraal kon overboeken naar Amerika dan wel maakte hij het per money-transfer of via Travel Ex/Moneygram over naar Amerika. Ook is verdachte met grote bedragen in contanten naar de Verenigde Staten of Mexico gevlogen om geld in persoon te overhandigen aan de teambaas van de renstal waar [zoon hoofdverdachte]. onder contract stond.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte onder deze omstandigheden zoals hiervoor geschetst willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de geldbedragen die hij ontving van [hoofdverdachte]. van misdrijf afkomstig waren. Verdachte was immers – in ieder geval globaal – op de hoogte van de criminele gang en wandel van [hoofdverdachte]. en nam desalniettemin grote hoeveelheden contant geld aan om deze naar Amerika te kunnen doorsluizen. Het standpunt van de verdediging wordt aldus verworpen.
De onkostenvergoeding
De verdediging heeft betwist dat verdachte voor zijn handelen een onkostenvergoeding heeft ontvangen.
Verdachte heeft tijdens zijn vierde verhoor bij de politie verklaard dat hij een onkostenvergoeding heeft ontvangen van [hoofdverdachte].. Ter terechtzitting heeft verdachte bevestigd dat zijn onkosten uiteindelijk zijn vergoed door [hoofdverdachte]. en dat de onkosten om en nabij EUR 25.000 hebben bedragen.
Op grond van het voorgaande wordt de stelling van de verdediging dat verdachte geen onkostenvergoeding heeft ontvangen verworpen en acht de rechtbank bewezen dat verdachte EUR 25.000 heeft ontvangen van [hoofdverdachte]. als onkostenvergoeding voor zijn werkzaamheden.
Vrijspraak overdragen USD 49.923,45
De rechtbank is ten slotte met de verdediging van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen niet kan worden bewezen dat verdachte USD 49.923,45 heeft gestort op de bankrekening van [naam] Racing. De rechtbank zal verdachte daarvan vrijspreken. De rechtbank overweegt hiertoe dat op grond van de stukken in het dossier niet kan worden vastgesteld dat dit bedrag door verdachte is gestort. Daarbij heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd wat betreft de door hem doorgegeven betalingen maar van meet af aan ontkend dit bedrag te hebben gestort aan [naam] Racing.
Conclusie
Gezien al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich meerdere malen schuldig heeft gemaakt aan witwassen en acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 10 april 2006 te Waddinxveen, althans in Nederland en/of de Verenigde Staten van Amerika tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- meermalen een grote hoeveelheid/-heden geld te weten in totaal (ongeveer) USD 88.004,62, althans enig(e) geldbedrag(en), middels money-transfers en/of girale overboekingen, overgedragen, te weten overgeboekt en/of overgemaakt naar een bankrekening van [bedrijfsnaam] Motorsports en/of [betrokkene1] en/of [betrokkene2];
- meermalen een grote hoeveelheid/-heden geld (met een totale waarde van
ongeveer 44.000,- euro (te weten de som van 10.000,- euro en/of 14.000,-
euro en/of 20.000,- euro) en/of USD 60.000,- (te weten de som van zes maal
USD 10.000,-)) althans een of meer (contante) geldbedragen overgedragen, te
weten afgedragen en/of laten afdragen aan [bedrijfsnaam] Motorsports en/of [betrokkene1].
en/of [zoon hoofdverdachte]],
- een grote hoeveelheid geld, te weten 25.000,- euro, ontvangen (als
onkostenvergoeding);
- meermalen een grote hoeveelheid/-heden geld (met een totale waarde van
ongeveer USD 79.894,45 (te weten de som van USD 29.971,- en USD 49.923,45)), althans enig(e) geldbedrag(en) overgedragen, te weten overgeboekt en/of over (laten) boeken /maken naar een bankrekening van [naam] Racing en/of [betrokkene3] en/of [betrokkene4];
- (eenmaal) 7.000,- euro, althans (een) grote hoeveelheid geld, althans, enig
geldbedrag (contant) overgedragen, te weten af (ge)dragen en/of (laten) dragen
aan [naam] Racing en/of [betrokkene3] en/of [betrokkene4];
en aldus heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader door toen en daar (telkens) (krachtens die gewoonte), meermalen van voornoemde geldbedragen, althans enig(e) geldbedrag(en) en/of enig(e) goed(eren)
- de werkelijke aard en/of herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld, althans heeft/hebben hij
verdachte en/of zijn mededader(s) verborgen en/of verhuld wie de
rechthebbende(n) was/waren van bovengenoemde geldbedrag(en) en/of goed(eren), althans van enig(e) geldbedrag(en) en/of enig(e) goed(eren) en/of
bovengenoemde geldbedragen en/of goed(eren) voorhanden heeft/hebben gehad,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader wist(en), althans redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat het/de bovengenoemd(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren) - onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit de opbrengst van enig misdrijf;
- verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet, terwijl
hij verdachte en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven en/of het
voorhanden krijgen en/of overdragen en/of omzetten van bovengenoemd(e)
geldbedrag(en) en/of goed(eren), althans van enig(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren), wist(en), althans redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat bovengenoemd(e) geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit de opbrengst van enig misdrijf.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair
Medeplegen van het plegen van witwassen een gewoonte maken
5. De strafbaarheid van het feit
6. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel of gedeeltelijk uitsluiten.
