ECLI:NL:RBARN:2010:BN7672

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
20 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/502764-09 ,05/503098-09, 05/600030-09, 05/600038-09 en 05/600882-09
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een veelpleger voor meerdere diefstallen, beledigingen en geweldsdelicten

De Rechtbank Arnhem heeft op 20 september 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 29-jarige man uit Ede, die werd beschuldigd van het plegen van meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal, belediging en geweld. De man werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 270 dagen voor het plegen van acht feiten in de periode van 20 mei 2008 tot en met 10 juli 2009. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal in de Marskramer in Zetten, diefstal bij de Mediamarkt in Ede, en pogingen tot diefstal uit woningen in Zetten. De diefstal bij de Mediamarkt ging gepaard met bedreigingen en geweld. Daarnaast was de man verantwoordelijk voor beledigingen en een vernieling in een dronkenmanscel van het politiebureau te Nijmegen, waarvoor hij ook schadevergoeding moest betalen.

De rechtbank achtte de verweren van de verdachte niet geloofwaardig, ondanks dat hij een aantal feiten bekende. De rechtbank nam het de verdachte kwalijk dat hij geen respect had getoond voor de eigendommen van anderen en voor de mensen die hem confronteerden met zijn onrechtmatige handelen. De opgelegde straf kwam overeen met de eis van de officier van justitie. Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank rekening met de strafrechtelijke geschiedenis van de man en een deskundigenrapport dat aangaf dat hij ten tijde van de feiten als gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar moest worden beschouwd. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een aantal andere tenlastegelegde feiten, maar achtte de bewezenverklaring van de overige feiten voldoende onderbouwd.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige Kamer
Promis II
Parketnummers : 05/502764-09 ,05/503098-09, 05/600030-09, 05/600038-09 en 05/600882-09
Datum zittingen : 21 april 2009, 14 september 2009, 30 november 2009, 15 februari 2010, 6 september 2010
Datum uitspraak: : 20 september 2010
TEGENSPRAAK
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
Raadsman: Mr. R.C. Vermeer, advocaat te Rhenen.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/502764-09
hij op of omstreeks 20 mei 2008 te Rhenen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere (stalen) profiel(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
Ten aanzien van parketnummer 05/503098-09
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 december 2008 tot en met 02 december 2008 te Wageningen en/of Ede opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "kankerlijers" en/of "vuile kwal" en/of "vuile tyfuslijers" en/of "vuile kut/kanker marokkaan" en/of "vuile kankerlijer", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Ten aanzien van parketnummer 05/600030-09
hij op of omstreeks 05 december 2008 te Ede met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit de winkel van Mediamarkt heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk Samsung, type B220B) en/of een MP3-speler (merk Sansa MP3), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Mediamarkt, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, die [slachtoffer 6] en/of die [slachtoffer 7] en/of die [slachtoffer 8] dreigend heeft toegevoegd de woorden: "Ik sla je in elkaar, kom maar op." en/of "Als je me nu niet laat gaan, wordt het vechten. Ik heb aan vechtsport gedaan. Ik wil met jullie alledrie vechten. Ik ga vechten." althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking en/of (daarbij) zijn hand(en) tot (een) vuist(en) heeft gebald en/of daarbij een vechthouding heeft aangenomen en/of een kopstoot in de richting van die [slachtoffer 8] heeft gegeven en/of tegen de ruit van een deur heeft geslagen en/of in een duim van die [slachtoffer 7] heeft gebeten;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 05 december 2008 te Ede opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 7]), in zijn duim heeft gebeten, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Ten aanzien van parketnummer 05/600038-09
1.
