ECLI:NL:RBARN:2010:BN8242

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
20 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
663514 - CV EXPL 10-1413
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onvoldoende informatieverstrekking door Tele2 over opzegtermijn en terugbetaling door abonnee

In deze zaak, uitgesproken door de kantonrechter mr. B.J. Engberts op 20 september 2010, stond de vraag centraal of Tele2 Nederland B.V. (voorheen Versatel Nederland B.V.) haar verplichtingen jegens de abonnee correct was nagekomen, met name met betrekking tot de informatie over de opzegtermijn van de overeenkomst. De abonnee had gesteld dat Tele2 haar niet tijdig had gewezen op de bedenktermijn van 7 werkdagen, zoals vereist onder de wet. De kantonrechter oordeelde dat Tele2 in haar algemene voorwaarden een opzegtermijn van 7 werkdagen hanteerde, maar dat deze termijn niet van toepassing was omdat de dienstverlening nooit was gestart. Dit was het gevolg van het feit dat de abonnee het modem had geretourneerd voordat de dienst was geactiveerd.

De kantonrechter concludeerde dat Tele2 niet had voldaan aan haar informatieplicht, zoals vastgelegd in artikel 7:46c lid 1 sub f juncto 46c lid 2 sub b BW. Hierdoor was de abonnee gerechtigd om de overeenkomst te ontbinden met een termijn van drie maanden, in plaats van de door Tele2 gestelde 7 werkdagen. De abonnee had tijdig opgezegd, en de vordering van Tele2 in conventie werd afgewezen.

