2. De feiten
2.1. Hokatex exploiteert een onderneming in het verhuren/verzorgen van platgoedtextiel,
beroeps- en dienstkleding, artikelen voor hand- en toilethygiëne, schoonloopmatten en disposables.
2.2. [werknemer], 48 jaar oud, is op 1 oktober 2008 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, in dienst getreden van Hokatex. Hij heeft de functie van National Account Manager. Zijn salaris bedraagt thans € 4.085,00 bruto per maand, exclusief 8,33 % vakantietoeslag, dertiende maand en een bonusregeling.
2.3. Tot de functie van National Account Manager behoort relatiebeheer en acquisitie.
[werknemer] dient met die taken een vastgestelde bijdrage te leveren aan de realisatie van de verkoopdoelstellingen van Hokatex door het verkopen van producten en diensten aan nieuwe en bestaande National Account klanten. [werknemer] legt verantwoording af aan de Commercieel Manager National Accounts. Sinds 1 oktober 2009 is dat mevrouw [X]
2.4. Hokatex behoort tot het concern Rentokil Initial Corporation te Londen. [werknemer] is
op 3 februari 1997 bij de dochter Rentokil Tropical Plants (thans Ambius genaamd) in dienst getreden en vanuit dit dienstverband overgestapt naar Hokatex.
2.5. [werknemer] is sinds 4 juni 2010 door Hokatex vrijgesteld van werk met doorbetaling van
zijn salaris.
3. Het verzoek en het verweer
3.1. Hokatex verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te
ontbinden wegens gewichtige redenen in de zin van een verandering in de omstandigheden, welke van dien aard is dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen zonder toekenning van enige vergoeding, met veroordeling van [werknemer] in de kosten van dit geding.
3.2. Hokatex onderbouwt het verzoek als volgt.
[werknemer] functioneert a1 geruime tijd niet naar behoren. Hij heeft structureel zijn targets niet gehaald, zowel qua vereiste inzet als qua te genereren omzet. Ook is zijn kennisniveau op meerdere vlakken onder de maat en ontbrak de wil om de vereiste kennis alsnog tot zich te nemen. Hokatex heeft [werknemer] meermalen gewaarschuwd en hem de kans gegeven zijn functioneren en houding te verbeteren maar [werknemer] laat zich niet aansturen en heeft zijn kansen niet gegrepen. Hokatex heeft [werknemer] nog de lagere functie van Regionaal Account Manager aangeboden, maar daarin was [werknemer] niet geïnteresseerd.
Hokatex vraag ontbinding van de arbeidsovereenkomst omdat zij [werknemer] ongeschikt vindt voor zijn functie en er ook geen vertrouwen meer in heeft dat het bij Hokatex nog goed komt met [werknemer]. Vanuit de visie dat de ontstane situatie geheel en al aan [werknemer] valt te verwijten, is voor toekenning van een vergoeding geen aanleiding.
Voor het geval wel een vergoeding wordt toegekend, dient acht geslagen te worden op het feit dat [werknemer] vanaf 23 april 2010 nauwelijks meer heeft gewerkt voor Hokatex en hij vanaf 4 juni 2010 vrijgesteld van werk is doorbetaald.
3.3. [werknemer] bepleit primair afwijzing van het verzoek. Voor het geval wel tot ontbinding
van de arbeidsovereenkomst wordt beslist, vindt [werknemer] het niet zonder meer redelijk en billijk om bij toekenning van de vergoeding de kantonrechtersformule onverkort toe te passen. Er moet dat geval rekening gehouden worden met het voorgaande dienstverband bij Ambius.
[werknemer] voert aan dat geen sprake is van een disfunctioneren c.q. ongeschiktheid voor de functie van National Account Manager. Hij onderbouwt dat met de navolgende argumenten. [werknemer] geldt binnen het concern Rentokil Initial Corporation als een van de topverkopers en hij is daarvoor in 2000 en 2004 gehuldigd. Vanwege de recessie in 2009 lopen zijn omzet-resultaten in het algemeen terug maar dat geldt ook voor de andere account managers. Waar binnen national Accounts sprake is van een negatieve groei ten opzichte van 2009 van -7,2% , heeft [werknemer] als een van de weinige account managers tot en met mei 2010 een positieve portefeuille gerealiseerd van 0,6%.