hij op of omstreeks 07 januari 2009 te Oosterhout, gemeente Nijmegen of Overbetuwe,, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit de woning aan de [adres] weg te nemen een hoeveelheid weed en/of hennep en/of hennepplanten, althans enig goed of goederen van verdachtes en/of diens mededader(s) gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en/of voormeld(e) goed(eren) onder hun of verdachtes bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, zich naar die woning heeft/hebben begeven en/of heeft/hebben gezocht naar een mogelijkheid om die woning binnen te komen en/of met behulp van een schroevendraaier een gipsplaat van het raam of de ruit van de bijkeuken heeft/hebben getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 08 januari 2009 te Oosterhout, gemeente Nijmegen of Overbetuwe, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit de woning aan de [adres] weg te nemen een hoeveelheid weed en/of hennep en/of hennepplanten, althans enig goed of goederen van verdachtes en/of diens mededader(s) gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en/of voormeld(e) goed(eren) onder hun of verdachtes bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, zich heeft/hebben voorzien van een breekijzer en/of (een) andere inbrekerswertuig(en) en zich (vervolgens) heeft/hebben begeven naar die woning, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 08 januari 2009 te Nijmegen [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk agent van politie [verbalisant 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Als ik hem weer tegen kom maak ik hem af." en/of "Als ik vrij kom dan ga ik die andere mannen die mij achterna kwamen achterna en dan zullen ze wel zien. Ik vind als de politie er geen werk van maakt ik het zelf maar moet doen.", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4.
hij op of omstreeks 09 januari 2009 te Nijmegen opzettelijk en wederrechtelijk een trespa muurplaat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de regiopolitie te Nijmegen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, van de de muur van de donkenmanscel nummer 2 heeft gerukt en/of getrokken en/of gewrikt en aldus dat goed heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt;
5.
hij op of omstreeks 09 januari 2009 tijdens de rit van Arnhem naar Nijmegen opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, te weten het overbrengen van verdachten van het Paleis van Justitie te Arnhem naar het Bureau van Politie te Nijmegen in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd het/de woord(en) "Sletje" en/of "Kankerslet" en/of "Stelletje kankerlijers", althans (telkens) woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Ten aanzien van parketnummer 05/600882-09
hij op of omstreeks 10 juli 2009 te Zetten, gemeente Overbetuwe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vijf, althans een aantal computerspel/len(merk Nintendo)en/of twee, althans een aantal step/pen , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf de Marskramer, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 6 september 2010 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte niet verschenen. Verdachte is vertegenwoordigd door Mr. R.C. Vermeer, advocaat te Rhenen.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
[slachtoffer 5]
Regiopolitie Gelderland-Zuid
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder feit 3 van parketnummer 05/600038-09 tenlastegelegde zal worden vrijgesproken.
Tevens heeft de officier van justitie geëist dat verdachte ter zake van het onder parketnummer 05/502764-09, parketnummer 05/503098-09, parketnummer 05/600030-09 primair, parketnummer 05/600038-09 feit 1, feit 2, feit 4 en feit 5 en parketnummer 05/600882-09 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 270 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van de vordering benadeelde partij politie Regiopolitie Gelderland-Zuid heeft de officier van justitie verzocht deze volledig toe te wijzen tot een bedrag van € 74,49 en heeft gevorderd dat er een schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door twee dagen hechtenis.
Ten aanzien van de vordering benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft de officier van justitie verzocht deze niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de inbeslaggenomen jassen teruggegeven zullen worden aan de rechthebbende.
De raadsman van verdachte heeft het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Parketnummer 05/502764-09
Vaststaande feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft op 20 mei 2008 te Rhenen tezamen en in vereniging met anderen meerdere stalen profielen weggenomen. toebehorende aan [slachtoffer 1].
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat verdachte bij het inladen van de profielen het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft gehad. Verdachte wist vanuit zijn beroep als handelaar in oud ijzer dat hij de profielen te goedkoop had gekocht. Daarnaast had hij navraag moeten doen naar de oorsprong van de profielen, vooral toen bleek dat hij de profielen des nachts op een donker terrein moest ophalen. De officier van justitie acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met meerdere personen.
Standpunt van de verdediging
De verdachte ontkent dat er sprake is van een oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening omdat hij dacht dat hij de profielen mocht meenemen omdat hij ze gekocht had van iemand die hij betrouwbaar achtte.
Beoordeling van de standpunten
Verdachte verklaart dat hij als handelaar in oud ijzer op 20 mei 2008 in een coffeeshop, van een man die zijn naam niet noemde en van wie verdachte alleen wist dat hij “Karim of zoiets” heet, voor € 25,00 metaal kocht dat op het industrieterrein van Rhenen lag. Tegen betaling van € 25,00 heeft de man hem de plek verteld waar het metaal lag. Hij verklaart verder dat hij dacht dat de man weed nodig had en hem “daarom 25,- euro vroeg voor de tip”.Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist of het eerlijke handel was. Dit valt volgens hem niet te controleren. De waarde van het materiaal dat hij heeft meegenomen was, zo verklaart hij, ongeveer € 75,00 Op de vraag of verdachte bij de handel van metaal nooit een bon uitschrijft verklaart verdachte “dat je ook wel eens een dingetje tussendoor wil doen” .
