ECLI:NL:RBARN:2011:BQ9172

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
22 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
736131 Cv Expl. 11-669
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling van declaratie na vrijblijvend gesprek

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 22 juni 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ortelee B.V. en een gedaagde partij. De zaak betreft een vordering van Ortelee B.V. tot betaling van een declaratie van € 459,88, die voortvloeit uit een gesprek dat op 16 september 2009 heeft plaatsgevonden. De gemachtigde van Ortelee B.V., mr. I.L. Ortelee, had een oriënterend gesprek met de gedaagde partij over de uitvoering van een omgangsregeling met betrekking tot de kinderen van de gedaagde partij en zijn ex-partner. Tijdens dit gesprek zijn geen duidelijke afspraken gemaakt over de kosten of de voorwaarden van de dienstverlening, en de gedaagde partij heeft nooit een schriftelijke opdracht gegeven voor de werkzaamheden.

De kantonrechter oordeelde dat het gesprek niet kan worden aangemerkt als een overeenkomst van opdracht, omdat de gedaagde partij niet op de hoogte was van de kosten en voorwaarden die later in een brief zijn bevestigd. De rechter concludeerde dat de vordering van Ortelee B.V. niet kan worden toegewezen, omdat de grondslag van de vordering niet vaststaat. De rechter wees de vordering in conventie af en veroordeelde Ortelee B.V. in de proceskosten, die op nihil zijn gesteld, aangezien de gedaagde partij in persoon procedeerde. In reconventie werd de vordering van de gedaagde partij eveneens afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken en schriftelijke bevestigingen bij het aangaan van een overeenkomst van opdracht, vooral in het kader van juridische dienstverlening. De rechter stelde vast dat de gedaagde partij niet kon weten dat het gesprek als een opdracht werd beschouwd, en dat de kosten daarvoor niet konden worden gevorderd. De uitspraak is een belangrijke reminder voor zowel advocaten als cliënten over de noodzaak van transparantie en overeenstemming over tarieven en voorwaarden.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Wageningen
zaakgegevens 736131 \ CV EXPL 11-669 \ Pw\392\mvl
uitspraak van 22 juni 2011
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ortelee B.V.
gevestigd te Houten
eisende partij
gemachtigde mr. I.L. Ortelee
tegen
[gedaagde partij]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna Ortelee B.V. en [gedaagde partij] genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 februari 2011
- de conclusie van repliek in reconventie met een productie
- de conclusie van dupliek in reconventie.
De feiten
Op 16 september 2009 heeft ten kantore van Ortelee B.V. een gesprek plaatsgevonden tussen mr. I.L. Ortelee (hierna: ‘mr. Ortelee’) en [gedaagde partij].
In een brief van 17 september 2009 schrijft (mr. Ortelee namens) Ortelee B.V. aan [gedaagde partij]:
Hiermede bevestig ik het gesprek, dat wij voerden op mijn kantoor op 16 september 2009 met betrekking tot de uitvoering van de omgangsregeling, die tussen U en Uw ex partner is afgesproken in verband met de kinderen. De omgang loopt niet goed, omdat Uw ex partner zich niet aan de afspraken houdt. Zij plant allerlei sporten, die ook Uw week-end betreffen. Dat is des te moeilijker nu U naar Alkmaar gaat verhuizen.
Wellicht kan mevrouw in overweging worden gegeven de sporten op woensdagmiddag te laten plaatsvinden. Dat is voor iedereen gemakkelijker.
Verder spraken wij af, dat U zich nog beraadt over eventuele vervolg actie.
(…)
Uiteraard verdient het de voorkeur er in onderling overleg (eventueel samen met de advocaten) uit te komen.
Voor de goede orde bevestig ik u, dat ik u voor mijn diensten een bedrag van € 175,- per uur exclusief btw en exclusief griffierecht en andere kosten, waaronder 6% kantoorkosten, in rekening zal brengen. Met U besprak ik de mogelijkheid een toevoeging aan te vragen. Waarschijnlijk komt U echter uit boven de daarvoor geldende norm. Voor zover dat niet het geval zou zijn – en U dus voor een toevoeging in aanmerking zou komen – bevestig ik U, dat ik niet bereid ben voor U op die basis te werken. Ik stuur U deze brief in duplo met het verzoek 1 exemplaar ondertekend te retourneren. U geeft daarmede te kennen in te stemmen met mijn uurtarief.
