zaaknummer / rolnummer: 202948 / KG ZA 10-461
Vonnis in kort geding van 27 augustus 2010
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CRYPSYS DATA SECURITY B.V.,
gevestigd te Gorinchem,
eiseres,
advocaat mr. D.A.J. Sturhoofd te Amsterdam,
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
bijgestaan door mr. P.L. Wilke te Apeldoorn.
Partijen zullen hierna Crypsys en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Crypsys
- de pleitnota van [gedaagde].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Crypsys houdt zich bezig met de verkoop van software, hoofdzakelijk op het gebied van beveiliging van informatiesystemen.
2.2. [gedaagde] is op 31 juli 2006 in dienst getreden van Crypsys in de functie van sales director.
2.3. Per 1 april 2010 is de arbeidsovereenkomst tussen partijen in onderling overleg beëindigd. De daarbij gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst van 30 november 2009. In de vaststellingsovereenkomst is, voor zover van belang, het volgende overeengekomen:
“1. De arbeidsovereenkomst tussen de heer [gedaagde] en Crypsys eindigt met wederzijds goedvinden op 31 maart 2010 (de “Einddatum”).
12. Relatiebeding: het is de heer [gedaagde] zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Crypsys verboden om vanaf heden en gedurende een tijdvak van een (1) jaar na Einddatum als particulier, als zelfstandig ondernemer, als werknemer in dienst van derden of in welke hoedanigheid dan ook, direct of indirect, rechtstreeks of zijdelings contact te hebben of te onderhouden, één en ander in de ruimste zin des woords, met de volgende (leverancier)relaties van werkgever [Crypsys, vzr]:
- SOPHOS Ltd
- SOPHOS Benelux
- M8e6
- Lumension
- Blockmaster.
Het is werknemer [[gedaagde], vzr] als particulier, als zelfstandig ondernemer, als werknemer in dienst van derden of in welke hoedanigheid dan ook tevens uitdrukkelijk verboden om gedurende een tijdvak van een (1) jaar na Einddatum aan, respectievelijk van, bovengenoemde relaties, direct of indirect, om niet of tegen betaling, zaken of diensten gelijk aan of vergelijkbaar met die waarop de onderneming van de werkgever zich toelegt, te leveren respectievelijk te betrekken.
13. Bij overtreding van een in artikel 12 omschreven verbod verbeurt werknemer aan en ten behoeve van werkgever een dadelijk en ineens, zonder sommatie of ingebrekestelling, opvorderbare boete van € 10.000,00 (…) per overtreding en € 1.000,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt, zulks onverminderd het recht van werkgever in plaats van de boete de volledige schadevergoeding te vorderen.”
2.4. In of omstreeks mei 2010 is [gedaagde] in de functie van sales manager in dienst getreden bij Exclusive Networks B.V. (hierna: EN), een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de verkoop van software, waaronder beveiligingssoftware.
2.5. Sophos Ltd is een Engelse producent van beveiligingssoftware met een vestiging in Nederland (Sophos Benelux). Crypsys is in Nederland de exclusieve distributeur van de beveiligingssoftware van Sophos.
2.6. Sophos exploiteert een website waarop softwareverkopers zich kunnen aanmelden als reseller van de beveiligingssoftware van Sophos. Sophos informeert Crypsys periodiek omtrent resellers die zich vanuit Nederland aanmelden.
2.7. Eind mei 2010 is Crypsys door Sophos geïnformeerd dat EN zich op de website van Sophos (hierna: de portal) had aangemeld. Sophos heeft desgevraagd Crypsys medegedeeld dat zowel [gedaagde] als de directeur van EN, de heer H.J. Weernink, zich ten behoeve van EN via de portal hadden aangemeld als partner.
2.8. Op verzoek van Crypsys heeft Sophos die aanmelding geannuleerd en de aansluiting van [gedaagde], Weernink en EN op de portal beëindigd. Sophos heeft dit in een e-mailbericht van 3 juni 2010 aan Crypsys bevestigd.
2.9. Sophos heeft Crypsys bij e-mailbericht van 7 juni 2010 bericht dat op 4 juni 2010 een kennismakingsgesprek heeft plaatsgevonden tussen Sophos en EN, waarbij namens EN [gedaagde] en Weernink aanwezig waren.
