ECLI:NL:RBARN:2011:BQ4317

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
12 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/700044-10
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en ontucht gepleegd door taxichauffeur met minderjarige

Op 12 mei 2011 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een taxichauffeur die leerlingen uit het speciaal onderwijs vervoerde. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, voor meermalen verkrachting en ontucht met een minderjarige aan wie hij zorg droeg. De rechtbank oordeelde dat de verdachte tussen 1 september 2008 en 31 december 2008, in de regio Heteren, Arnhem, Bemmel en Groesbeek, ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een 15-jarig meisje, dat een verstandelijke beperking had (IQ van circa 46). De verdachte heeft het slachtoffer gedwongen tot seksuele handelingen, waaronder het seksueel binnendringen van haar lichaam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn positie en het psychisch overwicht dat hij had op het slachtoffer. De officier van justitie had een gevangenisstraf van drie jaar geëist, met bijzondere voorwaarden voor reclasseringstoezicht en behandeling. De rechtbank volgde deze eis, maar bepaalde dat de proeftijd twee jaar zou zijn. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, gezien de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de langdurige psychische gevolgen die dergelijke misdrijven kunnen hebben.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Promis II
Parketnummer : 05/700044-10
Datum zitting : 28 april 2011
Datum uitspraak : 12 mei 2011
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
Raadsman : mr. P.R.M. Noppen, advocaat te Arnhem.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2008 tot en met 31 december
2008 te Heteren en/of Arnhem en/of Bemmel en/of Groesbeek, in ieder geval in
(telkens) Nederland,
door (een) feitelijkhe(i)d(en), (meermalen)
[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die
(mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten,
- het brengen van zijn penis in de vagina en/of de mond en/of de anus van die
[slachtoffer] en/of
- het brengen van één of meerdere van zijn vingers in de vagina
van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn tong in de mond van die [slachtoffer] en/of
- het zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en/of
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer],
welke feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft/hebben bestaan
- dat verdachte die [slachtoffer] heeft ontkleed en/of
- dat verdachte tengevolge van de verstandelijke beperking van [slachtoffer] (IQ van
circa 46) en haar leeftijd (geboortedatum [geboortedatum]), een psychisch
overwicht op die [slachtoffer] had (tengevolge waarvan die [slachtoffer] onvoldoende in
staat was om weerstand aan verdachte te bieden);
- dat verdachte voorbij is gedaan aan het (verbale) verzet/protest van die
[slachtoffer];
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met 31 december
2008 te Heteren en/of te Arnhem en/of Bemmel en/of Groesbeek, in ieder geval
telkens in Nederland,
met [slachtoffer] (geboortedatum [geboortedatum]), van wie verdachte
wist dat zij leed aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke
stoornis van haar geestvermogens (IQ van circa 46) dat zij niet of onvolkomen
in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen
weerstand te bieden,
(meermalen) buiten echt (ontuchtige) handelingen heeft gepleegd die mede
hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
te weten
- het brengen van zijn penis in de vagina en/of de mond en/of de anus van die
[slachtoffer] en/of
- het brengen van één of meerdere van zijn vingers in de vagina
van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn tong in de mond van die [slachtoffer] en/of
- het zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en/of
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer],
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot 8 december 2008 te Heteren en/of Arnhem en/of Bemmel en/of Groesbeek, in ieder geval (telkens) in Nederland,
(meermalen) (buiten echt) ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] (geboortedatum [geboortedatum]), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
die ontuchtige handelingen (mede) bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten
- het brengen van zijn penis in de vagina en/of de mond en/of de anus
van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van één of meerdere van zijn vingers in de vagina
van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn tong in de mond van die [slachtoffer] en/of
- het zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en/of
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer];
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met 31 december
2008 te Heteren en/of te Arnhem en/of Bemmel en/of Groesbeek, in ieder geval
telkens in Nederland,
(meermalen) ontucht heeft gepleegd met de minderjarige [slachtoffer]
(geboortedatum [geboortedatum]), die ontucht bestaande uit
- het brengen van zijn penis in de vagina en/of de mond en/of de anus van die
[slachtoffer] en/of
- het brengen van één of meerdere van zijn vingers in de vagina
van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn tong in de mond van die [slachtoffer] en/of
- het zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en/of
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer],
terwijl die [slachtoffer] aan verdachtes zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd
(doordat die [slachtoffer] een verstandelijke beperking heeft en verdachte haar in
genoemde periode als chauffeur van een taxibusje vervoerde);
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 28 april 2011 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. P.R.M. Noppen, advocaat te Arnhem.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd [naam]. De benadeelde partij is tevens ter terechtzitting verschenen.
