ECLI:NL:RBARN:2011:BU2099
Rechtbank Arnhem
- Raadkamer
- C. van Linschoten
- M.G.J. Post
- W.L.J.M. Duijst
- Rechtspraak.nl
Herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling en schadevergoeding
In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 28 oktober 2011 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling van de verzoeker. De verzoeker was op 11 mei 2011 voorwaardelijk in vrijheid gesteld, maar heeft op 22 juli 2011 een voorwaarde overtreden, wat leidde tot zijn aanhouding en het indienen van een vordering tot herroeping door de officier van justitie. De rechtbank heeft eerder, op 19 augustus 2011, de vordering van het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard vanwege het niet tijdig indienen van de herroepingsvordering. De raadkamer heeft vastgesteld dat de verzoeker schade heeft geleden als gevolg van zijn vrijheidsbeneming van 22 juli tot 25 juli 2011. De rechtbank heeft op basis van artikel 15k van het Wetboek van Strafrecht geoordeeld dat de verzoeker recht heeft op een schadevergoeding van € 240,-, gebaseerd op de gebruikelijke forfaitaire bedragen voor detentie. De beslissing is genomen na behandeling in raadkamer, waar zowel de raadsman van de verzoeker als de officier van justitie aanwezig waren. De rechtbank heeft de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling niet-ontvankelijk verklaard en de schadevergoeding toegewezen aan de verzoeker.