2.10. Bij brief van 18 juni 2010 van de advocaat van Crypsys is [gedaagde] medegedeeld dat hij het relatiebeding twee keer heeft overtreden en is aanspraak gemaakt op de verbeurde boete van € 20.000,00, te betalen binnen 3 dagen, bij gebreke waarvan aanspraak is gemaakt op de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast is [gedaagde] gesommeerd het relatiebeding voor de toekomst strikt na te leven.
2.11. [gedaagde] heeft daarop bij brief van 21 juni 2010 van zijn rechtsbijstandverlener gereageerd, waarin kort samengevat wordt gesteld dat er geen sprake is van overtreding van het relatiebeding en er dus geen grond is voor het vorderen van een boete.
3.1. Crypsys vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
A. [gedaagde] te verbieden enig contact te hebben met de in het relatiebeding als vervat in de vaststellingsovereenkomst genoemde relaties vanaf de dag van de dagvaarding tot 1 juli 2011, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding;
B. te bepalen dat het tussen partijen geldende relatiebeding wordt verlengd tot
1 juli 2011;
C. de boete als opgenomen in artikel 13 van de vaststellingsovereenkomst te verhogen tot een bedrag van € 25.000,00 per overtreding van het relatiebeding te vermeerderen met € 1.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt;
D. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan Crypsys van een boete van € 20.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 22 juni 2010 althans de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening ter zake van twee overtredingen van het relatiebeding;
E. [gedaagde] te veroordelen in de buitengerechtelijke incassokosten begroot op € 904,00 alsmede de kosten van dit geding.
3.2. Crypsys stelt dat [gedaagde] in strijd met het relatiebeding tot tweemaal toe contact heeft gezocht met Sophos, zodat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van het relatiebeding en op grond waarvan [gedaagde] een contractuele boete van € 20.000,00 heeft verbeurd. Crypsys stelt een spoedeisend belang bij de vorderingen te hebben teneinde te waarborgen dat het relatiebeding niet meer wordt overtreden door [gedaagde].
3.3. [gedaagde] voert verweer.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang van Crypsys vloeit in voldoende mate voort uit haar stellingen en standpunten.
4.2. Uitgangspunt is dat partijen onder terzijdestelling van het voor [gedaagde] geldende non-concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst, in artikel 12 van de vaststellings¬overeenkomst een relatiebeding zijn overeengekomen, op schending waarvan in artikel 13 van de vaststellingsovereenkomst een boete is bepaald. In deze zaak gaat het in de kern om de vraag of [gedaagde] het relatiebeding heeft geschonden en zo ja of er gronden zijn om dit relatiebeding, na het aanvankelijke tijdstip van het eindigen ervan op 1 april 2011, te verlengen en de boete op overtreding ervan te verhogen.
4.3. De vordering onder A zal worden toegewezen, nu daartegen door [gedaagde] geen inhoudelijk verweer is gevoerd en deze vordering in feite enkel neerkomt op nakoming van het relatiebeding dat partijen contractueel zijn overeengekomen in artikel 12 van de vaststellings¬overeenkomst, met dien verstande dat de einddatum van het relatiebeding overeenkomstig dat artikel bepaald zal worden op 1 april 2011 en de gevorderde dwangsom zal worden afgewezen nu bij een overtreding van het relatiebeding reeds een boete ter hoogte van de gevorderde dwangsom wordt verbeurd uit hoofde van het boetebeding in artikel 13 van de vaststellingsovereenkomst.
4.4. De vordering onder D strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts dan plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering in voldoende mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling - bij afweging van de belangen van partijen - aan toewijzing niet in de weg staat. In dat kader staat ter beoordeling of [gedaagde] het relatiebeding heeft overtreden en deswege een boete heeft verbeurd.
4.5. Crypsys stelt dat [gedaagde] het relatiebeding heeft overtreden doordat hij tot tweemaal toe contact heeft gehad met Sophos, nu hij zich (namens EN) heeft aangemeld op de portal van Sophos teneinde als reseller van Sophos te kunnen worden aangemerkt en daarna ook aanwezig is geweest bij een kennismakingsgesprek tussen EN en Sophos.
