ECLI:NL:RBARN:2011:BR5573

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
29 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
218871
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Blokkering van bankrekeningnummers door ING en de gevolgen voor internetbankieren door Gerechtsdeurwaarderskantoor Tiel B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem werd behandeld, stond de blokkering van de bankrekeningnummers van Gerechtsdeurwaarderskantoor Tiel B.V. door ING Bank N.V. centraal. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Kalkwiek, stelde dat ING toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst voor zakelijk bankieren. Sinds 21 juli 2011 had eiseres geen toegang meer tot haar bankrekeningen via internetbankieren, wat ernstige gevolgen had voor haar bedrijfsvoering. De voorzieningenrechter oordeelde dat ING binnen drie werkdagen de toegang tot internetbankieren moest herstellen en dat er een dwangsom van € 25.000,00 per dag zou worden opgelegd voor elke dag dat ING in gebreke bleef. De rechter concludeerde dat ING niet voldoende had voldaan aan haar zorgplicht en dat de blokkering van de rekeningen onterecht was gebeurd. De uitspraak werd gedaan op 29 juli 2011, met een schriftelijke vastlegging op 2 augustus 2011.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 218871 / KG ZA 11-387
Vonnis in kort geding van 29 juli 2011
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GERECHTSDEURWAARDERSKANTOOR TIEL B.V.,
h.o.d.n. Tempelman-de Niet Gerechtsdeurwaarders B.V.,
gevestigd te Tiel,
eiseres,
advocaat mr. M. Kalkwiek te Tiel.
tegen
de naamloze vennootschap
ING BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam Zuid-Oost,
gedaagde,
advocaat mr. M.A. Oostendorp te Apeldoorn.
Partijen zullen hierna Tempelman-de Niet en ING genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Tempelman-de Niet
- de pleitnota van ING.
1.2. Aan het eind van de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter mondeling gemotiveerd uitspraak gedaan, welke uitspraak op 2 augustus 2011 op schrift is gesteld.
2. De feiten
2.1. Tempelman-de Niet heeft met (de rechtsvoorganger van) ING een overeenkomst gesloten voor zakelijk bankieren (hierna: de overeenkomst). Onderdeel van deze overeenkomst zijn twee betaalrekeningen van Tempelman-de Niet met de nummers [000] en [1111] (hierna: de bankrekeningnummers).
2.2. In artikel 2.1 Reglement Girotel Zakelijk is de verplichting van ING jegens Tempelman-de Niet geregeld:
De bank zal naar beste vermogen de betaaldienst Girotel Zakelijk [thans geheten ING Zakelijk, vzr] onderhouden en zal betalingsopdrachten van cliënt (…) uitvoeren.
2.3. In artikel 2 lid 1 van de toepasselijke Algemene Bankvoorwaarden 2009 is de zorgplicht van de bank jegens haar cliënt geregeld. Deze bepaling vermeldt:
De bank neemt bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van de cliënt.
2.4. Tempelman-de Niet is een gerechtsdeurwaarderskantoor dat veelvuldig optreedt als incassogemachtigde voor haar cliënten. De door haar gedagvaarde partijen kunnen een procedure voorkomen door tijdig een openstaande schuld op de bankrekeningnummers te storten.
2.5. Begin juli hebben partijen overleg gevoerd over een nieuw betalingspakket, genaamd IBP, dat het oude betalingspakket ING Zakelijk waartoe de bankrekeningnummers behoren, zou vervangen.
2.6. Sinds 21 juli 2011 is het voor Tempelman-de Niet niet meer mogelijk om via internet haar bankrekeningen te raadplegen en transacties te verrichten. Zij heeft geen toegang meer tot “Mijn ING Zakelijk”, de internetomgeving van de bankrekeningnummers van Tempelman-de Niet. Doordat ook het nieuwe IBP-pakket nog lang niet is geïmplementeerd en dus niet functioneert kan Tempelman-de Niet sindsdien niet meer internetbankieren.
2.7. Medewerkers van Tempelman-de Niet hebben op vrijdag 22 juli 2011 met verschillende medewerkers van ING getelefoneerd teneinde weer te kunnen internetbankieren.
2.8. Bij faxbrief van 22 juli 2011 om 15:14 uur heeft de advocaat van Tempelman-de Niet ING bericht over de blokkering van de bankrekeningnummers van Tempelman-de Niet en ING in gebreke gesteld, verzocht en voor zover nodig gesommeerd om tot deblokkering van de bankrekeningnummers over te gaan binnen één uur na het tijdstip van verzending van deze faxbrief.
2.9. Na telefonisch overleg met ING heeft de advocaat van Tempelman-de Niet bij faxbrief van 22 juli 2011 om 17:04 uur aan ING de uitkomst van dit overleg, voor zover van belang, als volgt samengevat:
Toegezegd werd dat mijn cliënte uiterlijk maandag de inlogcodes ontvangt en dat al hetgeen ook verder noodzakelijk is om te kunnen internetbankieren dan door ING is gedaan.
