ECLI:NL:RBARN:2010:BN0733

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
14 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
663514
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedenktijd bij overeenkomst tot dienstverlening op afstand

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, gaat het om een geschil tussen Tele2 Nederland B.V. en een klant, aangeduid als [De Klant], over een overeenkomst tot levering van internet- en telefoniediensten. De klant heeft op 10 april 2007 telefonisch een overeenkomst gesloten, maar heeft deze later geprobeerd op te zeggen. Tele2 stelt dat de klant de overeenkomst niet tijdig heeft opgezegd en vordert betaling van onbetaalde facturen. De klant voert aan dat zij de overeenkomst wel tijdig heeft opgezegd en het modem heeft geretourneerd.

De kantonrechter heeft de feiten en de vorderingen van beide partijen in overweging genomen. Tele2 heeft de klant in rekening gebracht voor diensten die volgens haar niet zijn betaald, terwijl de klant stelt dat zij de overeenkomst tijdig heeft opgezegd en geen verdere betalingen verschuldigd is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een overeenkomst tot dienstverlening op afstand, zoals bedoeld in artikel 46i van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel regelt de bedenktijd voor consumenten bij dergelijke overeenkomsten.

De rechter heeft opgemerkt dat de klant pas na ontvangst van het modem en aansluiting op het netwerk van Tele2 daadwerkelijk gebruik kon maken van de diensten. Dit roept de vraag op of de bedenktijd pas kan ingaan na deze aansluiting. De kantonrechter heeft Tele2 in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op deze vraag en heeft iedere verdere beslissing aangehouden. De zaak is verwezen naar de rol van 12 juli 2010 voor verdere uitlatingen van Tele2.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie [Arnhem]
zaakgegevens 663514 \ CV EXPL 10-1413 \ BE \ 391 \ kw
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Tele2 Nederland B.V.
gevestigd te Amsterdam
eisende partij in conventie
verwerende partij in reconventie
gemachtigde Tijhuis Gerechtsdeurwaarders Arnhem
tegen
[De klant]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
procederend in persoon
Partijen worden hierna Tele2 en [De Klant] genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 14 januari 2010;
- de conclusie van antwoord in conventie, eis in reconventie met producties;
- de conclusie van repliek in conventie, antwoord in reconventie met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie, repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
2. De feiten
2.1. [De Klant] heeft op 10 april 2007 telefonisch een overeenkomst tot levering van internet- en telefoniediensten met Tele2 gesloten.
2.2. Omstreeks 5 mei 2007 is het modem, dat nodig is voor de uitvoering van de dienstverlening, door [De Klant] ontvangen. In de begeleidende brief staat – onder meer – het volgende.
Hierbij ontvangt u het installatiepakket voor Tele2 Compleet. Met dit pakket kunt u zelf uw nieuwe Tele2 diensten installeren.
(…)
De geplande opleverdatum van uw dienst(en) is op: 08-05-2007
Let op! Eerder dan deze datum werkt uw nieuwe Tele2 dienst nog niet, dus wij adviseren u om pas na deze datum uw pakket te installeren
Nadat uw ADSL-aansluiting succesvol is opgeleverd, kunt u uw pakket installeren. (…)
2.3. [De Klant] heeft in mei en juni 2007 getracht de overeenkomst schriftelijk en mondeling op te zeggen. Zij heeft het modem tussen 5 mei 2007 en 11 mei 2007 aan Tele2 geretourneerd.
2.4. Tele2 heeft het abonnement vanaf 15 mei 2007 geactiveerd.
3. De vordering en het verweer in conventie
3.1. Tele2 vordert veroordeling van [De Klant] tot betaling van een bedrag van
€ 791,49, bestaande uit een bedrag van € 599,97 aan onbetaalde facturen, een bedrag van
€ 41,52 aan vervallen rente en een bedrag van € 150,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 599,97 vanaf 11 januari 2010 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [De Klant] in de kosten van dit geding.
3.2. Tele2 legt aan haar vordering ten grondslag dat zij met [De Klant] een overeenkomst tot dienstverlening op afstand heeft gesloten. Omdat [De Klant] de overeenkomst niet tijdig heeft opgezegd, is zij gehouden tot nakoming van de op haar rustende verplichting uit deze overeenkomst, waaronder de verplichting om de maandelijkse facturen steeds tijdig en volledig te voldoen. [De Klant] heeft de betalingen niet verricht. Zij is dan ook tekort geschoten in deze op haar rustende verplichtingen.
3.3. [De Klant] voert verweer. Zij voert – zakelijk weergegeven – aan dat zij de overeenkomst tijdig heeft opgezegd en het modem heeft geretourneerd. Zij is dan ook niet gehouden tot betaling van deze facturen.
4. De vordering en het verweer in reconventie
4.1. [De Klant] vordert veroordeling van Tele2 tot betaling van een bedrag van € 149,75 (5 keer € 29,95).
