4.7. Ter onderbouwing van zijn verweer voert de man onder meer het volgende aan.
- de man heeft samen met zijn broers een familiebedrijf.
- de man heeft zijn aandeel in de percelen waarop het familiebedrijf is gesticht door
schenking verkregen. Nadien is dit aandeel door scheiding en deling vergroot. (pagina 9 en 10 akte uitlaten) De percelen zijn thans ondergebracht in [naam BV] ([naam BV]).
- De vader van de man is de ondernemingen [namen ondernemingen] begonnen. De drie zonen, waaronder de man, hebben de ondernemingen nadien voortgezet. (pagina 12 akte uitlaten)
[naam onderneming] is in 1980 en [naam onderneming] is in 1985 voortgezet in de vorm van een VOF, waarin de man vennoot was. Om fiscale redenen zijn in 1985 ook de moeder van de man en de echtgenotes van zijn broers toegetreden als vennoot. Toen de ouders van de man uittraden is de vrouw, ook om fiscale redenen, als vennoot toegetreden. (pagina 12, 13 14 akte uitlaten)
- VOF [naam onderneming] bezat geen onroerende zaken. De percelen, de pompinstallaties en de daarbij behorende vergunningen waren privé eigendom van de drie broers en werden aan de VOF verhuurd. In de VOF akte staat expliciet vermeld dat de goodwill toekwam aan de drie broers. (pagina 13 akte uitlaten)
- VOF [naam onderneming] is in 1992 ingebracht in [naam BV]. De drie broers hielden de aandelen daarin. (pagina 15 akte uitlaten)
- De rekening courant van de man is ontstaan bij de inbreng van zijn aandeel in voorheen VOF [naam onderneming] in [naam BV]. (pagina 15, 16 akte uitlaten)
- De inbreng in [naam BV] en de rekening courant zijn niet gefinancierd met overgespaarde inkomsten, maar betreffen ten huwelijk aangebracht vermogen.
- Bij akte van 31 maart 1998 hebben de drie broers elk een besloten vennootschap opgericht (voor de man is dit [naam BV]) en ter storting op de aandelen hun aandeel in VOF [naam onderneming] ingebracht. De echtgenotes van de drie broers hebben als medeondernemers nooit enige rol van betekenis gespeeld. Daarom is het aandeel van de echtgenotes in VOF [naam onderneming] niet aan de echtgenotes uitgekeerd toen de onderneming werd ingebracht in de respectievelijke holdings van de drie broers. De echtgenotes hebben deze gang van zaken als vanzelfsprekend geaccepteerd. (pagina 16 akte uitlaten)
- Bij akte van 31 maart 1998 is [naam onderneming] (later bij akte van statutenwijziging d.d. 23 december 2003 gewijzigd in [naam onderneming]) opgericht en hebben de drie broers ter volstorting op de aandelen hun aandeel in de door hen gedreven VOF [naam onderneming] ingebracht. Daarnaast hebben de drie broers in [naam onderneming] ingebracht de aan hen in persoon in eigendom toebehorende meerwaarde goodwill, vaste activa, machines en inventaris en kantoorinventaris. Deze inbreng is niet gefinancierd met overgespaarde voor verrekening vatbare inkomsten. (pagina 17 en 18 akte uitlaten)
- Bij akte van 31 december 1998 is de nominale waarde van de gewone aandelen in het kapitaal van [naam BV] verminderd en zijn alle cumulatief preferente aandelen ingetrokken. Dit leidde tot een verhoging van het positieve saldo van de rekening-courant van de man bij [naam BV]. (pagina 18, 19 akte uitlaten)
- Bij akte van 31 december 1998 hebben de drie broers de aandelen in het kapitaal van [naam BV] aan hun respectievelijke persoonlijke holdings (voor de man [naam BV]) verkocht en geleverd. De persoonlijke holdings zijn de koopprijs schuldig gebleven wat heeft geleid tot een toename in de deelneming en een verhoging van de rekening-courant van de man in [naam BV] (pagina 19 akte uitlaten)
- De aankoop van de woning aan de [adres] en nadien de woning aan de [adres] is betaald met geld van de rekening-courant van de man bij [naam BV] en derhalve volledig gefinancierd met privévermogen van de man. De aankoop is niet met voor verrekening vatbare inkomsten gefinancierd. (pagina 21 akte uitlaten)
- De aankoop van het perceel Neerbosschebrug en van het perceel [adres] is gefinancierd met privévermogen van de man in VOF [naam onderneming] respectievelijk via de rekening-courant van de man in [naam BV]. De aankoop van de percelen is derhalve niet met voor verrekening vatbare inkomsten gefinancierd. (pagina 22 en 23 akte uitlaten)