ECLI:NL:RBARN:2010:BP1086
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheidsincident in civiele procedure met betrekking tot spelersmakelaarsovereenkomsten
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, betreft het een incident waarin gedaagde verzoekt om onbevoegdheid van de rechtbank met betrekking tot de vordering van eiseres. Gedaagde beroept zich op de arbitrageclausule in de spelersmakelaarsovereenkomst van 23 juli 2008 en de aanvullende overeenkomst van 16 december 2009. Eiseres voert aan dat haar vordering een incassogeschil betreft dat niet samenhangt met de voetbalsport, en dat de burgerlijke rechter het meest geschikt is om hierover te oordelen. De rechtbank stelt vast dat partijen een arbitrageclausule hebben opgenomen in hun overeenkomsten, en dat deze clausule duidelijk en niet voor meerdere uitleg vatbaar is. De rechtbank concludeert dat zij zich onbevoegd moet verklaren om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen, aangezien partijen arbitrage zijn overeengekomen volgens het Arbitragereglement van de KNVB. Eiseres wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op € 1.384,00 worden begroot. Het vonnis is uitgesproken op 22 december 2010.