ECLI:NL:RBARN:2011:BP9835
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling in effectenlease-overeenkomst met toepassing van de Duisenbergregeling
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, vordert de eisende partij, Asset Refinance Company B.V. (hierna: ARC), betaling van een bedrag van € 1.940,62 van de gedaagde partij, die in deze procedure als [gedaagde partij] wordt aangeduid. De vordering is gebaseerd op een effectenlease-overeenkomst die op 9 oktober 1997 tot stand is gekomen tussen Legio Lease B.V. en [gedaagde partij]. ARC stelt dat Dexia, als rechtsopvolger van Legio Lease B.V., de vordering op [gedaagde partij] heeft gecedeerd aan ARC. De gedaagde partij heeft de restschuld, die is ontstaan na de verkoop van de aandelen die met het geleende bedrag zijn aangeschaft, niet voldaan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij geen opt-outverklaring heeft ingediend en daardoor gebonden is aan de Duisenbergregeling, die als vaststellingsovereenkomst geldt. Dit betekent dat de gedaagde partij geen beroep kan doen op verweren die verband houden met de totstandkoming van de overeenkomst, zoals misleiding of het ontbreken van een handtekening van de echtgenoot van de gedaagde partij. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde partij op de hoogte was van de Duisenbergregeling en dat de verweren niet meer relevant zijn door de WCAM-beschikking van het gerechtshof in Amsterdam.
De kantonrechter heeft de vordering van ARC toegewezen en de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak is gedaan op 30 maart 2011 door de kantonrechter M.J. Blaisse en is openbaar uitgesproken.