ECLI:NL:RBARN:2011:BQ7739

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
14 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/900094
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot doodslag en poging tot diefstal met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 14 juni 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere strafbare feiten, waaronder medeplegen van poging tot doodslag en poging tot diefstal met geweld. De verdachte heeft samen met medeverdachten een gewelddadige overval gepleegd op een slachtoffer, waarbij hij met een hamer op het hoofd van het slachtoffer heeft geslagen. Dit leidde tot zwaar lichamelijk letsel voor het slachtoffer, die als gevolg van de overval blijvende schade heeft opgelopen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, waarbij de ernst van de feiten en de gevolgen voor het slachtoffer zwaar hebben meegewogen in de strafmaat. De officier van justitie had een gevangenisstraf van negen jaar geëist, wat de rechtbank passend achtte gezien de omstandigheden van de zaak. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan het slachtoffer voor de geleden schade, zowel materieel als immaterieel. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar en heeft de schadevergoedingsmaatregel opgelegd, waarbij de verdachte ook verplicht is om de schade aan het slachtoffer te vergoeden. De uitspraak is gedaan in het kader van een meervoudige kamer in de sector strafrecht, waarbij de rechtbank in tegenspraak heeft geoordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Promis
Parketnummers : 05/900094-10; 05/701954-10 en 05/702371-10
Data zittingen : 8 juni 2010, 24 augustus 2010, 16 november 2010, 8 februari 2010,
15 maart 2010 en 31 mei 2011
Datum uitspraak : 14 juni 2011
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in PI Noord, gev. De Marwei, Holstmeerweg 7
Leeuwarden.
Raadsman : mr. B.J. Tieman, advocaat te Utrecht.
Officier van justitie : mr. H.J. Timmer.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
Parketnummer 05/900094-10:
hij op of omstreeks 21 november 2009 te Nijkerk,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven
te beroven, hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader(s)
opzettelijk die [slachtoffer] (meermalen) met een (klauw)hamer, althans een dergelijk
(slag)voorwerp, op en/of tegen het hoofd heeft/hebben geslagen, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (doodslag) niet is voltooid,
welke vorenomschreven poging doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of
voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een overval, althans een poging
overval, en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de
uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om,
bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s)
straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te
verzekeren;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 21 november 2009 te Nijkerk,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn/haar mededader(s)
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
die [slachtoffer] meermalen met een (klauw)hamer, althans een dergelijk (slag)voorwerp
op en/of tegen het hoofd heeft geslagen,
tengevolge waarvan die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (verbrijzeld
aangezichtsbeen en/of jukbeen en/of voorhoofdsbeen en/of een schedelfractuur
en/of gescheurd hersenvlies) heeft bekomen;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 21 november 2009 te Nijkerk,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de
afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld hierin bestond(en) dat verdachte die [slachtoffer] meermalen met een
(klauw)hamer, althans een dergelijk (slag)voorwerp, op en/of tegen het hoofd
heeft geslagen, tengevolge waarvan die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel
(verbrijzeld aangezichtsbeen en/of jukbeen en/of voorhoofdsbeen en/of een
schedelfractuur en/of gescheurd hersenvlies) heeft bekomen;
meest subsidiair:
hij op of omstreeks 21 november 2009 te Nijkerk,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan
en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen die [slachtoffer], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van dat misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, tezamen
en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, de woning van
die [slachtoffer] is binnengegaan en/of vervolgens die [slachtoffer] met een (klauw)hamer,
althans een dergelijk (slag)voorwerp, op en/of tegen het hoofd heeft geslagen,
tengevolge waarvan die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (verbrijzeld
aangezichtsbeen en/of jukbeen en/of voorhoofdsbeen en/of een schedelfractuur
en/of gescheurd hersenvlies) heeft bekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer meest subsidiar:
hij op of omstreeks 21 november 2009 te Nijkerk,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, in elk geval van
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met voormeld oogmerk de woning van die [slachtoffer] is binnengegaan en/of vervolgens
die [slachtoffer] met een (klauw)hamer, althans een dergelijk (slag)voorwerp, op en/of
tegen het hoofd heeft geslagen,
tengevolge waarvan die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (verbrijzeld
aangezichtsbeen en/of jukbeen en/of voorhoofdsbeen en/of een schedelfractuur
en/of gescheurd hersenvlies) heeft bekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Parketnummer 05/701954-10:
hij op of omstreeks 19 november 2009 te Amersfoort,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in/uit een bedrijfspand [adres] weg te nemen
een hoeveelheid koper, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [bedrijfsnaam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die plaats
des misdrijfs te verschaffen en/of voormeld(e) goed(eren) onder hun of
verdachtes bereik te brengen door middel van braak en/of inklimming, tezamen
en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, via een
transportband en/of een schrootzuiger bij voornoemd bedrijf naar binnen
geklommen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Parketnummer 05/702371-10:
1.
hij op of omstreeks 21 november 2009 te Nijkerk,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening weg te nemen goederen (horloges)en/of geld, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde partij1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen
voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij1], te plegen met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van dat misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans
alleen, met een schroevendraaier, althans een dergelijk voorwerp, naar de
woning van de [benadeelde partij1] is gelopen en/of heeft aangebeld en/of op de voordeur
heeft geklopt en/of aan die [benadeelde partij1] heeft gevraagd of hij even mocht bellen
in verband met autopech en/of heeft gezegd: "Ik wil naar binnen [x ), althans
woorden van dergelijke aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Stam pv pag 110-116)
2.
hij op of omstreeks 22 november 2009 te Bunschoten-Spakenburg tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkel ([bedrijfsnaam]) heeft
weggenomen een dressuurzadel , in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde partij2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het inslaan van een
etalageruit (met behulp van een hamer));
(Stam pv 117-122)
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 31 mei 2011 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. B.J. Tieman, advocaat te Utrecht.
