ECLI:NL:RBARN:2011:BP9030

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
7 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/52
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking verzoekster niet ontvankelijk na uitspraak kantonrechter

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 7 maart 2011 uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoekster. Het verzoek tot wraking was ingediend tegen mr. [betrokkene], die als kantonrechter had geoordeeld in een eerdere procedure tussen de besloten vennootschap Alles Media B.V. en de verzoekster. Het wrakingsverzoek was gedateerd op 14 februari 2011, maar werd pas op 20 februari 2011 bij de rechtbank ingediend, nadat de kantonrechter op 18 februari 2011 een vonnis had gewezen. De rechtbank oordeelde dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om wraking te verzoeken van een rechter na het wijzen van een vonnis in de betreffende zaak. Hierdoor was de verzoekster niet ontvankelijk in haar wrakingsverzoek. De rechtbank besloot om af te zien van een mondelinge behandeling, aangezien het verzoek al duidelijk niet ontvankelijk was. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beschikking.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ARNHEM
Wrakingskamer
zaaknummer: 11/52
Beschikking van 7 maart 2011
inzake
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
verzoekster tot wraking,
en
mr. [betrokkene],
in haar hoedanigheid van kantonrechter in de zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Alles Media B.V., handelend onder de naam Alles Media.nl, Alles in de Media & Alles in de Media.nl en [verzoekster] (zaaknummer [.....]).
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het schriftelijk wrakingsverzoek gedagtekend 14 februari 2011, binnengekomen bij de rechtbank bij faxbericht van 20 februari 2011.
2. De beoordeling
Het verzoek strekt tot wraking van mr. [betrokkene] ter zake van de procedure die is geëindigd met een door haar op 18 februari 2011 gewezen vonnis. Het wrakingsverzoek is pas daarna, te weten op 20 februari 2011, bij de rechtbank binnengekomen. De wet voorziet niet in de mogelijkheid om, wanneer de behandeling van een zaak is geëindigd door het wijzen van een vonnis, wraking te verzoeken van de rechter die de uitspraak heeft gedaan. Verzoekster is om die reden niet-ontvankelijk in haar wrakingsverzoek.
Nu aanstonds duidelijk is dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar wrakingsverzoek, zal worden afgezien van een mondelinge behandeling van het verzoek.
3. De beslissing
De rechtbank:
verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek om wraking.
Deze beschikking is gegeven door mrs M.C.G.J. van Well als voorzitter, C.M.E. Lagarde en N.K. van den Dungen-Dijkstra, als rechters in tegenwoordigheid van de griffier mr. S. Westerdijk
en in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2011.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.