Tevens zend ik u :
(…)
- De algemene voorwaarden voor dienstverlening van mijn kantoor (…). Mijn werkzaamheden geschieden op basis van deze voorwaarden en het uurtarief dat wij hebben afgesproken. (…)
Ortelee B.V. heeft aan [gedaagde partij] een bedrag van € 459,88 gedeclareerd. [gedaagde partij] heeft dat bedrag niet voldaan.
Op 16 december 2010 schrijft (mr. Ortelee namens) Ortelee B.V. aan [gedaagde partij]:
Wij hebben enige correspondentie gehad met betrekking tot het bedrag van de Factuur, die nog in mijn administratie openstaan, te weten € 459,88. U mailde mij, dat U van mening bent geweest, dat mijn werkzaamheden gratis waren.
Dat kunt U niet menen, nu ik U voordat ik voor U werkzaam was, de voorwaarden en het tarief heb bevestigd.
(…)
De vordering en het verweer in conventie
Ortelee B.V. vordert veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling van een bedrag van € 505,98, waarvan een bedrag van € 459,98 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2011. Voorts vordert Ortelee B.V. veroordeling van [gedaagde partij] in de kosten van deze procedure.
Ortelee B.V. legt aan de vordering ten grondslag dat zij in opdracht van [gedaagde partij] werkzaamheden heeft verricht. [gedaagde partij] heeft de daarvoor door Ortelee B.V. gezonden factuur, ondanks herhaalde aanmaning, niet voldaan.
[gedaagde partij] voert gemotiveerd verweer. [gedaagde partij] voert aan dat door hem aan Ortelee B.V. geen opdracht is verstrekt tot het verrichten van werkzaamheden. Er heeft slechts een intakegesprek plaatsgevonden. Dat was volgens [gedaagde partij] vrijblijvend.
De vordering en het verweer in reconventie
[gedaagde partij] vordert veroordeling van Ortelee B.V. tot betaling van alle kosten die [gedaagde partij] heeft moeten maken in het kader van deze procedure. [gedaagde partij] stelt deze kosten op een bedrag van € 818,11. Voorts vordert [gedaagde partij] veroordeling van Ortelee B.V. in de kosten van deze procedure.
[gedaagde partij] legt aan de vordering ten grondslag dat hij zich door [bedrijf X] (hierna: ‘[bedrijf X]’) heeft laten adviseren met betrekking tot deze procedure.
Ortelee B.V. voert gemotiveerd verweer. Ortelee B.V. voert aan dat [bedrijf X] een detectivebureau is dat geen juridisch advies geeft. Ortelee B.V. betwist dat de facturen van [bedrijf X] betrekking hebben op werkzaamheden in het kader van deze procedure.
De beoordeling
in conventie
Onweersproken is dat [gedaagde partij] in een – kort – telefonisch contact met Ortelee B.V. de afspraak heeft gemaakt voor het gesprek van 16 september 2009. De inhoud van dat gesprek zoals weergegeven in de brief van mr. Ortelee van 17 september 2009 is door [gedaagde partij] niet betwist. Van de inhoud van die brief wordt derhalve uitgegaan en uit die inhoud dient het al dan niet bestaan van een overeenkomst van opdracht te worden afgeleid. Gesteld noch gebleken is immers dat sprake is van een schriftelijke opdracht door [gedaagde partij], de brief van 17 september 2009 is nimmer door [gedaagde partij] getekend en geretourneerd. Evenmin is gesteld of gebleken, en dat is ook niet in de brief opgenomen, dat [gedaagde partij] (expliciet) mondeling opdracht heeft verstrekt aan Ortelee B.V. De stelling van Ortelee B.V. komt erop neer dat voor [gedaagde partij] duidelijk was of moest zijn dat het gesprek op 16 september 2009 reeds viel onder een opdracht van [gedaagde partij] aan Ortelee B.V.
Uit de brief volgt, en Ortelee B.V. erkent dat ook, dat in het gesprek niet is gesproken over het door mr. Ortelee gehanteerde uurtarief. Wel is gesproken over het eventueel procederen op basis van een toevoeging, hetgeen mr. Ortelee niet verzorgt.
