zaaknummer / rolnummer: 199351 / HA ZA 10-764
de vennootschap naar Duits recht
[eiseres] FRACHT GMBH & CO. KG,
gevestigd te [woonplaats], Duitsland,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHEEPSREPARATIEBEDRIJF MISTI B.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.C.J. Peters te Arnhem.
Partijen zullen hierna [eiseres] Fracht en Misti genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 20 oktober 2010
- het proces-verbaal van comparitie gehouden op 7 januari 2011
- de brief van 25 januari 2011 van de advocaat van [eiseres] Fracht, met bijgevoegd een kleurenkopie van de door de heer O. [eiseres] ter zitting van 7 januari 2011 getoonde foto’s,
- de brief van 27 januari 2011 van de advocaat van Misti, met bijgevoegd 3 kleurenfoto’s van het schip de ‘Emsriff’ en een aantal kopieën van facturen,
- de brief van 31 januari 2011 van de advocaat van [eiseres] Fracht met een reactie op de door de advocaat van Misti nagezonden kopieën van facturen,
- de brief van 1 februari 2011 van de advocaat van Misti met daarin een reactie op de hiervoor vermelde brief.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiseres] Fracht is eigenaar van het gemotoriseerde vrachtschip met de naam ‘Emsriff’. Het is een onder Duitse vlag varend schip uit 1980.
2.2. Misti is een scheepsreparatiebedrijf.
2.3. Germanischer Lloyd (hierna: GL) is een classificatie- of klassebureau voor schepen, dat regels en voorschriften uitgeeft voor de bouw en uitrusting van schepen. GL houdt toezicht op de bouw en volgt de levensloop van een schip. Na de bouw en het in gebruik nemen van het schip heeft het schip een geldige ‘Class’ en ontvangt het een zogenaamd ‘Certificate of Class’. Een dergelijk certificaat is vijf jaar geldig. Na vijf jaar volgt een inspectie en krijgt het schip, indien goedgekeurd, een nieuw klassecertificaat voor vijf jaar. Tijdens die vijf jaar vinden periodieke controles plaats. Indien tijdens die controles blijkt dat niet (meer) aan de voorschriften wordt voldaan kan het schip tijdelijk de status ‘Class suspended’ krijgen. Het schip mag dan niet uitvaren zonder toestemming van GL.
2.4. Voor de Emsriff is op 1 april 2005 een ‘Certificate of Class’ afgegeven dat, volgens een op 9 mei 2008 ondertekende kopie van dit certificaat, geldig is tot 31 maart 2010. De status van de Emsriff is sinds 8 januari 2009 ‘Class suspended’ wegens ‘Non-compliance with conditions of class / recommendations’.
2.5. In maart / april 2009 is tussen [eiseres] Fracht en Misti een overeenkomst tot stand gekomen, op grond waarvan Misti reparatiewerkzaamheden heeft uitgevoerd aan de Emsriff. Deze overeenkomst is tot stand gekomen door tussenkomst van de heer H. [betrokkene] van JDS Trading te Zevenaar (hierna: [betrokkene]). In een mailbericht van 18 maart 2009 van [betrokkene] aan de heer J. [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2]), medewerker van [eiseres] Fracht, is het volgende vermeld:
Wir haben folgenden Vorschlag:
Sie kommen mit dem Kumo zu Arnheim, wir laden die GL ein und besprechen welche Arbeiten wir mindestens ausfuehren muessen um Klasse zu verlaengeren.
Nachdem setzen wir uns zusammen und koennen einen guten Preis durchrechnen. Wir muessen mit GL alles angucken und besprechen, sonst bezahlen Sie immer zuviel.
Sie verstehen das man nur richtig Kalkuliern kann, wenn man weist wass notwendig ist zu machen.
Weiter muessen Sie denken um gleich die Vorklasse zu machen fuer 2010, dann koennen wir zusammen alles machen und kann das fuer einen guten Preis mitgemacht werden.
2.6. Vervolgens is de Emsriff met toestemming van GL naar de werf van Misti gebracht.
2.7. In een mailbericht van 8 april 2009 heeft [betrokkene] het volgende aan [betrokkene 2] geschreven:
Hiermit schicke ich die Dicke messung, sowie gestern gemacht durch Metaal Meting Buro. Sie sehen, dass die erste 1.50 / 1.80 Mtr. im Raum sehr Slecht sind und da muessen wir einen neue Stahlplatte von 7 mm. Montieren und die alte Platte wegnehmen.
Die Luken sind im Mitte slecht und muessen wir sehr warscheinlich im Mitte 4 mtr. Breit neue Platte schweissen von 8 mm. und die Alte wegnehmen.
Ich habe heute noch kontakt mit Germanischer Lloyd.
Heute fangen wir an mit vorbereitung, die Rohre von Luken-Hydraulik, sollte auch heute fertig sein.
2.8. GL heeft controles uitgevoerd tijdens de reparatiewerkzaamheden door Misti aan de Emsriff. Aan het eind van de door Misti verrichte werkzaamheden heeft GL een rapport opgemaakt over de periode van 2 april tot en met 29 oktober 2009, genaamd Survey Statement No. 17, ondertekend op 4 november 2009. Daarin is de staat van het schip op dat moment vastgelegd.
2.9. In verband met klachten van [eiseres] Fracht over de gebrekkige kwaliteit van de werkzaamheden van Misti heeft de aanbouwverzekeraar van Misti, HDI-Gerling, een deskundige ingeschakeld, D. Touw Expertise- en Ingenieursbureau B.V. (hierna: Touw Expertise). Touw Expertise heeft een schadeonderzoek uitgevoerd op 18 september 2009 en 6 oktober 2009 bij Misti en aan boord van de Emsriff. De bevindingen van dit onderzoek zijn weergegeven in een rapport van Touw Expertise van 7 oktober 2009 en luiden (onder meer) als volgt:
Vastgesteld werd dat de ladingruimluiken niet correct konden worden dichtgelegd. (…)
De beide luikhoofden, bakboord zowel als stuurboord, stonden duidelijk naar binnen verbogen (…)
(…) Uit deze metingen bleek duidelijk dat de ruimwanden naar binnen toe waren vervormd waardoor het ruim plaatselijk smaller was geworden (…).