Ter terechtzitting van 24 augustus en 16 november 2010 zijn de zaken van de officier van justitie in het arrondissement Arnhem, onder bovenstaande parketnummers bij afzonderlijke dagvaardingen aanhangig gemaakt, gevoegd.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd: [slachtoffer].
Namens de benadeelde partij is ter terechtzitting verschenen, [broer slachtoffer], zijnde de broer van de benadeelde partij.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het bij parketnummer 05/900094-10 onder primair en de bij parketnummer 05/701954-10 en 05/702371-10 tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaar met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts verzocht dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot een bedrag van € 40.153,31 wordt toegewezen en heeft gevorderd dat er een schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door het bij voornoemd bedrag behorende aantal dagen hechtenis.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Ten aanzien van het tenlastegelegde is er sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
Parketnummer 05/900094-10 :
- een proces-verbaal van bevindingen, p. 701;
- een schriftelijk bescheid in de vorm van een NFI rapport, p. 2472;
- de door verdachte ter terechtzitting van 15 maart 2011 afgelegde verklaring.
Parketnummer 05/701954-10 :
- een proces-verbaal van aangifte van (X), p. 14;
- een schriftelijk bescheid in de vorm van een NFI-rapport, p. 19;
- de door verdachte ter terechtzitting van 15 maart 2011 afgelegde verklaring.
Parketnummer 05/702371-10 :
Feit 1
- een proces-verbaal van verhoor van [benadeelde partij1], p. 2250;
- een proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 293;
- een proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 2235;
- de door verdachte ter terechtzitting van 15 maart 2011 afgelegde verklaring.
Feit 2
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij2], p. 2240;
- een proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 368;
- een proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 387;
- de door verdachte ter terechtzitting van 15 maart 2011 afgelegde verklaring.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het bij parketnummer 05/900094-10 onder primair tenlastegelegde, alsmede het bij parketnummer 05/701954-10 en 05/702371-10 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
Parketnummer 05/900094-10:
hij op 21 november 2009 te Nijkerk,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging
met anderen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven
te beroven, hierin bestaande dat verdachte en verdachtes mededaders
opzettelijk die [slachtoffer] meermalen met een (klauw)hamer, op en/of tegen het hoofd heeft geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (doodslag) niet is voltooid,
welke vorenomschreven poging doodslag werd, vergezeld van enig strafbaar feit, te weten een overval en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de
uitvoering van dat feit gemakkelijk te maken
Parketnummer 05/701954-10:
hij op 19 november 2009 te Amersfoort,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in/uit een bedrijfspand [adres] weg te nemen
een hoeveelheid koper, toebehorende
aan [bedrijfsnaam] en zich daarbij de toegang tot die plaats
des misdrijfs te verschaffen door middel van inklimming, via een
transportband en een schrootzuiger bij voornoemd bedrijf naar binnen
geklommen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Parketnummer 05/702371-10:
1.
hij op 21 november 2009 te Nijkerk,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging
met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening weg te nemen goederen (horloges) , geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde partij1], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen
voorafgaan en/of te doen vergezellen van geweld of
bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij1], te plegen met het oogmerk om die
diefstal gemakkelijk te maken tezamen en in vereniging met verdachtes mededaders, met een schroevendraaier, naar de
woning van de [benadeelde partij1] is gelopen en heeft aangebeld en op de voordeur
heeft geklopt en aan die [benadeelde partij1] heeft gevraagd of hij even mocht bellen
in verband met autopech en heeft gezegd: "Ik wil naar binnen [benadeelde part[benadeelde partij1]", althans
woorden van dergelijke aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 22 november 2009 te Bunschoten-Spakenburg tezamen en in
vereniging met anderen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel ([bedrijfsnaam]) heeft
weggenomen een dressuurzadel , geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde partij2], waarbij verdachte en zijn mededaders
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft
door middel van braak, (het inslaan van een etalageruit (met behulp van een hamer));
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder parketnummer 05/900094-10 primair tenlastegelegde:
Medeplegen van poging tot doodslag, vergezeld van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit gemakkelijk te maken.
Ten aanzien van parketnummer 05/701954-10:
Poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
Ten aanzien van het bij parketnummer 05/702371-10 onder 1 tenlastegelegde:
Poging tot diefstal, voorafgegaan en/of vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van het bij parketnummer 05/702371-10 onder 2 tenlastegelegde:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, door twee of meer verenigde personen.