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de voornoemde omstandigheden waaronder de “koop” volgens verdachte plaatsvond, er geen sprake van kan zijn dat verdachte daadwerkelijk dacht dat hij door de betaling van € 25,00 voor de tip van de plaats waar het metaal op een industrieterrein lag, het eigendom over dat metaal had verkregen. Daarmee staat vast dat hij wist dat de door hem meegenomen stalen profielen niet van hem waren en dat hij zich deze dus wederrechtelijk toeeigende.
Parketnummer 05/503098-09
Ten aanzien van het onder parketnummer 05/503098-09 tenlastegelegde is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, zijnde:
- de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 21 april 2009;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces- verbaal nr. 08-008108, gesloten op 16 december 2008, opgemaakt door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland-Midden, district West-Veluwe Vallei, met bijlage, voorzover inhoudende:
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5], p. 28 en p.29;
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 13], p. 30, en p. 31;
- Het proces-verbaal van bevindingen van [slachtoffer 2], p. 24;
- Het proces-verbaal van bevindingen van [slachtoffer 3], p. 25 en p.26;
- Het proces-verbaal van bevindingen van [slachtoffer 4], p. 27;
Parketnummer 05/600030-09
Vaststaande feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft op 5 december 2008 te Ede met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in de winkel van Mediamarkt weggenomen een MP3 speler (merk Sansa MP3) en een mobiele telefoon (merk Samsung B220B) toebehorende aan winkelbedrijf Mediamarkt. Verdachte heeft vervolgens, toen hij na betrapping door de medewerkers van Mediamarkt zijnde, [slachtoffer 7], [slachtoffer 8] en [slachtoffer 6] werd vastgepakt, zich daartegen verzet.
Verder staat vast dat [slachtoffer 7] tijdens de aanhouding van verdachte letsel heeft opgelopen aan zijn rechterduim.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het primair ten laste gelegde, te weten diefstal gevolgd door bedreiging en geweld.
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft aangevoerd dat hij zich tegen de beveiligingsmedewerkers heeft verzet omdat hij door hen hardhandig werd behandeld en dat hij uit zelfverdediging heeft gehandeld. De rechtbank begrijpt daaruit dat verdachte daarmee betwist dat zijn verzet het doel had zijn vlucht mogelijk te maken of zich van het bezit van het gestolene te verzekeren. Daarnaast ontkent verdachte dreigende woorden tegen de medewerkers van de Mediamarkt te hebben gebruikt en ontkent hij in de duim van [slachtoffer 7] te hebben gebeten.
Beoordeling van de standpunten
[slachtoffer 6] heeft verklaard dat verdachte op het moment dat hij werd betrapt er vandoor wilde gaan en te hebben geweigerd mee te werken aan een controle. Toen verdachte vervolgens door [slachtoffer 6] werd vastgepakte reageerde hij agressief, verzette zich en bedreigde hem verbaal door te zeggen dat hij hem een klap zou geven. [slachtoffer 8] verklaart dat de jongen die [slachtoffer 6]) tegen de muur had staan zich los probeerde te rukken en met zijn lichaam draaide.
[slachtoffer 8] en [slachtoffer 7] verklaren dat verdachte doorging met zich te verzetten toen hij door hen naar de ophoudkamer werd geleid in afwachting van de politie en dat verdachte vervolgens verbaal bedreigingen heeft geuit tegen [slachtoffer 8] door te zeggen: “Als je me nu niet laat gaan, wordt het vechten” en: “Ik ga vechten” en: “Ik sla je in elkaar, kom maar op”. Verdachte erkent dat hij heeft geroepen “ik heb aan vechtsport gedaan” . [slachtoffer 7] verklaart dat hij daarnaast nog verbaal bedreigingen heeft geuit tegen [slachtoffer 8], [slachtoffer 7] en [slachtoffer 6] door te zeggen, “Ik wil met jullie alle drie vechten”.