Vóór december 2009 was er geen aanleiding voor Hokatex om [werknemer] aan te spreken op zijn functioneren en op zijn behaalde resultaten. Dat werd anders toen [werknemer] in december 2009 met Hokatex nieuwe afspraken wenste te maken over zijn bonusregeling omdat door een door Hokatex gewenste en inmiddels uitgevoerde verandering van zijn portefeuille (het klantenbestand) een groot deel van de tot dan op zijn conto geschreven omzet zou wegvallen met alle negatieve gevolgen van dien voor zijn bonus van 2010 die in 2009 nog € 5.656,00 bruto had belopen. Hij werd weggezet als iemand die klaagt en zeurt.
Vanaf de tweede week in januari 2010 ([werknemer] was toen nauwelijks begonnen met zijn nieuwe portefeuille) uitte Hokatex al twijfels of [werknemer] zijn target over 2010 zal halen. In het daarop door Hokatex opgestarte verbetertraject is, zonder dat was vastgesteld dat er sprake is van disfunctioneren, ongefundeerde kritiek geuit op het aantal uitgebrachte offertes, afgelegde bezoeken en behaalde resultaten.
Volgens [werknemer] had Hokatex, in plaats van hem te achtervolgen met ongefundeerde kritiek, goede afspraken met hem moeten maken over de toepassing van de bonusregeling. [werknemer] heeft vanaf december 2009 getracht de voor hem nieuwe gezondheidsmarkt te veroveren door middel van het afleggen van bezoeken en het zoveel mogelijk uitbrengen van offertes. Hij wijkt in aantallen en werktempo niet af van zijn collega's en werkt niet anders dan in de voorafgaande dertien jaar.
[werknemer] meent dat, in geval van ontbinding, bij de hem toekomende vergoeding niet onverkort de kantonrechtersformule moet worden toegepast. Bij de A factor moet ondermeer rekening worden gehouden, zoals dat in het verleden ook bij collega's is gebeurd, met het voorafgaande dienstverband van 11,5 jaar bij Ambius en met het feit dat Hokatex hem ([werknemer]) heeft gevraagd bij Hokatex in dienst te treden. Bij de B de factor dient rekening te worden gehouden met de jaarlijkse bonus waar [werknemer] recht op heeft. Voor wat betreft de C factor vindt [werknemer] van belang dat Hokatex jegens [werknemer] verwijtbaar heeft gehandeld met de voorbarige conclusie dat [werknemer] zijn target voor 2010 niet zou gaan halen, Hokatex verder weinig moeite heeft gedaan om [werknemer] te herplaatsen danwel zijn accounts aan te passen en Hokatex van plan is om [werknemer] te houden aan zijn concurrentie- en relatiebeding.
4. De beoordeling
4.1. Vooropgesteld wordt dat een procedure als deze zich niet leent voor uitgebreide
bewijslevering. Dat brengt mee dat de kantonrechter haar beslissing moet nemen aan de hand van onbetwiste stukken en onweersproken gelaten stellingen en wat haar aannemelijk voorkomt. De kantonrechter hecht groot belang aan hetgeen partijen zelf tijdens de mondelinge behandeling hebben gesteld.
4.2. Naar het oordeel van de kantonrechter biedt hetgeen Hokatex in deze procedure naar
voren heeft gebracht onvoldoende aanknopingspunten om nu tot de conclusie te kornen dat sprake is van disfunctioneren aan de zijde van [werknemer]. De in het geding gebrachte omzetcijfers die Hokatex daarvoor redengevend acht, zijn ten opzichte van de directe collega's van [werknemer] ook weer niet zo afwijkend negatieve zin en deze worden overigens betwist door [werknemer]. Mogelijk was Hokatex, het bijzonder mevrouw [X], teleurgesteld in de behaalde resultaten van [werknemer] maar daaruit kan niet aanstonds worden afgeleid dat [werknemer] disfunctioneerde.
