Parketnummer : 05/702316-10
Data zittingen : 15 oktober 2010, 5 januari 2011 en 20 juli 2011
Datum uitspraak : 3 augustus 2011
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres]
plaats : [woonplaats].
Raadsvrouw : mr. E.P. Vroegh, advocaat te Haarlem.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 08 juli 2010 te Arnhem opzettelijk brand heeft gesticht in een appartementencomplex (gelegen aan de [adres]), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk een hoeveelheid benzine, althans (een) brandbare stof(fen), over en/of bij een vloerkleed en/of in een wandkast in een (kinder)slaapkamer en/of in beddengoed en/of een matras in een (ouder)slaapkamer in een appartement gelegen aan de [adres]-1, gegoten/gesprenkeld en/of vervolgens die benzine, althans die brandstof aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met die benzine, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan dat appartement, althans de inboedel in/van dat appartement, geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor voormeld appartement en/of de belendende appartementen en/of dat appartementencomplex, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor de bewoners van voormeld appartement en/of de bewoners van belendende appartementen en/of bewoners van dat appartementencomplex, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen, te duchten was;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 20 juli 2011 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. E.P. Vroegh, advocaat te Haarlem.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
• B. [benadeelde partij1]
• D. [benadeelde partij2].
De officier van justitie, mr. B. Molenaar, heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde op te leggen reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt een meldingsgebod en een ambulante behandeling bij forensische psychiatrische behandelinstelling en voorts met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts verzocht dat de vorderingen van de benadeelde partijen geheel worden toegewezen tot bedragen van respectievelijk € 633,- en € 558,-, en heeft gevorderd dat er een schade¬vergoe¬dings¬maatregel ex artikel 36f Sr wordt opgelegd tot deze bedragen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door respectievelijk 12 en 11 dagen hechtenis.
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De motivering van de beslissing
Gelet op wat ter terechtzitting naar voren is gebracht en gelet op de inhoud van de processtukken is de rechtbank van oordeel dat het onderzoek niet volledig is geweest.
De rechtbank zal daarom het onderzoek heropenen en schorsen tot een bij nadere appointering vast te stellen terechtzitting, opdat de volgende getuigen dan ter terecht¬zitting kunnen worden gehoord:
? [getuige1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats];
? [getuige2], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats];
? [getuige3], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats];
? Een mevrouw die [naam] heet en die volgens getuige F. [naam] twee portalen links van het portaal van verdachte woonde;
? Verbalisant [verbalisant], buitengewoon opsporingsambtenaar, werkzaam bij Forensische Opsporing van Regiopolitie Gelderland-Midden en tevens opsteller van het proces-verbaal van technisch sporenonderzoek.
Van verbalisant [verbalisant] wenst de rechtbank met name nadere informatie over de wijze waarop en de plaats of plaatsen waar, de brand is ontstaan en zich heeft ontwikkeld. Voorts onder welke omstandigheden het raam aan de achterzijde van de woning is gesprongen.
Tevens is de rechtbank van oordeel dat alle zich in het dossier bevindende sms-berichten in de Turkse taal vertaald dienen te worden naar het Nederlands.
Als laatste acht de rechtbank een aanvullend proces-verbaal noodzakelijk waarin wordt geverbaliseerd op welke momenten welke hulpverlenende dienst, politie danwel brandweer, bij de woning van verdachte is aangekomen.
De rechtbank, rechtdoende:
Schorst het onderzoek tot een nader te appointeren terechtzitting.
Beveelt oproeping van verdachte tegen de nader te appointeren terechtzitting, met afschrift daarvan aan diens raadsvrouw, alsmede die van de getuigen:
? [getuige1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], volgens het dossier wonende aan de [adres]
? [getuige2], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], volgens het dossier wonende aan de [adres]
? [getuige3], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], volgens het dossier wonende aan de [adres]
? Een mevrouw die [naam] heet en die volgens getuige F. [naam] twee portalen links van het portaal van verdachte woonde;
? Verbalisant [verbalisant], buitengewoon opsporingsambtenaar, werkzaam bij Forensische Opsporing van Regiopolitie Gelderland-Midden;
Houdt iedere verder iedere beslissing aan.
Stelt de stukken in handen van de officier van justitie, teneinde hem in de gelegenheid te stellen een aanvullend proces-verbaal op te laten stellen met betrekking tot de tijdstippen waarop politie en brandweer ter plaatse van de woning in kwestie kwamen en een schriftelijk bescheid, zijnde een Nederlandse vertaling van de sms-berichten in de Turkse taal, te laten maken.
Aldus gewezen door:
mrs. J.M.J.M. Doon (voorzitter), H.P.M. Kester-Bik en L.C.P. Goossens, in tegenwoordigheid van mr. S.P.H. Brinkman, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 augustus 2011.