De vervorming van de ruimwanden is, naar de mening van ondergetekende, het gevolg van een onjuiste lasvolgorde en het aanbrengen van te zware (dikke) lassen. Hierdoor zijn, als gevolg van krimp dat optreedt tijdens het afhoeken van de lassen, ondanks het aanbrengen van tijdelijke dwarsverbanden, de ruimwanden naar elkaar toegetrokken en vervormd.
De totale reparatiekosten zijn in dit rapport vastgesteld op € 35.000,00 exclusief BTW, bestaande uit de volgende posten:
€ 15.840,00 ‘Lasnaad ruimwand – tanktop losbranden, ruimwanden richten, knieën losbranden, hulpcontructies etc., lassen’
€ 11.160,00 ‘luikhoofden richten, luikhoofdsteunen losbranden, richten, fixeren en vervolgens weer lassen’
€ 3.000,00 ‘luiken passen, eventuele aanpassingen en onvoorziene werkzaamheden’
€ 5.000,00 ‘lasmaterialen, hulpconstructies, etc.’
Ten aanzien hiervan is in het rapport het volgende opgenomen:
De aard en omvang van de werkzaamheden zijn met de eigenaar van het motorschip EMSRIFF besproken en deze heeft aangegeven hiermee akkoord te kunnen gaan. De werkzaamheden aan het motorschip EMSRIFF zullen naar verwachting eind oktober 2009 kunnen worden afgerond.
2.10. Bij brief van 14 oktober 2009 heeft [eiseres] Fracht onder meer het volgende aan Misti geschreven:
(…)
1. Het laswerk is door Verschoor & Bras als gebrekkig beoordeeld en door G.L. afgekeurd. Het gaat daarbij om lasnaden met een totale lengte van ongeveer 300 meter. U hebt mondeling aangegeven dat Misti voor het herstel van de lasnaden zal zorg dragen. Er is toegezegd dat de werkzaamheden aan het eind van deze week klaar zouden zijn. Wanneer Misti het op deugdelijke wijze corrigeren van de lasnaden niet uiterlijk op zaterdag 17 oktober 2009 in overeenstemming met de eisen van G.L. heeft uitgevoerd, behouden wij ons het recht voor om het nog resterende deel van de werkzaamheden door derden op een andere locatie te laten uitvoeren op kosten van Misti.
2. Zoals u weet zullen verder de ruimwanden en de denneboom opnieuw gesteld moeten worden. Misti wordt hierbij in de gelegenheid gesteld om ook deze gebrekkige werkzaamheden te corrigeren en er voor te zorgen dat deze alsnog voldoen aan de daaraan te stellen eisen. Ten aanzien van deze ruimwanden en de denneboom moeten duidelijke afspraken worden gemaakt omtrent kwaliteit en tijdsduur.
Omdat het stellen van de ruimwanden en de denneboom mogelijkerwijs niet geheel gelijktijdig kan worden uitgevoerd met de onder punt 1 genoemde laswerkzaamheden stellen wij voor dat Misti voor dit herstel nog 2 weken extra de tijd krijgt.
In totaal krijgt Misti derhalve tot 31 oktober 2009 de tijd voor het uitvoeren van alle benodigde werkzaamheden teneinde het m.s. “Emsriff”in alle opzichten in orde te brengen conform de eisen van Verschoor & Bras en G.L.
3. Ten aanzien van de luiken heeft Misti aangegeven dat zij deze werkzaamheden zelf niet meer kan en/of wil uitvoeren. De deskundigen zijn het erover eens dat de werkzaamheden aan de luiken zeer slecht zijn uitgevoerd zodat het herstel daarvan elders zal moeten plaatsvinden, de kosten die tot nu toe in rekening zijn gebracht ten aanzien van deze luiken zullen vanzelfsprekend moeten worden gecrediteerd en de bedragen welke met betrekking daartoe reeds door ons zijn voldaan dienen door uw bedrijf te worden terugbetaald. Daarnaast is Misti aansprakelijk voor de schade en voor de extra kosten welke verband houden met de ten aanzien van deze luiken nog te verrichten reparatiewerkzaamheden. (…)
(…)
5. (…) maar bij een redelijke voortgang hadden de overeengekomen werkzaamheden in ieder geval in augustus van dit jaar afgerond kunnen zijn. Veel langer dan gepland hebben wij daarom het m.s. “Emsriff” niet binnen onze organisatie in kunnen zetten. Dit schip wordt voornamelijk gebruikt voor het vervoer van eigen bouwmaterialen en door de enorme vertraging in het afronden van de reparatiewerkzaamheden hebben wij inkomsten gederfd respectievelijk schade geleden. (…) Wij zullen hier te gelegener tijd op terugkomen en behouden ons met betrekking tot deze vertragingsschade alle rechten voor.
(…)
7. Wij hebben redenen aan te nemen dat het m.s. de “Emsriff” ten gevolge van de door Misti uitgevoerde reparatiewerkzaamheden krom is getrokken. (…) Ook op dit punt moeten wij ons uiteraard alle rechten voorbehouden.
8. Gelet op de hierboven genoemde gebreken en tekortkomingen en de schade die wij als gevolg daarvan hebben geleden respectievelijk nog zullen lijden zijn wij genoodzaakt de betaling van de nog openstaande rekeningen van Misti op te schorten, totdat alle bovengenoemde punten volledig zijn afgehandeld en alles klaar is.
2.11. [eiseres] Fracht heeft de facturen van Misti vanaf week 32 onbetaald gelaten.
2.12. Misti heeft de laswerkzaamheden opnieuw laten uitvoeren door een lasbedrijf. Op 20 oktober 2009 heeft GL gecontroleerd of de nieuwe laswerkzaamheden in overeenstemming met de eisen van GL waren uitgevoerd. Dat bleek niet het geval. Bij deze inspectie door GL was ook een medewerker van Van Duyvendijk & Zn B.V., een door [eiseres] Fracht ingeschakelde deskundige, aanwezig. Van Duyvendijk & Zn. heeft naar aanleiding van deze inspectie op 24 november 2009 een rapport opgemaakt. In dit rapport staat de volgende conclusie:
Concluded can be said the bended coaming is a result of the removal of the longitudinal cargo hold bulkheads without sufficient temporary fixing profiles or pipes before starting the works. Further on the unprofessional welding had caused a extraordinary heating of the material which has influenced the bending more.