[slachtoffer 8] en [slachtoffer 7] verklaren dat hij vervolgens in de ophoudkamer met geweld heeft gedreigd tegen [slachtoffer 8] door zijn handen tot vuisten te ballen en daarbij een vechthouding aan te nemen tegen [slachtoffer 8]. Daarna heeft hij geweld gepleegd door tegen het raam van een deur te slaan. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte bij betrapping op heterdaad van de diefstal zijn vlucht mogelijk wilde maken door geweld te gebruiken en te dreigen met het gebruik van geweld tegen [slachtoffer 7], [slachtoffer 8] en [slachtoffer 6]. Verdachte heeft na betrapping willen vluchten en zich reeds, toen hij daarop door [slachtoffer 6] werd vastgepakt en tegen de muur werd gezet, verzet. Dat de medewerkers van de Mediamarkt vervolgens geprobeerd hebben hem met gepaste middelen in bedwang te houden rechtvaardigt niet het gedrag van verdachte. Niet gebleken of aannemelijk is geworden dat de medewerkers van Mediamarkt daarbij dusdanig veel geweld hebben gebruikt dat de handelingen van verdachte daarmee nog slechts als zelfverdediging kunnen worden beschouwd en niet meer als gedragingen met het doel te ontkomen. Het verweer van de verdachte faalt.
Verdachte ontkent [slachtoffer 7] in zijn duim te hebben gebeten. De rechtbank is van oordeel dat aannemelijk is dat tijdens de worsteling de rechterduim van [slachtoffer 7] in de mond van verdachte terecht is gekomen zonder dat verdachte dit gewild heeft. Dit leidt de rechtbank af uit de verklaring van [slachtoffer 7] die zag dat zijn rechterduim zich ineens in de mond van verdachte bevond. Ook heeft [slachtoffer 7] niet gemerkt dat er op zijn duim gebeten werd, maar heeft hij zijn duim uit de mond van verdachte getrokken waarna hij pas merkte dat bloed uit zijn duim kwam. De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte in de duim van [slachtoffer 7] heeft gebeten. Het is immers goed mogelijk dat [slachtoffer 7] dit letsel heeft opgelopen zonder dat er daadwerkelijk is gebeten, als gevolg van de worsteling met verdachte. Het verweer van verdachte slaagt.
[slachtoffer 7] heeft verklaard dat hij gezien heeft dat verdachte een kopstoot gaf in de richting van [slachtoffer 8]. [slachtoffer 8] heeft echter niet verklaard dat verdachte een kopstoot in zijn richting heeft gegeven. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aangenomen kan worden dat tijdens de worsteling tussen verdachte en [slachtoffer 8] verdachte met zijn hoofd heeft bewogen, maar dat niet vastgesteld kan worden dat sprake was van een bewuste kopstoot in de richting van [slachtoffer 8]. De rechtbank acht daarom dit deel van de tenlastelegging niet bewezen.
Op basis van het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte na de diefstal geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 6], [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] heeft gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken.
Parketnummer 05/600038-09
Feit 1
Ten aanzien van het onder feit 1 tenlastegelegde is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, zijnde:
- de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 21 april 2009;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces- verbaal nr. PL0840/09-003259, gesloten op 12 januari 2009, opgemaakt door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland- Zuid, district Stad Nijmegen, met bijlage, voorzover inhoudende:
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9], p.27 en p.28;
- Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 1], p.39 en p.40;
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10], p. 21.
Feit 2
Ten aanzien van het onder feit 2 tenlastegelegde is er sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, zijnde:
- de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 21 april 2009;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces- verbaal nr. PL0840/09-003259, gesloten op 12 januari 2009, opgemaakt door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland- Zuid, district Stad Nijmegen, met bijlage, voorzover inhoudende:
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9], p.28, p.29 en p.30;
- Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 1], p. 40;
- Het proces-verbaal aan aangifte van [slachtoffer 10], p. 21, p.22, p.23 en p.24.
Feit 3
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft verzocht verdachte vrij te spreken van het onder 3 tenlastegelegde, nu niet bewezen kan worden verklaard dat de bedreigde personen op de hoogte zijn geraakt van de bedreiging en dit op grond van een arrest van de Hoge Raad ( NJ 2005/448) tot vrijspraak moet leiden.
