ECLI:NL:RBARN:2011:BQ7346
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.R. Stoker
- S.H. Bokx-Boom
- D.T. Boks
- G.J. Meijer
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van crediteur om vordering van gefailleerde te betwisten in faillissementsprocedure
In deze zaak staat centraal de vraag of Gijba haar bevoegdheid als crediteur om de vordering van gefailleerde te betwisten gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze bevoegdheid is gegeven, zoals bedoeld in artikel 3:13 van het Burgerlijk Wetboek. De gefailleerde stelt dat Gijba de vordering uitsluitend betwist om het faillissementstekort te beperken en niet omdat zij een groter deel van haar vordering voldaan wil krijgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat Gijba haar vorderingen heeft ingediend bij de curator met het oog op de mogelijkheid om vorderingen van andere crediteuren te betwisten. Dit werd door Gijba op de comparitie erkend, waarbij zij aangaf dat de vennootschappen een symbolische vordering hebben ingediend.
De curator, M.R. Stoker, vorderde dat de rechtbank bepaalt dat de gefailleerde tot een bedrag van € 100.000,00 als schuldeiser in het faillissement van Fresh Frozen zal worden toegelaten, met veroordeling van Gijba in de proceskosten. De rechtbank oordeelde dat Gijba haar bevoegdheid om vorderingen van andere schuldeisers te betwisten voor een ander doel gebruikt dan waarvoor deze bedoeld is. Het belang van Gijba lag niet in het verkrijgen van een zo groot mogelijke uitkering, maar in het beperken van het faillissementstekort met het oog op de aansprakelijkheid van haar (indirect) bestuurders.
De rechtbank heeft de vordering van curator Stoker toegewezen en bepaald dat de gefailleerde tot een bedrag van € 100.000,00 zal worden toegelaten als schuldeiser in het faillissement van Fresh Frozen Allround B.V. Tevens werd Gijba veroordeeld in de kosten van de procedure, die tot op heden zijn begroot op € 1.167,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 25 mei 2011.