ECLI:NL:RBARN:2011:BQ1569

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
6 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
94228
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugkomen op eerdere beslissingen en kostenveroordeling in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Arnhem op 6 april 2011 uitspraak gedaan in de zaak met rolnummer 94228. De rechtbank heeft geoordeeld dat ten aanzien van eiser sub 10 en eiseres sub 14, die niet betrokken waren in de appelprocedure, teruggekomen moet worden op eerdere beslissingen en de vorderingen alsnog moeten worden afgewezen. Dit besluit volgt op arresten van het hof van 9 februari 2010, waarin kostenveroordelingen ten laste van eisers zijn uitgesproken in de zaken tussen eisers en gedaagden sub 1 en 2. De rechtbank heeft vastgesteld dat het partijdebat niet is voortgezet en dat de zaak ambtshalve moet worden doorgehaald voor deze gedaagden.

Daarnaast is er nog geen beslissing genomen over de kosten ten aanzien van gedaagde sub 3. De rechtbank heeft geoordeeld dat eisers, als uiteindelijk in het ongelijk gestelde partij, ook in de kosten veroordeeld moeten worden. De kosten zijn begroot op € 16.055,00 voor het salaris van de advocaat en € 925,00 aan griffierecht, overeenkomstig de kosten die zijn gemaakt door gedaagde sub 12, die dezelfde proceshandelingen heeft verricht als gedaagde sub 3.

De rechtbank heeft de procedure doorgehaald voor gedaagden sub 1, 2, 4 en 12 en heeft eisers veroordeeld in de kosten van de zaak, die zijn gevallen aan de zijde van gedaagde sub 3. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 6 april 2011 door de rechters J.D.A. den Tonkelaar, O. Nijhuis en F.J. de Vries.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 94228 / HA ZA 02-1887
Vonnis van 6 april 2011
in de zaak van
[eisers]
eisers,
advocaat mr. R. de Lange te Doetinchem,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WIBEGRO KEUKEN B.V.,
gevestigd te Westervoort,
gedaagde,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WEETELING BEHEER B.V.,
gevestigd te Grootebroek, gemeente Steede Broec,
gedaagde,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REGIO OOST KEUKEN & BAD B.V.,
gevestigd te Rijssen,
gedaagde,
advocaat mr. J.W. Kobossen te Nijmegen,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE GRAAF KEUKENIMPORT B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
gedaagde,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
5. – 10. (doorgehaald ten aanzien van de gedaagden sub 5 tot en met 10 op 7 april 2010)
11. (doorgehaald ten aanzien van de gedaagde sub 11 op 12 januari 2011)
12. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HDB GROEP B.V.,
statutair gevestigd te Waddinxveen,
advocaat mr. H.G.P. van der Baan, te Almere,
13. (doorgehaald ten aanzien van de gedaagde sub 13 op 26 januari 2011
De gedaagden die thans nog in het proces betrokken zijn, zullen hierna ook als gedaagden sub 1, 2, 3, 4 en 12 worden aangeduid.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 januari 2005
- de arresten onder zaaksnummers 104.000.860, 104.000.946 en 104.001.069 van het hof te Arnhem van 9 februari 2010
- de akte van eisers van 7 april 2010
- de akte niet dienen verleend aan de zijde van gedaagde sub 12 op 26 januari 2011
- het verzoek om doorhaling door eisers gedaan op 9 februari 2011
- de rolaantekening waaruit blijkt dat gedaagden sub 1 en 2 vonnis vragen en gedaagde sub 3 vonnis vraagt voor de kosten.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. Tegen het verzoek om doorhaling van de zaak verzetten de gedaagden sub 4 en 12 zich niet. Ten aanzien van hen zal de zaak heden doorgehaald worden.
2.2. Ten aanzien van eiser sub 10, [...], en eiseres sub 141, [...], die niet in de appelprocedure betrokken zijn geweest, dient de rechtbank terug te komen op haar eerder genomen beslissingen en alsnog de vorderingen af te wijzen.
2.3. Het hof heeft bij zijn arresten van 9 februari 2010 kostenveroordelingen ten laste van eisers in beide instanties uitgesproken in onder meer de zaken tussen eisers en gedaagden sub 1 en 2. Daarmee heeft het hof de zaak aan zich gehouden en afgedaan. Het partijdebat is nadien niet voortgezet en kan ook niet voortgezet worden. Dit betekent dat thans ten aanzien van deze gedaagden de zaak ambtshalve moet worden doorgehaald.
2.4. Ten aanzien van gedaagde sub 3 is nog geen beslissing over de kosten genomen. Ook ten aanzien van haar zullen eisers als uiteindelijk in het ongelijk gestelde partij – wat dit betreft komt de rechtbank voor zover nodig terug op haar eerdere beslissingen – in de kosten veroordeeld moeten worden. Deze kosten begroot de rechtbank overeenkomstig de door gedaagde sub 12, die dezelfde proceshandelingen heeft verricht als gedaagde sub 3, gemaakte kosten en overeenkomstig het arrest van 9 februari 2010 met zaaksnummer 104.001.069 in eerste aanleg op € 16.055,00 voor salaris van de advocaat en € 925,00 aan griffierecht.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. haalt de procedure door voor zover deze wordt gevoerd tegen de gedaagden sub 1, 2, 4 en 12,
3.2. veroordeelt eisers in de kosten van deze zaak, gevallen aan de zijde van gedaagde sub 3, Regio Oost Keuken en Bad B.V., en tot aan deze uitspraak begroot op € 925,00 voor verschotten en € 16.055,00 voor salaris van de advocaat,
3.3. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar, mr. O. Nijhuis en mr. F.J. de Vries en in het openbaar uitgesproken op 6 april 2011.