ECLI:NL:RBARN:2011:BQ3186

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
28 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/386
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot opleggen van een schuldregeling aan weigerachtige schuldeisers

In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 28 april 2011 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure met zaaknummer 11/386. De verzoeker, een bijna 61-jarige man met een schuldenlast van € 137.404,47 verdeeld over 25 schuldeisers, heeft een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Hij ontvangt een WWB-uitkering en is vrijgesteld van sollicitatieverplichtingen vanwege medische redenen. De verzoeker heeft aangevoerd dat de gemeente onterecht een voorstel heeft geweigerd en dat de meeste schulden meer dan vijf jaar geleden zijn ontstaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker financieel niet in staat is om zijn schulden af te lossen zonder een schuldregeling. Het aanbod van de verzoeker is goed gedocumenteerd en de kans op hogere betalingen aan de schuldeisers in de toekomst is nihil, gezien zijn leeftijd en medische situatie.

De rechtbank heeft het verzoek tot opleggen van een schuldregeling aan de weigerachtige schuldeisers, Wehkamp, Ceeka Trade en CJIB, toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de weigerachtige schuldeisers in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling hebben kunnen komen, gezien de onevenredigheid tussen hun belangen en die van de verzoeker. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de verzoeker gedurende anderhalf jaar heeft afgelost op een schuld die is ontstaan door onterecht verstrekte uitkeringen, maar dat deze afwijzingsgrond niet in de weg staat aan de toewijzing van het verzoek. De rechtbank heeft de betrokken schuldeisers bevolen in te stemmen met de aangeboden schuldregeling en het verzoek om vergoeding van extra kosten door de gemeente afgewezen.

De beslissing van de rechtbank is als volgt: de schuldeisers Wehkamp, Ceeka Trade en CJIB worden bevolen in te stemmen met de door de verzoeker aangeboden schuldregeling, terwijl het meer of anders gevorderde wordt afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. B.J. Engberts in tegenwoordigheid van de griffier op 28 april 2011.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
Rekestnummer: 11/386
uitspraakdatum: 28 april 2011
Verzoek gedwongen schuldregeling ex artikel 287a Faillissementswet
In de zaak van:
[verzoe[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
nader te noemen [verzoeker].
[verzoeker] heeft bij de rechtbank op 2 maart 2011 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Daarbij is tevens verzocht om de weigerachtige schuldeisers: Wehkamp, Ceeka Trade en CJIB te bevelen in te stemmen met een vóór indiening van het verzoekschrift aangeboden schuldregeling als bedoeld in artikel 287a van de Faillissementswet.
Het verzoek betreft het opleggen van een schuldregeling aan de schuldeisers. Inhoudende dat aan [verzoeker] een saneringskrediet wordt verstrekt van 1.372,36 netto. De hoogte van dit krediet is door de gemeente [woonplaats] gerelateerd aan het voor [verzoeker] geldende vrij te laten bedrag dat door de gemeente [woonplaats] is vastgesteld. De gemeente [woonplaats] heeft de schuldeisers bericht dat naar verwachting 0,71% op de vorderingen van de concurrente schuldeisers en 1,42% op de vorderingen van de preferente schuldeisers kan worden uitbetaald. Wehkamp, Ceeka Trade en CJIB zijn met dit voorstel niet akkoord gegaan.
[verzoeker] is door de rechtbank gehoord ter terechtzitting van 21 april 2011. Namens de schuldeisers die niet met het voorstel van de gemeente [woonplaats] hebben ingestemd, is niemand verschenen.
De feiten
De schuldenlast van [verzoeker] bedraagt € 137.404,47 verdeeld over 25 schuldeisers. [verzoeker] is bijna 61 jaar, ontvangt al enkele jaren een WWB-uitkering van de gemeente [woonplaats] en is door deze instantie vrijgesteld van de sollicitatieverplichting in verband met epilepsie (en knieklachten).
[verzoeker] heeft aangegeven dat sprake is van een onterechte weigering van het door de gemeente [woonplaats] gedane voorstel. Slechts enkele schuldeisers weigeren en het gros van de schulden is meer dan vijf jaar geleden ontstaan. [verzoeker] heeft verder aangevoerd dat hij gezien zijn leeftijd en draagkracht niet meer van zijn schulden af kan komen zonder een schuldregeling.
De beoordeling van het verzoek:
Het verzoek tot het opleggen van deze schuldregeling aan de weigerachtige schuldeisers dient te worden toegewezen indien de weigerachtige schuldeisers in redelijkheid niet tot weigering van instemming met deze schuldregeling hebben kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij hebben bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van [verzoeker] of van de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
Het voorstel is goed gedocumenteerd. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat het aanbod van [verzoeker] het uiterste is waartoe hij financieel in staat moet worden geacht. De kans dat de schuldeisers van [verzoeker] in de toekomst een hogere betaling ontvangen is, gezien de leeftijd en medische situatie van [verzoeker], nagenoeg nihil. De rechtbank neemt verder op basis van het arbeidsverleden en de verklaringen van [verzoeker] ter zitting aan dat hij niet over vermogen beschikt.
Een buitengerechtelijke schuldregeling levert daarnaast voor de schuldeisers meer op dan de wettelijke schuldsaneringsregeling. Dat sprake is van contra-indicaties om [verzoeker] toe te laten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling staat aan toewijzing van het onderhavige verzoek niet in de weg. De gemeente [woonplaats] vordert namelijk van [verzoeker] onterecht verstrekte uitkering terug in verband met uitkeringsfraude over de periode 1 mei 2006 tot en met 1 januari 2007 (in 2007 teruggevorderd). Deze schuld is ontstaan binnen de termijn als bedoeld in artikel 288 lid 1 onder b van de Faillissementswet. De rechtbank stelt vast dat indien [verzoeker] na een jaar opnieuw een verzoek doet, deze afwijzingsgrond niet meer aan toelating tot de schuldsaneringsregeling in de weg staat. Daarbij is betrokken dat [verzoeker] gedurende ongeveer anderhalf jaar maximaal op deze schuld heeft afgelost. Financieel gezien zal dan hetzelfde resultaat voor de schuldeisers worden behaald. Door het saneringskrediet kunnen de schuldeisers eveneens direct beschikken over het aanbodbedrag en niet pas na drie (of vier) jaar.
De conclusie is dat de weigerachtige schuldeisers in redelijkheid niet tot weigering van instemming met deze schuldregeling hebben kunnen komen.
Het verzoek om de weigerachtige schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt daarom op grond van artikel 287a lid 5 Faillissementswet toegewezen.
Het verzoek van [verzoeker] om te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling kan, gelet op toewijzing van de schuldregeling, onbesproken blijven.
Namens [verzoeker] is door de gemeente [woonplaats] om veroordeling van de betrokken schuldeisers in de gemaakte extra kosten ad € 284,- gevraagd. Dit betreft kosten voor het herhaalde verzoek tot medewerking aan de weigerende schuldeisers en het opstellen van een rapportage, verzoekschriften en verklaring à € 71,- per uur. [verzoeker] heeft echter niet gesteld, en ook is niet gebleken dat de gemaakte kosten (van de gemeente) voor zijn rekening komen. Dit deel van het verzoek wordt daarom afgewezen.
De beslissing
De rechtbank:
- beveelt de schuldeisers Wehkamp, Ceeka Trade en CJIB in te stemmen met de door [verzoeker] aangeboden schuldregeling;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J. Engberts en in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 april 2011.
de griffier, de rechter,