ECLI:NL:RBARN:2011:BQ1406

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
6 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200835
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij vestiging van hypotheekrechten in strijd met vof-overeenkomst

In deze zaak, uitgesproken op 6 april 2011 door de Rechtbank Arnhem, is de vraag aan de orde of het vestigen van hypotheekrechten op bepaalde percelen in strijd is met een vennootschap onder firma (vof)-overeenkomst. De eisers, bestaande uit M.O.M. Vastgoed B.V., [eiser] Beheer B.V. en [eiser], hebben vorderingen ingesteld tegen verschillende gedaagden, waaronder Scherpenzeelseweg B.V., De Laeck Hoevelaken B.V., De Laeck Adviesgroep B.V. en [gedaagde sub 4], die niet verschenen zijn in de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die eisers hebben geleden als gevolg van hun handelen. De rechtbank heeft de vorderingen van eisers toegewezen, met uitzondering van de vordering tegen [gedaagde sub 5], die werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een schending van de zorgplicht door [gedaagde sub 5] en dat hij niet aansprakelijk was voor de gestelde schade. De eisers vorderden onder andere een schadevergoeding van € 4.302.687,44, die werd toegewezen, evenals buitengerechtelijke kosten van € 6.422,00. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van eisers begroot op € 8.235,89 en de vordering tegen [gedaagde sub 5] afgewezen, waarbij de proceskosten aan zijn zijde op € 7.600,00 werden begroot. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 200835 / HA ZA 10-1018
Vonnis van 6 april 2011
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
M.O.M. VASTGOED B.V.,
gevestigd te Voorthuizen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser] BEHEER B.V.,
gevestigd te [woonplaats],
3. [eiser],
wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. V. van Dijken te Nijkerk,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHERPENZEELSEWEG B.V.,
gevestigd te Hoevelaken,
gedaagde,
niet verschenen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE LAECK HOEVELAKEN B.V.,
gevestigd te Hoevelaken,
gedaagde,
niet verschenen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE LAECK ADVIESGROEP B.V.,
gevestigd te Hoevelaken,
gedaagde,
niet verschenen,
4. [gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
niet verschenen,
5. [gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. Ph.N.M. Creijghton te Amsterdam.
Eisers zullen hierna afzonderlijk respectievelijk als M.O.M. Vastgoed B.V., [eiser] [woonplaats] Beheer B.V. en [eiser] genoemd worden en gedaagden afzonderlijk respectievelijk Scherpenzeelseweg B.V., De Laeck Hoevelaken B.V., De Laeck Adviesgroep B.V., [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5].
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 15 september 2010
- het proces-verbaal van comparitie van 25 januari 2011
- de akte van eisers van 25 januari 2011.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Op 7 november 2002 is een koopovereenkomst tot stand gekomen tussen de heer [betrokkene], mevrouw [betrokkene 2] en Autobedrijf [betrokkene] B.V. als verkopers enerzijds en Scherpenzeelseweg B.V. als koper anderzijds terzake de percelen met opstallen aan de [adres] in [woonplaats] (hierna: ‘de percelen’). De koopprijs bedroeg € 3.000.000,00 exclusief btw. De levering van de percelen was bepaald op uiterlijk 1 mei 2004.
2.2. Een op 14 december 2002 gedateerde, niet-ondertekende, overeenkomst tussen [eiser] en [gedaagde sub 4] luidt, voor zover hier van belang:
[eiser sub 3] en J. [gedaagde sub 4] nemen elk door middel van een B.V. deel in een vennootschap onder firma, welke ten doel zal hebben de ontwikkeling van het project [adres] en Scherpenzeelseweg.
(…)
[eiser sub 3] brengt € 500.000,00 in de v.o.f. en [Y] brengt de rechten in van het project [adres] en Scherpenzeelseweg te [woonplaats] welke eveneens worden gewaardeerd op € 500.000,00
2.3. Op 18 december 2002 is de akte van oprichting van de in de overeenkomst van 14 december 2002 bedoelde vennootschap onder firma [A] Vastgoed V.O.F. (hierna: ‘de v.o.f.’) gepasseerd door [gedaagde sub 5]. Vennoten van de v.o.f. zijn Scherpenzeelseweg B.V. en M.O.M. Vastgoed B.V. (destijds in oprichting).
2.4. Enig aandeelhouder en bestuurder van Scherpenzeelseweg B.V. is De Laeck Hoevelaken B.V. Enig aandeelhouder en bestuurder van De Laeck Hoevelaken B.V. is [gedaagde sub 4]. De Laeck Adviesgroep B.V. is een 100% dochter van De Laeck Hoevelaken B.V.
