ECLI:NL:RBARN:2011:BQ3186
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot opleggen van een schuldregeling aan weigerachtige schuldeisers
In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 28 april 2011 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure met zaaknummer 11/386. De verzoeker, een bijna 61-jarige man met een schuldenlast van € 137.404,47 verdeeld over 25 schuldeisers, heeft een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Hij ontvangt een WWB-uitkering en is vrijgesteld van sollicitatieverplichtingen vanwege medische redenen. De verzoeker heeft aangevoerd dat de gemeente onterecht een voorstel heeft geweigerd en dat de meeste schulden meer dan vijf jaar geleden zijn ontstaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker financieel niet in staat is om zijn schulden af te lossen zonder een schuldregeling. Het aanbod van de verzoeker is goed gedocumenteerd en de kans op hogere betalingen aan de schuldeisers in de toekomst is nihil, gezien zijn leeftijd en medische situatie.
De rechtbank heeft het verzoek tot opleggen van een schuldregeling aan de weigerachtige schuldeisers, Wehkamp, Ceeka Trade en CJIB, toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de weigerachtige schuldeisers in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling hebben kunnen komen, gezien de onevenredigheid tussen hun belangen en die van de verzoeker. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de verzoeker gedurende anderhalf jaar heeft afgelost op een schuld die is ontstaan door onterecht verstrekte uitkeringen, maar dat deze afwijzingsgrond niet in de weg staat aan de toewijzing van het verzoek. De rechtbank heeft de betrokken schuldeisers bevolen in te stemmen met de aangeboden schuldregeling en het verzoek om vergoeding van extra kosten door de gemeente afgewezen.
De beslissing van de rechtbank is als volgt: de schuldeisers Wehkamp, Ceeka Trade en CJIB worden bevolen in te stemmen met de door de verzoeker aangeboden schuldregeling, terwijl het meer of anders gevorderde wordt afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. B.J. Engberts in tegenwoordigheid van de griffier op 28 april 2011.