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft verklaard tijdens een verhoor ten overstaan van een politieambtenaar dreigende woorden te hebben geuit gericht tegen [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10].
Beoordeling van de standpunten
Verdachte heeft tijdens een verhoor ten overstaan van een politieambtenaar [verbalisant 1] dreigende woorden geuit tegen [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10]. De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat het niet duidelijk is dat deze bedreiging daadwerkelijk [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] heeft bereikt nu beide heren niet bij het verhoor aanwezig waren en niet vast staat dat [verbalisant 1] beiden op de hoogte heeft gebracht van de dreigementen. De rechtbank spreekt verdachte derhalve van dit feit vrij.
Feit 4
Ten aanzien van het onder feit 4 tenlastegelegde is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, zijnde:
- de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 21 april 2009;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces- verbaal nr. PL0840/09-003259, gesloten op 12 januari 2009, opgemaakt door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland- Zuid, district Stad Nijmegen, met bijlage, voorzover inhoudende:
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 14], p.31 en p.32.
Feit 5
Ten aanzien van het onder feit 5 tenlastegelegde is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, zijnde:
- de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 21 april 2009;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces- verbaal nr. PL0840/09-003259, gesloten op 12 januari 2009, opgemaakt door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland- Zuid, district Stad Nijmegen, met bijlage, voorzover inhoudende:
- Het proces-verbaal van bevindingen van [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12], p.18 en p.19.
Parketnummer 05/600882-09
Vaststaande feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte was op 10 juli 2009 te Zetten, gemeente Overbetuwe, tezamen met een ander in winkelbedrijf de Marskramer . Op 10 juli 2009 zijn uit deze winkel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weggenomen vijf computerspellen (merk Nintendo) en twee steppen toebehorende aan dat winkelbedrijf.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het ten laste gelegde, te weten diefstal met een ander.
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft aangevoerd dat zijn vriend, met wie hij die dag in de Marskramer was, degene is geweest die de goederen heeft gestolen en dat hij de gestolen spullen niet heeft aangeraakt.
Beoordeling van de standpunten
Verdachte heeft aangegeven dat hij en zijn vriend een blauwe en een witte jas droegen en dat zij die jassen hebben weggegooid en zijn weggerend op het moment dat ze de politie voorbij zagen rijden; wat verdachte betreft omdat hij niet onterecht gearresteerd wilde worden. Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij twee jongens met een blauwe en een witte jas hard voorbij had zien rennen terwijl beiden in het bezit van een doos waren. Tot slot verklaren getuige [getuige 2], de bedrijfleider van de Marskramer, en getuige [getuige 3] dat zij bij het Kerkpad de twee jassen heeft aangetroffen, die [getuige 3] herkende als de jassen van de twee mannen die hij eerder in de Marskramer had gezien, tezamen met twee steppen en vijf dozen met Nintendo spellen.
Op basis van het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met medeverdachte in de winkel zijn geweest, dat beiden tezamen zijn gevlucht, zich daarbij ontdaan hebben van hun jassen en dat ze beiden gestolen goederen hebben meegenomen. Er is daarmee sprake van een dusdanige bewuste en nauwe samenwerking dat verdachte als medepleger van de diefstal van de goederen toebehorende aan winkelbedrijf de Marskramer kan worden aangemerkt.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/502764-09, parketnummer 05/503098-09, parketnummer 05/600030-09 primair, parketnummer 05/600038-09 feit 1, feit 2, feit 4 en feit 5 en parketnummer 05/600882-09 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat;:
Ten aanzien van parketnummer 05/502764-09
hij op 20 mei 2008 te Rhenen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meerdere (stalen) profielen toebehorende aan [slachtoffer 1]
Ten aanzien van parketnummer 05/503098-09
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 01 december 2008 tot en met 02 december 2008 te Wageningen en Ede opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden kankerlijers" en/of "vuile kwal" en/of "vuile tyfuslijers" en/of "vuile kut/kanker marokkaan" en/of "vuile kankerlijer", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Ten aanzien van parketnummer 05/600030-09
Primair
hij op 05 december 2008 te Ede met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in de winkel van Mediamarkt heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk Samsung, type B220B) en een MP3-speler (merk Sansa MP3), toebehorende aan winkelbedrijf Mediamarkt welke diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, die [slachtoffer 6] en/of die [slachtoffer 7] en/of die [slachtoffer 8] dreigend heeft toegevoegd de woorden: "Ik sla je in elkaar, kom maar op." en/of "Als je me nu niet laat gaan, wordt het vechten. Ik heb aan vechtsport gedaan. Ik wil met jullie alledrie vechten. Ik ga vechten." althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking en (daarbij) zijn hand(en) tot (een) vuist(en) heeft gebald en daarbij een vechthouding heeft aangenomen en tegen de ruit van een deur heeft geslagen
Ten aanzien van parketnummer 05/600038-09
1.