De officier van justitie mr. P.A. de Boer heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met als bijzondere voorwaarde op te leggen reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt behandeling bij Kairos of een soortgelijke instelling en voorts met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht en een meldingsgebod zolang en frequent de Reclassering dit nodig acht.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het navolgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Tussen 8 september 2008 en 21 november 2008 is verdachte werkzaam geweest als taxichauffeur in het leerlingenvervoer. Hij vervoerde in die hoedanigheid leerlingen uit het speciaal onderwijs tussen Arnhem, Bemmel, Nijmegen en Groesbeek. Een van deze leerlingen was [slachtoffer], geboren op [geboortedatum]. Verdachte is in die periode met [slachtoffer] in de taxibus naar zijn caravan in Heteren gereden. In die caravan had verdachte seks met haar waarbij hij met zijn penis en zijn vingers in haar vagina is geweest. Ook heeft [slachtoffer] verdachte gepijpt en heeft verdachte haar borsten betast. [slachtoffer] heeft verdachte in genoemde periode ook enkele malen gepijpt op een parkeerplaats op de rijroute van de taxibus .
Standpunt officier van justitie.
De officier van justitie acht op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Standpunt verdachte
De verdediging heeft vrijspraak van het onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde bepleit.
Volgens de verdediging heeft verdachte 1 keer seks gehad met aangeefster in zijn caravan, heeft aangeefster hem 3 of 4 keer gepijpt op een parkeerplaats en meerdere keren afgetrokken. Er is volgens de verdediging echter geen sprake geweest van dwang dan wel feitelijkheden waardoor aangeefster zich tot die handelingen gedwongen voelde (primair tenlastegelegde). Voorts wist verdachte niet dat aangeefster aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke
stoornis van haar geestvermogens leed dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil omtrent die handelingen te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden (subsidiair tenlastegelegde). Verder zijn er volgens de verdediging geen bewijsmiddelen waaruit kan worden afgeleid dat er sprake is geweest van seksueel binnendringen van aangeefster voor zij 16 jaar was (meer subsidiair tenlastegelegde).
De verdediging is van mening dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is voor feit 2, met uitzondering van de onderdelen het brengen van de penis in de anus van aangeefster en het brengen van de tong in de mond van aangeefster.
Beoordeling door de rechtbank
seksuele handelingen buiten de niet betwiste onderdelen
Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat aangeefster hem ook heeft afgetrokken. Verdachte heeft echter tegenover de politie hierover een gedetailleerde verklaring afgelegd. Verdachte heeft verklaard dat dit in de auto gebeurde, dat het iedere maandag en vrijdag gebeurde en vijf à tien minuten duurde . De rechtbank heeft geen reden om aan die verklaring te twijfelen.
Aangeefster heeft verklaard dat verdachte met zijn tong in haar mond is gegaan . Verdachte heeft verklaard dat hij aangeefster meerdere malen heeft gezoend, waarbij aangeefster ook haar tong in zijn mond deed . Mede gelet op de andere seksuele handelingen die verdachte volgens zijn eigen verklaring met aangeefster heeft verricht acht de rechtbank niet aannemelijk dat verdachte aangeefster alleen maar heeft gezoend zonder zijn tong in haar mond te brengen.