4.2. Zij legt aan haar vordering ten grondslag dat zij de overeenkomst met Tele2 tijdig heeft opgezegd. [De Klant] heeft dan ook zonder daartoe verschuldigd te zijn 5 maandtermijn betaald, althans Tele2 heeft deze ten onrechte afgeschreven van haar bankrekening.
4.3. Tele2 voert verweer. Voor zover van belang wordt dat verweer hierna besproken.
5. De beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie
5.1. Omdat de vorderingen in conventie en in reconventie nauw met elkaar samenhangen, bespreekt de kantonrechter deze gezamenlijk.
5.2. Tussen partijen staat vast dat op 10 april 207 telefonisch een overeenkomst tot het verlenen van internet- en telefoniediensten is gesloten. Er is dan ook sprake van een overeenkomst tot dienstverlening op afstand, zoals bedoeld in artikel 46i Boek 7 Burgerlijk Wetboek (hierna BW). De artikelen 46a e.v. van Boek 7 BW vormen de implementatie van de Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten, hierna de Richtlijn.
Gelet op de Europeesrechtelijke oorsprong van deze regeling is dat de artikelen zo uitgelegd moeten worden dat zij passen in het licht en de bewoordingen van de richtlijn.
5.3. [De Klant] heeft aangevoerd dat zij de overeenkomst tijdig heeft opgezegd en het modem aan Tele2 heeft geretourneerd. Tegenover deze gemotiveerde verweer heeft Tele2 gesteld dat de opzegging van [De Klant] haar wel heeft bereikt, maar dat zij de opzegging na ommekomst van de door gehanteerde termijn van 7 kalenderdagen heeft ontvangen, en dus – aldus Tele2 – te laat.
Nog daargelaten dat de wet in artikel 46d lid 1 Boek 7 BW een termijn van 7 werkdagen verplicht heeft gesteld, welk artikel krachtens artikel 46i lid 1 Boek 7 BW ook op de dienst van toepassing is, is uit de door partijen overgelegde stukken niet duidelijk wanneer en hoe deze termijn door Tele2 aan [De Klant] is meegedeeld. De kantonrechter zal Tele2 in de gelegenheid stellen hierover een nadere, schriftelijke toelichting te geven.
De kantonrechter biedt Tele2 tevens de gelegenheid zich uit te laten over de vraag waarom Tele2 een termijn van 7 kalenderdagen hanteert, terwijl de wetgever overeenkomstig de Richtlijn uitgaat van een termijn van 7 werkdagen.
5.4. Zoals hiervoor is overwogen is tussen partijen een overeenkomst tot het verlenen van diensten op afstand gesloten. Volgens het bepaalde in artikel 46i lid 6 Boek 7 BW begint de termijn waarbinnen de consument de overeenkomst kan opzeggen te lopen vanaf het moment van het sluiten van de overeenkomst. In dit geval beschikte [De Klant] pas na afloop van deze termijn over een (uitsluitend) door de aanbieder van de dienst te leveren (verplicht) hulpmiddel, het modem, en kon [De Klant] pas na aansluiting van dit hulpmiddel en aansluiting op het netwerk door de aanbieder over de betreffende dienst beschikken. Pas op dat moment kon zij beoordelen of zij gebruik wil maken van deze dienst.
Naar het – voorlopig – oordeel van de kantonrechter strookt dit niet met de gedachte van de Richtlijn. De gedachte achter de bedenktijd is dat de consument, die niet in staat is om het product daadwerkelijk te bekijken en te beoordelen of van de aard van de dienst(verlening) kennis te nemen, de mogelijkheid moet hebben om te beoordelen of het product of de dienst(verlening) aan zijn verwachtingen beantwoordt, en zo niet de overeenkomst binnen een redelijke termijn kan ontbinden. In dit verband wordt verwezen naar overweging 14 van de pre-ambule bij de Richtlijn:
Overwegende dat het de consument vóór de sluiting van de overeenkomst niet mogelijk is daadwerkelijk het product te zien of van de aard van de dienstverrichting kennis te nemen; dat het, tenzij anderszins in deze richtlijn bepaald, wenselijk is te voorzien in een herroepingsrecht.; (…)
[De Klant] heeft pas van de aard van de dienst(verlening) kennis kunnen nemen na ontvangst en installatie van het door Tele2 ter beschikking gestelde modem en de aansluiting door Tele2 op haar netwerk.
Het lijkt dan ook meer met de gedachte van de Richtlijn te stroken om de bedenktermijn pas in te laten gaan nadat Tele2 [De Klant] toegang heeft verleend op haar netwerk, onverminderd het recht van [De Klant] om de overeenkomst al eerder te ontbinden.
In dit geval is de toegang voor het eerst verleend op 15 mei 2007. Dat zou in de onderhavige situatie betekenen dat [De Klant] de overeenkomst tijdig heeft ontbonden.
De kantonrechter stelt Tele2 in de gelegenheid zich ook over dit punt nader schriftelijk uit te laten.
5.5. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
6. De beslissing
De kantonrechter
in conventie en in reconventie
6.1. verwijst de zaak naar de rol van 12 juli 2010 voor akte uitlating aan de zijde van Tele2, waarna de zaak wordt verwezen voor antwoord-akte aan de zijde van [De Klant];
6.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.J. Engberts en in het openbaar uitgesproken op