4.6. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat het relatiebeding alleen een verbod op zakelijk contact met de relaties in het relatiebeding inhoudt, althans dat hij het relatiebeding in die zin heeft begrepen en ook mocht begrijpen. [gedaagde] stelt dat hij bij de door Crypsys bedoelde contacten niet de intentie had om enige zakelijke transactie met Sophos te verrichten en nu hij geen zakelijk contact heeft onderhouden met Sophos er geen sprake is van overtreding van het relatiebeding, zodat hij geen boete heeft verbeurd.
4.7. Het verweer van [gedaagde] dat hem in het relatiebeding alleen een verbod is opgelegd op zakelijk contact met de aangegeven relaties faalt, nu uit de omschrijving van het relatiebeding duidelijk blijkt dat [gedaagde] ieder contact is verboden met de daarin genoemde relaties, waaronder Sophos, “in welke hoedanigheid dan ook” en “één en ander in de ruimste zin des woords”. [gedaagde] heeft het relatiebeding dan ook in die zin begrepen dan wel had hij dat moeten begrijpen, te meer nu hij ter zitting desgevraagd heeft aangegeven dat hij juridische bijstand heeft gehad van zijn rechtsbijstandverzekeraar bij de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst waarin het relatiebeding is opgenomen. Bovendien is in het relatiebeding uitdrukkelijk opgenomen dat het [gedaagde] ook is verboden om “als particulier” contact te hebben met de aangegeven relaties. Zelfs als ervan uit moet worden gegaan dat privé contact wel toegestaan zou zijn in het relatiebeding, kunnen de contacten die [gedaagde] heeft gehad met Sophos niet als privé-contacten worden gezien. In deze contacten was immers ook zijn nieuwe werkgever EN betrokken.
4.8. Dat [gedaagde] bij de aanmelding op de portal van Sophos alleen de bedrijfsgegevens van EN zou hebben ingevuld en dat de uiteindelijke aanmelding als reseller van Sophos door de directeur van EN zou zijn gebeurd, heeft [gedaagde] niet concreet onderbouwd en is bovendien door Crypsys betwist, zodat daarvan in dit kort geding niet kan worden uitgegaan. Bovendien is die stelling niet te rijmen met het gestelde in de brief van 21 juni 2010 van de rechtsbijstandverlener van [gedaagde], waaruit eerder valt op te maken dat [gedaagde] zelf de aanmelding op de portal van Sophos heeft gedaan. In die brief wordt benadrukt dat de aanmelding slechts op informatieve basis had plaatsgevonden omdat [gedaagde] graag op de hoogte zou willen blijven van de diensten en producten van Sophos en voorts wordt gemeld dat [gedaagde] zich voortaan zal onthouden van enig zakelijk contact met Sophos voor de duur van het relatiebeding. Daarnaast blijkt ook uit het e-mailbericht van 3 juni 2010 van Sophos, waarin staat vermeld dat “Beide heren als ook Exclusive Networks NL hebben nu geen toegang meer en een melding ontvangen aangevend dat hun account afgesloten is (…)”, dat naast zijn directeur ook [gedaagde] was aangemeld op de portal. Dat de aanmelding alleen een informatieve actie zou betreffen en dat [gedaagde] nimmer de bedoeling zou hebben gehad om enige (zakelijke) transactie met of ten behoeve van Sophos te verrichten, doet niet af aan het feit dat hij contact heeft gehad met Sophos, hetgeen nu juist op grond van het relatiebeding is verboden. De voorzieningenrechter merkt daarbij nog op dat de aanmelding van [gedaagde] bij Sophos voor informatie over de diensten en producten van Sophos wel te beschouwen is als een zakelijk contact.
4.9. Wat betreft het aan [gedaagde] tegengeworpen kennismakingsgesprek is van belang dat [gedaagde] ontkent dat hij aanwezig was bij een kennismakingsgesprek op 4 juni 2010 met Sophos, zoals door Crypsys wordt gesteld. [gedaagde] erkent echter dat hij aanwezig is geweest bij een kennismakingsgesprek met Sophos op 3 juni 2010 op het kantoor van EN, zodat hiermee vast staat dat hij in strijd met het relatiebeding een tweede keer contact heeft gehad met Sophos. Dat die bespreking met Sophos enkel zou zijn geweest ter kennismaking met de directie van EN en dat [gedaagde] geen intentie zou hebben gehad om zakelijke transacties te verrichten, is, zoals hiervoor reeds is overwogen, niet relevant bij de beoordeling van de schending van het relatiebeding.
