Parketnummer : 05/700379-11
Datum zitting : 26 april 2011
Datum uitspraak : 10 mei 2011
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in PI Overijssel, HvB Karelskamp, Bornsestraat 333 Almelo.
Raadsman : mr. A.D. Kloosterman, advocaat te Amsterdam.
Officier van justitie : mr. T. Feuth.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 31 augustus 2010 te Zetten, althans in de gemeente
Overbetuwe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (gelegen
aan de [adres]) heeft weggenomen een X-box (Nintendo Xbox360)
en/of een of meer spel(len) (behorende bij voornoemde X-box) en/of een fles
parfum (merk Chanel) en/of een Mp4-speler, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan J.W. [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (een
(klem van een) raam werd geforceerd);
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 26 april 2011 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. A.D. Kloosterman, advocaat te Amsterdam.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 31 augustus 2011 is er ingebroken in een woning aan de [adres] in Zetten. De dader heeft zich de toegang tot de woning verschaft door een klem van een raam van de woonkamer te ontzetten. Er zijn uit de woning een X-box 360 spelcomputer, acht bijbehorende spellen, een fles parfum van het merk Chanel Allure en een Mp4-speler weggenomen. Deze goederen behoorden toe aan aangever J.W. [slachtoffer].
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het feit gelet op de bewijsmiddelen in het dossier.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het feit wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs, aangezien de verklaring van getuige [getuige1] niet betrouwbaar is en derhalve niet kan bijdragen tot het bewijs. Verdachte beroept zich op zijn zwijgrecht.
Betrouwbaarheid verklaringen [getuige1]
De rechtbank vermag niet in te zien waarom de verklaringen van [getuige1] niet betrouwbaar zouden zijn. De raadsman heeft voor die stelling ook geen argumenten aangedragen. De rechtbank wijst er op dat niet alleen de belastende verklaring van [getuige1] voor het bewijs wordt gebruikt, maar ook de verklaringen van andere getuigen, zoals hierna zal worden uiteengezet. Al deze verklaringen passen bij elkaar. Het verweer wordt daarom verworpen.
De rechtbank hanteert - in samenhang met hetgeen onder ‘de feiten’ reeds is vastgesteld - het volgende tot het bewijs, zakelijk weergegeven:
- De door getuige M.W.C. [getuige1] afgelegde verklaring, inhoudende dat verdachte hem had verteld dat hij een keer bij een vriend van hem had ingebroken, in de buurt van Zetten. Die vriend zou [voornaam] heten. Hij had er een X-box weggenomen.
- De door getuige F. [getuige2] afgelegde verklaring, inhoudende dat verdachte een keer met een X-box en ongeveer 10 spellen bij hem in de woning is geweest. Dat was ongeveer drie maanden geleden (rechtbank: verhoor heeft plaatsgevonden op 29 november 2010). Kennelijk had verdachte een afspraak gemaakt, want even later kwam er een koper bij [getuige2] in de woning.
- De door getuige W.P. [getuige3] afgelegde verklaring, inhoudende dat op de dag dat er was ingebroken bij [slachtoffer] (rechtbank: aangever [slachtoffer]) op nr. 23 (rechtbank: [getuige3] woont aan de [adres] in Zetten), verdachte bij hem op bezoek was geweest. Toen verdachte wegging richting de gezamenlijke toegangsdeur, had getuige hem nagekeken. Toen hij na ongeveer 10 minuten weer in de hal keek, zag hij verdachte met iets zwarts in zijn handen bij de woning van [slachtoffer] vandaan komen en richting de gezamenlijke toegangsdeur lopen. Later op de avond was [slachtoffer] bij [getuige3] thuisgekomen en had hij verteld dat zijn X-box, kleur zwart, en enkele spellen waren weggenomen.
Op grond van vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op 31 augustus 2010 te Zetten, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een X-box (Xbox360)
en spellen (behorende bij voornoemde X-box) en een fles parfum (merk Chanel) en een Mp4-speler, toebehorende aan J.W. [slachtoffer], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, (een (klem van een) raam werd geforceerd);
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 26 maart 2011
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een woninginbraak. Woninginbraken zijn ernstige feiten die zorgen voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving en in het bijzonder bij de slachtoffers. Het feit dat iemand zich in hun huis begeeft en hun persoonlijke eigendommen doorzoekt en wegneemt is een enorme inbreuk op het gevoel van veiligheid dat mensen in hun eigen huis zouden moeten kunnen hebben. Gelet op vorenstaande ziet de rechtbank geen aanleiding om af te wijken van de oriëntatiepunten van het LOVS en acht zij een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken passend en geboden.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) weken.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoer¬legging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
mrs. F.J.H. Hovens (voorzitter) J.J.H. van Laethem en J.M.J.M. Doon,
in tegenwoordigheid van M.B. Wichman, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 mei 2011.