2.5. Enig aandeelhouder en bestuurder van M.O.M. Vastgoed B.V. is [eiser] [woonplaats] Beheer B.V. Enig aandeelhouder en feitelijk bestuurder van [eiser] [woonplaats] Beheer B.V. is [eiser].
2.6. In de akte van oprichting van de v.o.f. is, voor zover hier van belang, het volgende bepaald:
In deze overeenkomst wordt bedoeld met:
- vennoot 1: Scherpenzeelseweg B.V. voornoemd
- vennoot 2: M.O.M. Vastgoed B.V. in oprichting voornoemd;
(…)
- Inbreng A:
1. de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomst van verkoop en koop gesloten door vennoot 1 met de desbetreffende verkoper inzake het registergoed gelegen te [woonplaats] aan de [adres]
2. de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomst van verkoop en koop gesloten door vennoot 1 met de desbetreffende verkoper inzake het registergoed gelegen te [woonplaats] aan de Scherpenzeelseweg (Domeinen);
- Inbreng B: een bedrag groot vijfhonderd duizend Euro (€ 500.000,00).
Doel
De vennootschap heeft ten doel de ontwikkeling en exploitatie van het project gepland op de grond gelegen aan de [adres] te [woonplaats] en het project gepland op de grond gelegen aan de Scherpenzeelseweg te [woonplaats] alsmede de andere door de vennoten aan te wijzen projecten;
Voorts alles was hiermee verband houdt in de ruimste zin van het woord.
Bevoegdheden
1. Iedere vennoot is bevoegd voor en namens de vennootschap te handelen en te tekenen, de vennootschap aan derden en derden aan de vennootschap te verbinden.
2. De ene vennoot heeft de medewerking of voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere vennoot nodig voor de volgende handelingen:
(…)
2. het verkrijgen, vervreemden, bezwaren, in gebruik nemen of geven onder welke titel dan ook van registergoederen en het beëindigen van dat gebruik;
3. het ter leen opnemen of ter leen verstrekken van gelden, daaronder niet begrepen het beschikken over verleende kredieten;
4. het verstrekken van persoonlijke of zakelijke zekerheid, daaronder begrepen het zich als borg of hoofdelijke schuldenaar verbinden of zich voor anderen sterk maken, in welke kwaliteit dan ook;
2.7. Vóór het passeren van de v.o.f.-akte ontving [gedaagde sub 5] een e-mail van de accountant van Scherpenzeelseweg B.V. waarin de financiële aspecten van de v.o.f. staan weergegeven.
2.8. Ten behoeve van de financiering van de koop van de percelen is op grond van een overeenkomst van geldlening van mei 2004 door [eiser] aan de v.o.f. een bedrag van € 3.000.000,00 geleend. De overeenkomst is opgesteld door [gedaagde sub 5]. De lening was verstrekt voor negen maanden, tot 1 februari 2005.
2.9. In januari 2005 is [gedaagde sub 5] verzocht de overeenkomst van geldlening te wijzigen. Als schuldeiser is [eiser] [woonplaats] Beheer B.V. opgenomen in plaats van [eiser].
2.10. De percelen zijn nadien door de genoemde verkopers aan Scherpenzeelseweg B.V. geleverd. Scherpenzeelseweg B.V. heeft het economisch eigendom van de percelen ingebracht in de v.o.f. en ook het economisch eigendom van het ‘perceel Domeinen’ zoals genoemd in de v.o.f.-akte. Het juridisch eigendom van de percelen en het perceel Domeinen bleef bij Scherpenzeelseweg B.V. M.O.M. Vastgoed B.V. heeft een bedrag van € 500.000,00 ingebracht in de v.o.f.
2.11. Moes Projectontwikkeling B.V. (hierna: ‘Moes B.V.’), de houdstermaatschappij van Kempenaar in de Vaart B.V. (hierna: ‘Kempenaar B.V.’), heeft op 4 februari 2005 volmacht gegeven tot het vestigen van een eerste recht van hypotheek ten gunste van Moes B.V. op een perceel aan de [adres] in [woonplaats] ten laste van de v.o.f. [gedaagde sub 5] heeft de volmacht opgesteld.
2.12. Op 11 oktober 2005 is een samenwerkingsovereenkomst tot stand gekomen tussen de v.o.f. en Kempenaar B.V. De samenwerkingsovereenkomst houdt in dat de v.o.f. en Kempenaar B.V. gezamenlijk de bouw en verkoop van appartementen op de percelen zullen realiseren. [gedaagde sub 5] heeft het concept van de samenwerkingsovereenkomst beoordeeld.