In reconventie vorderde de abonnee terugbetaling van de abonnementsgelden die zij ten onrechte aan Tele2 had betaald. De kantonrechter oordeelde dat de abonnee onverschuldigd had betaald, aangezien de overeenkomst tijdig was opgezegd. Tele2 werd veroordeeld tot terugbetaling van € 149,75 aan de abonnee, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 februari 2010. De proceskosten werden aan de zijde van de abonnee begroot op nihil.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Arnhem
zaakgegevens 663514 \ CV EXPL 10-1413 \ BE \ 391 \ kw
uitspraak van 20 september 2010
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Tele2 Nederland B.V.,
voorheen genaamd Versatel Nederland B.V.
gevestigd te Amsterdam
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in reconventie
gemachtigde Tijhuis Gerechtsdeurwaarders Arnhem
tegen
[abonnee]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie
procederend in persoon
Partijen worden hierna Tele2 en [abonnee] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 juni 2010;
- de akte uitlating van Tele2;
- de aanvullende akte tevens akte vermindering van eis van Tele2;
- de antwoord-akte van [abonnee].
2. De verdere beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie
2.1. De kantonrechter blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van 14 juni 2010.
2.2. In rechtsoverweging 5.3. van dat tussenvonnis heeft de kantonrechter overwogen dat Tele2 in de gelegenheid wordt gesteld zich – bij akte – uit te laten over de vraag welke opzeggingstermijn zij hanteert (7 werk- dan wel kalenderdagen) en op welke wijze deze termijn door Tele2 aan [abonnee] is meegedeeld.
In haar akte uitlating heeft Tele2 verwezen naar haar algemene voorwaarden, en in het bijzonder naar artikel 3.5. In de algemene voorwaarden hanteert zij een opzegtermijn van 7 werkdagen. Tele2 heeft hiermee de eerste, hiervoor geformuleerde, vraag beantwoord.
De kantonrechter is, gelet op hetgeen Tele2 in haar aanvullende akte heeft aangevoerd, met Tele2 van oordeel dat de opzegtermijn begint te lopen vanaf het moment van sluiten van de overeenkomst. Dit volgt uit het bepaalde in artikel 7:46d lid 2 juncto 46 i lid 1 juncto 46i lid 5 sub a BW, waar – kort gezegd – is geregeld dat als de levering van de dienst in overleg met de consument al begint tijdens de opzegtermijn deze opzegtermijn in het geheel niet geldt.
De kantonrechter komt daarmee terug op het in het tussenvonnis onder rechtsoverweging 5.4. gegeven voorlopig oordeel. Nu vaststaat dat [abonnee] het modem tussen 5 mei 2007 en 11 mei 2007 aan Tele2 heeft geretourneerd en Tele2 het abonnement pas op 15 mei 2007 heeft geactiveerd staat daarmee – tevens – vast dat de dienstverlening (het leveren van signalen via het modem aan [abonnee]) nooit is gestart.
2.3. Ingevolge het bepaalde in artikel 7:46c lid 1 sub f juncto 46c lid 2 sub b BW moet voor het sluiten van de koop op afstand, waaronder begrepen het sluiten van een overeenkomst tot dienstverlening zoals de onderhavige, de mogelijkheid tot ontbinding en de daarvoor geldende vereisten (schriftelijk) zijn meegedeeld. Bij gebreke hiervan bedraagt de ontbindingstermijn volgens artikel 7:46d lid 1 tweede zin BW drie maanden.
Tele2 heeft noch in haar akte uitlating noch in haar aanvullende akte de tweede, hiervoor geformuleerde, vraag beantwoord. In rechte kan dan ook niet vastgesteld worden dat Tele2 aan de op haar rustende verplichtingen heeft voldaan en dat in het onderhavige geval een opzegtermijn van 7 werkdagen van toepassing is. De kantonrechter gaat dan ook – ambtshalve – uit van de in artikel 7:46d lid 1, tweede zin, BW bedoelde termijn van drie maanden. [abonnee] kon derhalve tot 10 juli 2007 haar opzeggingsbevoegdheid uitoefenen.
Tele2 heeft erkend dat zij schriftelijke opzeggingen van [abonnee] in mei en juni 2007 heeft ontvangen. Dat is, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, tijdig geweest.
Tele2 heeft haar stelling dat [abonnee] de overeenkomst niet tijdig heeft opgezegd (althans de overeenkomst niet tijdig heeft ontbonden) niet, althans onvoldoende, onderbouwd.
De vordering in conventie wordt dan ook afgewezen.
2.4. [abonnee] heeft in reconventie terugbetaling gevorderd van de abonnementsgelden die zij, volgens haar, ten onrechte aan Tele2 heeft voldaan. Uit de door [abonnee] overlegde bankafschriften blijkt dat zij op 21 juni 2007, 20 juli 2007, 20 augustus 2007 en 22 oktober 2007 betalingen heeft verricht aan Tele2. Zij heeft in totaal € 149,75 aan Tele2 voldaan.
Tele2 heeft de ontvangst van de betalingen erkend, maar heeft aangevoerd dat [abonnee] uit hoofde van de overeenkomst ook tot betaling gehouden was. Omdat in conventie is beslist dat [abonnee] de overeenkomst tijdig heeft opgezegd, is zij niet gehouden geweest tot betaling van abonnementsgelden. Zij heeft onverschuldigd betaald aan Tele2. Tele2 zal het door [abonnee] gevorderde bedrag van € 149,75 dan ook moeten terugbetalen.
De vordering in reconventie wordt dan ook toegewezen.
2.5. De kantonrechter veroordeelt Tele2 tevens tot betaling van de wettelijke rente aan [abonnee]. Ingevolge het bepaalde in artikel 6:203 BW juncto 6:119 BW heeft [abonnee] recht op betaling hiervan. De kantonrechter ziet aanleiding om de wettelijke rente toe te wijzen vanaf 1 februari 2010, nu [abonnee] pas op die datum voor het eerst betaling van het onverschuldigd betaalde heeft gevorderd.
2.6. Tele2 wordt als de in conventie en in reconventie in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure.
3. De beslissing
De kantonrechter
in conventie
3.1. wijst de vorderingen af;
in reconventie
3.2. veroordeelt Tele2 tot betaling aan [abonnee] van een bedrag van € 149,75, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2010 tot aan de dag van algehele voldoening;
in conventie en in reconventie
3.3. veroordeelt Tele2 in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [abonnee] begroot op nihil;
3.4. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
3.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.J. Engberts en in het openbaar uitgesproken op 20 september 2010.