Uit die elementen volgt naar het oordeel van de kantonrechter reeds dat zonder nadere toelichting op dit punt, die door Ortelee B.V. niet is gegeven, niet kan worden aangenomen dat een overeenkomst van opdracht tussen Ortelee B.V. en [gedaagde partij] tot stand was gekomen waarvan het gesprek (al) onderdeel uitmaakte. Immers, over een belangrijk onderdeel van de mogelijke opdracht, de honorering, was tussen [gedaagde partij] en Ortelee B.V. geen overeenstemming bereikt. Er is (zelfs) niet over gesproken. Gesteld noch gebleken is hoe [gedaagde partij] dan kon weten welke voorwaarden golden (wat het gesprek hem ging kosten) alsmede wat gold indien [gedaagde partij] op grond van een toevoeging kon en wenste te procederen (en derhalve niet mr. Ortelee inschakelde). Ook de toepasselijkheid van de door Ortelee B.V. gehanteerde algemene voorwaarden is eerst in de brief van 17 september 2009 aan de orde gekomen.
Het ligt naar het oordeel van de kantonrechter voor de hand dat deze essentialia van een overeenkomst van opdracht vóór of uiterlijk bij het verrichten van (declarabele) werkzaamheden in het kader van die opdracht aan de orde worden gesteld en overeengekomen. Anders dan Ortelee B.V. stelt is de kantonrechter van oordeel dat in het onderhavige geval, door de wijze waarop het gesprek is gevoerd en de brief nadien, het overeenkomen van de voorwaarden op basis waarvan de opdracht zou worden uitgevoerd – door de gevraagde ondertekening van de bevestigingsbrief – een constitutief vereiste is voor het tot stand komen van de overeenkomst. De voordien verrichte werkzaamheden vallen daar derhalve niet onder. De brief van 16 december 2010 van Ortelee B.V. aan [gedaagde partij] sluit daarbij ook aan.
Ook overigens duidt de inhoud van het gesprek op 16 september 2009 zoals weergegeven in de brief op een oriënterend gesprek, waarna (mogelijk) een opdracht door [gedaagde partij] zou worden verleend. Mr. Ortelee schrijft immers aan [gedaagde partij] dat het de voorkeur verdient indien [gedaagde partij] met zijn ex-partner een praktische regeling voor de omgang met de kinderen treft. Mr. Ortelee schrijft dat ‘eventueel’ advocaten bij dat gesprek betrokken kunnen worden alsmede dat [gedaagde partij] mr. Ortelee dient te informeren over een ‘eventuele vervolgactie’.
De kantonrechter acht in het licht van die - van Ortelee B.V. zelf afkomstige - zinsneden onvoldoende onderbouwd dat het gesprek van 16 september 2009 reeds onderdeel uitmaakte van een door [gedaagde partij] aan Ortelee B.V. verstrekte opdracht waarop de eerst later overeen te komen tarieven en voorwaarden van toepassing waren.
Dat leidt tot het oordeel dat het gesprek op 16 september 2009 niet een op grond van een overeenkomst van opdracht door mr. Ortelee uitgevoerde werkzaamheid is, zodat, nu niet is gebleken van een separate afspraak daarover, de kosten daarvoor niet op die grond van [gedaagde partij] kunnen worden gevorderd. Een andere grondslag is niet gesteld. De vordering in conventie wordt afgewezen.
Ortelee B.V. wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. De kosten voor salaris gemachtigde worden op nihil gesteld, omdat [gedaagde partij] in persoon procedeert. Over de gestelde kosten voor juridisch advies wordt hierna geoordeeld.
in reconventie
Door [gedaagde partij] is niet gesteld wat de grondslag van zijn vordering in reconventie is. Gezien het vorenstaande wordt de vordering van Ortelee B.V. in conventie afgewezen, doch het instellen van die vordering is naar het oordeel niet reeds om die reden onrechtmatig. Voor het overige is door [gedaagde partij] op dit punt niets gesteld.
Bovendien is door [gedaagde partij], mede in het licht van de betwisting door Ortelee B.V., onvoldoende onderbouwd dat de door [bedrijf X] gefactureerde kosten betrekking hebben op deze procedure. Uit de omschrijving van [bedrijf X] van de door haar verrichte werkzaamheden is dat niet af te leiden, terwijl het kenmerk van de facturen ‘DLP/[gedaagde partij]’ luidt, hetgeen evenmin duidt op werkzaamheden die samenhangen met de procedure tussen [gedaagde partij] en Ortelee B.V. De vordering in reconventie wordt afgewezen.
[gedaagde partij] wordt in reconventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. Gezien de geringe omvang van de processtukken in reconventie wordt in totaal één punt aan salaris voor de gemachtigde toegekend.
De beslissing
De kantonrechter
in conventie
wijst de vordering af;
veroordeelt Ortelee B.V. in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [gedaagde partij] begroot op nihil;
in reconventie
wijst de vordering af;
veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Ortelee B.V. begroot op € 100,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. P.J. Wiegman en in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2011.