ECLI:NL:RBARN:2011:BR6732
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om immateriële schadevergoeding na huisbezoek door gemeente
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.E.L.Th. Balkema, een verzoek ingediend om immateriële schadevergoeding na een huisbezoek door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem. Het verzoek om schadevergoeding van € 750 werd door verweerder afgewezen in een besluit van 11 november 2010. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard in een besluit van 9 mei 2011. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 6 juli 2011 werd het beroep behandeld. Eiseres voerde aan dat het huisbezoek, dat plaatsvond op 19 maart 2010, haar in een extreem belastende situatie heeft gebracht. Ze verwees naar haar zwangerschapsvergiftiging, de aanstaande bevalling, de autistische zoon en de recente vertrek van haar partner. Eiseres stelde dat het verzoek om de trapkast te openen tijdens het huisbezoek onterecht was, omdat er geen wettelijke basis voor was.
De rechtbank oordeelde dat er geen inbreuk was op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), omdat de trapkast niet was geopend en doorzocht. Het enkele verzoek om de kast te openen was niet voldoende om te concluderen dat er een inbreuk op fundamentele rechten had plaatsgevonden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 26 juli 2011, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep aan te tekenen bij de Centrale Raad van Beroep.