ECLI:NL:RBARN:2010:BO9510

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
23 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-270
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking na mondelinge einduitspraak niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem, hebben verzoekers op 23 december 2010 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. [rechter4], de voorzieningenrechter in een eerdere zaak met registratienummer 10-261. Dit verzoek volgde op een mondelinge einduitspraak die op 22 december 2010 door de wrakingskamer was gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een wrakingsverzoek in te dienen na het doen van een einduitspraak, zowel mondeling als schriftelijk. Aangezien het wrakingsverzoek van verzoekers is ingediend na deze einduitspraak, heeft de rechtbank hen niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek.

Daarnaast heeft de rechtbank, op basis van artikel 39 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, besloten dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekers niet in behandeling zal worden genomen. Dit besluit is genomen omdat er sprake is van misbruik van het rechtsmiddel wraking. De rechtbank heeft benadrukt dat de procedure en de regels omtrent wraking strikt moeten worden nageleefd om de rechtsgang te waarborgen.

De beschikking is openbaar uitgesproken op 23 december 2010 door de voorzitter mr. C. van Linschoten en de rechters mrs. J.P. Bordes en T.P.E.E. van Groeningen, in aanwezigheid van de griffier mr. J.M.M.B. van Eeten. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ARNHEM
Wrakingskamer
zaaknummer : 10-270
Beschikking van 23 december 2010
in de zaak van
[verzoekers]
verzoekers tot wraking,
gemachtigde [gemachtigde],
tegen
[namen rechters],
in hun hoedanigheid van respectievelijk voorzitter en leden van de wrakingskamer in de zaak met registratienummer 10-261 van verzoekers tegen mr. [rechter4] als voorzieningenrechter.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het proces-verbaal van de behandeling van het wrakingsverzoek met registratienummer 10-261van 22 december 2010;
- het wrakingsverzoek van verzoekers van 23 december 2010;
2. Het wrakingsverzoek
2.1 Verzoekers hebben ter onderbouwing van hun verzoek onder meer aangevoerd dat de wrakingskamer geen mondelinge uitspraak had mogen doen.
3. De beoordeling
3.1 De rechtbank zal verzoekers niet-ontvankelijk verklaren in hun verzoek. De wet voorziet niet in de mogelijkheid om, wanneer de behandeling van een zaak is geëindigd door het wijzen van een mondelinge dan wel schriftelijke einduitspraak, wraking te verzoeken van de rechters die deze uitspraak hebben gedaan. Op 22 december 2010 heeft de wrakingskamer op het wrakingsverzoek van verzoekers gericht tegen mr. [rechter4] een mondelinge einduitspraak gedaan. Het nu aan de orde zijnde wrakingsverzoek is ingediend op 23 december 2010, na de einduitspraak, en kan dus niet in behandeling worden genomen.
3.2 De rechtbank ziet voorts aanleiding om, met toepassing van artikel 39 lid 4 Rv, te bepalen dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zal worden genomen, omdat gebleken is van misbruik van het rechtsmiddel wraking.
4. De beslissing
De rechtbank
verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek om wraking;
bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekers niet in behandeling zal worden genomen.
Deze beschikking is gegeven door de mr. C. van Linschoten als voorzitter, en mrs. J.P. Bordes en T.P.E.E van Groeningen als rechters in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.M.M.B. van Eeten en in openbaar uitgesproken op 23 december 2010.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.