ECLI:NL:RBARN:2010:BN9778

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
6 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
202908
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verificatieprocedure in faillissement van Fresh Frozen Allround B.V. met betrekking tot akte niet-dienen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem werd behandeld, ging het om een verificatieprocedure in het faillissement van Fresh Frozen Allround B.V. De eiseres tot verificatie, NEDERBETUWE FINANCIEEL B.V., had een akte niet-dienen aangevraagd, maar de rechtbank oordeelde dat deze ten onrechte was verleend. Volgens artikel 122 van de Faillissementswet is het niet vereist dat er een dagvaarding plaatsvindt voor verwijzing naar de rol door de rechter-commissaris. De rechtbank benadrukte dat het aan de verweerders tot verificatie was om hun verweer naar voren te brengen, en niet aan de eiseres om haar vordering te onderbouwen. De rechtbank besloot de zaak naar de rol te verwijzen zodat beide partijen hun standpunten bij akte konden onderbouwen.

De procedure verliep als volgt: de rechtbank ontving het proces-verbaal van de verificatievergadering en de beslissing van de rechter-commissaris tot verwijzing naar de renvooiprocedure. De rechtbank stelde vast dat de akte niet-dienen ten onrechte was verleend en dat er behoefte was aan een bericht van beide partijen over hun positie. De rechtbank gaf beide partijen de gelegenheid om hun standpunten nader te onderbouwen, zonder dat er gelegenheid was om op elkaars aktes te reageren. De zaak werd vervolgens op de rol geplaatst voor vonnis.

Het vonnis werd uitgesproken op 6 oktober 2010 door mr. J.D.A. den Tonkelaar. De rechtbank hield verdere beslissingen aan en bepaalde dat de zaak weer op de rol zou komen voor het nemen van een akte door beide partijen. Dit vonnis benadrukt de rol van de rechter-commissaris en de verantwoordelijkheden van de partijen in een faillissementsprocedure.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 202908 / HA ZA 10-1370
Vonnis van 6 oktober 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEDERBETUWE FINANCIEEL B.V.,
gevestigd te Kesteren,
eiseres tot verificatie,
advocaat mr. M.S.W. Begheijn te Malden,
tegen
1. [curator1]
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Fresh Frozen Allround B.V.,
wonende te Velp, gemeente Rheden,
verweerder tot verificatie,
advocaat mr. P.M. Gunning te Velp, gemeente Rheden,
2. [curator2],
wonende te Arnhem,
verweerder tot verificatie,
advocaat mr. E.R. Looyen te Arnhem.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het proces-verbaal van de verificatievergadering in het faillissement van Fresh Frozen Allround B.V. (insolventienr. 06/32 F) d.d. 18 december 2009
- de beslissing van de rechter-commissaris tot verwijzing naar de renvooiprocedure
- de akte niet dienen aan de zijde van eiseres tot verificatie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. Volgens art. 122 Faillissementswet vindt verwijzing naar de rol plaats door de rechter-commissaris in het faillissement zonder dat daartoe een dagvaarding vereist is. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de akte niet dienen ten onrechte verleend is. Het was niet aan de eiseres tot verificatie om haar vordering te onderbouwen, maar aan verweerders tot verificatie om hun verweer naar voren te brengen.
2.2. In de onduidelijke situatie die nu bestaat, heeft de rechtbank behoefte aan een bericht van elk van partijen over de positie die zij inneemt. Zij zal daarom eiseres én verweerders tot verificatie in de gelegenheid stellen op korte termijn bij akte hun standpunten nader te onderbouwen. De rechtbank zal geen gelegenheid bieden om op de aktes te reageren, maar als de aktes genomen zijn de zaak op de rol plaatsen voor vonnis.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 20 oktober 2010 voor het nemen van een akte door beide partijen over hetgeen is vermeld onder 2.2, waarna het schriftelijk debat tussen partijen in beginsel is geëindigd,
3.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2010.