2.10. Op maandag 25 juli 2011 om 21:40 uur heeft de advocaat van Tempelman-de Niet de volgende e-mail van de heer [ ] [betrokkene], medewerker van ING, ontvangen:
Naar aanleiding van uw telefonisch onderhoud met mijn collegae te Arnhem informeer ik u als volgt.
Ik zal mijn uiterste best doen u morgen in de loop van de ochtend inhoudelijk te informeren omtrent de (internet) toegang tot de rekeningen van Gerechtsdeurwaarders Tiel. Morgenochtend word ik zelf op de hoogte gebracht van het gelopen traject.
2.11. Bij e-mailbericht van dinsdag 26 juli 2011 om 11:53 uur heeft [betrokkene] aan de advocaat van Tempelman-de Niet het volgende medegedeeld:
De nieuwe codes tbv het internetbankieren zijn reeds verzonden en mogelijk al afgeleverd bij onze relatie. Mocht er een overzicht van de mutaties van vandaag benodigd dan zullen wij, zoals eerder onze assistente toegezegd, deze op eerste verzoek per email toesturen.
2.12. Bij brief van woensdag 27 juli 2011, verzonden per e-mail van gelijke datum om 14:11 uur, heeft de advocaat van Tempelman-de Niet [betrokkene] medegedeeld dat de codes ten behoeve van het internetbankieren nog steeds niet zijn ontvangen. Voorts is een kort geding procedure aangekondigd.
2.13. ING heeft een interne e-mail gericht aan [betrokkene] van 27 juli 2011 om 14:39 uur overgelegd, met de volgende inhoud:
Zojuist gebeld met de helpdesk. Gegevens zijn zaterdag 23.07.2011 verwerkt. Dinsdag 26.07.2011 is verzonden: de activeringsbrief met daarin het afhaalbericht voor gebruikersnaam en wachtwoord en activeringscode voor de TAN-codes via mobiel. E.e.a. is verzonden naar het privéadres van [betrokkene 2]: [adres].
Indien vandaag niet binnen dan zal dit morgen ontvangen moeten worden.
2.14. Tempelman-de Niet heeft de nieuwe inlogcodes ten behoeve van het internetbankieren nog steeds niet ontvangen, ook niet op het privéadres van haar bestuurder [betrokkene 2].
2.15. ING heeft voorts overgelegd een namens Tempelman-de Niet op 27 mei 2011 ondertekende naamswijzigingsformulier, dat op 18 juli 2011 door ING in behandeling is genomen.
3. Het geschil
3.1. Tempelman-de Niet vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, ING te veroordelen tot:
I. het binnen 8 uur na betekening van dit vonnis te bewerkstelligen dat Tempelman-de Niet op de wijze zoals gebruikelijk via internet inzage heeft in af- en bijschrijvingen van en op de bankrekeningen met de nummers [000] en [1111] en met deze bankrekeningen betalingsopdrachten kan uitvoeren;
II. tot het betalen van een boete van € 50.000,00 per overtreding van de verplichtingen genoemd onder punt I van het vonnis per dag of gedeelte daarvan dat die overtreding voortduurt;
III. in de kosten vallende op deze procedure, waaronder de kosten ten aanzien van eventuele executie en (na)salaris.
3.2. Aan haar vordering legt Tempelman-de Niet ten grondslag dat ING toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst tot het onderhouden van een betaaldienst, het uitvoeren van betalings¬opdrachten van Tempelman-de Niet en de mogelijkheid daartoe via internet, en voorts dat ING haar zorgplicht jegens Tempelman-de Niet heeft geschonden. Daartoe stelt Tempelman-de Niet dat ING eenzijdig zonder vooraankondiging de mogelijkheid tot internet¬bankieren met de bankrekening¬nummers heeft geblokkeerd en ondanks herhaalde verzoeken van Tempelman-de Niet niet heeft bewerkstelligd dat de toegang daartoe is hersteld. Tempelman-de Niet vermoedt dat de bankrekeningnummers zijn geblokkeerd in verband met de overgang van de bankrekening¬nummers naar het nieuwe IBP-betaalpakket, omdat ING kennelijk in de veronderstelling was dat het IBP-pakket al functioneerde, hetgeen nog lang niet het geval is.
3.3. Tempelman-de Niet stelt een spoedeisend belang te hebben. Zij is als deurwaarderskantoor voor haar bedrijfsvoering volledig afhankelijk van actuele geldstromen en dient derhalve direct te kunnen internetbankieren, zodat onder andere gerechtelijke procedures vanwege gedane betalingen tijdig kunnen worden ingetrokken en op handen zijnde ontruimingen kunnen worden geannuleerd.
3.4. ING voert verweer.
3.5. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Met de aard van het gevorderde en het daaraan ten grondslag gelegde acht de voorzieningenrechter het spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening gegeven.
4.2. De kernvraag in deze zaak is of ING door de blokkering van de bankrekening¬nummers van Tempelman-de Niet, waardoor Tempelman-de Niet sinds 21 juli 2011 niet meer kan internetbankieren, toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst. Dit zijn de verplichtingen voortvloeiend uit artikel 2.1 Reglement Girotel Zakelijk en de zorgplicht van artikel 2 lid 1 Algemene Bankvoorwaarden 2009.
