ECLI:NL:RBARN:2011:BR0019
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vordering tot verklaring van recht inzake depotbedrag en afgifte ordner in faillissement
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Arnhem, hebben eisers [eiser sub 1] en [eiser sub 2] een vordering ingesteld tegen de curator van Aannemersbedrijf [X] B.V. De zaak betreft een koop-/aannemingsovereenkomst die op 16 november 2005 werd gesloten, waarbij eisers een bedrag van € 440.000,00 dienden te betalen in termijnen. Na het faillissement van de aannemer op 29 januari 2008, hebben eisers verzocht om het depotbedrag van € 14.300,00 vrij te geven. De curator heeft echter geweigerd om het depotbedrag vrij te geven en heeft in plaats daarvan een voorstel gedaan voor finale kwijting, wat door eisers niet werd geaccepteerd.
Tijdens de comparitie hebben eisers een akte ingediend met een reactie op de conclusie van antwoord van de curator, maar de rechtbank heeft deze akte niet geaccepteerd. De rechtbank oordeelde dat het Nederlandse procesrecht slechts één schriftelijke debatronde voorziet, gevolgd door de comparitie, en dat eisers voldoende gelegenheid hadden gehad om hun standpunten naar voren te brengen. De rechtbank heeft de vordering tot verklaring van recht afgewezen, omdat eisers niet konden aantonen dat hun aanbod tot vrijgave van het depotbedrag was vervallen door niet-tijdige betaling.
De rechtbank heeft tevens geoordeeld dat de curator de ordner met bewijsstukken aan eisers diende af te geven, en dat de proceskosten dienden te worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 8 juni 2011 door mr. J.D.A. den Tonkelaar.