ECLI:NL:RBARN:2011:BQ3996
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid huurkoper en gevolgen van ingebrekestelling in huurkoopovereenkomst
In deze zaak tussen Volkswagen Bank GmbH en [gedaagde partij] betreft het een huurkoopovereenkomst die op 9 juli 2008 tot stand is gekomen. Volkswagen heeft aan [gedaagde partij] een Volkswagen Passat geleverd, waarbij [gedaagde partij] zich verplichtte om in 49 termijnen te betalen. De betaling bestond uit 48 maandelijkse termijnen van € 803,20 en een slottermijn van € 17.627,20. Op 31 mei 2010 heeft Volkswagen de overeenkomst beëindigd, omdat de auto was uitgebrand en [gedaagde partij] de verzekeringsuitkering had behouden, terwijl hij ook de maandelijkse termijnen niet had voldaan. Volkswagen vorderde betaling van het resterende kredietbedrag van € 37.919,97, vermeerderd met contractuele rente van 16% per jaar vanaf 19 juni 2010.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat artikel 6 van de algemene voorwaarden geen grondslag biedt voor de vordering van Volkswagen, omdat het niet bepaalt dat de resterende termijnen ineens opeisbaar worden na het tenietgaan van de auto. Volkswagen heeft echter ook een beroep gedaan op artikel 2 van de algemene voorwaarden, dat stelt dat het restant van het kredietbedrag ineens opeisbaar is indien [gedaagde partij] meer dan twee maandelijkse termijnen niet heeft voldaan na ingebrekestelling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde partij] inderdaad meer dan twee termijnen niet had voldaan en dat de dagvaarding als eerste ingebrekestelling geldt. Hierdoor is het restant van het kredietbedrag opeisbaar geworden.
Volkswagen heeft de hoogte van de vordering voldoende onderbouwd, en de kantonrechter heeft het gevorderde bedrag van € 36.687,28 toegewezen, vermeerderd met de contractuele rente vanaf de datum van dagvaarding. De buitengerechtelijke kosten zijn afgewezen, omdat deze onvoldoende zijn onderbouwd. De kantonrechter heeft [gedaagde partij] veroordeeld tot betaling van het bedrag aan Volkswagen en heeft de proceskosten aan de zijde van Volkswagen toegewezen. Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter M.J. Blaisse op 27 april 2011.