ECLI:NL:RBARN:2011:BR0021
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenbeslissing inzake perceelsgrens tussen buren in het kader van de Landinrichtingswet
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, betreft het een geschil tussen twee buren, [eiseres] en [gedaagde], over de loop van de perceelsgrens tussen hun woningen. [eiseres] is eigenaar van het perceel aan [adres] 1, terwijl [gedaagde] het perceel aan [adres] 2 bezit. De woningen zijn aaneengebouwd en beide percelen waren voor 1997 in eigendom van de vader van [eiseres]. In 1997 heeft deze het perceel van [gedaagde] verkocht, wat aanleiding gaf tot het huidige geschil over de perceelsgrens.
De rechtbank heeft in haar tussenvonnis van 8 juni 2011 vastgesteld dat er een geschil is ontstaan over de exacte locatie van de perceelsgrens. [eiseres] vordert een verklaring voor recht dat de grens loopt zoals hij stelt, en vraagt om medewerking van [gedaagde] voor de inmeting en uitzetting van die grens door het kadaster. [gedaagde] heeft verweer gevoerd tegen deze vorderingen.
De rechtbank heeft overwogen dat de uitleg van de leveringsakte uit 1997 cruciaal is voor de beoordeling van de zaak. Volgens artikel 208 lid 2 van de Landinrichtingswet worden door de inschrijving van de akte van toedeling de daarin omschreven zakelijke rechten verkregen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, zelfs als [eiseres] gelijk zou hebben over de overdracht in 1997, dit in 2006 door de inschrijving van de akte van toedeling zou zijn achterhaald. De rechtbank heeft partijen verzocht om zich uit te laten over deze kwestie en heeft de zaak naar de rol verwezen voor verdere behandeling.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat de zaak op 6 juli 2011 opnieuw zal worden behandeld, waarbij [eiseres] zijn standpunt moet toelichten en [gedaagde] daarop kan reageren. Tot die tijd is iedere verdere beslissing aangehouden.