ECLI:NL:RBARN:2010:BN8077
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen opgelegde administratiekosten door het OM in het kader van verkeerssanctie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 10 juni 2010 uitspraak gedaan in een beroep tegen de beslissing van de officier van justitie te Arnhem. Het beroep was ingesteld door een appellant die bezwaar maakte tegen de opgelegde administratiekosten van € 67,00, die voortvloeiden uit een administratieve sanctie wegens overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het opleggen van deze kosten moet worden gezien als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor bezwaar en beroep openstaan. De kantonrechter oordeelde dat de appellant ontvankelijk was in zijn beroep, maar dat het beroep niet slaagde. De kantonrechter concludeerde dat de administratiekosten niet disproportioneel waren en dat de beslissing van de officier van justitie om deze kosten op te leggen, in stand bleef. De overige verweren van de appellant, waaronder een beroep op artikel 6 en 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de Grondwet, werden onbesproken gelaten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de griffier en de kantonrechter ondertekenden het proces-verbaal. De procedure bij het gerechtshof kan schriftelijk verlopen, tenzij om een mondelinge toelichting wordt gevraagd.