ECLI:NL:RBARN:2011:BQ2572
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzekeringszaak betreffende vergoeding van behandelkosten en de status van een arts als medisch specialist
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, betreft het een geschil tussen eiseres en de coöperatie VGZ-IZA-TRIAS U.A. over de vergoeding van behandelkosten. Eiseres heeft behandelingen ondergaan die zijn uitgevoerd door dr. [z], die door IZA niet als medisch specialist wordt erkend. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 2 februari 2011 overwogen dat zij een deskundige zal moeten benoemen om te bepalen of de behandelingen voldoen aan het gebruikelijkheidscriterium. IZA heeft in haar verweer gesteld dat eiseres geen recht heeft op vergoeding omdat dr. [z] geen medisch specialist is, en verwees daarbij naar de polisvoorwaarden. Eiseres heeft de mogelijkheid gekregen om te reageren op deze nieuwe stelling van IZA.
De rechtbank heeft vastgesteld dat dr. [z] in Duitsland is ingeschreven als 'Facharzt für Allgemeinmedizin', wat betekent dat hij een huisarts is en geen medisch specialist. Eiseres heeft aangevoerd dat dr. [z] bevoegd is om bepaalde behandelingen toe te passen, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet voldoende is om hem als medisch specialist te kwalificeren. De rechtbank blijft bij haar eerdere constatering dat dr. [z] geen medisch specialist is, en IZA heeft het recht om deze stelling in te nemen in deze fase van de procedure.
Daarnaast heeft de rechtbank de vordering tot vergoeding van een PET-CT scan van € 1.803,35 besproken. IZA heeft deze vergoeding geweigerd op basis van doelmatigheid. De rechtbank heeft besloten dat ook voor deze vordering een deskundige moet worden benoemd om te bepalen of aan het gebruikelijkheidscriterium is voldaan. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en partijen zijn in de gelegenheid gesteld om hun standpunten schriftelijk toe te lichten.