ECLI:NL:RBARN:2011:BP1111
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.J. Wiegman
- T.P.E.E. van Groeningen
- G.A. van der Straaten
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van wrakingsverzoek wegens te late indiening
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Arnhem op 5 januari 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van drie rechters, ingediend door verzoekers vertegenwoordigd door mr. K.W.A. Wools. Het wrakingsverzoek was ingediend op 13 december 2010, terwijl de feiten en omstandigheden die tot het verzoek leidden, volgens de rechtbank al op 26 oktober 2010 bekend waren of redelijkerwijs bekend hadden moeten zijn. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet tijdig was ingediend, waardoor verzoekers niet-ontvankelijk werden verklaard in hun verzoek tot wraking. De rechters hebben verweer gevoerd en aangegeven dat de wrakingskamer niet aan een inhoudelijke behandeling van het verzoek kon toekomen, omdat het verzoek niet tijdig was gedaan. De rechtbank benadrukte dat het doel van artikel 37 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is om te waarborgen dat een wrakingsverzoek direct wordt ingediend zodra feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. Aangezien de verzoekers niet binnen de gestelde termijn hebben gereageerd, werd hun verzoek afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. M.B. Wichman.