2.13. Op 31 maart 2006 is een overeenkomst van geldlening tot stand gekomen tussen De Laeck Adviesgroep B.V. enerzijds en de heer [betrokkene 3] (hierna:’[betrokkene 5]’) anderzijds. [betrokkene 5] heeft een bedrag van € 2.500.000,00 geleend aan De Laeck Adviesgroep B.V. De looptijd van de lening was één jaar. De overeenkomst is opgesteld door [gedaagde sub 5].
2.14. Ter zekerheid van de lening van [betrokkene 5] aan De Laeck Adviesgroep B.V. is een hypotheekrecht gevestigd op de percelen voor een bedrag van € 3.500.000,00. De daartoe strekkende akte is door [gedaagde sub 5] gepasseerd.
2.15. Op 17 april 2008 is een overeenkomst van geldlening tot stand gekomen tussen Scherpenzeelseweg B.V. en [gedaagde sub 4] enerzijds en de heer [ ] [betrokkene 4] (hierna: ‘[betrokkene 4]’) anderzijds. [betrokkene 4] heeft aan Scherpenzeelseweg B.V. een bedrag van € 550.000,00 geleend.
2.16. Ter zekerheid van de lening van [betrokkene 4] aan Scherpenzeelseweg B.V. is een tweede hypotheekrecht op de percelen gevestigd ten behoeve van [ ] [betrokkene 4] Holding B.V. voor een bedrag van € 600.000,00. De daartoe strekkende akte is door [gedaagde sub 5] gepasseerd.
2.17. In een brief van 17 juni 2009 schrijft [gedaagde sub 5] aan de heer [betrokkene 5] met betrekking tot het perceel Domeinen:
In maart 2007 heb ik ontvangen een door u – als oprichter van tankstation [woonplaats] Zuid B.V. gevestigd te [woonplaats] – en door [A] V.O.F., gevestigd te [woonplaats] getekende koopovereenkomst.
Aan het verzoek van Domeinen om vast te leggen:
- dat Domeinen deze grond met uitbreiding aan de heer [gedaagde sub 4] heeft verkocht
- dat de heer [gedaagde sub 4] deze grond met uitbreiding aan u heeft doorverkocht
kan ik gelet op het bestaan van de koopovereenkomst geen gevolg geven.
U dient met de heer [eiser sub 3] bestuurder van Mom Vastgeod B.V. mede-vennoot in de vennootschap [A] V.O.F. contact op te nemen. Eerst zal de bestaande koopovereenkomst moeten worden ontbonden, zodat uitvoering gegeven kan worden aan hetgeen u, de heer [gedaagde sub 4] en Domeinen zijn overeengekomen.
Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn dat in plaats van de heer [gedaagde sub 4] gelezen moet worden [A] Vastgoed VOF, waarbij de medewerking van alle vennoten vereist is.
2.18. Op 22 december 2009 zijn de percelen, op verzoek van [betrokkene 5], geveild en executoriaal verkocht.
3. Het geschil
3.1. Eisers vorderen, na wijziging van eis, samengevat:
I. voor recht te verklaren dat gedaagden hoofdelijk, danwel ieder voor zich, aansprakelijk zijn voor de ten gevolge van hun (gezamenlijk) handelen door eisers nog geleden en te lijden schade;
II. gedaagden hoofdelijk, danwel ieder voor zich, te veroordelen tot betaling aan eisers van een bedrag van € 4.302.687,44, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 31 maart 2006, danwel de wettelijke rente vanaf 22 december 2006 danwel een door de rechtbank te bepalen bedrag aan rente;
III. gedaagden hoofdelijk, danwel ieder voor zich, te veroordelen tot betaling van een bedrag aan buitengerechtelijke kosten van € 16.677,80, danwel een bedrag van € 6.422,00, danwel een door de rechtbank te bepalen bedrag
IV. gedaagden hoofdelijk, danwel ieder voor zich, te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2. Eisers leggen aan hun vordering ten grondslag de stelling dat het vestigen van de rechten van hypotheek op de percelen in strijd is met het bepaalde in de v.o.f.-overeenkomst. Eisers stellen dat daarom sprake is van een toerekenbare tekortkoming van Scherpenzeelseweg B.V. en van een onrechtmatige daad van De Laeck Adviesgroep B.V. en daarmee haar bestuurders De Laeck B.V. en [gedaagde sub 4]. Voorts is sprake van een onrechtmatige daad van [gedaagde sub 5] omdat deze zijn zorgplicht jegens eisers onvoldoende in acht heeft genomen.
3.3. Scherpenzeelseweg B.V., De Laeck Hoevelaken B.V., De Laeck Adviesgroep B.V., en [gedaagde sub 4] zijn niet in deze procedure verschenen.