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 16 april 2011;
• een psychiatrische rapportage, opgemaakt door dr. [psychiater], psychiater, d.d. 20 juli 2010;
• een psychologische rapportage, opgemaakt door drs. [psycholoog], klinisch psycholoog en vast gerechtelijk deskundige, d.d. 12 augustus 2010;
• een rapportage van observatie in het Pieter Baan Centrum, opgemaakt door [psycholoog], psycholoog, en [psychiater], psychiater, d.d. 19 mei 2011.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan een gekwalificeerde poging doodslag op [slachtoffer]. Verdachte is die avond samen met [medeverdachte1] en [medeverdachte2] naar de woning van [slachtoffer] gereden. Aldaar hebben [medeverdachte1] en [medeverdachte2] verdachte naar de woning van [slachtoffer] gestuurd om de overval te plegen. Verdachte heeft hierbij een hamer meegenomen uit de bus van [medeverdachte2]. In de woning van [slachtoffer] ontstond een schermutseling tussen [slachtoffer] en verdachte, waarbij verdachte [slachtoffer] vervolgens meerdere keren met de hamer op het hoofd heeft geslagen. Toen [slachtoffer] bewusteloos op de grond lag heeft verdachte het geld dat [slachtoffer] bij zich droeg uit de zakken van zijn kleding gehaald en heeft – met achterlating van de zwaar gewonde [slachtoffer] - de woning verlaten. [slachtoffer] heeft als gevolg van deze overval zwaar hoofdletsel opgelopen en zal nooit meer de oude worden. [slachtoffer] is niet overleden maar de kans op overlijden was aanmerkelijk. Verdachte heeft hiermee - enkel en alleen gedreven door zijn hebzucht naar geld - een forse inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en het slachtoffer ondervindt hier zijn gehele verdere leven de lichamelijke en psychische consequenties van. De rechtbank rekent dit verdachte zeer zwaar aan.
Tevens heeft verdachte nog een poging diefstal door middel van inklimming, een poging diefstal met geweld en een inbraak in een winkel gepleegd.
Uit de aangehaalde justitiële documentatie blijkt voorts dat verdachte reeds eerder ter zake van vermogensdelicten is veroordeeld.
De rechtbank oordeelt dat voor de afdoening van de onderhavige zaak – gelet op de ernst van het feit - geen andere straf in aanmerking komt dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur. De rechtbank acht dan ook de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf voor de duur van 9 jaar een passende straf en zal deze straf aan verdachte opleggen.
6a. De beoordeling van de civiele vorde¬ring, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vorde¬ring, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
De benadeelde partij [slachtoffer] vordert een bedrag van € 2.377,23 aan materiële schade.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bij parketnummer 05/900291-10 onder primair bewezenverklaarde handelen van verdachte, strafbaar gesteld in artikel 288 van het Wetboek van Strafrecht, rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
De benadeelde partij [slachtoffer] vordert voorts een bedrag van € 35.000,- aan immateriële schade.
De rechtbank acht voldoende bewezen dat de benadeelde partij door het bij parketnummer 05/900291-10 onder primair bewezenverklaarde handelen van verdachte, strafbaar gesteld in artikel 288 van het Wetboek van Strafrecht, immateriële schade heeft geleden en dat hij uit dien hoofde terecht aanspraak maakt op vergoeding van die schade. De rechtbank kan in deze strafrechtelijke procedure niet exact vaststellen welk bedrag aan vergoeding voor de geleden immateriële schade passend is. Zij is echter van oordeel dat in ieder geval een bedrag van
€ 10.000,- aan schadevergoeding op zijn plaats is, zodat zij dit bedrag aan de benadeelde partij zal toewijzen. Voor het overige is de rechtbank van oordeel dat een nader onderzoek van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in zijn vordering niet worden ontvangen en kan hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De benadeelde partij vordert ten slotte een bedrag van € 2.775,08 aan door hem gemaakte buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
Voor wat betreft gemaakte buitengerechtelijke kosten en proceskosten hanteert de rechtbank het kantonliquidatietarief. Gelet op de hoofdsom worden deze kosten tot op heden begroot op een bedrag van € 400,00. Voor wat betreft de schadevergoedingsmaatregel blijven de kosten rechtsbijstand buiten beschouwing.
Het toe te wijzen bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakende feit, te weten 21 november 2010.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededaders is of wordt voldaan.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 45, 47, 57, 287, 288, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) jaar.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoer¬legging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer].
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover de mededaders betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer], te betalen € 12.777,23 (zegge twaalfduizendzevenhonderdzevenenzeventig euro en drieëntwintig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 november 2010.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk.
Maatregel van schadevergoeding ad € 12.377,23, subsidiair 96 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], te betalen € 12.377,23 (zegge twaalfduizenddriehonderdzevenen-zeventig euro en drieëntwintig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 november 2010, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 96 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mrs. M.M.L.A.T. Doll (voorzitter), M.F. Gielissen en A.J.H. Steenweg,
in tegenwoordigheid van mr. M.B. Wichman, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 juni 2011.
mr. Steenweg is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.