Naar het oordeel van de rechtbank bevat het dossier onvoldoende bewijs dat verdachte zijn penis in de anus van aangeefster heeft gebracht.
feitelijkheden
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of verdachte aangeefster tot voornoemde seksuele handelingen heeft gedwongen door een of meer in de tenlastelegging genoemde feitelijkheden. Die feitelijkheden zullen puntsgewijs worden besproken.
1. het ontkleden van aangeefster.
Aangeefster heeft tijdens het studioverhoor verklaard dat verdachte haar in de caravan in Heteren heeft uitgekleed . In haar schriftelijke verklaring heeft aangeefster geschreven dat ze dacht dat verdachte haar naar huis zou brengen, maar dat hij naar de camping reed. Daar deed hij haar kleren uit . De rechtbank heeft geen reden aan die verklaringen te twijfelen, temeer daar verdachte met de taxibus met aangeefster helemaal naar Heteren is gereden om seks met haar te hebben.
2. psychisch overwicht
Naar het oordeel van de rechtbank is er duidelijk sprake geweest van een psychisch overwicht van verdachte op aangeefster waardoor aangeefster onvoldoende in staat was weerstand aan verdachte te bieden. Aangeefster heeft zowel in eerdergenoemde schriftelijke verklaring als tijdens het studioverhoor verklaard dat ze dingen “moest doen” van verdachte. Verdachte was in de ten laste gelegde periode 58 jaar, aangeefster was 15 jaar. Aangeefster heeft een IQ van 46 . Het kan het niet anders dan dat verdachte als 43 jaar oudere man een psychisch overwicht op een minderjarig meisje met een verstandelijke beperking heeft gehad. Verdachte wist ook dat er bij aangeefster sprake was van een verstandelijke beperking. Hij heeft tegenover de politie verklaard “Ik weet niet wat Melissa mankeerde, maar ze had wel wat, anders vervoerde ik haar niet. Het zal wel geestelijk geweest zijn want ze had geen lichamelijke handicap” .
3. voorbij gaan aan verbaal verzet/protest van aangeefster
Aangeefster heeft in het studioverhoor verklaard dat zij bij verdachte heeft aangegeven dat ze de seksuele handelingen niet wilde en gevraagd heeft op te houden . Gelet op alle omstandigheden zoals hiervoor geschetst acht de rechtbank die verklaring van aangeefster geloofwaardig.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte door bovenstaande feitelijkheden aangeefster [slachtoffer] gedwongen tot het ondergaan van de eerdergenoemde seksuele handelingen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer]. Het onder 1 primair tenlastegelegde is daarom wettig en overtuigend bewezen.
Gelet op de vaststaande feiten en met inachtneming van hetgeen bij de beoordeling is overwogen onder “seksuele handelingen buiten de niet betwiste onderdelen” acht de rechtbank het onder 2 tenlastegelegde eveneens wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van het onderdeel dat verdachte zijn penis in de anus van aangeefster zou hebben gebracht.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij in de periode van 01 september 2008 tot en met 31 december 2008 te Heteren en/of Arnhem en/of Bemmel en/of Groesbeek,
door feitelijkheden,
[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die
(mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten,
- het brengen van zijn penis in de vagina en de mond van die [slachtoffer] en
- het brengen van één of meerdere van zijn vingers in de vagina
van die [slachtoffer] en
- het brengen van zijn tong in de mond van die [slachtoffer] en
- het zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer],
welke feitelijkheden hierin hebben bestaan
- dat verdachte die [slachtoffer] heeft ontkleed en
- dat verdachte tengevolge van de verstandelijke beperking van [slachtoffer] (IQ van
circa 46) en haar leeftijd (geboortedatum [geboortedatum]), een psychisch
overwicht op die [slachtoffer] had (tengevolge waarvan die [slachtoffer] onvoldoende in
staat was om weerstand aan verdachte te bieden);
- dat verdachte voorbij is gedaan aan het (verbale) verzet/protest van die
[slachtoffer];
2.