4.3. [werknemer] van zijn kant kan niet volhouden dat hij pas in december 2009 is
aangesproken op zijn functioneren. Uit de door [werknemer] zelf aangehaalde brief van 17 december 2009 van mevrouw [X] blijkt dat al sinds oktober 2009 er tussen haar en
[X] gesprekken zijn geweest over zijn functioneren. [werknemer] heeft niet betwist dat daarbij zijn achterblijvende resultaten aan de orde zijn geweest.
4.4. Waar mevrouw [X] in diezelfde brief echter aangeeft dat op 11 januari 2010
een gesprek met haar zal plaatsvinden om concrete afspraken te maken "ten einde je doelstellingen te behalen" is het, mede tegen de achtergrond van de veranderingen waarmee [werknemer] in zijn functie werd geconfronteerd, te kort door de bocht als Hokatex twee maanden later al besluit [werknemer] niet te willen handhaven in zijn functie.
4.5. Nu Hokatex ook bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft uitgesproken
niet meer verder te willen met [werknemer], en dat staat haar als werkgever vrij, heeft het, bij gebreke van enig perspectief op een verder vruchtbare samenwerking, geen zin de arbeidsrelatie te laten voortduren. Daarin doet zich, de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigende, verandering van omstandigheden voor.
4.6. Daarmee rijst de vraag of een vergoeding moet worden toegekend. De kantonrechter
meent dat dat het geval is. Zij is van oordeel dat [werknemer] voldoende aannemelijk heeft
gemaakt dat hij ten opzichte van zijn collega's niet, althans niet veel, slechter presteerde. De cijfers die Hokatex daarvoor hanteert blijken niet echt bruikbaar voor bewijs van het tegendeel.
4.7. Het heeft er alle schijn van dat [werknemer] nu al afgerekend wordt op de voor hem
gestelde targets van 2010 en dat is, met de geschetste gang van zaken, een toch wat overhaaste en daardoor niet zorgvuldige stap van Hokatex geweest. Daar komt bij dat er tot de brief van 14 december 2009 niets op schrift is gesteld over het niet goed functioneren van [werknemer], laat staan dat er onomwonden klachten zouden zijn over dat functioneren. Dat zou met het oog op de gevolgen voor alle betrokkenen het geval moeten zijn geweest. [werknemer] betwist overigens uitvoerig die eerste op schrift gestelde bedenkingen van Hokatex betreffende zijn functioneren.
4.8. Alles overziend moet worden vastgesteld dat de handelwijze van Hokatex, eindigend
met de op non-actief stelling van [werknemer], beschadigend voor [werknemer] is geweest en dat zal moeten doorklinken in de toe te kennen vergoeding.
4.9. Er is geen aanleiding om bij de bepaling van de A factor rekening te houden met
eerdere dienstverbanden van [werknemer] binnen het concern. [werknemer] is mogelijkerwijs in 2008 benaderd door genoemde [Y] van Hokatex om daar in dienst te treden, Hokatex betwist dat overigens, maar het is uiteindelijk [werknemer] zelf geweest die de overstap heeft gemaakt van Ambius naar Hokatex, twee volledig zelfstandigen entiteiten. Ook heeft Hokatex voldoende gemotiveerd betwist dat de situatie van [werknemer] is te vergelijken met die van andere medewerkers die, het zij door overgang van onderneming, het zij door tijdelijke afwezigheid, wel hun eerdere dienstjaren mochten meenemen.
4.10. Bij de bepaling van de hoogte van het salaris, de B factor, zal ook rekening worden gehouden met de aan [werknemer] toegekende bonus nu dat een vast emolument betreft van het [werknemer] toekomende jaarinkomen. Uitgegaan zal worden van de bonus over 2009 ten bedrage van € 5.656,00 bruto. Uitgaan van bet gemiddelde over de "afgelopen drie jaar", zoals Hokatex dat wenst, kan niet redelijk worden geoordeeld nu [werknemer] pas in oktober
2008 aantrad bij Hokatex, terwijl het kalanderjaar 2010 niet representatief geacht kan worden.