As a result the hatch covers do not close watertight and finally Germanischer Lloyd will not certify the vessel as a seaworthy ship, so the certificate will not be issued.
In dit rapport staat ook het volgende geschreven over de luiken:
also Misti has repaired three of the six hatch covers but after repairing these hatches were seriously bended
Van Duyvendijk & Zn. heeft een overzicht gemaakt van de benodigde reparaties. Zij heeft de totale kosten van de benodigde reparaties inclusief uren, materialen en eventuele bijkomende kosten begroot op € 100.000,00 (exclusief de in het rapport onder B genoemde werkzaamheden) tot € 150.000,00 (inclusief die werkzaamheden).
2.13. Op 24 oktober 2009 heeft [eiseres] Fracht de Emsriff bij Misti weggehaald en naar de scheepswerf SEC GmbH & Co. Shipservices KG (hierna: SEC), gevestigd te Leer in Duitsland, gebracht.
2.14. Misti heeft bij brief van 3 november 2009 haar bezwaren tegen het verplaatsen van de Emsriff naar SEC geuit. Zij heeft eventuele vorderingen die voortvloeien uit zonder haar goedkeuring door SEC verrichte reparaties afgewezen. Daarnaast heeft zij [eiseres] Fracht ten aanzien van de betaling van de facturen van week 32 t/m 40 in gebreke gesteld. Ook heeft zij [eiseres] Fracht gewezen op de volgens haar van toepassing zijnde Metaalunie-voorwaarden, waarvan zij een kopie heeft meegestuurd.
2.15. Bij brief van 5 november 2009 heeft de advocaat van [eiseres] Fracht Misti aansprakelijk gesteld voor de kosten van de door SEC uit te voeren herstelwerkzaamheden, de schade die door [eiseres] Fracht als gevolg van de gebrekkig door Misti uitgevoerde werkzaamheden wordt geleden en voor de schade die [eiseres] Fracht stelt te lijden omdat zij het schip lange tijd niet heeft kunnen exploiteren.
2.16. Na daartoe op 4 februari 2010 verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank te hebben verkregen heeft [eiseres] Fracht op 8 februari 2010 tot zekerheid van verhaal van haar voorlopig op € 1.045.000,00 begrote vordering ten laste van Misti beslag gelegd.
2.17. Misti heeft Ship & Shore Enterprises B.V. (hierna: Ship & Shore) ingeschakeld om een onderzoek in te stellen naar aanleiding van het geschil met [eiseres] Fracht. Dit heeft geresulteerd in een rapport van Ship & Shore Enterprises van 19 augustus 2010. Daarin wordt, onder meer, geconcludeerd dat vervormingen aan de luikhoofden (denneboom) en luikdeksels zoals die zich hebben voorgedaan bij de Emsriff in negen van de tien gevallen onvermijdelijk zijn bij een grootschalige staalvernieuwing met bijbehorende laswerkzaamheden, ondanks het gebruiken van steunbalken. Ook wordt daarin geconcludeerd dat het gebruikelijk is dat die opgetreden vervormingen pas aan het eind van de reparatiewerkzaamheden opnieuw kunnen worden gesteld of gericht, maar dat Misti hiertoe niet meer in de gelegenheid is gesteld, zodat Misti niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de kosten die SEC in dit verband heeft gemaakt. Ten slotte worden in dit rapport op- en aanmerkingen gemaakt op het rapport van Duyvendijk & Zn. en de conclusies die de advocaat van [eiseres] Fracht daaruit trekt.
3. Het geschil
in conventie
3.1. [eiseres] Fracht vordert:
Primair:
a) Misti te veroordelen tot betaling van € 315.383,39, zijnde de tot nu toe gemaakte kosten van herstel van de gebrekkig door Misti uitgevoerde werkzaamheden, te vermeerderen met de kosten die nog gemaakt moeten worden,
b) Misti te veroordelen tot betaling van € 210.000,00 voor het tijdverlet van het schip,
c) Misti te veroordelen tot betaling van de kosten die door Misti ten onrechte aan haar in rekening zijn gebracht, te weten de kosten voor het zandstralen van het schip van
€ 12.600,00, de kosten voor de aan de luiken verrichte werkzaamheden van € 53.760,00, de kosten voor de huur van een steiger en straalwerkzaamheden die beweerdelijk zouden zijn uitgevoerd van € 9.895,00;
de voorgaande bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente, voor wat betreft bedragen genoemd onder a) en b) vanaf de dag van de dagvaarding en voor wat betreft de onder c) genoemde bedragen vanaf de dag dat de facturen aan Misti zijn betaald tot aan de dag van volledige betaling,
Subsidiair:
in rechte te verklaren dat Misti aansprakelijk is voor de kosten van de herstelwerkzaamheden en de schade die door [eiseres] Fracht als gevolg van de door Misti gebrekkig uitgevoerde werkzaamheden wordt geleden, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
Primair en subsidiair:
Misti te veroordelen in de redelijke door [eiseres] Fracht gemaakte kosten, waaronder de buitengerechtelijke kosten tot een beloop van € 2.580,00, de kosten voor de gelegde en nog te leggen conservatoir (derden-)beslagen, alsmede Misti te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2. [eiseres] Fracht stelt dat Misti de herstelwerkzaamheden gebrekkig heeft uitgevoerd én in een te lang tijdsbestek, waardoor zij schade heeft geleden, bestaande uit kosten ter herstel van de door Misti veroorzaakte gebreken en vertragingsschade wegens tijdverlet van het schip. Zij legt aan haar vordering ten grondslag dat Misti is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen. Nu Misti, na daartoe meerdere malen in de gelegenheid te zijn gesteld, de gestelde tekortkomingen niet heeft hersteld, houdt [eiseres] Fracht Misti op grond van artikel 6:74 BW en artikel 7:759 lid 1 BW aansprakelijk voor de door haar geleden schade. Zij stelt daarnaast een vordering uit onverschuldigde betaling op Misti te hebben omdat Misti werkzaamheden aan haar in rekening heeft gebracht, die niet of niet naar behoren zijn uitgevoerd, maar waarvoor wel is betaald.
