ECLI:NL:RBARN:2010:BO9388

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
5 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 10/593
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over verzoek om uitstel van betaling inzake inkomstenbelasting

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 5 oktober 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst/Oost kantoor Almelo. Eiser had verzocht om uitstel van betaling van de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2001, maar dit verzoek werd door verweerder bij brief van 25 november 2009 afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting op 9 september 2010. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitnodiging voor de zitting op correcte wijze is verzonden en tijdig is ontvangen door eiser. De rechtbank heeft vervolgens de juridische grondslagen voor het instellen van beroep tegen besluiten onder de Algemene wet bestuursrecht (Awb) onderzocht. Het blijkt dat tegen de beslissing op het verzoek om uitstel van betaling geen beroep openstaat bij de rechtbank, zoals bepaald in artikel 8:5 van de Awb. De rechtbank heeft zich daarom onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de zaak. Eiser werd erop gewezen dat hij zich tot de burgerlijke rechter kan wenden als hij meent dat verweerder ten onrechte uitstel van betaling heeft geweigerd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Arnhem.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
registratienummer: AWB 10/593
uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
van 5 oktober 2010
inzake
[X], wonende te [Z] (Duitsland), eiser,
tegen
de inspecteur van de Belastingdienst/Oost kantoor Almelo, verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding.
Verweerder heeft, bij brief van 25 november 2009, eisers verzoek om uitstel van betaling betreffende de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2001 afgewezen (kenmerk: [000]).
Eiser heeft tegen deze afwijzing, bij brief van 8 februari 2010, beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 september 2010 te Arnhem
Namens verweerder is verschenen mr. drs. [gemachtigde]. Eiser is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op
5 juli 2010 aan [X] op het adres [A-straat 1] te [Z] (Duitsland), onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Eiser is, zonder kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen. Nu genoemde brief niet ter griffie is terugontvangen en uit informatie van TNT Post is gebleken dat de brief op 19 juli 2010 aan eiser op genoemd adres is uitgereikt, is de rechtbank van oordeel dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden.
2. Motivering
Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Awb kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank. In de artikelen 8:2 tot en met 8:6 van de Awb is geregeld waartegen geen beroep bij de rechtbank ingesteld kan worden.
De bovengenoemde brief van verweerder betreft een beslissing op een verzoek om uitstel van betaling. Tegen deze beslissing staat geen beroep open bij de bestuursrechter. In artikel 8:5, eerste lid, van de Awb is immers bepaald dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit, genomen op grond van een wettelijk voorschrift dat is opgenomen in de bijlage die bij deze wet behoort. In de bijlage bij de Awb wordt onder meer de Invorderingswet 1990, met uitzondering van de artikelen 30 en 49, genoemd. Dat betekent dat alleen tegen beslissingen op grond van de artikelen 30 en 49 van de Invorderingswet 1990 beroep bij de rechtbank kan worden ingesteld. In artikel 25, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 is geregeld dat de ontvanger uitstel van betaling kan verlenen. De beslissing op het verzoek om uitstel van betaling is dan ook geen beslissing waartegen beroep openstaat bij de rechtbank.
De rechtbank, sector bestuursrecht, is onbevoegd daarvan kennis te nemen.
De rechtbank wijst eiser er op dat hij zich tot de burgerlijke rechter kan wenden als hij van oordeel is dat verweerder ten onrechte uitstel van betaling heeft geweigerd.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in tegenwoordigheid van mr. L.L. van Benthem, griffier.
De griffier, De rechter,
Uitgesproken in het openbaar op: 5 oktober 2010
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.