ECLI:NL:RBARN:2011:BU4320
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake Wob-verzoek en openbaarmaking huisvestingsadviezen
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Arnhem, gedateerd 31 augustus 2011, wordt een Wob-verzoek behandeld dat door eiser is ingediend. Eiser verzoekt om openbaarmaking van huisvestingsadviezen die zijn afgegeven vóór 12 maart 2009, waarbij sprake is van fobieën en RIBW-begeleiding. De rechtbank heropent het onderzoek ter zitting en stelt vast dat verweerder, het Dagelijks bestuur Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden, in de medische dossiers heeft teruggezocht van 12 maart 2009 tot 1 december 2006, maar geen adviezen heeft gevonden. Verweerder meent dat hij hiermee aan zijn inspanningsverplichting heeft voldaan. De rechtbank oordeelt echter dat de hoeveelheid werk die aan een Wob-verzoek is verbonden geen weigeringsgrond is. Dit is in lijn met vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De rechtbank stelt dat het feit dat er in de onderzochte periode geen adviezen zijn gevonden, niet uitsluit dat er vóór 1 december 2006 wel adviezen zijn afgegeven. Ook de herinneringen van betrokken medewerkers zijn niet doorslaggevend. De rechtbank geeft verweerder de gelegenheid om binnen vier weken na de verzending van deze tussenuitspraak te onderzoeken of er huisvestingsadviezen zijn afgegeven in de gevraagde periode en om hierover een besluit te nemen over de openbaarmaking van deze adviezen.
De rechtbank benadrukt dat het bestreden besluit niet kan worden gedragen door de motivering die eraan ten grondslag ligt en dat het besluit in strijd is met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb. Indien verweerder geen gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, zal de rechtbank het onderzoek sluiten en een einduitspraak doen zonder nadere zitting. Hoger beroep tegen deze tussenuitspraak kan alleen tegelijkertijd met het hoger beroep tegen de einduitspraak worden ingesteld.