3.3. Misti voert gemotiveerd verweer. Behoudens een tekortschieten in de nakoming met betrekking tot de laswerkzaamheden, wijst zij alle aansprakelijkheid voor schade van de hand. Zij stelt dat er niet meer schade aan haar kan worden toegerekend dan de door gebrekkige laswerkzaamheden ontstane schade, te begroten op € 20.840,00, maar maximaal
op € 35.000,00. Er is voor eventuele overige gebreken geen sprake van een (geldige) ingebrekestelling en ook niet van tekortkomingen van Misti.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5. Misti vordert:
a) [eiseres] Fracht te veroordelen tot betaling aan haar van in totaal € 160.722,39 in verband met achterstallige facturen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente,
b) [eiseres] Fracht te veroordelen tot betaling aan Misti van € 16.915,00 in verband met de tot en met 31 juli 2010 gemaakte kosten van buitengerechtelijke rechtsbijstand en griffierechten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2010,
c) [eiseres] Fracht te veroordelen tot betaling aan Misti van een bedrag van € 9.985,20 in verband met de kosten van de ingeschakelde deskundige (Ship & Shore Enterprises), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2010, alsmede te vermeerderen met in de toekomst mogelijk nog te maken expertisekosten,
d) [eiseres] Fracht te gebieden om, op straffe van de verbeurte van een dwangsom, binnen één week na betekening van het vonnis alle ten laste van Misti gelegde conservatoir (derden)beslagen op te (doen) heffen en opgeheven te houden,
e) voor recht te verklaren dat de door [eiseres] Fracht ten laste van Misti gelegde conservatoir (derden)beslagen ten onrechte zijn gelegd, derhalve zijn aan te merken als een onrechtmatig handelen jegens Misti, alsmede voor recht te verklaren dat [eiseres] Fracht dientengevolge jegens Misti aansprakelijk is voor de daaruit voor Misti voortvloeiende schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
f) [eiseres] Fracht te veroordelen in de kosten van de procedure in reconventie, de kosten van betekening en executie daaronder begrepen, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente over vorenbedoelde kosten vanaf één week na het te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
3.6. Misti stelt dat [eiseres] Fracht is tekortgeschoten in de nakoming van haar betalingsverplichting en vordert betaling van de facturen die zij [eiseres] Fracht vanaf week 32 voor de verrichte werkzaamheden heeft toegezonden. [eiseres] Fracht had volgens Misti niet mogen overgaan tot opschorting van haar betalingsverplichting, nu Misti slechts aansprakelijk kan worden gehouden voor een schade van maximaal € 35.000,00. De gelegde beslagen waren onnodig en daarom onrechtmatig jegens haar, reden waarom zij vordert dit te verklaren voor recht alsmede te verklaren voor recht dat Misti aansprakelijk is voor de daaruit voor [eiseres] Fracht voortvloeiende schade. Misti stelt door het beslag te worden gehinderd in haar bedrijfsvoering.
3.7. [eiseres] Fracht voert gemotiveerd verweer. Zij stelt onder meer dat zij de betaling van de facturen heeft mogen opschorten, nu Misti is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en zij een vordering tot schadevergoeding tegen Misti heeft ingesteld. Zij betwist dat de door haar gelegde beslagen onnodig waren of gebaseerd op een ondeugdelijk ingeroepen recht en dat Misti door de beslagen wordt gehinderd in haar bedrijfsvoering. De beslagen kunnen volgens haar pas als onrechtmatig worden bestempeld indien de vordering in conventie geheel zou worden afgewezen. Daarvan is geen sprake nu Misti aansprakelijkheid voor fouten in de laswerkzaamheden erkent.
3.8. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Tussen partijen is niet in geschil dat op de door hen gesloten overeenkomst Nederlands recht van toepassing is.
4.2. De tussen [eiseres] Fracht en Misti gesloten overeenkomst is te kwalificeren als een overeenkomst van aanneming van werk in de zin van artikel 7:750 BW.
4.3. De eerste vraag die in dat verband voorligt is welke verbintenissen uit dien hoofde op partijen rustten. [eiseres] Fracht stelt dat zij in maart / april 2009 met Misti mondeling is overeengekomen dat Misti herstelwerkzaamheden aan de wanden van de ballasttanks en de luiken van het schip aan de Emsriff zou verrichten om verlenging van het klassecertificaat te krijgen en dat Misti had aangegeven deze werkzaamheden binnen 4 weken te kunnen uitvoeren voor een vaste aanneemsom van € 100.000,00. Misti erkent dat in eerste instantie is besproken dat zij de ruimwanden / wanden van de ballasttanks (‘longitudinal bulkheads’) en de luiken (‘hatch covers’) van de Emsriff zou gaan repareren. Zij betwist echter dat is overeengekomen dat zij deze reparatiewerkzaamheden binnen 4 weken voor een vaste aanneemsom van € 100.000,00 zou uitvoeren. In dat verband betoogt zij dat partijen hebben afgesproken dat zij de precieze aard en omvang van de werkzaamheden zouden laten afhangen van wat volgens GL noodzakelijk zou zijn voor opheffing van de status ‘Class suspended’. Ook zouden zij hebben afgesproken dat de door vertegenwoordigers van [eiseres] Fracht in overleg met GL aan te geven werkzaamheden door Misti op urenbasis of nacalculatie uitgevoerd zouden worden. Zo is het volgens Misti feitelijk ook gegaan. De urenbriefjes werden wekelijks door de kapitein van de Emsriff afgetekend, waarna op die basis werd gefactureerd. Na aanvang van de werkzaamheden bleek dat er hoe langer hoe meer werkzaamheden bij kwamen, waarvoor deels is gewerkt met offertes en deels is afgesproken om te werken op basis van nacalculatie.
