ECLI:NL:RBARN:2011:BQ9545
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Huidekoper
- Rechtspraak.nl
Ontslag van beschermingsbewindvoerder wegens gebrekkig beheer en onterecht versturen van rekeningen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 7 juni 2011 uitspraak gedaan over het verzoek tot opheffing van het bewind over de goederen van de verzoeker, geboren in 1984 en wonende te Rhenen. De verzoeker had aangegeven dat zijn professioneel bewindvoerder fouten had gemaakt, waaronder het verkeerd versturen van een tandartsrekening naar de verkeerde verzekeringsmaatschappij, wat leidde tot een vertraagde betaling. Daarnaast had de bewindvoerder niet adequaat gereageerd op de financiële situatie van de verzoeker, waardoor deze niet in staat was om een computer aan te schaffen die gedeeltelijk door zijn moeder was voorgefinancierd. Dit resulteerde in een saldotekort op de betaalrekening van de verzoeker, wat volgens artikel 1:431, lid 1, BW betekent dat het beheer niet behoorlijk is gevoerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder niet in staat was om de vermogensrechtelijke belangen van de verzoeker adequaat te behartigen, wat een gewichtige reden vormt voor ambtshalve ontslag op basis van artikel 1:448, lid 2, BW. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de banken in 2010 en 2011 geen maandelijkse overzichten aan de bewindvoerders hebben verstrekt, wat de bewindvoerder in een moeilijke positie heeft gebracht. Desondanks heeft de kantonrechter geoordeeld dat de bewindvoerder voldoende actie heeft ondernomen om de huurachterstand te verhelpen, wat betekent dat dit onderdeel van de klacht ongegrond is.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter besloten het bewind over de goederen van de verzoeker op te heffen met ingang van 1 augustus 2011, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing kan door de verzoeker en andere belanghebbenden worden aangevochten bij het Gerechtshof te Arnhem binnen drie maanden na de uitspraak.