ECLI:NL:RBARN:2011:BQ1569
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkomen op eerdere beslissingen en kostenveroordeling in civiele procedure
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Arnhem op 6 april 2011 uitspraak gedaan in de zaak met rolnummer 94228. De rechtbank heeft geoordeeld dat ten aanzien van eiser sub 10 en eiseres sub 14, die niet betrokken waren in de appelprocedure, teruggekomen moet worden op eerdere beslissingen en de vorderingen alsnog moeten worden afgewezen. Dit besluit volgt op arresten van het hof van 9 februari 2010, waarin kostenveroordelingen ten laste van eisers zijn uitgesproken in de zaken tussen eisers en gedaagden sub 1 en 2. De rechtbank heeft vastgesteld dat het partijdebat niet is voortgezet en dat de zaak ambtshalve moet worden doorgehaald voor deze gedaagden.
Daarnaast is er nog geen beslissing genomen over de kosten ten aanzien van gedaagde sub 3. De rechtbank heeft geoordeeld dat eisers, als uiteindelijk in het ongelijk gestelde partij, ook in de kosten veroordeeld moeten worden. De kosten zijn begroot op € 16.055,00 voor het salaris van de advocaat en € 925,00 aan griffierecht, overeenkomstig de kosten die zijn gemaakt door gedaagde sub 12, die dezelfde proceshandelingen heeft verricht als gedaagde sub 3.
De rechtbank heeft de procedure doorgehaald voor gedaagden sub 1, 2, 4 en 12 en heeft eisers veroordeeld in de kosten van de zaak, die zijn gevallen aan de zijde van gedaagde sub 3. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 6 april 2011 door de rechters J.D.A. den Tonkelaar, O. Nijhuis en F.J. de Vries.