hij op 07 januari 2009 te Oosterhout, gemeente Nijmegen ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit de woning aan de [adres] weg te nemen een hoeveelheid weed en hennep en hennepplanten toebehorende aan [slachtoffer 9] en zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en voormeld(e) goed(eren) onder hun bereik te brengen door middel van verbreking tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), zich naar die woning hebben begeven en hebben gezocht naar een mogelijkheid om die woning binnen te komen en met behulp van een schroevendraaier een gipsplaat van het raam of de ruit van de bijkeuken hebben getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 08 januari 2009 te Oosterhout, gemeente Nijmegen, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit de woning aan de [adres] weg te nemen een hoeveelheid weed en hennep en hennepplanten toebehorende aan [slachtoffer 9] en zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en voormeld(e) goed(eren) onder hun bereik te brengen door middel van braak tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), zich hebben voorzien van een breekijzer en (een) andere inbrekerswertuig(en) en zich (vervolgens) hebben begeven naar die woning, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op omstreeks 09 januari 2009 te Nijmegen opzettelijk en wederrechtelijk een trespa muurplaat toebehorende aan de regiopolitie te Nijmegen van de de muur van de donkenmanscel nummer 2 heeft gerukt en en aldus dat goed heeft beschadigd
5.
hij op 09 januari 2009 tijdens de rit van Arnhem naar Nijmegen opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12], gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten het overbrengen van verdachten van het Paleis van Justitie te Arnhem naar het Bureau van Politie te Nijmegen in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Sletje" en/of "Kankerslet" en/of "Stelletje kankerlijers”
Ten aanzien van parketnummer 05/600882-09
hij op 10 juli 2009 te Zetten, gemeente Overbetuwe, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vijf, computerspellen(merk Nintendo)en twee, steppen toebehorende aan het winkelbedrijf de Marskramer
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van 05/502764-09
Diefstal door twee of meer verenigde personen
Ten aanzien van 05/503098-09
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende/ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van 05/600030-09
Diefstal, gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf, de vlucht mogelijk te maken.
05/600038-09
Ten aanzien van feit 1:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking.
Ten aanzien van feit 2:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Ten aanzien van feit 4:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoord vernielen.
Ten aanzien van feit 5:
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende/ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd?
Ten aanzien van 05/600882-09
Diefstal door twee of meer verenigde personen
4b. De strafbaarheid van het/de feit(en)
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid of feit aannemelijk geworden – ook niet uit de pro justitia rapportage opgemaakt door drs A.K. Wieringa, psycholoog – waardoor de strafbaarheid van verdachte wordt opgeheven of uitgesloten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon, de persoonlijke en omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 22 juli 2010; en
- een pro justitia rapportage opgemaakt door drs. A.K.Wieringa psycholoog, betreffende verdachte, gedateerd 31 augustus 2009; en
- een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland, betreffende verdachte, gedateerd 30 september 2010.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zicht schuldig gemaakt aan tweemaal poging tot diefstal in vereniging, tweemaal diefstal in vereniging, een diefstal gevolgd door geweld en bedreiging, tweemaal belediging en een vernieling in een tijdsbestek van iets meer dan een jaar. Verdachte heeft in zijn handelen niet alleen geen respect getoond voor de eigendommen van anderen, ook heeft hij geen respect getoond voor mensen die tegen zijn onrechtmatig handelen optraden of met hem geconfronteerd werden. Verdachte heeft zich bij het plegen van strafbare feiten niet laten weerhouden door de gevolgen die zijn acties voor anderen zouden kunnen hebben. Evenmin heeft verdachte zich laten weerhouden door de strafrechtelijke consequenties die zijn handelingen zouden kunnen hebben. Zo heeft verdachte het niet nagelaten om na de zitting van 21 april 2009, waar hem reeds 7 feiten ten lasten werden gelegd, opnieuw op 10 juli 2009 de fout in te gaan.