hij in de periode van 1 september 2008 tot en met 31 december
2008 te Heteren en/of te Arnhem en/of Bemmel en/of Groesbeek, in ieder geval
telkens in Nederland,
(meermalen) ontucht heeft gepleegd met de minderjarige [slachtoffer]
(geboortedatum [geboortedatum]), die ontucht bestaande uit
- het brengen van zijn penis in de vagina en de mond van die
[slachtoffer] en
- het brengen van één of meerdere van zijn vingers in de vagina
van die [slachtoffer] en
- het brengen van zijn tong in de mond van die [slachtoffer] en
- het zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer],
terwijl die [slachtoffer] aan verdachtes zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd
(doordat die [slachtoffer] een verstandelijke beperking heeft en verdachte haar in
genoemde periode als chauffeur van een taxibusje vervoerde);
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Verkrachting, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 2:
Ontucht plegen met een aan zijn waakzaamheid toevertrouwde minderjarige
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 1 juni 2010;
• een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland, gedateerd 22 april 2010, betreffende verdachte;
• een pro justitia rapport van drs. J.P.M. van der Leeuw, klinisch psycholoog/psychotherapeut, gedateerd 23 december 2010 betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het meerdere malen verkrachten van en ontucht plegen met een minderjarig verstandelijk beperkt meisje dat, in zijn hoedanigheid van chauffeur van taxibusje, aan zijn waakzaamheid was toevertrouwd. Dit zijn zeer ernstige feiten. Verdachte heeft misbruik gemaakt van de verstandelijke beperking van verdachte en van het psychische overwicht dat hij gezien die beperking en het leeftijdsverschil op haar had.
Verdachte heeft de feiten enkel en alleen gepleegd om zijn eigen gevoelens van lust te bevredigen, waarbij hij voorbij is gegaan aan de kwetsbaarheid van het slachtoffer. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van dergelijke feiten daarvan nog lange tijd nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden.
Naar het oordeel van de rechtbank is gelet op het vorenstaande een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf de enige gepaste sanctie. Voor wat betreft de hoogte van die gevangenisstraf acht de rechtbank de eis van de officier van justitie een juiste en zal zij deze eis volgen, met dien verstande dat zij anders dan de officier van justitie geen aanleiding ziet voor een langere proeftijd dan 2 jaren.
De rechtbank ziet, gelet op verdachtes persoonlijke omstandigheden, aanleiding aan de voorwaarde¬lijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarde te verbinden dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van Reclassering Nederland, ook als dat inhoudt het volgen van een ambulante behandeling bij Kairos of een soortgelijke instelling en een meldingsplicht.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57, 242 en 249 van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
Een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 1 (één) jaar niet tenuitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit dan wel navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- Veroordeelde dient zich gedurende de proeftijd te gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die hem door of namens Reclassering Nederland zullen worden gegeven. Daartoe moet hij zich binnen 14 dagen volgend op het onherroepelijk worden van het vonnis of zijn in vrijheidstelling melden bij de Reclassering Arnhem. Hierna moet hij zich gedurende bepaalde perioden blijven melden zo frequent als de Reclassering dit gedurende deze perioden nodig acht.
- Veroordeelde dient zich te laten behandelen bij de forensisch psychiatrische polikliniek Kairos of een soortgelijke instelling, voor zover en voor zolang dat door genoemde instelling nodig wordt geacht.
Geeft opdracht aan Reclassering Nederland om aan veroordeelde bij de naleving van voornoemde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Aldus gewezen door:
mr. M.F. Gielissen, als voorzitter,
mr. N.K. van den Dungen-Dijkstra rechter,
mr. B.F.M. Klappe rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 mei 2011.