ECLI:NL:RBARN:2010:BN8308

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
22 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
670145 CV Expl. 10-1204
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de huurovereenkomst en de contractspartijen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, staat centraal welke partij als huurder moet worden beschouwd onder een huurovereenkomst. De eisende partij, Strijland Vastgoed B.V., heeft een vordering ingesteld tegen Bon Coeur Beheer B.V., die zij beschouwt als de opvolger van Boschrijck Holding B.V. De huurovereenkomst, die oorspronkelijk werd gesloten op 17 januari 2002, vermeldt Topwood B.V. als huurder. Na een aantal wijzigingen in de bedrijfsstructuur en naamswijzigingen, ontstond er onduidelijkheid over wie de huurder was. Strijland stelt dat Bon Coeur Beheer B.V. de huurpenningen niet meer heeft voldaan sinds november 2009 en vordert betaling van achterstallige huur en boetes.

Bon Coeur Beheer B.V. betwist de vordering en stelt dat zij niet de huurder is, maar dat Topwood B.V. of Boschrijck B.V. dat is. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst en de bijbehorende documenten zorgvuldig bestudeerd. De rechter concludeert dat de bepalingen in de huurovereenkomst en de uitvoering daarvan erop wijzen dat Topwood B.V. als huurder moet worden beschouwd. De kantonrechter oordeelt dat het KvK-nummer dat in de overeenkomst is vermeld, niet doorslaggevend is voor de vraag wie de huurder is, omdat dit nummer niet direct kenbaar was voor de ondertekenaar. De rechter wijst de vordering van Strijland af, omdat er onvoldoende bewijs is dat Bon Coeur Beheer B.V. als huurder kan worden aangemerkt.

De uitspraak, gedaan op 22 september 2010, houdt in dat Strijland in het ongelijk wordt gesteld en de proceskosten moet dragen. De rechter heeft de vordering van Strijland afgewezen en veroordeelt hen tot betaling van de kosten aan de zijde van Bon Coeur Beheer B.V. De uitspraak is openbaar gedaan door de kantonrechter M.J. Blaisse.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Wageningen
zaakgegevens 670145 \ CV EXPL 10-1204 \ MB\392\mvl
uitspraak van 22 september 2010
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Strijland Vastgoed B.V.
gevestigd te Heelsum
eisende partij
gemachtigde mr. P.J.A. Plattel
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bon Coeur Beheer B.V.
gevestigd te Heteren
gedaagde partij
procederend in persoon (tot 23 juli 2009: gemachtigde mr. R. Horstman)
Partijen worden hierna Strijland en Bon Coeur Beheer B.V. genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 juni 2010
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen van 27 juli 2010.
2. De feiten
2.1 Op 17 januari 2002 is een schriftelijke ‘Huurovereenkomst Kantoorruimte en andere bedrijfsruimte’ (hierna: ‘de huurovereenkomst’) tot stand gekomen terzake van de kantoorruimte aan de [adres en plaats] De huurperiode liep van 1 april 2002 tot 1 april 2007. Nadien is de huurovereenkomst met vijf jaren verlengd tot 1 april 2012. De huurprijs bedroeg laatstelijk € 6.465,66 inclusief btw per maand.
2.2 De huurovereenkomst vermeldt bij “essentialia” Strijland Vastgoed B.V. als verhuurder en Topwood B.V. als huurder. Bij “ondergetekenden” staat als verhuurder opnieuw Strijland Vastgoed B.V. vermeld als verhuurder en “Topwood B.V. ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door Bon Coeur B.V. (…) ingeschreven in het handelsregister (…) onder nummer [nummer A]]” als huurder.
2.3 In artikel 10.2 van de huurovereenkomst wordt Topwood B.V. als huurder vermeld.
2.4 Aan de huurovereenkomst is een ‘Verklaring ten behoeve van belaste verhuur’ (hierna: ‘de Verklaring’) gehecht. De Verklaring vermeldt:
Ondergetekende,
1. Naam huurder 1. Topwood B.V.
(…)
4. Stamnummer omzetbelasting [stamnummer]
Hierna verder te noemen “huurder”
(…) (…)
2.5 In de Verklaring staat voorts vermeld dat:
de volgende branche in het gehuurde wordt uitgeoefend: groothandel in tuinhout en aanverwante artikelen.
2.6 Vanaf de aanvang van de huurovereenkomst op 1 april 2002 tot en met juli 2008 zijn de huurpenningen door Strijland aan Topwood B.V. gefactureerd en door Topwood B.V. aan Strijland betaald.
2.7 Op 16 juli 2007 heeft Topwood B.V. haar onderneming via een activa/passiva transactie verkocht. Topwood B.V. heeft per 8 november 2007 haar naam vervolgens gewijzigd in Boschrijck B.V. De koper van Topwood B.V. heeft niet de huurovereenkomst overgenomen.