4.4. Uit de onder 2.2 weergegeven e-mailberichten, de overige producties en hetgeen ter comparitie is besproken blijkt dat in eerste instantie tussen [betrokkene] en [betrokkene 2] is gesproken over het dubbelen of vernieuwen van de ruimwanden van het schip maar dat zij de precieze aard en omvang van de werkzaamheden zouden laten afhangen van wat volgens GL noodzakelijk zou zijn voor opheffing van de status ‘Class suspended’. Gelet hierop mocht Misti er gerechtvaardigd op vertrouwen dat de opdracht van [eiseres] Fracht aan Misti inhield dat de Emsriff op zodanige wijze moest worden gerepareerd dat GL de ‘Class suspended’-status van de Emsriff zou opheffen, zodat de Emsriff weer mocht varen. Hoewel [betrokkene] in zijn e-mailbericht van 18 maart 2009 aan [betrokkene 2] ook schrijft: ‘Weiter muessen Sie denken um gleich die Vorklasse zu machen fuer 2010’ blijkt uit de verklaring ter comparitie van [eiseres] Fracht dat de opdracht aan Misti nadrukkelijk niet een klassevernieuwing voor de Emsriff na 31 maart 2010 als doel had.
4.5. Verder blijkt uit de stukken en het ter comparitie besprokene dat Misti is begonnen met het vervangen van de ruimwanden van het schip en het herstellen van de luiken en dat zij vanaf het begin van haar reparatiewerkzaamheden wekelijks de arbeids- en materiaalkosten aan [eiseres] Fracht heeft gefactureerd, welke facturen waren gebaseerd op door de kapitein van de Emsriff en [betrokkene] ondertekende werkbriefjes. [eiseres] Fracht heeft deze facturen in elk geval tot begin augustus 2009 voldaan. De rechtbank is van oordeel dat, gelet hierop, Misti redelijkerwijs mocht begrijpen dat zij de werkzaamheden uitvoerde op regiebasis, dus dat er sprake was van een regieovereenkomst, waarbij de prijs voor het werk zou bestaan uit de werkelijke uitvoeringskosten van het werk, eventueel verhoogd met een opslag voor algemene kosten en / of winst. Dat er, zoals [eiseres] Fracht stelt, sprake was van een voor de werkzaamheden overeengekomen termijn van 4 weken en een vaste aanneemsom van € 100.000,00 is in het licht van het voorgaande en de betwisting daarvan door Misti niet vast komen te staan.
4.6. Uit het voorgaande volgt dat de opdrachten die Misti op regiebasis van [eiseres] Fracht kreeg, moesten worden uitgevoerd conform de richtlijnen of eisen van GL en de opheffing van de ‘Class suspended’- status van de Emsriff als doel hadden.
4.7. Een tweede vraag die voorligt is of op de overeenkomst algemene voorwaarden van toepassing zijn.
4.8. Misti stelt zich op het standpunt dat de Algemene leverings- en betalingsvoorwaarden van de Koninklijke Metaalunie (hierna: Metaalunievoorwaarden) op de overeenkomst met [eiseres] Fracht van toepassing zijn. Zij verwijst daarvoor naar de mededeling ‘Alle reparaties en leveringen onder Metaalunievoorwaarden’ onderaan haar facturen en offertes. Bovendien kan volgens haar de bekendheid van [betrokkene] met het feit dat Misti deze alom bekende standaardvoorwaarden op al haar overeenkomsten van toepassing verklaart, aan [eiseres] Fracht worden toegerekend omdat [betrokkene] namens [eiseres] Fracht optrad. Zij beroept zich op de in artikel 13 van deze voorwaarden opgenomen beperking van haar aansprakelijkheid.
4.9. [eiseres] Fracht betwist de toepasselijkheid van die voorwaarden. Deze zijn volgens haar bij het sluiten van de overeenkomst noch besproken, noch aan haar ter hand gesteld. Zij heeft deze niet aanvaard. Dat [betrokkene] bekend was met deze algemene voorwaarden betwist ze, terwijl dit volgens haar bovendien niet relevant is omdat [betrokkene] niet namens haar optrad.
4.10. De rechtbank stelt bij haar beoordeling voorop dat voor het overeenkomen van algemene voorwaarden geen andere eisen gelden dan voor het tot stand komen van overeenkomsten. Dat brengt met zich dat een partij ook door stilzwijgende aanvaarding gebonden kan raken aan algemene voorwaarden. De Hoge Raad heeft meermalen geoordeeld dat het niet protesteren tegen de verwijzing naar de algemene voorwaarden op een of meer facturen voor eerdere leveringen tot gebondenheid aan algemene voorwaarden kan leiden. Dat geldt sterker naarmate de relatie tussen partijen langer heeft geduurd en meerdere facturen zijn gezonden, waarop deze vermelding staat.
4.11. In het onderhavige geval zijn partijen geen schriftelijke overeenkomst aangegaan. Niet gesteld of gebleken is dat bij de totstandkoming van de overeenkomst, waarbij [betrokkene] betrokken was, is gesproken over de toepasselijkheid van de Metaalunievoorwaarden. Tussen Misti en [eiseres] Fracht was geen sprake van een vaste handelsrelatie. Hoewel het hier gaat om professionele partijen, die in het algemeen bedacht moeten zijn op de toepasselijkheid van algemene voorwaarden, kan in dit geval de toepasselijkheid niet worden aangenomen enkel omdat de facturen die Misti aan [eiseres] Fracht ná aanvang van de werkzaamheden heeft toegezonden de mededeling bevatten dat de Metaalunievoorwaarden van toepassing zijn. De stelling van Misti dat zij een vaste handelsrelatie had met [betrokkene], die ervan op de hoogte was dat Misti deze algemene voorwaarden toepast, brengt niet mee dat deze eventuele kennis van [betrokkene] aan [eiseres] Fracht kan worden toegerekend, wat er verder ook zij van de stelling dat [betrokkene] voor [eiseres] Fracht optrad. Misti had er onder deze omstandigheden niet op mogen vertrouwen dat [eiseres] Fracht deze voorwaarden aanvaardde.