Gezien de reeds bestaande documentatie van verdachte wordt hij als veelpleger aangemerkt.
Daarnaast heeft onderzoek uitgewezen dat verdachte diverse problemen heeft en als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd ten tijde van het plegen van de feiten. Verdachte heeft in het verleden diverse hulp- en begeleidingspogingen afgeslagen, waardoor door het NIFP een klinische opname werd geadviseerd. Op de zitting van 15 februari 2010 is in overeenstemming met dat advies besloten om verdachte klinisch te laten behandelen in Groot Batelaar alvorens de officier van justitie zijn eis zou formuleren en de rechtbank vonnis zou wijzen. Verdachte heeft deze kans echter wederom niet gegrepen. Bij een urinecontrole werd, in strijd met de gestelde behandelvoorwaarden, een hoog thc-gehalte aangetroffen. Daarnaast heeft hij zich meerdere malen agressief en respectloos gedragen tegen het diensdoende personeel in Groot Batelaar, hetgeen geresulteerd heeft in het vroegtijdig beëindigen van de behandeling.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak geen andere straf in aanmerking komt dan een gevangenisstraf.
De rechtbank houdt rekening met het feit dat verdachte ter zake van de aan hem tenlastgelegde feiten reeds 221 dagen in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank is echter van mening, gezien de hoeveelheid van de gepleegde feiten, de periode waarin deze zich hebben afgespeeld en het gedrag van betrokkene in Groot Batelaar de op te leggen straf niet volledig door de voorlopige hechtenis zal worden gedekt.
Alles afwegende zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf, die overeenkomt met de eis van de officier van justitie, voor de duur van 270 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
Parketnummer 05/503098-09
[slachtoffer 5] vordert een bedrag van € 200,00. Het bedrag ziet op vergoeding van de immateriële schade voor zowel belediging als bedreiging.
De rechtbank overweegt dat alleen belediging ten laste is gelegd en dat uit de vordering niet duidelijk naar voren komt welk deel van de vordering ziet op de belediging en welk deel ziet op de bedreiging. Tevens overweegt de rechtbank dat niet eenvoudig is vast te stellen dat de benadeelde partij schade heeft geleden als gevolg van belediging. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Parketnummer 05/600038-09 ( feit 4)
Regiopolitie Gelderland-Zuid vordert een bedrag van € 79,49. Het bedrag ziet op vergoeding van de materiële schade geleden door het losstrekken van een muurplaat in dronkenmanscel 2 van de regiopolitie Nijmegen. De rechtbank overweegt dat het ten laste gelegde feit bewezen is en dat de vordering voldoende onderbouwd is. De rechtbank
zal daarom de vordering van de benadeelde partij is zijn geheel toewijzen. Voor het toe te wijzen bedrag zal de rechtbank tevens de schadevergoedings¬maatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, zijnde 1 dag vervangende hechtenis.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 45, 57, 266, 267, 300, 310, 311, 312, 350, van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder feit 3 van parketnummer 05/600038-09 tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder het onder parketnummer 05/502764-09, parketnummer 05/503098-09, parketnummer 05/600030-09 primair, parketnummer 05/600038-09 feit 1, feit 2, feit 4 en feit 5 en parketnummer 05/600882-09 tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 270 ( tweehonderdzeventig) dagen.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op het beslag
Beveelt de teruggave van het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven zaken, te weten twee jassen, aan de rechthebbende.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Regiopolitie Gelderland-Zuid (parketnummer 05/600038-09, feit 4)
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan Regiopolitie Gelderland-Zuid te betalen € 79,49 (zegge zegenenzeventig euro en negenenveertig eurocent).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 79,49 subsidiair 2 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Regiopolitie Gelderland-Zuid te betalen € 79,49 (zegge negenenzeventig euro en negenenveertig eurocent), bij gebreke van volledi¬ge betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 2 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] ( parketnummer 05/503098-09
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door:
mr. B.F.M. Klappe, rechter, als voorzitter,
mr. Mr. T.P.E.E. van Groeningen, rechter,
mr. H.T. Wagenaar, rechter,
in tegenwoordigheid van M.H. van de Pol, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 september 2010.