2.8 Het in de huurovereenkomst genoemde KvK (Kamer van Koophandel)-nummer [nummer A]] behoort bij de besloten vennootschap Topwood Holding B.V. Topwood Holding B.V. was een eerdere statutaire naam van Boschrijck Holding B.V. Het KvK-nummer van Topwood B.V. (later Boschrijck B.V.) is [nummer B]
2.9 In een brief van 6 augustus 2008 geadresseerd aan “Boschrijck Holding B.V. v/h Topwood Holding B.V.” schrijft Strijland:
Naar aanleiding van het telefonisch onderhoud d.d. 5 augustus 2008, doen wij u bijgaand de factuur van de huur over de maand augustus 2008 toekomen (…)
Tevens doen wij u toekomen de huurnota van de maand september 2008, waarop wij inmiddels de naamswijziging hebben doorgevoerd en verzoeken wij u deze factuur uiterlijk te betalen op 1 september 2008.
2.10 Als bijlage bij een brief van Strijland van 18 november 2008 gericht aan “Boschrijck Holding B.V.” is een overeenkomst van onderhuur gevoegd. Strijland (aangeduid als SV) geeft aan Boschrijck Holding B.V. (aangeduid als BH) toestemming de kantoorruimte te verhuren aan Allewelt Benelux B.V. De overeenkomst vermeldt:
SV geeft, met ingang van 1 januari 2009 aan BH het recht van onderverhuur aan AB voor de bedrijfsruimte met het kantoor, (…)
(…)
BH blijft, als hoofdhuurder, volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor alle (financiële) verplichtingen uit hoofde van deze huurovereenkomst.
(…)
2.11 Vanaf 1 augustus 2008 tot 1 november 2009 heeft Allewelt Benelux B.V. de huur rechtstreeks aan Strijland voldaan.
2.12 Allewelt Benelux B.V. is op 15 december 2009 failliet gegaan.
2.13 Per 3 oktober 2009 is Boschrijck Holding B.V. als gevolg van een fusie opgegaan in Bon Coeur Beheer B.V.
3. De vordering en het verweer
3.1 Strijland vordert veroordeling van Bon Coeur Beheer B.V. tot:
- betaling van een bedrag van € 26.858,28 terzake van achterstallige huur en contractuele boetes tot en met februari 2010, te vermeerderen met de contractuele boete van 2% over iedere ingetreden maand over dit bedrag vanaf 1 maart 2010;
- betaling van de maandelijkse huurtermijnen vanaf 1 maart 2010, op straffe van verbeurte van de contractuele boete van 2% voor iedere ingetreden maand vanaf de vervaldata van de betreffende huurtermijnen;
- afgifte van een bankgarantie ter grootte van € 19.184,46;
- betaling van de verbeurde boete van € 227,00 per dag vanaf 4 februari 2010 tot de dag dat de voornoemde bankgarantie door Bon Coeur Beheer B.V. is gesteld;
- betaling van de kosten van deze procedure.
3.2 Strijland legt aan haar vordering ten grondslag de stelling dat Bon Coeur Beheer B.V., als opvolger van Boschrijck Holding B.V., thans als huurder onder de huurovereenkomst geldt. Strijland wijst daarbij op het in de huurovereenkomst vermelde KvK-nummer van Topwood Holding B.V./Boschrijck Holding B.V. Bon Coeur Beheer B.V. heeft echter de huurpenningen vanaf november 2009 niet meer voldaan. Deze vordert Strijland thans in deze procedure.
3.3 Bon Coeur Beheer B.V. voert gemotiveerd verweer waarop hierna, waar nodig, wordt ingegaan.
4. De beoordeling
4.1 Bon Coeur Beheer B.V. voert aan dat niet zij (als opvolger van Topwood Holding B.V./ Boschrijck Holding B.V.) huurder is, maar Topwood B.V./ Boschrijck B.V. Bon Coeur Beheer B.V. wijst op de vermelding van Topwood B.V. op diverse plaatsen in de huurovereenkomst en de bijlagen daarbij. Bovendien is in de Verklaring een stamnummer omzetbelasting genoemd, terwijl Topwood Holding B.V. geen eigen nummer voor de omzetbelasting heeft. Voorts zijn in de Verklaring de bedrijfsactiviteiten vermeld die behoren bij Topwood B.V. en niet bij Topwood Holding B.V.
4.2 De kantonrechter oordeelt als volgt. Beoordeeld dient te worden welke partij Strijland respectievelijk Topwood Holding B.V./Boschrijck Holding B.V./Bon Coeur Beheer B.V. redelijkerwijs als hun contractspartij bij de huurovereenkomst konden en mochten beschouwen.