4.12. De slotsom is dat niet kan worden aangenomen dat [eiseres] Fracht de gelding van de Metaalunievoorwaarden (stilzwijgend) heeft aanvaard. Deze algemene voorwaarden zijn daarom niet van toepassing op de onderhavige overeenkomst van aanneming van werk.
toerekenbare tekortkomingen
4.13. [eiseres] Fracht stelt dat Misti zowel de wanden van de ballasttanks als de luiken van het schip niet deugdelijk heeft gerepareerd en dat Misti ingevolge artikel 6:74 BW en artikel 7:759 lid 1 BW aansprakelijk is voor de schade die zij daardoor lijdt. In haar brief van 14 oktober 2009 noemt zij in het bijzonder de volgende gebreken: 1) ondeugdelijk uitgevoerde laswerkzaamheden, 2) ondeugdelijk gerepareerde luiken, 3) verbogen ruimwanden en denneboom, 4) het kromtrekken van de Emsriff en 5) de te lange duur van de werkzaamheden.
4.14. Ter onderbouwing van de gestelde tekortkomingen verwijst [eiseres] Fracht onder meer naar Survey Statement 17 van GL. Verder verwijst [eiseres] Fracht ter onderbouwing van de door haar gestelde gebreken naar de inhoud van het rapport van Van Duyvendijk & Zn., waarvan een gedeelte hiervoor onder 2.11 is geciteerd.
4.15. Misti erkent aansprakelijkheid voor de door haar, althans de door haar ingeschakelde onderaannemer, niet conform GL richtlijnen uitgevoerde lasnaden. Zij stelt zich op het standpunt dat haar aansprakelijkheid zich beperkt tot maximaal
€ 20.840,00. Dit bedrag bestaat uit de op laswerkzaamheden betrekking hebbende posten van € 15.840,00 en € 5.000,00 uit het rapport van Touw Expertise. Misti stelt dat de door Duyvendijk & Zn. voorgestelde reparatie veel omvangrijker en kostbaarder is dan nodig en méér omvat dan alleen het herstel van de gevolgen van niet conform GL richtlijnen uitgevoerde laswerkzaamheden. Zij onderbouwt dit met de bevindingen in het door haar overgelegde rapport van Ship & Shore, waarin is geconcludeerd dat het opnieuw stellen van de ruimwanden en luikhoofden en het passend maken van de luiken ook bij goed laswerk plaats hadden moeten vinden. Subsidiair erkent zij aansprakelijkheid voor maximaal het door Touw Expertise op € 35.000,00 begrote bedrag. Deze begroting omvat ook de kosten voor het opnieuw stellen van de ruimwanden en luikhoofden en het passend maken van de luiken.
4.16. Door de erkenning door Misti staat vast dat er in elk geval ten aanzien van de laswerkzaamheden sprake is van een tekortkoming. Vast staat dat deze laswerkzaamheden niet conform de richtlijnen van GL zijn uitgevoerd. De hoogte van de daaruit voor [eiseres] Fracht voortvloeiende schade zal in een later stadium van deze procedure nader aan de orde komen.
4.17. Misti betwist dat er sprake is van overige tekortkomingen. Uit het Survey Statement 17 valt dit volgens haar niet op te maken. Ook het rapport van Van Duyvendijk & Zn. kan volgens Misti niet tot de conclusie leiden dat er sprake is van overige tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomst. Misti verwijst hiervoor naar de bevindingen van de door haar ingeschakelde deskundige van Ship & Shore, waarin uitvoerig wordt ingegaan op de diverse gestelde gebreken en de conclusies van Van Duyvendijk & Zn. De meest verstrekkende conclusie in het rapport van Ship & Shore is dat het kromtrekken of vervormen van ruimwanden, denneboom, luikhoofden en deksels een normaal gevolg is van te verrichten reparatiewerkzaamheden, waaronder laswerkzaamheden en het vernieuwen van staal en dus geen tekortkoming van Misti vormt. Dit gebeurt volgens Ship & Shore ook indien er tijdens de werkzaamheden voldoende wordt gestut. Het na de reparatiewerkzaamheden opnieuw stellen en richten van ruimwanden, dennebomen, luikhoofden en het opnieuw passend maken van luiken behoort tot de normale werkzaamheden nadat de laswerkzaamheden zijn voltooid. Misti is hiertoe echter niet meer in de gelegenheid gesteld. Daarnaast voert Misti het verweer dat zij heeft gewerkt op aanwijzingen van GL en de vertegenwoordigers van [eiseres] Fracht, dat GL en [eiseres] Fracht in feite de directie of regie over de reparatiewerkzaamheden voerden en dat zij tijdens de werkzaamheden niet keer op keer door GL is gewezen op tekortkomingen.
4.18. Het is de rechtbank, mede gelet op dit verweer van Misti, niet duidelijk, of [eiseres] Fracht de overige aan het schip geconstateerde gebreken waarvoor zij Misti aansprakelijk stelt beschouwt als afzonderlijke gebreken of als gebreken die het gevolg zijn van de erkend gebrekkige laswerkzaamheden. [eiseres] Fracht zal in de gelegenheid worden gesteld zich daarover bij akte nader uit te laten. Ook zal [eiseres] Fracht in de gelegenheid worden gesteld zich bij die akte nader uit te laten over de vraag waaruit het bestaan van die afzonderlijke dan wel als gevolg van de gebrekkige laswerkzaamheden ontstane gebreken precies blijkt en waarop de aansprakelijkheid van Misti voor deze gebreken is gestoeld. Vervolgens zal Misti de gelegenheid krijgen om op deze akte te reageren.
4.19. Iedere verdere beslissing op dit punt wordt aangehouden.
Terugvordering van reeds verrichte betalingen
4.20. [eiseres] Fracht vordert voorts terugbetaling door Misti van de volgende bedragen die zij stelt aan Misti te hebben betaald:
a) € 12.600,00 voor kosten voor het zandstralen van het schip
b) € 53.760,00 voor aan twee luiken verrichte werkzaamheden
(de optelsom van de facturen van 15 juni 2009 ad € 34.510,00, van 3 juli 2009 ad
€ 12.500,00 en van 3 augustus 2009 ad € 6.750,00),
c) € 9.895,00 voor kosten voor de huur van een steiger en door R. Gerressen Dienstverlening uitgevoerde straalwerkzaamheden.
Zij legt daaraan in het bijzonder het volgende ten grondslag. De zandstraalwerkzaamheden zijn niet verricht. De herstelwerkzaamheden aan de luiken waren ondeugdelijk en moesten door SEC geheel opnieuw worden gedaan. Ten slotte is volgens [eiseres] Fracht niet gebleken dat en waarom Misti steigers heeft gehuurd en op grond waarvan deze post bij haar in rekening is gebracht.