4.10. De voorzieningenrechter is dan ook voorshands van oordeel dat [gedaagde] met de aanmelding op de portal van Sophos en zijn aanwezigheid bij het kennismakings¬gesprek op 3 juni 2010 tussen EN en Sophos tweemaal het relatiebeding heeft overtreden, zodat hij
op grond van artikel 13 van de vaststellingsovereenkomst een boete van € 20.000,00
(2 x € 10.000,00) heeft verbeurd.
4.11. [gedaagde] heeft een beroep gedaan op matiging van de overeengekomen boete, omdat de boete buitensporig hoog is, Crypsys geen schade heeft geleden en de eventuele overtredingen zeer licht zijn.
4.12. Ingevolge artikel 6:94 lid 1 BW kan de boete worden gematigd indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist. Die maatstaf brengt mee dat matiging alleen aan de orde is als toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Daartoe heeft [gedaagde] onvoldoende concrete feiten of omstandigheden gesteld en ook overigens is niet gebleken dat de boete in de onderhavige zaak tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt, zodat er geen grond is voor matiging van de boete. Dat Crypsys geen schade zou hebben geleden doet daaraan niet af, nu Crypsys onweersproken heeft gesteld dat de boete uitsluitend een aansporingsfunctie (tot nakoming van het relatiebeding) heeft en tevens beoogt bewijsproblemen ten aanzien van de schade te voorkomen.
4.13. Nu voorts een mogelijk restitutierisico niet is gesteld of gebleken en Crypsys het spoedeisend belang bij haar vordering voldoende aannemelijk heeft gemaakt, is de vordering van Crypsys tot veroordeling van [gedaagde] de verbeurde boete van € 20.000,00
aan haar te betalen, zoals is gevorderd onder D, toewijsbaar.
4.14. De vordering onder B tot verlenging van de duur van het relatiebeding tot
1 juli 2011 is aan te merken als een vordering tot het geven van een verklaring voor recht. Het geven van een verklaring voor recht ligt buiten de bevoegdheid van de voorzieningen¬rechter in een kort geding procedure, aangezien hierin slechts voorlopige maatregelen kunnen worden getroffen en een verklaring voor recht naar zijn aard een definitief karakter heeft. Deze vordering dient reeds hierom te worden afgewezen.
4.15. Voor een verlenging van de duur van het relatiebeding tot 1 juli 2011 en voor een verhoging van de in de vaststellingsovereenkomst opgenomen boete op overtreding van het relatiebeding tot een bedrag van € 25.000,00, bestaat naar het oordeel van de voorzieningen¬rechter overigens ook geen grondslag. Die kan immers niet gelegen zijn in de omstandigheid dat [gedaagde] in mei/juni 2010 tweemaal contact heeft gehad met Sophos, want voor dat feit heeft hij immers de boete van € 20.000,00 verbeurd. Het enkele feit dat partijen uitvoerig over het relatiebeding hebben onderhandeld en [gedaagde] het beding desondanks op vrij korte termijn heeft overtreden kan evenmin de verlenging van het relatiebeding en de verhoging van de boete rechtvaardigen. De vorderingen onder B en C zullen derhalve worden afgewezen.
4.16. Ook de vordering onder E tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen. Crypsys heeft immers niet (voldoende onderbouwd) gesteld dat zij deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt en dat die kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.
4.17. Aangezien partijen over en weer op enige punten in het ongelijk zijn gesteld, zullen de kosten van dit kort geding tussen hen worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.
5.1. verbiedt [gedaagde] enig contact te hebben met de in het relatiebeding als vervat in de vaststellingsovereenkomst genoemde relaties tot 1 april 2011,
5.2. veroordeelt [gedaagde] om aan Crypsys te betalen een bedrag van € 20.000,00 (twintig duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag vanaf 22 juni 2010 tot de dag van volledige betaling,
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. H. Siragedik op 27 augustus 2010.