4.3. Op grond van de inhoud van de dagvaarding en de daarbij behorende producties,
de producties van ING en het verhandelde ter zitting, acht de voorzieningen¬rechter het vooralsnog aannemelijk dat ING toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst. Naar eigen zeggen van ING zal de blokkering van de bankrekeningnummers van Tempelman-de Niet het gevolg zijn van een wijziging van de tenaamstelling van die bankrekeningnummers. Wat er ook zij van die wijziging van de tenaamstelling, in deze visie van ING heeft dit er toe geleid dat op 27 mei 2011 de aanvraag tot naamswijziging is ingediend door Tempelman-de Niet, op 21 juli 2011 de blokkering van de bankrekeningnummers heeft plaatsgevonden en pas op 29 juli 2011 tijdens de mondelinge behandeling van het onderhavige kort geding door ING aan Tempelman-de Niet afdoende uitleg is gegeven over het waarom en hoe van die blokkering.
4.4. Vast staat dat op 22 juli 2011 Tempelman-de Niet al is gaan klagen bij ING over het feit dat zij niet meer kon internetbankieren met de twee bankrekeningnummers. Vervolgens lag het, mede gelet op de door haar in acht te nemen zorgplicht, op de weg van ING om Tempelman-de Niet zo spoedig mogelijk nieuwe inlogcodes te verschaffen ten einde het internetbankieren - waartoe Tempelman-de Niet contractueel gerechtigd is op grond van de overeenkomst - weer mogelijk te maken. Al aangenomen dat ING daartoe is overgegaan, is tot op heden onduidelijk gebleven welke termij¬nen daarmee exact gemoeid zijn en wanneer Tempelman-de Niet daarmee daadwerkelijk aan het werk kan gaan. Daarmee schiet ING naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter tekort in haar zorgplicht en is zij toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar hiervoor genoemde contractuele verplichting Tempelman-de Niet internetbankieren te faciliteren. Daaraan doet niet af dat het door ING gebruikte geautomatiseerde systeem voor de aanmaak en toezending van nieuwe inlogcodes zijn beperkingen heeft. Een geautomatiseerd systeem - of ING daarvoor nu zelf heeft gekozen of krachtens de geldende beveiligingsregels tot die keuze verplicht was - neemt haar verantwoordelijkheid niet weg om voor een goed lopend betalings¬verkeer van de klant en voor voldoende informatievoorziening aan de klant zorg te dragen. Zij is in dit geval in beide opzichten tekort geschoten.
4.5. Dit betekent dat de vordering tot herstel van de situatie - opheffing van de blokkering zodat Tempelman-de Niet weer toegang heeft tot internetbankieren met de bankrekeningnummers - in beginsel toewijsbaar is. Uit de stukken blijkt dat het eerste contact tussen partijen over de blokkering van de bankrekeningnummers is geweest op vrijdag 22 juli 2011. Na verschillende telefonische overleggen sindsdien heeft [betrokkene] namens ING op maandag 25 juli 2011 herstel van de toegang tot internetbankieren toegezegd en op dinsdag 26 juli 2011 heeft hij bericht dat de nieuwe inlogcodes ten behoeve van het internetbankieren reeds verzonden en mogelijk al afgeleverd zijn. Dit komt er op neer dat ING drie werkdagen nodig zou hebben gehad om de nieuwe inlogcodes af te leveren bij Tempelman-de Niet. Gelet hierop zal de voorzieningenrechter de vordering toewijzen in die zin dat binnen drie werkdagen vanaf heden, dus vóór dinsdag 2 augustus 2011 om 16:00 uur, ING moet bewerkstelligen dat Tempelman-de Niet op de gebruikelijke wijze via internet inzage heeft in haar bankrekeningen met de nummers [000] en [1111] en hiermee betalingen kan doen zoals is gevorderd. Deze veroordeling zal versterkt worden met een dwangsom van € 25.000,00 per dag of gedeelte daarvan zolang ING in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 250.000,00.
4.6. ING zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Tempelman-de Niet worden begroot op:
- dagvaarding € 76,31
- griffierecht € 560,00
- salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1.452,31
4.7. De vordering tot veroordeling van ING in de nakosten zal worden toegewezen als na te melden.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt ING om te bewerkstelligen dat Tempelman-de Niet uiterlijk op
2 augustus 2011 om 16:00 uur op de wijze zoals gebruikelijk via internet inzage heeft in af-
en bijschrijvingen van en op de bankrekeningen met de nummers [000] en [1111] en met deze bankrekeningnummers betalingsopdrachten kan uitvoeren,
5.2. veroordeelt ING om aan Tempelman-de Niet een dwangsom te betalen van
€ 25.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 250.000,00 is bereikt,
5.3. veroordeelt ING in de proceskosten, aan de zijde van Tempelman-de Niet
tot op heden begroot op € 1.452,31, alsmede tot vergoeding van de nakosten bepaald op
€ 131,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 68,00, voor het geval betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden en nodig is geweest,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. H. Siragedik op 29 juli 2011 en vervolgens op 2 augustus 2011 schriftelijk vastgelegd.