ECLI:NL:RBARN:2011:BP1107
Rechtbank Arnhem
- Wraking
- P.J. Wiegman
- T.P.E.E. van Groeningen
- G.A. van der Straaten
- Rechtspraak.nl
Wraking verzoeker tegen kantonrechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Arnhem op 5 januari 2011 uitspraak gedaan in het wrakingsverzoek van de besloten vennootschap Biodent B.V., gevestigd te Nijmegen. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. [betrokkene], die als kantonrechter optrad in een civiele procedure tussen verzoeker en Dentres B.V. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 3 december 2010, terwijl de feiten en omstandigheden die aan het verzoek ten grondslag lagen, volgens de rechtbank reeds op 5 november 2010 bekend waren of redelijkerwijs bekend hadden moeten zijn voor verzoeker. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet tijdig was ingediend, waardoor verzoeker niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek.
De procedure begon met een schriftelijk wrakingsverzoek, gevolgd door een schriftelijk verweer van mr. [betrokkene] en een reactie van verzoeker. Tijdens de mondelinge behandeling was de vertegenwoordiger van verzoeker aanwezig, terwijl mr. [betrokkene] niet verscheen. Verzoeker voerde aan dat hij het gevoel had dat mr. [betrokkene] hem onterecht afschilderde als iemand die de waarheid verdraait. De rechtbank benadrukte dat volgens artikel 37 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een wrakingsverzoek onmiddellijk moet worden ingediend zodra de feiten bekend zijn, om te voorkomen dat de procedure voortduurt terwijl de onpartijdigheid van de rechter in het geding is.
Aangezien verzoeker het wrakingsverzoek te laat had ingediend, kwam de rechtbank niet toe aan een inhoudelijke behandeling van het verzoek. De beslissing werd genomen door de rechters P.J. Wiegman (voorzitter), T.P.E.E. van Groeningen en G.A. van der Straaten, in aanwezigheid van griffier mr. M.B. Wichman. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.