ECLI:NL:RBARN:2011:BQ8656

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
15 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
208185
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een burgerlijke zaak van de curatoren van DSB Bank naar de rechtbank Zutphen

In deze zaak, die betrekking heeft op de curatoren van de DSB Bank N.V., is er sprake van een contradictoire burgerlijke procedure. De rechtbank Arnhem heeft op 15 juni 2011 een vonnis uitgesproken waarin zij de zaak verwijst naar de rechtbank Zutphen. Dit is gedaan op basis van het Aanwijzingsbesluit rechtbanken DSB-zaken, dat bepaalt dat de rechtbank Zutphen als nevenzittingsplaats van de rechtbank Arnhem is aangewezen voor de behandeling van deze specifieke zaken. De curatoren van DSB Bank, die als eisers optreden, hebben in deze procedure geen verdere voortgang kunnen melden, waardoor de rechtbank heeft besloten de zaak aan te houden en te verwijzen.

De procedure is gestart met een vonnis van 2 februari 2011, waarna de behandeling pro forma is aangehouden tot 12 juni 2011. De griffier heeft op 12 mei 2011 aan de betrokken advocaten medegedeeld dat er geen voortgang was en dat partijen uiterlijk een dag voor de aanhoudingsdatum moesten rapporteren over de status van de zaak. Aangezien er geen reacties zijn ontvangen, heeft de rechtbank Arnhem besloten de zaak te verwijzen.

De rechtbank Arnhem heeft in haar beslissing benadrukt dat de verwijzing naar de rechtbank Zutphen noodzakelijk is voor de verdere behandeling van de zaak. De rolzitting van de rechtbank Zutphen is vastgesteld op 27 juli 2011, waar de zaak voor vonnis zal worden behandeld. Tot die tijd houdt de rechtbank Arnhem iedere verdere beslissing aan, in afwachting van de voortgang in Zutphen.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 208185 / HA ZA 10-2283
Vonnis van 15 juni 2011
in de zaak van
[eisers]
in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van de naamloze vennootschap
DSB Bank N.V.
eisers,
advocaat mr. B. Bos te Heerhugowaard,
tegen
[gedaagden]
gedaagde,
advocaat mr. F.R. Menso te Alkmaar.
Partijen zullen hierna de curatoren en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis van 2 februari 2011
- de aanhouding van de behandeling pro forma tot 12 juni 2011.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De overwegingen
2.1. Bij brief van 12 mei 2011 heeft de griffier van deze rechtbank aan (de advocaten van) partijen medegedeeld dat de behandeling van de zaak pro forma is aangehouden tot 12 juni 2011, met het verzoek haar uiterlijk een dag voor die datum schriftelijk te berichten over de verdere voortgang van de zaak. De griffier heeft van geen van partijen iets vernomen.
2.2. De Raad voor de rechtspraak heeft op 4 mei 2011 een Aanwijzingsbesluit rechtbanken DSB-zaken gegeven (Staatscourant 12 mei 2011, nr. 8307. Dat luidt, voor zover voor de beoordeling van belang:
Artikel 1
1. Voor de behandeling van de in het tweede lid bedoelde zaken wordt
* Amsterdam aangewezen als nevenzittingsplaats van de rechtbanken Alkmaar, Haarlem en Utrecht;
* ’s-Gravenhage aangewezen als nevenzittingsplaats van de rechtbanken Dordrecht, Middelburg en Rotterdam;
* ’s-Hertogenbosch aangewezen als nevenzittingsplaats van de rechtbanken Breda, Maastricht en Roermond;
* Groningen aangewezen als nevenzittingsplaats van de rechtbanken Leeuwarden en Assen en
* Zutphen aangewezen als nevenzittingsplaats van de rechtbanken Almelo, Arnhem en Zwolle-Lelystad.
2. De in het eerste lid bedoelde zaken zijn contradictoire burgerlijke zaken waarbij (een rechtsvoorganger van) DSB Bank N.V. of haar curatoren zijn betrokken.
3. De aanwijzingen geschieden voor de duur van drie jaren, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Artikel 3
Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit rechtbanken DSB-zaken
2.3. De onderhavige zaak is een contradictoire burgerlijke zaak waarbij de curatoren van de DSB Bank als eisers zijn betrokken. Ingevolge artikel 1 lid 2 juncto lid 1 Aanwijzingsbesluit rechtbanken DSB-zaken is de rechtbank Zutphen voor de behandeling van deze zaak aangewezen als nevenzittingsplaats van de rechtbank Arnhem.
2.4. De rechtbank zal de zaak daarom verwijzen naar de rechtbank Zutphen als nevenzittingsplaats van de rechtbank Arnhem. Na verwijzing zal de rechtbank Zutphen dienen te beslissen omtrent de vraag of in deze procedure zal worden voortgeprocedeerd en zo ja op welke wijze.wijze
2.5. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt, naar de rechtbank Zutphen, als nevenzittingsplaats van de rechtbank Arnhem, ter verdere behandeling en beslissing,
3.2. verwijst daartoe de zaak naar de rolzitting van de rechtbank Zutphen van 27 juli 2011 voor vonnis,
3.3. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2011.