7. De motivering van de sanctie
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft verbleven. Bij het bepalen van de strafeis heeft het Openbaar Ministerie tevens rekening gehouden met de hoogte van het bedrag dat verdachte heeft witgewassen.
Het standpunt verdediging
De verdediging heeft betoogd de eis van het Openbaar Ministerie buitensporig hoog te vinden. Daarnaast dient verdachte in aanmerking komt voor strafvermindering nu sprake is van een schending van de redelijke termijn.
De beoordeling door de rechtbank
Schending redelijke termijn
De verdediging heeft vooraleerst de aanvang van de redelijke termijn ter discussie gesteld. De rechtbank is van oordeel dat die termijn is aangevangen bij de inverzekeringstelling van verdachte op 11 september 2007, omdat verdachte op dat moment in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat tegen hem te zake van een strafbaar feit door het openbaar ministerie een vervolging zal zou worden ingesteld. De rechtbank constateert dat sinds 11 september 2007 tot aan de datum van het vonnis (22 december 2011) ruim 4 jaar is verlopen. Hoewel dit – zeker voor de individuele verdachte die al die tijd een strafproces boven het hoofd hangt – een lange tijd is, is er geen sprake van een schending van de redelijke termijn. De langdurige looptijd vindt een rechtvaardiging in de omvang (146 ordners), de complexiteit (meer dan 40 verdachten met deels overlappende tenlasteleggingen) en het internationale karakter (het doen van rechtshulpverzoeken, rogatoire verhoren in het buitenland) van het onderzoek Doomer. Gezien de onderlinge verwevenheid van de tenlasteleggingen, waarvan de criminele organisatie - zoals tenlastegelegd aan een aantal medeverdachten - het beste voorbeeld is, acht de rechtbank ook de wens van het openbaar ministerie om alle verdachten min of meer tegelijkertijd aan te brengen legitiem. In de zaak Doomer zijn meer dan 150 getuigen gehoord, hetgeen eveneens vertraging voor de afdoening met zich heeft meegebracht. Mede omdat gedurende de afgelopen 4 jaar bij voortduring onderzoekshandelingen zijn verricht door zowel de politie als door de rechter-commissaris op verzoek van de advocaten acht de rechtbank het verloop van die periode redelijk voor de afdoening van deze strafzaak.
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 17 juni 2011.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende. Verdachte heeft er gedurende een periode van ruim een jaar een gewoonte gemaakt van het witwassen van grote geldbedragen. Verdachte heeft dit gedaan door uit de hasjhandel afkomstig geld van medeverdachte [hoofdverdachte]. contant in ontvangst te nemen en onder meer via overboekingen en money-transfers naar Amerika te storten. Daar kwam het geld terecht bij de raceteams van [zoon hoofdverdachte]. (de zoon van medeverdachte [hoofdverdachte].) opdat hij kon racen in de Champcar. Door zo te handelen heeft verdachte samen met zijn medeverdachte geprobeerd criminele opbrengsten aan het zicht van justitie te onttrekken. Dergelijk gedrag vormt een bedreiging van de legale economie omdat het de integriteit van het financiële en economische verkeer aantast. Anderzijds wordt op deze manier de mogelijkheid geschapen voor criminele verbanden om zichzelf van kapitaal te voorzien zodat zij hun activiteiten kunnen bestendigen of uitbreiden. Deze verbanden, zoals die van [hoofdverdachte]., ontlenen mede aan dergelijke witwas constructies hun bestaansrecht. De ernst van het delict blijkt te meer uit het feit dat het om omvangrijke geldbedragen gaat, namelijk ruim EUR 200.000. Daarnaast heeft verdachte EUR 25.000 als onkostenvergoeding ontvangen.
Bij het bepalen van het soort straf en de hoogte daarvan hanteert de rechtbank als uitgangspunt dat er doorgaans voor dergelijke feiten onvoorwaardelijke gevangenisstraffen worden opgelegd, één en ander zoals ook door het Openbaar Ministerie is gevorderd. Bij het bepalen van de hoogte van de straf houdt de rechtbank - net als het Openbaar Ministerie - nadrukkelijk rekening met het feit dat verdachte zich coöperatief heeft opgesteld tijdens het onderzoek. Dankzij verdachte is belangrijke informatie verworven over de wijze waarop [hoofdverdachte]. zijn criminele geld heeft witgewassen en heeft door op die manier te verklaren ook zichzelf belast. Ten nadele van verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte gedurende langere tijd via diverse methodes (overboeking, meenemen in het vliegtuig, money-transfers) frequent heeft witgewassen. Daarbij heeft verdachte, wanneer hij onvoldoende geld kon overmaken, ook anderen betrokken die voor hem money-transfers tekenden. Meer dan het Openbaar Ministerie houdt de rechtbank rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Gezien al het voorgaande en de rol die verdachte heeft bekleed ten opzichte van de medeverdachten zal de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen die lager is dan door het Openbaar Ministerie is geëist.
8. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 47, 57 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 5 (vijf) maanden niet tenuitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door:
mrs. J.A.P. Bakker (voorzitter), H.P.M. Kester-Bik en A.M. van Gorp, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.F. Hof en R. van Dijk, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 december 2011.