4.3 Uit de tekst van de huurovereenkomst en de daarvan – zo is onweersproken – deel uitmakende Verklaring lijkt voort te vloeien dat Topwood B.V. als huurder dient te worden beschouwd. Topwood B.V. wordt consequent – tot driemaal toe – als huurder genoemd. Het genoemde KvK-nummer is daarmee niet in overeenstemming (dat is van Topwood Holding B.V.), doch dat was niet direct kenbaar voor de ondertekenaar namens de huurder (althans dat is gesteld noch gebleken), ook al omdat het nummer veel lijkt op het KvK-nummer van Topwood B.V. De beschrijving van de activiteiten van de hurende vennootschap en het stamnummer omzetbelasting waren daarentegen juist wel direct te koppelen aan Topwood B.V. en niet aan Topwood Holding B.V. dat, zo is onweersproken, slechts beherende activiteiten uitvoerde en geen eigen stamnummer omzetbelasting had. Gesteld noch gebleken is dat dat zijdens Strijland op enig moment aan de orde is gesteld. Gezien voornoemde omstandigheden is het genoemde KvK-nummer niet doorslaggevend, zoals door Strijland bepleit.
4.4 Vervolgens is van belang de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de huurovereenkomst. Onweersproken is dat de huurpenningen vanaf 1 april 2002 tot 1 augustus 2008 aan Topwood B.V. zijn gefactureerd en door Topwood B.V. zijn betaald. Door Strijland is daar kennelijk nimmer een probleem van gemaakt.
4.5 Per augustus 2008 is de winkelruimte onderverhuurd, met toestemming van Strijland, aan Allewelt Benelux B.V. De op 18 november 2008 door Strijland aan Boschrijck Holding B.V. toegezonden verklaring gaat uit van onderverhuur per 1 januari 2009, doch uit de stellingen van partijen volgt dat Allewelt Benelux B.V. per augustus 2008 de ruimte gebruikte en de huur (rechtstreeks aan Strijland) betaalde. De huur voor de maand augustus 2008 is door Allewelt Benelux B.V. kennelijk niet tijdig voldaan, waarop Strijland Boschrijck Holding B.V. met de brief van 6 augustus 2008 heeft aangeschreven.
4.6 Eerst vanaf die datum, zes jaar en vier maanden na aanvang van de huurperiode, kon voor Topwood Holding B.V./ Boschrijck Holding B.V. kenbaar zijn dat Strijland die vennootschap als huurder zag. Strijland stelt dat echter niet met zoveel woorden in die brief en onweersproken is voorts dat Topwood Holding B.V./ Boschrijck Holding B.V. geen uitvoering heeft gegeven aan het verzoek van Strijland in de brief van 6 augustus 2008 om de huur voor augustus en september 2008 te voldoen. Gesteld noch gebleken is dat daartegen vervolgens door Strijland is geprotesteerd. Aan die brief kan dan ook, zeker gezien de voorliggende periode waarin Topwood B.V. feitelijk als huurder optrad, geen doorslaggevende betekenis worden toegekend.
4.7 Nadien (op 18 november 2008) is door Strijland aan Boschrijck Holding B.V. de overeenkomst tot onderverhuur toegezonden. Zoals hiervoor overwogen was de onderhuur toen echter al een feit zonder dat gesteld of gebleken is dat daarbij is vastgesteld of besproken welke vennootschap huurder was en derhalve de winkelruimte kon onderverhuren. Voorts is niet gesteld of gebleken dat de toegezonden overeenkomst op enig moment namens Boschrijck Holding B.V. is ondertekend. Ook dat is door Strijland klaarblijkelijk gelaten voor wat het was. Uit die gang van zaken kan op grond van deze brief noch worden afgeleid dat Boschrijck Holding B.V. moest begrijpen dat Strijland (enkel) haar als huurder beschouwde, noch dat Strijland ervan mocht uitgaan dat Boschrijck Holding B.V. erkende huurder te zijn.
4.8 Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat noch uit de tekst van de huurovereenkomst, noch uit de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de huurovereenkomst volgt dat Bon Coeur Beheer B.V. (als opvolger van Topwood Holding B.V./ Boschrijck Holding B.V.) redelijkerwijs als huurder onder de huurovereenkomst moet worden beschouwd. De vordering wordt dus afgewezen.
4.9 Strijland wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. Aan Bon Coeur Beheer B.V. wordt één punt toegekend, omdat haar voormalige gemachtigde zich vóór de comparitie van partijen heeft onttrokken.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1 wijst de vordering af;
5.2 veroordeelt Strijland in de kosten van deze procedure, tot de datum van dit vonnis aan de zijde van Bon Coeur Beheer B.V. begroot op € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf zeven dagen na dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;
5.3 verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.J. Blaisse en in het openbaar uitgesproken op 22 september 2010.