4.21. Misti betwist dat zij kosten aan [eiseres] Fracht in rekening heeft gebracht die niet zijn gemaakt. Zij voert aan dat alle op de afgetekende werkbriefjes weergegeven en vervolgens in rekening gebrachte kosten ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Ter onderbouwing daarvan legt zij de onderliggende facturen van R. Gerressen van 15 en 20 juni 2009 over met betrekking tot de in week 24 tot en met week 26 uitgevoerde zandstraalwerkzaamheden en de factuur van 2 juli 2009 waarin zij deze kosten met een opslag heeft doorberekend aan [eiseres] Fracht. In de drie facturen die betrekking hebben op de luiken zijn volgens Misti niet alleen de kosten voor de reparatie van de twee luiken gefactureerd maar ook de arbeidsuren van Misti over week 24. Voor de reparatie van de twee luiken is in het totaal € 36.750,00 gefactureerd, welk bedrag op voorhand was afgesproken met de heer [betrokkene 2] van [eiseres] Fracht. De twee luiken zijn gerepareerd door Helldörfer Lasbedrijf & Scheepsbouw, waarvan zij de factuur van 4 juni 2009 heeft overgelegd. Ten aanzien van het door [eiseres] Fracht genoemde bedrag van
€ 9.895,00 stelt zij ten slotte dat zij dit bedrag niet heeft gefactureerd, maar dat dit waarschijnlijk ziet op de nog openstaande geschatte bedragen die zij in haar schikkingsvoorstel van 23 oktober 2009 heeft genoemd (€ 6.000,00 voor ‘huur steiger’ en
€ 3.895,00 voor ‘straalwerk Gerressen (sept.)’. [eiseres] Fracht heeft dit bedrag ad € 9.895,00, dat uiteindelijk door Misti is verwerkt in de factuur van 16 november 2009 (eindafrekening) en met onderliggende facturen is onderbouwd, niet betaald, zodat er geen sprake kan zijn van onverschuldigde betaling.
4.22. Nu Misti de door haar in rekening gebrachte kosten ter hoogte van € 12.600,00 voor het zandstralen van het schip met facturen van de onderaannemer en namens [eiseres] Fracht ondertekende werkbriefjes heeft onderbouwd en [eiseres] Fracht haar stelling dat deze werkzaamheden in het geheel niet hebben plaatsgevonden onvoldoende heeft onderbouwd, is niet komen vast te staan dat er geen prestatie is verricht. Voor het in rekening gebrachte bedrag van € 53.760,00 geldt ook dat [eiseres] Fracht, gelet op de gemotiveerde betwisting van Misti, onvoldoende heeft onderbouwd dat de werkzaamheden aan de luiken niet zouden hebben plaatsgevonden. Er is niet komen vast te staan dat er geen prestatie is verricht. Voor zover [eiseres] Fracht subsidiair stelt deze bedragen onverschuldigd te hebben betaald omdat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst wordt overwogen dat dit, mocht deze tekortkoming al komen vast te staan, [eiseres] Fracht nog niet ontslaat van haar betalingsverplichting. Dit zal in reconventie nog nader aan de orde komen. Ten slotte wordt met Misti overwogen dat ten aanzien van het bedrag van € 9.895,00 geen sprake kan zijn van onverschuldigde betaling, nu is gebleken dat [eiseres] Fracht nog niet heeft betaald voor de daaraan ten grondslag liggende werkzaamheden of materiaalkosten. [eiseres] Fracht had haar betalingsverplichting ten tijde van het in rekening brengen van deze werkzaamheden of kosten bij factuur van 16 november 2009 al opgeschort. Of er ten aanzien van dit bedrag terecht is gefactureerd, zal in reconventie nader aan de orde komen.
4.23. Geconcludeerd wordt dat er geen sprake is van een terugbetalingsverplichting van Misti. De vordering van [eiseres] Fracht is op dit punt niet voor toewijzing vatbaar.
4.24. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
in reconventie
4.25. Misti heeft blijkens de door haar overgelegde facturen voor haar werkzaamheden vanaf week 16 tot en met week 38 van 2009 in totaal € 512.766,25 aan [eiseres] Fracht in rekening gebracht. Blijkens het door haar als productie 3 overgelegde overzicht van openstaande posten per 31 augustus 2010 zijn daarna nog de volgende bedragen in rekening gebracht:
- € 13.545,00 (factuur week 39),
- € 8.550,00 (factuur week 40), en
- € 37.557,00 (factuur nr. 2005152 van 16 november 2009 met als omschrijving ‘Eindafrekening schip Emsriff’).
In totaal heeft zij dus € 572.418,25 (512.766,25 + 13.545,00 + 8.550,00 + 37.557,00) aan [eiseres] Fracht in rekening gebracht. Daarvan heeft [eiseres] Fracht volgens Misti een bedrag van € 160.722,00, bestaande uit het totaal van alle facturen vanaf week 32, ten onrechte nog niet betaald. Dit totaalbedrag is terug te vinden op het hiervoor al genoemde, door Misti als productie 3 overgelegde overzicht van openstaande posten per 31 augustus 2010.
4.26. Primair voert [eiseres] Fracht het verweer dat de door haar verschuldigde vergoeding op grond van artikel 6:272 lid 2 BW zou moeten worden beperkt tot het bedrag van de waarde die de prestatie voor de ontvanger in de gegeven omstandigheden werkelijk heeft gehad en welke waarde in elk geval niet méér is dan het bedrag dat zij al heeft betaald. Dit verweer gaat niet op. Aan een dergelijk beroep op waardevergoeding kan pas worden toegekomen nadat [eiseres] Fracht de overeenkomst geheel of gedeeltelijk heeft ontbonden in de zin van artikel 6:265 BW, dan wel nadat de rechter de ontbinding heeft uitgesproken in de zin van artikel 7:756 BW. Van een ontbinding van de overeenkomst op grond van deze artikelen is echter geen sprake. Ter comparitie heeft [eiseres] Fracht betoogd dat zij in haar brief van 5 november 2009 de overeenkomst heeft beëindigd en daarmee impliciet de ontbinding van de overeenkomst heeft ingeroepen. Hierin kan [eiseres] Fracht niet worden gevolgd. In de tekst van deze brief kan naar het oordeel van de rechtbank geen ontbinding worden gelezen, zodat aan een beroep op waardevergoeding niet wordt toegekomen.