3.4. [gedaagde sub 5] voert verweer. [gedaagde sub 5] betwist dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld. [gedaagde sub 5] voert aan dat hij niet wist of behoorde te weten dat het vestigen van de rechten van hypotheek op de percelen een toerekenbare tekortkoming van Scherpenzeelseweg B.V. inhield. [gedaagde sub 5] betwist dat hij eisers op de hoogte diende te brengen van de te vestigen rechten van hypotheek.
[gedaagde sub 5] voert voorts aan het meewerken aan een transactie die een toerekenbare tekortkoming van de betrokken partij jegens een derde oplevert, niet zonder meer met zich brengt dat sprake is van een onrechtmatige daad jegens die derde. Daarvoor zijn bijzondere bijkomende omstandigheden vereist, die door eisers niet zijn gesteld.
[gedaagde sub 5] betwist voorts het causaal verband tussen de gestelde onrechtmatige daad en de beweerde schade en voert voorts aan dat sprak is van eigen schuld aan de zijde van eisers. [gedaagde sub 5] betwist tenslotte het bestaan van enige schade alsmede de hoogte van de diverse gestelde schadeposten.
3.5. Op de stellingen van eisers en [gedaagde sub 5] wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
Ten aanzien van gedaagden sub 1 tot en met 4
4.1. De dagvaarding is op de bij de wet voorgeschreven wijze betekend aan het adres waar Scherpenzeelseweg B.V., De Laeck Hoevelaken B.V., De Laeck Adviesgroep B.V., [gedaagde sub 4] uitdrukkelijk woonplaats hebben gekozen. Tegen Scherpenzeelseweg B.V., De Laeck Hoevelaken B.V., De Laeck Adviesgroep B.V., [gedaagde sub 4] wordt, nu zij desondanks niet in deze procedure zijn verschenen, verstek verleend.
4.2. Met de wijziging van eis wordt jegens Scherpenzeelseweg B.V., De Laeck Hoevelaken B.V., De Laeck Adviesgroep B.V., [gedaagde sub 4] geen rekening gehouden op grond van artikel 130 lid 3 Rv. Beslist wordt op het gevorderde in de dagvaarding.
4.3. De rechtbank wijst toe wettelijke rente vanaf 31 maart 2006. Voor toewijzing van wettelijke handelsrente bestaat geen grond, nu geen sprake is van een vordering als bedoeld in artikel 6:119a BW.
4.4. De gevorderde kosten van gelegde beslagen worden afgewezen, omdat gesteld noch gebleken is dat daadwerkelijk beslagen zijn gelegd.
4.5. Aan buitengerechtelijke kosten wordt toegewezen het subsidiair gevorderde bedrag conform rapport Voorwerk II (ad € 6.422,00).
4.6. Voor het overige komen de vorderingen de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor. De vorderingen worden jegens Scherpenzeelseweg B.V., De Laeck Hoevelaken B.V., De Laeck Adviesgroep B.V., [gedaagde sub 4] dan ook toegewezen.
Ten aanzien van [gedaagde sub 5]
5. De beslissing
1.1. verklaart voor recht dat Scherpenzeelseweg B.V., De Laeck Hoevelaken B.V., De Laeck Adviesgroep B.V. en Van Doornik hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de ten gevolge van hun (gezamenlijk) handelen door eisers geleden en nog te lijden schade,
1.2. veroordeelt Scherpenzeelseweg B.V., De Laeck Hoevelaken B.V., De Laeck Adviesgroep B.V. en Van Doornik hoofdelijk, in die zin dat voor zover de een betaalt ook de anderen zijn bevrijd, tot betaling aan eisers van een bedrag van € 4.302.687,44, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2006 tot de dag van algehele voldoening,
1.3. veroordeelt Scherpenzeelseweg B.V., De Laeck Hoevelaken B.V., De Laeck Adviesgroep B.V. en Van Doornik hoofdelijk, in die zin dat voor zover de een betaalt ook de anderen zijn bevrijd, tot betaling aan eisers van een bedrag van € 6.422,00 aan buitengerechtelijke kosten,
1.4. veroordeelt Scherpenzeelseweg B.V., De Laeck Hoevelaken B.V., De Laeck Adviesgroep B.V. en Van Doornik hoofdelijk, in die zin dat voor zover de een betaalt ook de anderen zijn bevrijd, in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van eisers begroot op € 8.235,89,
1.5. wijst het meer of anders gevorderde af,
1.6. wijst de vordering tegen [gedaagde sub 5] af,
1.7. veroordeelt eisers jegens [gedaagde sub 5] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [gedaagde sub 5] begroot op € 7.600,00, te vermeerderen met de nakosten van € 131,00 zonder betekening, danwel € 199,00 in het geval van betekening en alle kosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na tot vonnis tot de dag van algehele voldoening,
1.8. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Blaisse en in het openbaar uitgesproken op 6 april 2011.