ECLI:NL:RBARN:2010:BN3362
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling van spaarrekening door meerderjarige dochter
In deze zaak vorderde de inmiddels meerderjarige dochter, eiseres, de terugbetaling van een bedrag van € 12.940,00 dat door haar vader, gedaagde, op 27 november 2006 van haar spaarrekening was opgenomen. De ouders van eiseres waren in 1997 gescheiden, waarbij het gezag over de kinderen aan de moeder was toegekend. Eiseres werd op 21 oktober 2009 18 jaar en heeft haar vader per brief gesommeerd het bedrag terug te betalen, maar gedaagde heeft hier geen gehoor aan gegeven. Eiseres stelde dat gedaagde onrechtmatig had gehandeld door het bedrag op te nemen zonder haar toestemming, en dat het geld aan haar toebehoorde.
De rechtbank oordeelde dat eiseres als rechthebbende op het saldo van de spaarrekening moest worden aangemerkt, ondanks dat het geld grotendeels afkomstig was van gedaagde. De stortingen op de rekening werden als schenkingen aangemerkt, waardoor het geld tot het vermogen van eiseres behoorde. Gedaagde had geen feiten of omstandigheden aangevoerd die erop wezen dat hij de verrijking van eiseres niet had gewild. De rechtbank verwierp het verweer van gedaagde dat hij als wettelijk vertegenwoordiger van eiseres het beheer over haar vermogen had en dat hij het geld had opgenomen ter bescherming van haar belangen.
De rechtbank wees de vordering van eiseres toe en veroordeelde gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van opname. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank oordeelde dat gedaagde niet had aangetoond dat er een restitutierisico bestond, waardoor de uitvoerbaarheid niet in gevaar kwam. De proceskosten werden aan de zijde van eiseres begroot op € 1.307,89.