4.27. Subsidiair voert [eiseres] Fracht ten aanzien van de facturen vanaf week 32 tot en met week 40, het algemene verweer dat zij niet tot betaling daarvan gehouden is, nu de daaraan ten grondslag liggende reparatiewerkzaamheden ondeugdelijk zijn uitgevoerd. Zij betwist niet dat de daarin gefactureerde bedragen werkzaamheden betreffen die daadwerkelijk zijn verricht dan wel materialen die daadwerkelijk zijn gekocht of gehuurd in verband met de reparatiewerkzaamheden aan de Emsriff. Dat de gefactureerde werkzaamheden eventueel ondeugdelijk zijn uitgevoerd, bevrijdt [eiseres] Fracht niet van haar betalingsverplichting. De bevrijding van de eigen (betalings)verplichting kan immers slechts door ontbinding van de overeenkomst worden bewerkstelligd en [eiseres] Fracht heeft de overeenkomst niet ontbonden en heeft geen vordering tot ontbinding ingesteld. Zij heeft betaling van de facturen echter wel kunnen opschorten, gelijk zij heeft gedaan en in haar brief van 14 oktober 2009 ook aan Misti heeft meegedeeld. In conventie zal moeten blijken of haar vordering tot schadevergoeding zal worden toegewezen voor een bedrag, gelijk of hoger aan het bedrag dat zij nog aan Misti verschuldigd is.
4.28. Verder spitst het subsidiaire verweer van [eiseres] Fracht zich toe op de factuur van 16 november 2009, waarin een bedrag van € 37.557,00 in rekening is gebracht. Zij betwist de verschuldigdheid van de daarop in rekening gebrachte posten. De op de genoemde factuur in rekening gebrachte bedragen betreffen volgens [eiseres] Fracht deels werkzaamheden waarvan niet vast staat dat ze zijn verricht (straalwerkzaamheden door Geressen, uren week 41) of materiaal waarvan niet duidelijk is dat het is of moest worden ingehuurd, (steigerhuur, - opbouw en –afbouw, steiger Jato, kraankosten Bouwman) en materiaal dat van Misti zelf is (kraankosten Misti). De post ‘Kosten ziekenhuis’ dient niet aan haar te worden doorberekend. Een aantal andere bedragen op die factuur betreft volgens [eiseres] Fracht werkzaamheden die niet op de juiste wijze zijn uitgevoerd.
4.29. Nu Misti niet heeft gesteld op welke gronden [eiseres] Fracht gehouden is tot betaling van de kosten van een ziekenhuisbezoek van een uitzendkracht die tijdens werkzaamheden aan de Emsriff een metaalsplinter in zijn oog heeft gekregen, zal dit deel van de vordering worden afgewezen. Ook de post ‘uren week 41’ dient te worden afgewezen nu een onderbouwing met ondertekende urenstaten voor die week ontbreekt. Hetzelfde lot treft de post ‘kraankosten Bouwman’, nu Misti daarover ter comparitie niets kon verklaren. Een nadere onderbouwing had wel mogen worden verwacht gelet op de gemotiveerde betwisting.
4.30. Na de comparitie heeft Misti nog een aantal facturen overgelegd, die naar haar zeggen de onderliggende facturen bij de factuur van 16 november 2009 zijn. Het betreft de volgende facturen:
- een factuur van 9 augustus 2009 ter hoogte van € 98,80 van Alysis Zorggroep
- een factuur van 29 september 2009 ter hoogte van € 644,68 van Stroom en Visser (leegpompen tanks)
- een factuur van 8 september 2009 ter hoogte van € 463,86 van Winel (floating balls)
- een factuur van 11 september 2009 ter hoogte van € 5.860,94 van PS Marine Coatings (verf)
- een factuur van 31 augustus 2009 ter hoogte van € 898,89 van Workx Materieelverhuur (compressor en koppelingslot)
- een factuur van 17 september 2009 ter hoogte van € 3.250,00 van R. Geressen Dienstverlening (unit straal / hogedrukreinigingswerkzaamheden)
4.31. Geoordeeld wordt evenwel dat Misti ook de herkomst en de verschuldigdheid van de overige posten van haar factuur van 16 november 2009 onvoldoende heeft onderbouwd. Op de na de comparitie door Misti overgelegde onderliggende facturen staan andere bedragen genoemd dan de op de factuur van 16 november 2009 genoemde bedragen. Het had op de weg van Misti gelegen om dit verschil nader te onderbouwen in de akte waarbij zij de onderliggende facturen heeft overgelegd. Gelet op de gemotiveerde betwisting door [eiseres] Fracht van de verschuldigdheid van de gefactureerde bedragen, kunnen deze onderliggende facturen niet als voldoende onderbouwing dienen. Dit deel van de vordering van Misti, te weten betaling van € 37.557,00 (factuur nr. 2005152 van 16 november 2009 met als omschrijving ‘Eindafrekening schip Emsriff’) zal worden afgewezen.
4.32. Geconcludeerd wordt dat [eiseres] Fracht alleen de facturen die betrekking hebben op week 32 tot en met week 40 - waarin blijkens het door Misti als productie 3 overgelegde overzicht van openstaande posten per 31 augustus 2010 in totaal een bedrag van
€ 123.165,00 wordt gefactureerd - nog aan Misti dient te betalen. Nu [eiseres] Fracht betaling van deze facturen heeft opgeschort, zal pas na het eindoordeel in conventie blijken of deze opschorting gerechtvaardigd was.
4.33. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 30 maart 2011 voor het nemen van een akte door [eiseres] Fracht over hetgeen is vermeld onder rechtsoverweging 4.18, waarna Misti op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,
5.2. houdt iedere verdere beslissing aan,
in reconventie
5.3. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Meijer, mr. D.T. Boks en mr. S.H. Bokx-Boom en in het openbaar uitgesproken op 2 maart 2011.