ECLI:NL:RBARN:2011:BT6797

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
4 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-817 HA RK
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak wegens procedurele beslissing

Op 29 september 2011 is een wrakingsverzoek behandeld door de wrakingskamer van de Rechtbank Arnhem. Verzoeker, die niet verschenen was, had eerder op 13 september 2011 als verdachte in zijn strafzaak een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechters mrs. J.M.J.M. Doon, L.C.P. Goossens en A.J.H. Steenweg. Dit verzoek volgde op een beslissing van de rechtbank om verzoeker ter observatie op te nemen in het Pieter Baan Centrum, een beslissing die verzoeker als partijdig ervoer. De rechters hebben schriftelijk aangegeven niet in de wraking te berusten en geen aanleiding gezien om op het verzoek te reageren. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trekken. Het enkele feit dat de beslissing niet overeenstemt met de wens van verzoeker, is onvoldoende om te concluderen dat er sprake is van vooringenomenheid. De rechtbank heeft daarom het wrakingsverzoek afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken op 4 oktober 2011 door mrs. H.P.M. Kester, G.H.W. Bodt en D.T. Boks, in aanwezigheid van griffier mr. A.J.W. Lambregts. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ARNHEM
Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: 11-817 / HA RK
Beschikking van 4 oktober 2011
in de zaak van
[verzoeker],
verzoeker tot wraking,
advocaat mr. R.G.M. Sleutels te Arnhem,
tegen
mrs. J.M.J.M. Doon, L.C.P. Goossens en A.J.H. Steenweg, in hun hoedanigheid van rechter.
1. De procedure
1.1. Ter terechtzitting van 13 september 2011 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen mrs. J.M.J.M. Doon, L.C.P. Goossens en A.J.H. Steenweg.
1.2. Bij schrijven van 23 september 2011 hebben mrs. J.M.J.M. Doon, L.C.P. Goossens en A.J.H. Steenweg aangegeven niet in de wraking te berusten.
1.3. Op 29 september 2011 is het wrakingsverzoek ter zitting van de wrakingskamer behandeld. Verzoeker is met voorafgaande kennisgeving niet verschenen.
Mrs. J.M.J.M. Doon, L.C.P. Goossens en A.J.H. Steenweg zijn eveneens niet verschenen, zoals zij reeds in hun hiervoor aangehaalde schrijven te kennen hadden gegeven.
2. De feiten
2.1. Ter terechtzitting van 13 september 2011 is verzoeker als verdachte gehoord in zijn strafzaak. De officier van justitie heeft geconcludeerd dat hij een rapport van het Pieter Baan Centrum noodzakelijk acht. Door en namens verzoeker is daartegen verweer gevoerd, waarbij onder meer is aangevoerd dat verzoeker niet wenst mee te werken aan observatie. Na een korte onderbreking voor beraad heeft
mr. J.M.J.M. Doon namens de rechtbank medegedeeld dat zij het van belang acht dat verzoeker ter observatie wordt opgenomen in het Pieter Baan Centrum. Vervolgens heeft verzoeker de wens geuit de rechtbank te wraken.
3. Het wrakingsverzoek en het verweer
3.1. Verzoeker stelt dat hij zich door het besluit van de rechtbank niet kan onttrekken aan de indruk dat de rechtbank partijdig is en dat de rechtbank daardoor het oordeel reeds klaar heeft.
3.2. Mrs. J.M.J.M. Doon, L.C.P. Goossens en A.J.H. Steenweg hebben schriftelijk verklaard niet te berusten in het wrakingsverzoek en hebben daarbij opgemerkt dat zij geen aanleiding zagen schriftelijk te reageren op het wrakingsverzoek.
4. De beoordeling
4.1. Gelet op artikel 512 Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) dient in een wrakingsprocedure te worden beslist of er sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
4.2. Bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid bij de rechter in de zin van artikel 6 lid 1 EVRM (en artikel 14 lid 1 IVBPR) dient voorop te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing vormen dat een rechter jegens een procespartij vooringenomen is, althans dat de bij die partij bestaande vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is.
4.3. Het geven van een bevel tot observatie in het Pieter Baan Centrum is een normale procedurele beslissing die op zichzelf geen zwaarwegende aanwijzing vormt voor vooringenomenheid jegens een procespartij. Concrete feiten en omstandigheden waaruit volgt dat de gewraakte rechters bij het geven van deze beslissing vooringenomen waren tegen verzoeker of objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor bestond, heeft verzoeker verder niet aangevoerd. Het enkele feit dat de beslissing niet overeenstemt met de wens van verzoeker is daarvoor in elk geval onvoldoende. Daarom moet het verzoek worden afgewezen.
4.4. Het voorgaande leidt ertoe dat het wrakingsverzoek zal worden afgewezen.
5. De beslissing
De rechtbank:
wijst het verzoek tot wraking af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. H.P.M. Kester, G.H.W. Bodt en D.T. Boks in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.J.W. Lambregts en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2011.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.