ECLI:NL:RBARN:2011:BP9078
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de kantonrechter in geschil over franchise- en huurovereenkomsten tussen Burger King vennootschappen
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Arnhem, ging het om een geschil tussen verschillende vennootschappen van Burger King, waaronder Burger King Europe GmbH, Burger King Restaurants B.V., Burger King Nijmegen B.V. en Burger King Veenendaal B.V. De eiseressen in conventie, Burger King Europe en Burger King Restaurants, vorderden betaling van franchisevergoedingen en andere kosten van de gedaagden, waaronder Burger King Nijmegen en Burger King Veenendaal. De rechtbank moest zich buigen over de bevoegdheid van de kantonrechter, aangezien de vorderingen betrekking hadden op een huurovereenkomst en franchiseovereenkomsten. De rechtbank oordeelde dat de kantonrechter bevoegd was om de vorderingen te behandelen, zoals bepaald in artikel 93 en 94 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank verwees de zaak naar de sector kanton, locatie Nijmegen, met uitzondering van de procedure in conventie tussen Burger King c.s. en Burger King Nijmegen en Burger King Veenendaal, die geschorst was vanwege het faillissement van deze vennootschappen. De rechtbank bepaalde dat de zaak weer op de rol zou komen voor het nemen van een akte door de gedaagden. Dit vonnis werd uitgesproken op 16 maart 2011 door mr. O. Nijhuis.