ECLI:NL:RBARN:2011:BS7492
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bewindvoerder bij tekortkomingen in de zorgplicht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 8 juli 2011, staat de aansprakelijkheid van een bewindvoerder centraal, specifiek in het kader van artikel 1:444 van het Burgerlijk Wetboek. De eisende partij, die ten tijde van de dagvaarding niet onder bewind stond, heeft de gedaagde partij, de bewindvoerder, aangeklaagd wegens het nalaten om bijzondere bijstand aan te vragen voor de kosten van de bewindvoering. De kantonrechter oordeelt dat de bewindvoerder tekort is geschoten in zijn zorgplicht, wat leidt tot aansprakelijkheid. De kantonrechter verwijst naar het Maclou-arrest van de Hoge Raad, waarin een bijzondere zorgvuldigheidsnorm voor curatoren is geformuleerd, maar stelt dat deze norm niet analoog kan worden toegepast op bewindvoerders. Dit komt omdat de rol van de bewindvoerder verschilt van die van de curator, die vaak met tegenstrijdige belangen te maken heeft.
De rechtbank concludeert dat de gedaagde partij, die eerder was ontslagen wegens slecht bewind, niet heeft voldaan aan de zorg van een goed bewindvoerder. De kantonrechter wijst een schadevergoeding van € 2.493,39 toe aan de eisende partij, vermeerderd met wettelijke rente, en legt de proceskosten op aan de gedaagde partij. De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad, en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van bewindvoerders en de noodzaak om adequaat te handelen in het belang van hun cliënten.