ECLI:NL:RBARN:2010:BN1781
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving in Arnhem
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 6 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld, diefstal met een valse sleutel en wederrechtelijke vrijheidsberoving, gepleegd op 27 november 2008 te Arnhem. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat het proces-verbaal van herkenning, opgemaakt door een verbalisant, buiten beschouwing moest worden gelaten, omdat de herkenning op gebrekkige wijze tot stand was gekomen. Hoewel er een dactyloscopische match was tussen de tape, die om het hoofd van het slachtoffer was aangetroffen, en de verdachte, was dit enkele bewijsmiddel onvoldoende om tot wettig en overtuigend bewijs te komen. De rechtbank benadrukte dat er een logische en begrijpelijke onderbouwing van de conclusie in de rapportage over de dactyloscopische match ontbrak.
De zaak werd behandeld in tegenspraak, waarbij de officier van justitie een gevangenisstraf van 48 maanden eiste. De verdediging voerde aan dat de uiterlijke kenmerken van de verdachte niet overeenkwamen met het signalement dat door het slachtoffer was gegeven. De rechtbank heeft de bewijsvoering van de officier van justitie kritisch beoordeeld en vastgesteld dat de fotoherkenning en de dactyloscopische sporen niet voldoende betrouwbaar waren. De rechtbank concludeerde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastegelegde feiten, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte.