ECLI:NL:RBARN:2010:BN0207

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
2 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/901002-08
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van moord en poging tot moord met criminele organisatie en witwassen

In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 2 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen [verdachte], die beschuldigd werd van het medeplegen van moord op [slachtoffer1] en poging tot moord op [slachtoffer2]. De feiten vonden plaats op 9 en 10 september 2008 op de Rijksweg A73, waar [slachtoffer1] werd beschoten vanuit een rijdende auto, wat leidde tot zijn overlijden. [slachtoffer2] raakte gewond maar overleefde de aanval. De rechtbank concludeerde dat [verdachte] en zijn medeverdachten, waaronder [medeverdachte1], een uitpeilset hadden aangeschaft en deze gebruikten om hun slachtoffers te volgen. De rechtbank oordeelde dat de gepleegde feiten zeer ernstig waren en dat er sprake was van een gebrek aan respect voor het leven van een medemens. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 23 jaar op, waarbij ook de betrokkenheid van [verdachte] bij een criminele organisatie die zich bezighield met hennepteelt en witwassen werd vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de illegale activiteiten van verdachte en zijn medeverdachten ernstige gevolgen hadden voor de samenleving en dat er geen andere straf passend was dan een langdurige gevangenisstraf. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de schade niet eenvoudig te berekenen was. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Promis II
Parketnummer : 05/901002-08
Data zittingen : 4 augustus 2009, 27 oktober 2009, 19 januari 2010, 20 januari 2010,
13 april 2010, 10 mei 2010, 11 mei 2010, 19 mei 2010, 14 juni 2010,
15 juni 2010 17 juni 2010 en 21 juni 2010
Datum uitspraak : 2 juli 2010
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : 4 december 1970 te Oss,
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
thans gedetineerd in PI Overijssel, HvB Karelskamp, Bornsestraat 333
Almelo.
Raadsman : mr. J-H.L.C.M. Kuijpers, advocaat te Amsterdam.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 9 september 2008 tot en met 10 september 2008 te Nijmegen, in elk geval in de gemeente Nijmegen en/of te Cuijk, althans op de Rijksweg A73 op het traject van Venlo en/of Cuijk tot en met Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer1] van het leven heeft beroofd, hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, althans na (kort) tevoren genomen besluit, verdachte en/of verdachtes mededader(s) met een auto, een auto heeft/hebben achtervolgd waarin die [slachtoffer1] (en/of [slachtoffer2]) reden/reed en/of (vervolgens)verdachte en/of verdachtes mededader(s) met vuurwapens meerdere kogels/projectielen heeft/hebben afgevuurd op de auto waarin die [slachtoffer1] (met [slachtoffer2]) reed/reden en/of meerdere kogels/projectielen heeft/hebben afgevuurd op die
[slachtoffer1] (en/of [slachtoffer2]), waarna een of meerdere kogels/projectielen die [slachtoffer1] in het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geraakt en/of in het hoofd en/of het lichaam is/zijn binnengedrongen, tengevolge waarvan [slachtoffer1] is overleden;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte1] (geb.1/8/1979) en/of een of meer andere(n) (onbekend gebleven) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 9 september 2008 tot en met 10 september 2008 te Nijmegen, in elk geval in de gemeente Nijmegen en/of te Cuijk, althans op de Rijksweg A73 op het traject van Venlo en/of Cuijk tot en met Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer1] van het leven heeft/hebben beroofd, hierin bestaande dat die [medeverdachte1] (geb.1/8/1979) en/of die een of meer andere(n) (onbekend gebleven) perso(o)n(en) opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, althans na (kort) tevoren genomen besluit, met een auto, een auto heeft/hebben achtervolgd waarin die [slachtoffer1] (en/of [slachtoffer2]) reden/reed en/of (vervolgens) [medeverdachte1] (geb.1/8/1979) en/of die een of meer andere(n) (onbekend gebleven) perso(o)n(en) met vuurwapens meerdere kogels/projectielen heeft/hebben afgevuurd op de auto waarin die [slachtoffer1] (met [slachtoffer2]) reed/reden en/of meerdere ko-gels/projectielen heeft/hebben afgevuurd op die [slachtoffer1] (en/of [slachtoffer2]), waarna een of meerdere kogels/projectielen die [slachtoffer1] in het hoofd en/of het lichaam
heeft/hebben geraakt en/of in het hoofd en/of het lichaam is/zijn binnengedrongen, tengevolge waarvan [slachtoffer1] is overleden tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 9 september 2008 tot en met 10 september 2008 te Berghem en/of
te Oss en/of te Amsterdam en/of elders in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest te weten door een peilbaken en/of of plaatsbepalingsapparatuur aan te schaffen en/of te kopen en/of door een/dit peilbaken en/of plaatsbepalingsapparatuur aan die [medeverdachte1] (geb.1/8/1979) en/of een of meer andere(n) (onbekend gebleven) perso(o)n(en) te verschaffen en/of te verstrekken en/of aan [medeverdachte1] (geb.1/8/1979) en/of een of meer andere(n) (onbekend gebleven) perso(o)n(en) de wetenschap/inlichtingen te verschaffen dat die [slachtoffer1] (en/of [slachtoffer2]) in de avond naar het Casino in Venlo gingen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 9 september 2008 tot en met 10 september 2008 te Nijmegen, in elk geval in de gemeente Nijmegen en/of te Cuijk, althans op de Rijksweg A73 op het traject van Venlo en/of Cuijk tot en met Nijmegen, althans in Nederland, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer2] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit verdachte en/of verdachtes mededader(s) met een auto, een auto heeft/hebben achtervolgd waarin die [slachtoffer2] (met [slachtoffer1]) reed/reden en/of (vervolgens) verdachte en/of verdachtes mededader(s) met vuurwapen(s) meerdere kogels/projectielen heeft/hebben afgevuurd op de auto waarin die [slachtoffer2] (met [slachtoffer1]) reed, en/of meerdere kogels/projectielen heeft/hebben afgevuurd op die [slachtoffer2] (en/of [slachtoffer1]) waarna die [slachtoffer2] (aan het hoofd) geraakt werd door een of meer kogels/projectielen, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte1] (geboren 1/8/1979) en/of een of meer andere(n) (onbekend gebleven) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 9 september 2008 tot en met 10 september 2008 te Nijmegen, in elk geval in de gemeente Nijmegen en/of te Cuijk, althans op de Rijksweg A73 op het traject van Venlo en/of Cuijk tot en met Nijmegen, althans in Nederland, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer2] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met zijn/hun mededader(s), althans alleen, opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit met een auto, een auto
heeft/hebben achtervolgd waarin die [slachtoffer2] (met [slachtoffer1]) reed/reden en/of (vervolgens) [medeverdachte1] (geboren 1/8/1979)en/of een of meer andere(n) (onbekend gebleven) perso(o)n(en) met vuurwapen(s) meerdere kogels/projectielen heeft/hebben afgevuurd op de auto waarin die [slachtoffer2] (met [slachtoffer1]) reed, en/of meerdere kogels/projectielen heeft/hebben afgevuurd op die [slachtoffer2] (en/of [slachtoffer1]) waarna die [slachtoffer2] (aan het hoofd) geraakt werd door een of meer kogels/projectielen, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 9 september 2008 tot en met 10 septem-ber 2008 te Berghem en/of te Oss en/of Amsterdam en/of elders in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest te weten door een peilbaken en/of plaatsbepalingsapparatuur aan te schaffen en/of te kopen en/of door een peilbaken en/of plaatsbepalingsapparatuur aan [medeverdachte1] (geboren 1/8/1979) en/of een of meer andere(n) (onbekend gebleven) perso(o)n(en) te verstrekken
en/of te verschaffen en/of aan [medeverdachte1] (geboren 1/8/1979) en/of een of meer andere(n) (onbekend gebleven) perso(o)n(en) de wetenschap/inlichtingen te verschaffen dat [slachtoffer2] en/of [slachtoffer1] in de avond naar het Casino in Venlo gingen;
3.
hij in of omstreeks de periode van de maand april 2008 tot en met 21 april 2009 te Oss en/of te Leek en/of te Cuijck en/of te Hoogkerk en/of te Ooijen en/of te Berghem en/of elders in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk heeft deelgenomen aan de organisatie samen met [medeverdachte1] (geboren 1/8/1979) en/of [medeverdachte2] en/of [medeverdachte1] (geboren 28/10/1964) en/of [medeverdachte6] en/of [medeverdachte3] en/of [medeverdachte8] en/of [medeverdachte5] en/of [medeverdachte9], welke
organisatie tot oogmerk had het plegen van het opzettelijk verwerken en/of bewerken en/of bereiden en/of telen en/of verstrekken en/of afleveren en/of verkopen en/of vervoeren, althans het opzettelijk voorhanden hebben van grote hoeveelheden hennep, althans het plegen van misdrijven in de zin van artikel 11 vijfde lid jo 3 van de Opiumwet, in elk geval misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijde lid, 10a eerste lid of 11, derde, vierde en vijfde lid Opiumwet, althans het plegen van (opiumwet)misdrijven;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand april 2008 tot en met 21 april 2009 te Leek en/of Cuijck en/of te Ooijen en/of te Oss en/of te Hoogkerk en/of te Berghem en/of elders in Nederland, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of verkocht en/of vervoerd, in elk geval
(telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad grote hoeveelheden hennep, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan ((71 planten (te Oss) en/of 817 planten (te Leek) en/of 1130 planten (te Cuijck) en/of 588 planten te (Hoogkerk)), in elk geval hoeveelheden/een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a vijfde lid van die wet;
5.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 21 april 2009 te Oss en/of te Ooijen en/of te Berghem en/of Nijmegen en/of Roosendaal en/of Eindhoven en/of Arnhem en/of te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een aantal
voorwerp(en), te weten een aantal geldbedragen in euro's waaronder 14.505,-- euro (in verschillende porties aangetroffen bij verdachte thuis) en/of 36.489,50 euro en/of 35.110,-- euro en/of 4.360,-- euro (telkens gestort op bankrekeningen op 21 april 2009) en/of 66.400,-- euro (gestort op de notarisrekening bij de aankoop van de woning aan de [adres]) en/of
goederen waaronder sieraden en/of de inventaris/meubelen en/of inrichting van de woning aan de [adres] in Ooijen en/of een aantal voertuigen waaronder een BMW([kenteken]) en/of een Audi A8 ([kenteken]) en/of een mercedes 230SC ([kenteken]) en/of een mercedes C55 AMG en/of een bedrag aan goederen en/of geldbedragen/uitgaven van 354.513,30 euro en/of geldbedragen in Ierse ponden tot een totaalbedrag van 43.030,-- in Ierse ponden, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van voormelde voorwerpen, een aantal geldbedragen in euro's waaronder 14.505,-- euro (in verschillende porties aangetroffen bij verdachte thuis) en/of 36.489,50 euro en/of 35.110,-- euro en/of 4.360,-- euro (telkens gestort op bankrekeningen op 21 april 2009) en/of 66.400,-- euro (gestort op de
notarisrekening bij de aankoop van de woning aan de [adres]) en/of goederen waaronder sieraden en/of de inventaris/meubelen en/of inrichting van de woning aan de [adres] in Ooijen en/of een aantal voertuigen waaronder een BMW([kenteken]) en/of een Audi A8 ([kenteken]) en/of een mercedes 230SC ([kenteken]) en/of een mercedes C55 AMG en/of een bedrag aan goederen en/of geldbedragen/uitgaven van 354.513,30 euro en/of geldbedragen in Ierse ponden tot een totaalbedrag van 43.030,-- Ierse ponden gebruik heeft gemaakt, terwijl hij/zij wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren/was uit enig misdrijf;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 10, 11 en 19 mei en op 14, 15, 17 en 21 juni 2010 ter terechtzitting onderzocht. Verdachte is daarbij op 10, 11 en 19 mei en op 14, 15 en 17 juni verschenen. Voorts is daarbij op deze data verschenen mr. J-H.L.C.M. Kuijpers, advocaat te Amsterdam.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd:
[vader slachtoffer 1] en [moeder slachtoffer1].
De officier van justitie, mr. A. van Veen, heeft geëist dat verdachte ter zake van de onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 23 jaar met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts verzocht dat de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 9.089,97 wordt toegewezen en heeft gevorderd dat er een schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Sr wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 80 dagen hechtenis.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Ten aanzien van de feiten 1 en 2:
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie beredeneert op basis van in zijn op schrift gestelde requisitoir opgenomen bewijsmiddelen in de eerste plaats dat de plakkers van het baken onder de Ford Escort de schutters waren. Vervolgens gaat hij in op de kopers van de uitpeilset waarvan het baken onderdeel was. Dat zijn verdachte (verder te noemen [verdachte]) en [medeverdachte1]. Voorts motiveert de officier dat de verklaringen van [verdachte] en [medeverdachte1] dat zij de uitpeilset op verzoek van [slachtoffer1] hebben afgegeven aan een ander ongeloofwaardig zijn, zelfs leugenachtig. Bij gebreke van een andere deugdelijke verklaring van de kant van [verdachte] en [medeverdachte1], en omdat uitgebreid onderzoek geen aannemelijke “ander” heeft opgeleverd, concludeert de officier van justitie dan dat [verdachte] en [medeverdachte1] als kopers, de plakkers waren en daarmee de schutters. Het bewijs dat zij – in bewuste en nauwe samenwerking – geschoten hebben op de auto waarin [slachtoffer1] en [slachtoffer2] reden, vindt de officier van justitie voorts in de – door hem op basis van bewijsmiddelen beredeneerde – omstandigheden 1. dat in een met [medeverdachte1] en [verdachte] in verband te brengen loods te Oss munitie is aangetroffen die overgebleven was na de schietpartij, 2. dat [medeverdachte1] en [verdachte]geen alibi hadden voor de tijd van de schietpartij en 3. dat [verdachte] een motief had.
Standpunt verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak van de feiten 1 en 2.
Betoogd wordt dat er geen direct bewijs is dat [verdachte] en [medeverdachte1] degenen waren die op 10 september 2008 op [slachtoffer1] en [slachtoffer2] hebben geschoten. De verdediging stelt dat [verdachte] en [medeverdachte1] op verzoek van [slachtoffer1] een/de uitpeilset hebben opgehaald uit Amsterdam; zij hebben deze afgegeven aan een ander; uit angst durft verdachte de naam niet te noemen. Dit is een aannemelijke verklaring en doorbreekt de stelling van de officier van justitie, kopen is plakken en plakken is schieten, aldus de verdediging.
Verder betoogt de verdediging dat de verklaringen van [eigenaar shop] en van [beschermde getuige] onbetrouwbaar zijn en voorts dat de munitie is aangetroffen op een plek in de loods te Oss die hoort bij de hennepkwekerij die – buiten hun medeweten om – werd geëxploiteerd door [getuige7].
En ten slotte draagt de verdediging aan dat het dossier bezwaren bevat jegens een ander ([naamx]) als dader dan [verdachte] en/of [medeverdachte1]; een deugdelijk onderzoek naar die ander is achterwege gebleven.
De beslissing inzake het bewijs
De motivering van de rechtbank is ondergebracht in een aantal hoofdstukken, te weten:
A. Schietpartij en slachtoffers
B. Betekenis van het baken onder de Ford-Escort
C. Betekenis van de verklaringen [verdachte] en [medeverdachte1]
D. Verder(e) bewijs(voering)
E. Motief
F. [verdachte] en wapens
G. Eindconclusie
A. Schietpartij en slachtoffers
1. Op 10 september 2008 komen bij het Korps Landelijke Politiediensten om 02.49 uur en om 02.51 uur meldingen binnen van respectievelijk [slachtoffer1] en [slachtoffer2] dat zij al rijdende in een Ford Escort (kenteken [x]) op de rijksweg A73 richting Nijmegen beschoten worden vanuit een auto, een BMW van de oude 5 serie , die op de rijksweg A73 in dezelfde richting reed. Tijdens deze meldingen worden door de politie schoten gehoord.
2. Op 10 september 2008 wordt op de vluchtstrook van de rijksweg A73, nabij hectometerpaal 99.8 door surveillance-eenheden van de politie Gelderland-Zuid een door kogels beschadigde Ford Escort met kenteken [x] aangetroffen met daarin 2 personen : [slachtoffer2] en [slachtoffer1] (verder te noemen [slachtoffer1]).
3. [slachtoffer2] is geraakt door een kogel en heeft daardoor een verwonding (schampschot) aan zijn hoofd opgelopen, die niet gehecht hoefde te worden.
4. [slachtoffer1] is dood. De doodsoorzaak is meerdere schotverwondingen in zijn hoofd en lichaam, gepaard gaande met bloedverlies, weefselschade en functieverlies.
B. Betekenis van het baken onder de Ford-Escort
De uitpeilset (: baken en Palm Treo)
1. Aan de onderzijde van de Ford Escort is op 12 september 2008 nabij de achterbumper/trekhaak een GPS baken aangetroffen, verpakt in een rubber hoesje dat aan de auto vastgeplakt zat met een magneet. Het betreft een GPS baken van het merk Trackstar III (verder te noemen het baken), dat een GPS ontvanger combineert met een GSM zender. In het baken zat een simkaart van T-mobile met het imei-nummer [x]. Het baken ontvangt satellietsignalen waarmee de locatie kan worden bepaald. Deze locatiegegevens worden via sms doorgestuurd naar een tevoren ingeprogrammeerde telefoon (tracer).
2. De simkaart in het baken heeft het nummer 06-[nr]. Daarbij hoort het imei-nummer [x]. Het contranummer (dat wil zeggen het nummer waarmee het baken in verbinding staat om de locatie -via sms- door te geven) is 06-[nr]. Daarbij hoort het imei-nummer 3[x].
3. Het ontvangende toestel was een GSM-tracer van het merk Palm Treo 680 (verder te noemen de Palm Treo), die op 29 februari 2008 door de [naam]-shop was verkocht aan de [shop] aan de [adres] te Amsterdam. Dit bedrijf is van [eigenaar shop] en handelt in elektronische beveilings-, bewakings- en opsporingsapparatuur.
4. Baken en tracer worden in het onderstaande ook aangeduid met: uitpeilset.
5. Op 9 september 2008 tussen 19.04 uur en 19.11 uur was er contact tussen de nummers 06-[nr] (baken) en 06-[nr] (Palm Treo). Bij deze contacten werd de zend-mast [adres] te Amsterdam aangestraald. De [shop] ligt onder het bereik van deze zendmast.
[verdachte] en [medeverdachte1]
1. Op 9 september 2008 heeft [medeverdachte1] met 06-[nr] om 16.52 uur en 18.44 uur telefonisch contact met de [shop] te Amsterdam en om 16.53 uur is hij gebeld door de [shop]. Het gesprek om 18.44 uur duurde 543 seconden. Om 18.50 uur belt [medeverdachte1] met [verdachte].
2. Op 9 september 2008 hebben [verdachte] en [medeverdachte1] tussen 21.48 en 22.00 uur de [shop] in Amsterdam bezocht en de desbetreffende uitpeilset bestaande uit het baken en de Palm Treo, alsmede een tweede simkaart met nummer 06- [nr] meegenomen. Deze tweede simkaart is aangetroffen bij een doorzoeking in de woning van [broer1 verdachte] aan de [adres] te Oss op 21 april 2009.
3. Na hun bezoek aan de [shop] zijn [verdachte] en [medeverdachte1] naar de oude woning van [verdachte] gelegen aan [adres] in Berghem gereden, alwaar zij volgens eigen zeggen, rond 23.15 uur arriveren.
Casino te Venlo
1. Op 9 september 2008 zijn [slachtoffer2] en [slachtoffer1] in de Ford Escort weggereden van de woning van [slachtoffer1] aan de [adres] te Oss voor een bezoek aan het casino te Venlo. Rond 02.00 uur zijn ze daar weer vertrokken met de Ford Escort (onder meer) over de A73 richting Nijmegen.
2. Op beelden van camera’s geplaatst bij het casino te Venlo is te zien dat op 10 september 2008 om 00.53.45 uur een auto aan komt rijden die achter de Ford Escort tot stilstand komt, achteruit rijdt en weg rijdt en dat vervolgens om 01.08.20 een donkere personenauto achter de Ford Escort stil gaat staan, daar 6 seconden staat, achteruit rijdt, keert en weer weg rijdt. De genoemde auto wordt herkend als een BMW uit de 5 serie, bouwjaar 1997-2003.
Spoor uitpeilset
1. Op 10 september 2008, om 00.06.05 (middernacht) wordt getracht de Palm Treo op te waarderen door te bellen met het opwaardeernummer van Vodafone 06-[nr]. Dit mislukte - uiteraard - want de Pam Treo bevat een simkaart van T-mobile. Deze - mislukte - poging tot opwaarderen heeft plaatsgevonden onder het bereik van de zendmast aan de [adres] te Berghem.
2. Het baken (06-[nr]) en de Palm Treo (06-[nr]) hebben na de [shop] in Amsterdam op 10 september 2008 de navolgende weg afgelegd, dat wil zeggen de beide telefoonnummers bevinden zich op navolgende tijdstippen onder het bereik van de navolgende zendmasten :
• om 00.45 - 00.47 uur onder bereik van [adres] te Horst;
• om 00.47 - 00.49 uur onder bereik van [adres] te Grubbenvorst;
• om 00.49 uur onder bereik van [adres] te Grubbenvorst;
• om 00.51 - 01.13 uur onder bereik van [adres] te Venlo.
Het casino te Venlo dat door [slachtoffer1] en [slachtoffer2] de avond van 9-10 september 2008 werd bezocht, bevindt zich onder het bereik van de [adres] te Venlo.
Vanaf die plek splitsen het baken en de Palm Treo zich. Het baken blijft tot 02.20 uur onder bereik van de [adres] te Venlo en verplaatst zich dan:
• om 02.23 - 02.25 onder bereik van [adres] te Grubbenvorst;
• om 02.26 - 02.29 uur onder bereik van [adres]te Horst;
• om 02.29 uur onder bereik van [adres] te Oirlo;
• om 02.31 uur onder bereik van [adres] te Oostrum Lb;
• om 02.33 uur onder bereik van [adres] te Venray.
De Palm Treo verplaatst zich van het bereik onder de [adres] naar:
• om 01.13-01.15 uur onder bereik van [adres] te Grubbenvorst;
• om 01.33-02.29 uur onder bereik van [adres] te Vierlingsbeek;
• 0m 02.33 uur onder bereik van [adres] te Sambeek.
Waarna het baken en de Palm Treo weer bij elkaar komen:
• om 02.35 - 02.37 uur onder bereik van [adres] te Sambeek;
• om 02. 40 uur onder bereik van [adres] te Rijkevoort;
• om 02. 42 uur onder bereik van [adres] te Haps;
• om 02.44 uur onder bereik van [adres] te Cuijk;
• om 02.47 uur onder bereik van [adres] te Malden, en
• om 02.49 uur onder bereik van [adres] te Nijmegen.
Na 02.51 uur verplaatst het baken zich niet meer. Het bevindt zich dan onder het bereik van [adres] te Nijmegen. Onder het bereik van die zendmast valt de plaats waar de Ford Escort met daarin [slachtoffer1] en [slachtoffer2] op de rijksweg A73 is gestrand.
De Palm Treo verplaatst zich vanaf 02.49 uur:
• om 02.51 uur onder bereik van [adres] te Wijchen;
• om 02.54 uur onder bereik van [adres] te Leur;
• om 02.56-03.00 uur onder bereik van [adres] te Ravenstein;
• om 03.03-03.05 uur [adres] te Berghem;
• om 03.16-03.17 uur [adres] te Oss;
• om 03.23 uur [adres] te Ravenstein en [adres] te Schaijk;
• om 03.27-03.28 uur [adres] te Ravenstein;
• om 03.42 uur [adres] te Oss.
Conclusies en vraag
1. [medeverdachte1] en [verdachte] hebben op 9 september 2008 tussen 21.43 en 22.00 uur de uitpeilset opgehaald bij de [shop] te Amsterdam.
2. Van deze uitpeilset is het baken op 10 september 2008 rond 00.53 uur onder de Ford Escort geplakt toen deze geparkeerd stond op de parkeerplaats bij het casino te Venlo door inzittende(n) van een BMW van de (oude) 5 serie.
3. Op 9 september 2008 om 23.15 uur was de uitpeilset in Berghem; op 10 september 2008 om 00.06 uur is de Palm Treo tevergeefs opgewaardeerd op een plek onder het bereik van de zendmast [adres] te Berghem. Gezien de rijafstand Berghem- casino te Venlo van circa 1 uur, moet men toen ook uiterlijk met de uitpeilset vertrokken zijn uit Berghem. De uitpeilset moet dan ook toen (uiterlijk) in het bezit zijn geweest van de plakkers, die immers het baken rond 00.53 uur onder de Ford Escort hebben geplakt.
4. Gezien het (zendmast-)spoor van de Palm Treo na het plakken (eerste signaal om 00.45 uur in de nabijheid van Horst) moeten de plakkers de bestuurder van de BMW en de schutter(s) zijn geweest. Baken en ontvanger gaan immers uit elkaar bij het casino in Venlo en komen bij elkaar op de A73 en gaan weer uit elkaar op de plaats waar de Ford Escort is gestrand en het schieten is opgehouden.
5. De voorliggende vraag is dan vervolgens of de kopers van de uitpeilset de bestuurder en de schutter(s) waren, oftewel met andere woorden: of dat [verdachte] en [medeverdachte1] waren, die in ieder geval tot 9 september 2008, 23.15 uur de bezitters waren van de uitpeilset waarvan het baken later, op 10 september 2008 rond 00.53 uur onder de Ford Escort is geplakt.
C. Betekenis verklaringen [verdachte] en [medeverdachte1]
Afgifte te Berghem van de uitpeilset aan een bekende/onbekende op verzoek van [slachtoffer1]?
1. [verdachte] heeft verklaard dat [slachtoffer1] hem op 7 september 2008 gevraagd heeft of hij zijn uitpeilset kon lenen. Zijn “tracer”/”baken” lag echter ter reparatie bij de [shop] te Amsterdam wegens vochtschade. Hij heeft [slachtoffer1] beloofd daar achter aan te gaan. Op 9 september 2008 heeft [slachtoffer1] hem gebeld en naar de set gevraagd. Toen heeft [medeverdachte1] gebeld met de [shop] om navraag te doen naar de set. Aan het eind van de middag, toen hij op weg was naar of van de spuiterij te Geffen, heeft hij [slachtoffer1] ontmoet: toen hij, [verdachte], “door” de [adres] reed en [slachtoffer1] “schuin” de straat overstak, of op de hoek van de [adres] en de doorgaande weg, de [adres] te Oss ; hij heeft hem verteld dat de uitpeilset die avond zou worden opgehaald; [slachtoffer1] heeft toen gezegd dat hij die avond naar het casino ging en dus de set niet kon komen ophalen. Hij zou iemand sturen om dat “ding” te halen.
Na het bezoek aan de [shop] zijn [medeverdachte1] en hij naar zijn oude woning in Berghem gereden. Daar zijn ze ongeveer een uur gebleven. Toen ze daar waren, heeft een “bekende”die hij niet verwachtte en wiens naam hij niet wil noemen, het “apparaat” opgehaald.
Ze zijn ongeveer een uur in de woning in Berghem gebleven, daarna is hij naar huis in Ooijen gegaan.
2. [medeverdachte1] heeft verklaard dat hij op verzoek van [verdachte] bij de [shop] geïnformeerd heeft of het baken van [verdachte] al gerepareerd was. Samen met [verdachte] is hij naar de [shop] gereden en heeft daar een andere “set”meegekregen. Daarna zijn ze naar de oude woning van [verdachte] in Berghem gereden. “De tracer” is opgehaald door een “bekende”waarvan hij de naam niet wil noemen. Ze zijn ongeveer een uur in die woning gebleven; daarna is hij naar huis in Lith gegaan.
Waarde verklaringen
De rechtbank acht om uiteenlopende redenen, de verklaringen van [verdachte] en [medeverdachte1] ongeloofwaardig.
Tijdstip verklaring
1. [verdachte] en [medeverdachte1] zijn eerst op 23 maart 2010 met hun verklaringen over de afgifte op verzoek van [slachtoffer1] van de uitpeilset aan een “bekende” gekomen. Dit terwijl van meet af aan, aan hen kenbaar was gemaakt dat zij verdachten waren van de schietpartij op 10 september 2008 op de A73, omdat zij het baken en de Palm Treo aangeschaft hadden die gebruikt zijn bij het traceren en de achtervolging van de Ford Escort, over welke aanschaf zij tot dan toe zwegen. Juist omdat de officier van justitie al tijdens de pro formazittingen zijn, door de verdediging hevig bekritiseerdestelling,kopen is plakken en plakken is schieten”debiteerde, had het voor de hand gelegen dat [verdachte] en [medeverdachte1] in een veel eerder stadium met dit verhaal (dat volgens hen de ernstige bezwaren wegneemt) op de proppen waren gekomen. Een verklaring voor het langdurig achterhouden van dit verhaal ontbreekt ten enenmale.
2. In het bijzonder, de verklaring van [verdachte] dat hij op 15 september 2008 niet verklaard heeft over het baken en de Palm Treo omdat hij niet wist dat deze van belang waren bij de opsporing naar de daders van de schietpartij op de A73 en hem daar ook niet naar gevraagd is, acht de rechtbank niet redengevend. Immers het baken en de Palm Treo waren – naar zijn zeggen – afgegeven aan een “bekende”op verzoek van notabene [slachtoffer1] om een reden die [verdachte] bij de rechter-commissaris op 23 maart 2010 ook niet wilde vertellen omdat hij anders “in de problemen” zou komen. Dit is dus onbegrijpelijk, mede omdat [verdachte] in zijn verklaring van 15 september 2008 wel een aantal andere scenario’s en motieven schetst; een ieder kon bevroeden dat het baken en de Palm Treo een belangrijk spoor waren.
Op verzoek van [slachtoffer1]
1. Voorts treft het de rechtbank op de eerste plaats dat de uitpeilset op verzoek van [slachtoffer1] zou zijn opgehaald. Dit terwijl de relatie tussen [verdachte] en [slachtoffer1] toen al bekoeld was.
2. En in de tweede plaats dat [verdachte] en [medeverdachte1] daar helemaal voor naar Amsterdam rijden.
3. De verklaring van [verdachte] en [medeverdachte1] dat zij de uitpeilset hebben opgehaald omdat [slachtoffer1] over zo’n set wilde beschikken, komt de rechtbank dan ook – zo zonder nadere uitleg – in zichzelf onaannemelijk voor.
Opgehaald bij de [shop]
1. Op 9 september 2008 heeft [medeverdachte1] met 06-[nr] om 14.35 uur telefonisch contact]naam BV] B.V. te Diemen, een bedrijf in het leveren en installeren van beveiligingssystemen, die hem daarna terugbelt. [BV] heeft verklaard dat [medeverdachte1] een vraag had over “GPS”. Tevens heeft [BV] verklaard dat hij een concurrent van de [shop] is; en dat hij geen bakens e.d. voor de [shop] repareert. Dit laatste, anders dan [verdachte] heeft verklaard naar aanleiding van de vraag aan hem waarom er gebeld is naar [BV]. [medeverdachte1] kan zich niet herinneren dat hij naar [BV] heeft gebeld.
2. Dit telefoneren met [BV] vond dus plaats voordat [medeverdachte1] belde met de [naam shop] te Amsterdam om 16.52 en 16.53 uur alsmede om 18.44 uur (een gesprek van 543 sec), waarna hij [verdachte] belde om 18.50 uur.
3. [verdachte] heeft verklaard dat hij bij de [shop] een koffer met een klaarliggen-de uitpeilset (en 2 simkaarten) heeft meegenomen omdat zijn spullen nog niet gerepareerd waren. De betaling die hij heeft verricht, betrof een openstaande rekening.
4. [eigenaar shop] heeft verklaard dat hij nooit een vervangende set verstrekt als een reparatie nog niet klaar is. De klant moet of een nieuwe set kopen of wachten tot zijn eigen set gereed is. Ook heeft [eigenaar shop] verklaard dat het niet mogelijk is dat een klant een openstaande rekening betaalt; hij geeft aan particulieren nooit goederen op de pof mee.
5. De rechtbank acht de verklaringen van [verdachte] op dit punt ongeloofwaardig en die van [eigenaar shop] geloofwaardig. Ten eerste, waarom immers zou een buitenstaander liegen over zijn bedrijfspolitiek.
En ten tweede is opmerkelijk dat [verdachte] en [medeverdachte1] bij de rechter-commissaris op 23 maart 2010 onduidelijke en van elkaar afwijkende verklaringen hebben afgelegd over wat nu ter reparatie was aangeboden dat al dan niet nog niet klaar was danwel nog moest worden opgestuurd en over wat er is “opgehaald”([verdachte] en [medeverdachte1]): een “apparaat”, een “ding” ([verdachte] ) “tracer” ([verdachte] en [medeverdachte1]) van [verdachte] die nog niet klaar was ([verdachte] ) danwel nog moest worden “opgestuurd” ([medeverdachte1]). Ze hebben het in ieder geval beiden over één onderdeel van een uitpeilset, dit terwijl dit technisch gezien zinloos is want een baken en tracer moeten op elkaar zijn ingeregeld. En voorts heeft [verdachte] verklaard dat zijn set twee tracers bevatte, dus waarom zou hij dan de ene gerepareerde tracer nodig hebben om zijn set aan [slachtoffer1] uit te lenen? Hij had immers zijn baken met overgebleven tracer aan [slachtoffer1] kunnen geven. Waarom dus deze warrige en ongerijmde door hen wel ondertekende verklaringen bij de rechter-commissaris terwijl zij werden bijgestaan door hun raadslieden? Het is net alsof [verdachte] en [medeverdachte1] nog zoekende waren naar wat te verklaren, een zoektocht die eindigt tijdens de zitting van 15 juni 2010 met de eenduidige en simpele verklaring van [verdachte]: meegenomen is een baken met Palm Treo/handcomputer en 2 simkaarten die klaarlagen bij de [shop].
6. De rechtbank oordeelt dan ook dat [verdachte] en [medeverdachte1] helemaal niet uit waren op het gerepareerde baken of tracer van [verdachte] maar dat [verdachte] bij de [shop] een uitpeilset heeft gekocht. Dit nadat [medeverdachte1] eerst bij (de BV) tevergeefs geïnformeerd heeft naar een voorhanden zijnde set en daarna met succes bij de [shop].
Ontmoeting met [slachtoffer1]
1. Bij de rechter-commissaris heeft [verdachte] verklaard dat hij op weg van of naar de spuiterij in Geffen, [slachtoffer1] toevallig in de [adres] heeft ontmoet terwijl hij door de [adres] reed.
2. Dit is onaannemelijk. De [adres] is geen doorgaande weg maar betreft een U-straat ten opzichte van de [adres] te Oss. Dus men rijdt vanaf de [adres] de [adres] in en komt weer op de [adres] wanneer men de [adres] uit rijdt. Waarom zou [verdachte] dan door de [adres] rijden? Hij heeft niet verklaard dat hij een afspraak had met [slachtoffer1].
3. Ter zitting van 15 juni 2010 heeft [verdachte] verklaard dat hij, op zoek naar hem, [slachtoffer1] ontmoet heeft op de hoek van de [adres]-[adres]. Ook hier lijkt [verdachte] zijn verklaring dus aannemelijker te willen maken naar gelang de bevindingen in het dossier. En waarom heeft [verdachte] toen hij – op zijn vroegst rond 16.52 uur (1e telefoon van [medeverdachte1] naar de [shop]) of later, rond 18.44 uur (2e telefoon van [medeverdachte1] naar [shop] gevolgd door telefoon van [medeverdachte1] naar [verdachte]) – wist dat hij een baken kon ophalen bij de [shop] niet gewoon gebeld naar [slachtoffer1]?
4. De ontmoeting tussen [verdachte] en [medeverdachte1] moet dan hebben plaatsgevonden tussen 16.52 uur (1e telefoon van [medeverdachte1] naar de [shop]) of 18.44 uur (2e telefoon van [medeverdachte1] naar de [shop]) en 19.00 uur: het moment dat [verdachte] de ontmoeting had met [beschermde getuige] in de sate-bar te Oss.
5. Getuigen [slachtoffer2] en [getuige1] hebben echter verklaard dat [slachtoffer1] vanaf het moment dat hij thuis kwam van het vissen (rond 17.00 uur) en het vertrek naar het Casino (rond 19.00 uur, zie ook proces-verbaal van ongeluk tussen de Ford Escort en een Turks jongentje rond 19.00 uur ) niet van huis is geweest; hij heeft gegeten, gedoucht en gecomputerd ; en de getuigen [getuige2] en [getuige3] (beiden wonende in de [adres]) hebben verklaard dat [slachtoffer1] aan het eind van de middag van 9 september 2008 niet bij hen op bezoek is geweest. En allen hebben geen ontmoeting tussen [slachtoffer1] en [verdachte] gezien die dag. Ten slotte heeft [getuige4] verklaard dat hij rond 18.00 uur bij [slachtoffer1] thuis langs is geweest en hem toen daar heeft getroffen om een tatoeëermachine af te geven.
6. En verder geldt dat de telefoon van [verdachte] zich pas vanaf 18.22 (en om 18.27 en om 18.39 uur en om 18. 52) uur bevindt onder bereik van de zendmast gelegen aan het [adres] te Oss. Onder het bereik van deze mast valt de woning van [slachtoffer1] aan de [adres] te Oss. Daarvoor bevindt de telefoon van [verdachte] zich niet in de juiste omgeving om [slachtoffer1] te kunnen ontmoeten op de verklaarde plaats. [slachtoffer1] zat echter vanaf die tijd achter de computer.
7. Noch [verdachte], noch [medeverdachte1] hebben verklaard of en hoe [slachtoffer1] wist dat [verdachte] en [medeverdachte1] die avond na hun bezoek aan de [naam shop] in de oude woning van [verdachte] in Berghem zouden zijn, noch is duidelijk geworden hoe de “bekende” wist dat hij daar moest zijn. Een analyse van de telefooncontacten van [slachtoffer1] wijzen niet op een (tel) contact na 16.52 of 18.44 uur tussen [slachtoffer1] en een in aanmerking komende “onbekende”. Datzelfde geldt voor de verklaringen van [slachtoffer2] en [getuige5].
8. Een en ander leidt de rechtbank tot het oordeel dat niet aannemelijk is de verklaring van [verdachte] dat hij op 9 september 2008 aan het eind van de middag [slachtoffer1] ontmoet heeft om hem te vertellen dat hij, [verdachte] die avond bij de [shop] “dat ding” zou gaan ophalen voor [slachtoffer1] en dat [slachtoffer1] hem toen zei, iemand te sturen om “dat ding” bij [verdachte] op te halen.
Conclusie
De rechtbank is derhalve van oordeel dat niet aannemelijk is dat de uitpeilset door [verdachte] en [medeverdachte1] aan een ander is afgegeven. Dat betekent - bij gebreke van een andere aannemelijke verklaring door [verdachte] en /of [medeverdachte1] voor het “ophalen” van de uitpeilset en de bestemming ervan - dat zij degenen zijn geweest die met de uitpeilset naar het casino in Venlo zijn gereden en het baken onder de Ford Escort hebben geplakt wat hen dus tot de inzittenden van de BMW maakt en dus de bestuurder of (een van) de schutter(s).
Bij dit oordeel wordt aangetekend dat de rechtbank het ook niet aannemelijk acht dat de niet met name genoemde “bekende” de door de verdediging naar voren geschoven [naam bekende] is. Waarom noemen verdachten hem dan niet?
Voornoemd oordeel vindt bevestiging in de navolgende omstandigheden.
Opwaarderen
1. Bij de doorzoeking van de woning van [medeverdachte1] aan de (adres) te Lith op 21 april 2008 is een Palm Treo 680 aangetroffen met imeinummer (nr). Een Palm Treo met dit nummer is vermeld op een factuur van [naam]-shop aan de [shop] van 1 augustus 2007. In deze Palm Treo bevond zich een simkaart van Vodafone. Het opwaardeernummer van provider Vodafone is 06-[nr] en dit nummer is diverse malen gebeld om het beltegoed van de gevonden Palm Treo te verhogen. (Dit is voor de duidelijkheid niet de Palm Treo die op 9 en 10 september 2008 in verbinding stond met het baken onder de Ford Escort).
2. Om 00.06 uur is tevergeefs getracht de Palm Treo op te waarderen door te bellen naar het opwaardeernummer van Vodafone: 06-[nr]. Zoals hierboven is aangeven, heeft [medeverdachte1] dit nummer eerder gebruikt voor het opwaarderen van een door hem bij de [shop] gekochte Palm Treo 680. [eigenaar shop] heeft verklaard dat hij kort voor 9 september 2008 gewisseld is van provider: van Vodafone naar T-mobile.
3. Dat [medeverdachte1] de Palm Treo tevergeefs heeft opgewaardeerd past bij het oordeel dat [verdachte] en [medeverdachte1] de uitpeilset niet aan een “bekende” hebben afgegeven maar zelf met de uitpeilset rond middernacht vanuit Berghem naar het casino te Venlo zijn gereden. Immers de uitpeilset moet toen in het bezit zijn geweest van de plakkers.
Bekendheid bij [verdachte] met casino-bezoek en gebruik Ford Escort door [slachtoffer1]
1. De Ford Escort is op 23 augustus 2008 gekocht door en op naam gesteld van [vader slachtoffer 1], de vader van [slachtoffer1] . [slachtoffer1] maakt sinds die tijd gebruik van de Ford Escort.
2. [verdachte] heeft verklaard dat hij wist dat [slachtoffer1] gebruik maakte van de Ford Escort en dat hij wist dat [slachtoffer1] op 9 september 2008 naar het casino te Venlo ging “om te kaarten”.
Dat bovenstaand oordeel gerechtvaardigd is, vindt steun in de navolgende feiten en omstandigheden.
D. Verder(e) bewijs(voering)
Zendmastbereik
1. De zendmast gelegen aan de (adres) te Berghem (de Palm Treo is daar om 00.06.05 uur en om 03.03- 03.05 uur) heeft [adres] te Berghem en de loods gelegen aan de [adres] te Oss onder zijn bereik. Hetzelfde geldt voor de zendmast gelegen aan de [adres] te Oss (de Palm Treo is daar om 03.16-03.17 uur). De zendmast gelegen aan de [adres] te Oss (de Palm Treo is daar om 03.24 uur) heeft onder meer Ooijen, de woonplaats van [verdachte], en Lith, de woonplaats van [medeverdachte1], onder zijn bereik (Palm Treo is daar om 03.24 uur).
2. De telefoons in gebruik bij [verdachte] en [medeverdachte1] bevinden zich in 2008/2009 veelvuldig onder het bereik van voornoemde zendmasten.
3. Deze gegevens bevestigen dat [verdachte] en [medeverdachte1] met de uitpeilset (baken en Palm Treo) vanuit Berghem naar het casino te Venlo zijn vertrokken en na de schietpartij weer met de Palm Treo huiswaarts zijn gegaan (en wellicht met een tussenstop te Oss, zie hieronder bij Munitie).
Munitie
Wapen(s) en munitie plaats delict A73
1. Op de plaats delict: rijksweg A73 in noordelijke richting tussen hectometerpaal 90.5 (gemeente Cuijk) en hectometerpaal 100.8 (gemeente Nijmegen) worden op 9 locaties sporen aangetroffen, waaronder munitie (kogels en hulzen).
2. De gevonden munitie bestaat uit 9 hulzen, 9 mm Parabellum met bodemstempels PMC, MRP, Geco Luger (groep A) en 63 hulzen, 9 mm Parabellum met bodemstempels Geco (groep B).
3. De kogels zijn – “met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid” – afgevuurd uit 2 verschillende vuurwapens: 2 Uzi’s . De sporen passen bij het gebruik van 2 patroon-houders in de ene Uzi en 2 of 3 patroonhouders in de andere Uzi.
4. Enkele van de in of nabijheid van het lichaam van [slachtoffer1] en enkele van de in de doorzeefde Ford Escort aangetroffen kogels of kogeldelen vertonen een gedeeltelijke overeenstemming wat betreft de – karakteristieke – kraslijnen met enkele van de op de A73 aangetroffen kogel(manteldelen), hetgeen erop duidt dat zij door hetzelfde vuurwapen zijn afgeschoten.
Munitie loods [adres] te Oss
5. Op 21 april 2009 wordt tijdens een doorzoeking in de loods gelegen aan de [adres] te Oss in een houten betimmering met daarin een ventilator, die met een slang verbonden was met een droogkast/container en bevestigd was naast een container waarin 71 hennepplantjes worden gekweekt, een latex handschoen aangetroffen met daarin 63 patronen: 49 patronen, 9 mm Parrabellum, met bodemstempels Geco Luger en 14 patronen, 9 mm Parrabellum met bodemstempels PMC Luger.
6. De desbetreffende loods is vanaf 2007 verhuurd door (getuige6) aan [medeverdachte1]. [verdachte] en [medeverdachte1] hebben verklaard dat zij gebruik maakten van deze loods.
Overeenkomst munitie PD A73 en loods [adres] te Oss
7. Onderzoek heeft uitgewezen dat van de 63 patronen aangetroffen in de loods [adres] te Oss 31 patronen “zeer waarschijnlijk” geplaatst zijn in dezelfde patroonhouder als 24 van de 73 hulzen die zijn aangetroffen op de PD A73. En de hulsbodemstempels van de 14 patronen PMC Luger gevonden in de loods, zijn “met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid” geplaatst door dezelfde stempel als die in/op de hulzen van groep A van de A73-munitie.
Conclusie
In een door [medeverdachte1] gehuurde loods die in gebruik was bij [verdachte] en [medeverdachte1] wordt munitie aangetroffen waarvan geoordeeld kan worden dat deze onderdeel uitmaakte van de partij munitie die op 10 september 2008 verschoten is op de A73. Voorts is opmerkelijk dat de Palm Treo op 10 september 2008 tussen 03.03 uur en 03.17 uur in de buurt van de [adres] te Oss is geweest en daar dus – mogelijk – een tijd heeft stilgestaan.
Telefoons [verdachte] en [medeverdachte1]
1. Vanaf 23.15 stralen de telefoons van [verdachte] en [medeverdachte1] geen enkele zendmast aan; zij staan –mogelijk uit.
2. Op 10 september 2008 om 02.49 uur belt [partner medeverdachte1] (partner [medeverdachte1]) met de huistelefoon [nr] van de [adres] te Lith, naar het telefoonnummer 06-[nr] dat in gebruik is bij [medeverdachte1]. Er komt geen verbinding tot stand.
3. Op 10 september 2008 om 03.01 en 03.07 uur belt het GSM nummer 06-[nr] in gebruik bij [echtgenote verdachte] (de echtgenote van [verdachte]) naar het GSM nummer 06-[nr] dat bij [verdachte] in gebruik is. Er komt geen verbinding tot stand.
4. Een en ander is opmerkelijk. Het wijst erop dat zij iets te verbergen hadden en daarom past bij het oordeel dat [verdachte] en [medeverdachte1] in de auto zaten van waaruit geschoten is. Immers de analyserapporten laten zien dat [verdachte] en [medeverdachte1] veelvuldig gebruik maken van hun telefoon. Gewezen kan ook worden op de instructie van [verdachte] aan de anderen om hun telefoon uit te zetten, wanneer zij onderweg zijn naar een henneplocatie om te gaan oogsten.
Conclusie
De conclusie is gerechtvaardigd dat [verdachte] en [medeverdachte1] er voor gezorgd hebben dat zij rond het tijdstip van de schietpartij op de A73 onbereikbaar waren c.q. niet traceerbaar via hun telefoons.
E. Motief
Zijn de verklaringen van de getuige [beschermde getuige] geloofwaardig?
De rechtbank acht de door haar gebruikte verklaringen van [beschermde getuige] geloofwaardig. De – gestelde – omstandigheid dat [beschermde getuige] veroordeeld is voor oplichting brengt niet mee dat hij op die punten niet de waarheid heeft verteld. De suggestie dat [beschermde getuige] door te verklaren kans zag een schuld van circa 1.4 miljoen af te kopen, volgt de rechtbank niet. Als dat het motief was voor [beschermde getuige] om te verklaren had hij beter kunnen zeggen dat hij van [verdachte] heeft gehoord dat [verdachte] (en [medeverdachte1]) op [slachtoffer1] en op [slachtoffer2] heeft geschoten. Neen, het door [beschermde getuige] gegeven motief dat hij moord een brug te ver vindt, acht de rechtbank overtuigend en daarmee dus ook onderstaande verklaringen van [beschermde getuige].
De verklaringen van de getuige [beschermde getuige] [beschermde getuige]
Relatie [verdachte]-[slachtoffer1]:
[beschermde getuige] [beschermde getuige] heeft verklaard dat hij regelmatig heeft meegemaakt dat [verdachte] door anderen erop werd aangesproken dat [slachtoffer1] zijn schulden niet betaalde . Tijdens horecabezoeken met [verdachte] tussen mei en september 2008 uitte [verdachte] dan zijn ergernissen over [slachtoffer1]. Hij riep dan regelmatig dat hij het gedrag van [slachtoffer1] beu was en gooide de telefoon kwaad weg na gesprekken met derden over [slachtoffer1]. Hij zei: “Nou ben ik helemaal klaar met hem. Ik hoef hem niet meer te zien of spreken”. [verdachte] en [slachtoffer1] waren tot mei 2008 nog vrienden , daarna was het over omdat [slachtoffer1] er dus financieel een zooitje van maakte. In mei 2008 had [verdachte] aan hem verteld dat [slachtoffer1] een schuld had van € 50.000 (Euro 50.000 ) in verband met de aankoop van een BMW 654 CSI. [verdachte] zou die BMW terugkopen van [slachtoffer1] mocht hij zijn schuld niet aflossen. [slachtoffer1] heeft de BMW echter verkocht aan (man) en [verdachte] niet betaald.
Ook heeft hij tweemaal meegemaakt dat [verdachte] geld bij zich had voor [slachtoffer1] zodat [slachtoffer1] hennephokken kon exploiteren en zo er financieel weer bovenop zou kunnen komen. Het ging dan per keer om Euro 9.000 of meer. [slachtoffer1] vergokte veel geld. Normaal verkocht [slachtoffer1] de opbrengst van zijn weedhokken aan [verdachte]; daardoor werd dan een deel van de schuld afgelost. Op een keer kreeg [verdachte] weed aangeboden door een derde die dat gekocht had van [slachtoffer1]. [verdachte] was hier zeer boos over. De totale schuld van [slachtoffer1] een [verdachte] bedroeg uiteindelijk € 19.000.
Een paar dagen voor de dood van [slachtoffer1] had hij gezien dat [verdachte] in gesprek was met [slachtoffer1] en [slachtoffer2]. Nadien had [verdachte] tegen hem ([beschermde getuige]) gezegd dat de vriendschap met [slachtoffer1] “definitief… voorbij” was. [verdachte] gaf aan dat hij het beu was dat mensen hem aanspraken over de schulden en leugens van en bedreigingen door [slachtoffer1]. [slachtoffer1] vertelde [verdachte] dat hij geld won met gokken, van anderen hoorde [verdachte] dat [slachtoffer1] juist veel geld verloor met het gokken.
Op 9 september 2008, op zijn verjaardag, had hij [verdachte] zoals was afgesproken, om 19.00 uur ontmoet in de sate-bar te Oss. Ze hebben daar gegeten. [verdachte] raakte in gesprek met een man met Rudi Völler-haar. Bij terugkomst aan tafel vertelde [verdachte] dat het gesprek over [slachtoffer1] was gegaan. [verdachte] zei: “iedereen is hem beu, het zou me niets verbazen als ze hem eerdaags opruimen”.
Bij [verdachte] werkte het zo dat de problemen na een laatste waarschuwing anderszins werden opgelost. [verdachte] leed anders gezichtsverlies.
Na de dood van [slachtoffer1] heeft [verdachte] [slachtoffer2] een kogelwerend vest aangeboden ; dat was een waarschuwing.
[verdachte] en wapens
Een aantal dagen voor de dood van [slachtoffer1], heeft hij in de woning van [verdachte], in een (dressoir)kast een Beretta gezien en een soort band aan een achterkant wat leek op een automatisch wapen. Voorts heeft [verdachte] hem verteld dat er 32 kogels in een magazijn gingen - hij deed voor hoe deze schuin in het magazijn worden geschoven - en dat hij meer dan genoeg 9 mm munitie in voorraad had. Hij gaf aan dat een probleem kon worden opgelost door gebruik van een wapen. Na gebruik moest het wapen wel weg.
Na de dood van [slachtoffer1] had [verdachte], toen ze het hadden over die moord, gezegd dat je verstand moest hebben van het omgaan met Uzi’s; je moest snel van magazijn kunnen wisselen en dat als je met open raam schiet, je tranen in je ogen kreeg van de wind. Ook heeft [verdachte] hem verteld dat hij oefende met het schieten met Uzi’s in de polders bij Oss. Hij schoot de graspollen uit de grond.
Bovenstaande verklaringen van [beschermde getuige] worden ondersteund door het onderstaande.
[slachtoffer1]
[slachtoffer1] zat in de hennephandel. De zaken gingen de laatste 2 jaren slecht, vanwege geripte hennephokken, door politie ontdekte hennephokken en het veelvuldig gokken door [slachtoffer1].
[slachtoffer1] had voortdurend schulden waarop hij af en aan afbetaalde, naar gelang hij inkomsten had uit hennephokken en of door gokken in het casino. Ook ripte [slachtoffer1] zelf henephokken of liet dit doen, danwel tipte deze aan derden weg.
Na de dood van [slachtoffer1], zijn zijn weedhokken in Nistelrode, Veghel en Lith geoogst en/of geript door [slachtoffer2] en/of [verdachte]. Uit de opbrengst van de verkoop (door [verdachte]) van de geoogste weed zijn schulden van [slachtoffer1] afbetaald door [verdachte] en/of [vader slachtoffer 1].
F. [verdachte] en wapens
1. Op 21 april 2009 werden bij de doorzoeking van de woning van [verdachte] aan de [adres] te Oijen 3 encyclopedieën gevonden die gingen over pistolen, revolvers, geweren en karabijnen.
2. [beschermde getuige] [beschermde getuige] heeft verklaard dat hij voor zijn verjaardag op 9 september 2009 een Beretta met munitie van [verdachte] cadeau kreeg.
3. Op 21 april 2009 werden tijdens de doorzoeking van de woning van [medeverdachte2] aan [adres] te Berghem 2 Glock houders aangetroffen die gevuld waren met ieder 15 patronen, 9 mm Parabellum van het merk Geco. Op een van de patronen (AABB2631NL#14) is een DNA spoor aangetroffen dat volledig overeenstemt met het DNA profiel van [verdachte].
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank had [verdachte] dus een motief en de middelen – de Uzi’s – .
G. Eindconclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij in de periode van 9 september 2008 tot en met 10 september 2008 op de Rijksweg A73 op het traject van Venlo tot en met Nijmegen, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer1] van het leven heeft beroofd, hierin bestaande dat verdachte en verdachtes mededader opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, met een auto, een auto heeft achtervolgd waarin die [slachtoffer1] (en [slachtoffer2]) reden en (vervolgens) verdachte en/of verdachtes mededader met vuurwapens meerdere kogels heeft
afgevuurd op de auto waarin die [slachtoffer1] (met [slachtoffer2]) reed en meerdere kogels heeft afgevuurd op die (slachtoffer1)hebben geraakt en in het hoofd en het lichaam zijn binnengedrongen, tengevolge waarvan [slachtoffer1] is overleden;
2.
hij in de periode van 9 september 2008 tot en met 10 september 2008 op de Rijksweg A73 op het traject van Venlo tot en met Nijmegen, , ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer2] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, met een auto, een auto hebben achtervolgd waarin die [slachtoffer2] (met [slachtoffer1]) reden (vervolgens) verdachte en/of verdachtes mededader met vuurwapens meerdere kogels heeft afgevuurd op de
auto waarin die [slachtoffer2] (met [slachtoffer1]) reed, en meerdere kogels heeft afgevuurd op die [slachtoffer2] waarna die [slachtoffer2] (aan het hoofd) geraakt werd door een kogel, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Ten aanzien van feit 4:
Cuijk
De bewijsmiddelen
Op grond van na te noemen bewijsmiddelen kunnen de volgende feiten, die ook niet ter discussie hebben gestaan, worden vastgesteld.
- Op 10 november 2008 om ca 12.00 uur controleert de politie een bedrijfspand aan de [adres] te Cuijk, eigendom van [getuige8], en treft aldaar een Dodge met kenteken [x] aan. Deze Dodge [x] staat op naam van [medeverdachte2] (geboren 16-5-1974). In de bij de loods aangetroffen en in beslag genomen Dodge van [medeverdachte2] zijn restanten hennepplanten, aarde en piepschuim aangetroffen en een factuur van [bedrijf] d.d. 27 oktober 2008 t.n.v. [verdachte] betreffende 10 slangklemmen.
- Vlak nadat de politieauto op het terrein verscheen, zijn er twee mannen weggerend.
- In het pand treft de politie een hennepplantage aan. Er worden 1.130 hennepplanten in beslag genomen alsmede de daarbij gebruikelijke bedrijfsmiddelen. Monsters van deze planten zijn getest en blijken een positieve reactie te vertonen voor THC. De planten worden door de verbalisant ook herkend als hennepplanten.
- In de loods worden tevens enkele flessen frisdrank aangetroffen, veilig gesteld en bemonsterd.
- Bij één van de monsters van de frisdrankflessen wordt het dna-profiel van [verdachte] vastgesteld.
- De loods is door de eigenaar [getuige8] met ingang van 1 september 2008 verhuurd aan [naam BV] BV. [naam BV] BV is een vennootschap van [medeverdachte3]. Hij heeft de huur-overeenkomst ook ondertekend. In deze schriftelijke huurovereenkomst wordt vermeld dat het pand wordt onderverhuurd aan [bedrijfsnaam] i.o., vertegenwoordigd door [getuige9]. Als telefoonnummer van die [getuige9] is vermeld: 06-[nr].De huurster heeft vanaf 2 september 2008 de beschikking over de sleutels.
- Op naam van [medeverdachte4] staat een VW Golf [kenteken] .
Op 10 november 2008 zijn diverse telefoongesprekken afgeluisterd.
Om 05.39 uur ontvangt [verdachte] (taplijn Mart 05) een sms-bericht van de telefoon 06-[nr] ten name van [medeverdachte4], [adres] te Langenboom, met de mededeling: 6.15, dat om 05.47 uur wordt beantwoord met: Ok.
Om 05.53 uur ontvangt [medeverdachte1] een sms-bericht van [medeverdachte4] met de vraag: ging jij mee. Even later belt [medeverdachte1] met [medeverdachte4] en vraagt waar hij zit. [medeverdachte4] antwoordt dat hij onderweg is naar Oss, waarop [medeverdachte1] zegt: okee, ik zie je zo.
Om 11.13 uur ontvangt [verdachte] een sms-bericht van het nummer 06-[nr], in gebruik bij [medeverdachte2], met de vraag: ben je er al. De afgeluisterde telefoonlijn straalt de zendmast aan de [adres] te Cuijk aan. Enkele seconden later komt het antwoord: 5 min. Deze telefoon van [medeverdachte2] is op 10 november 2008 gelokaliseerd in Cuijk.
Om 12.44 uur wordt er met de telefoon van [verdachte] een sms verstuurd naar de telefoon van [medeverdachte4]: ze hebe ons De telefoon van [verdachte] straalt de zendmast [adres] Cuijk aan en die van [medeverdachte4] straalt hetzij de zendmast [adres] hetzij de zendmast [adres] aan, beide in Cuijk.
Om 12.46 uur wordt met de telefoon van [medeverdachte1] gebeld naar een onbekend gebleven man, waarin [medeverdachte1] zegt: … zit in auto en ga langs bij [bijnaam medeverdachte2] … die hebben ze ook. De door [medeverdachte1] gebruikte telefoon bevindt zich die dag onder de zendmast (adres) te Cuijk. Even later wordt met dezelfde telefoon gebeld naar een onbekend gebleven man, waarin [medeverdachte1] zegt dat de man snel naar de McDonalds in Cuijk moet komen.
Om 12.50 uur wordt met de telefoon van [verdachte] (zendmast van deze telefoon is [adres] te Cuijk) een gesprek gevoerd met een onbekende man, waarbij [verdachte] zegt: Het is mis daar … ik was daar en die ander is derbij. De ander zegt: inval, en [verdachte] zegt: ja.
Om 12.54 uur wordt met dezelfde telefoon (nog steeds onder dezelfde zendmast) gebeld naar telefoon 06-[nr], ten name van [medeverdachte2] (16-5-1974), [adres] te Oss, waarbij [verdachte] zegt: ik zit binnen waar jij nu voor loopt, rechts … Ik zit in die brasserie binnen recht voor je. nee je loopt voorbij…
Om 13.02 uur wordt met de taplijn Mart 05, nog steeds via de zendmast [adres] te Cuijk, gebeld met telefoon 06-[nr] ten name van [medeverdachte4], waarbij tegen [medeverdachte4] wordt gezegd: je rijdt ons net voorbij op dat pleintje.
Om 14.03 uur wordt met taplijn Mart 14 een sms-bericht verstuurd naar telefoon 06-[nr], in gebruik bij [medeverdachte5]: haha, [bijnaam medeverdachte2] wel en om 14.05 wordt geantwoord: ok, was die bij jou dan, gevolgd door een bericht om 14.06 uur: Ja, die hade ze byna, haha, de kneus hy geloofde me nie en dag dat ik een geintje maakte
Verdachte heeft iedere betrokkenheid bij de exploitatie van de aangetroffen hennepkwekerij ontkend.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de betrokkenheid van verdachte en zijn medeverdachten bij de hennepkwekerij aan de [adres] te Cuijk als volgt.
Betrokkenheid van [medeverdachte3]
[medeverdachte3] heeft verklaard dat hij het pand aan de [adres] te Cuijk heeft gehuurd op verzoek van [medeverdachte6]; in ruil daarvoor zou hij twee maanden huur betaald krijgen. [medeverdachte6] zou een onderhuurder hebben voor het pand. Omdat [medeverdachte6] echter de gegevens van deze onderhuurder niet verstrekte en die gegevens wel moesten worden ingevuld in het huurcontract, heeft hij de naam van [getuige9] vermeld. Deze heeft er echter niets mee te maken. Volgens [medeverdachte8] is de naam Cuijk wel eens gevallen. De hennephokken in Leek en (adres) draaiden toen al. Hij is een keer samen met [medeverdachte3]] naar [medeverdachte6] in Oss gereden om een auto te bekijken. In de auto begonnen [medeverdachte6] en [medeverdachte3] over panden te praten. Ze zijn ook naar panden gaan kijken, maar de panden die ze zagen waren volgens [medeverdachte3] en [medeverdachte6] niet geschikt om een wietlocatie te beginnen. [medeverdachte3] zei vervolgens tegen hem dat er onder zijn naam een pand was gehuurd in Cuijk en is er vervolgens naar toe gereden om het pand te bekijken. Hij vroeg toen aan [medeverdachte3] of het voor die jongens (waarmee hij bedoelde [medeverdachte2] en [medeverdachte6] ) was en [medeverdachte3] beaamde dat.
Betrokkenheid van [medeverdachte6]
Verwezen wordt naar hetgeen hiervóór is overwogen ten aanzien van [medeverdachte3]: Volgens [medeverdachte3] heeft [medeverdachte6] hem gevraagd de huurovereenkomst van de loods in Cuijk te regelen. Dat het verhaal van [medeverdachte3] over de betrokkenheid van [medeverdachte6] bij het regelen van de loods aan de [adres] als locatie voor een hennepkwekerij juist is, vindt steun in het feit dat als telefoonnummer van de 'onderhuurder' [getuige9] (die volgens [medeverdachte3] geen enkele bemoeienis met een en ander heeft), het nummer 06-[nr] is vermeld. Dit nummer moet aan [medeverdachte6] worden toegeschreven. Blijkens het proces-verbaal inzake de telefoonnummers van [medeverdachte6] straalt dit telefoonnummer het meest een zendmast in Afferden aan, de woonplaats van [medeverdachte6], en wordt via dit nummer veelvuldig gebeld met het telefoonnummer van iemand die heeft verklaard [medeverdachte6]s vriendin te zijn.
Volgens de hiervoor aangehaalde verklaring van [medeverdachte8] was [medeverdachte6] - samen met [medeverdachte3] - op zoek naar geschikte locaties voor hennepkwekerijen.
Betrokkenheid van [medeverdachte2]
In de Dodge van [medeverdachte2], bij gelegenheid van de politie inval in beslag genomen bij het pand, zijn restanten hennep, aarde en piepschuim aangetroffen. [medeverdachte2] heeft hiervoor geen aannemelijke verklaring kunnen geven, behalve dan dat iemand anders de auto moet hebben geleend. Hij weet niet hoe de auto daar terecht is gekomen. (GetuigeA), die werkzaam is in de omgeving van de loods, heeft verklaard dat zij deze auto wel vaker, bijna dagelijks, heeft gezien. Dit gegeven, in samenhang met het gegeven dat de telefoon van [medeverdachte2] bij het sms-bericht van 11.13 uur een zendmast in Cuijk aanstraalde, de opmerking van [verdachte] tegen [medeverdachte2] in het gesprek van 12.54 uur dat [medeverdachte2] hem op dat moment voorbij loopt en de opmerking van [verdachte] in diens sms-berichten van 14.03 uur tot 14.06 uur dat "[bijnaam medeverdachte2]" erbij was ([medeverdachte1] (1964) heeft verklaard dat met "[bijnaam medeverdachte2]" [medeverdachte2] wordt bedoeld ), leidt ertoe dat de rechtbank bewezen acht dat ook [medeverdachte2] betrokken was bij de exploitatie van deze hennepkwekerij.
Betrokkenheid van [verdachte]
Uit het hiervoor aangehaalde telefoonverkeer en de gegevens van de aangestraalde mastlocaties, kan worden afgeleid dat verdachte op dat moment in Cuijk was. De rechtbank gaat er van uit dat hij ten tijde van de politie-inval in de kwekerij aanwezig was en dat hij één van de mannen was die [de man] heeft zien wegrennen. De rechtbank leidt dat met name af uit de sms-berichten die hij heeft uitgewisseld met [medeverdachte5]:
- [verdachte], 13.21 uur: … nu weet ik wat het is als je geen conditie heb …
- [medeverdachte5], 13.24 uur: en je been kun je daar zo mee blijven lopen of moet je naar de dokter ermee
- [verdachte], 13.26 uur: ga wel heb in de prikkeldraad vastgezeten en ben van een muur gesprongen tis afgeschaafd.
- [medeverdachte5], 13.50 uur: weet je zeker dat t woute waren
- [verdachte], 13.51 uur: echt wel lievert
- [verdachte], 13.54 uur: ja ne ogen zyn goed waren er maar een stuk of 30tig ze bonste eers op de raam ik liep naar de deur toen ze me zagen sloegen ze de ramen eruit ben maar ga…
- [verdachte], 13.54 uur: … an rennen van o tot 100 in 6 seconde haha me audi was er niks by
- [verdachte], 13.57 uur: zate 2 achter deuren in en had 2 tusen deuren op slot gedaan dus voor die open waren haha, ze waren wel rond aan het ryen daar
Dat [verdachte] bemoeienis had met deze hennepkwekerij en ook in de loods aanwezig is geweest, wordt bevestigd door het gegeven dat in de loods een fles frisdrank is gevonden waarop zijn dna-profiel is aangetroffen.
Ter terechtzitting heeft verdachte die aanwezigheid verklaard met de redenering dat hij zijn brood verdient onder meer met het leveren van benodigdheden voor hennepkwekerijen. De talloze facturen van (X)Sales die bij hem thuis zijn aangetroffen, getuigen daarvan. Dat is op zichzelf niet strafbaar. Ook voor de kwekerij in Cuijk heeft hij spullen afgeleverd. Bij die gelegenheid zal hij een keer van een fles frisdrank hebben gedronken.
De rechtbank acht dit verhaal op zichzelf niet onaannemelijk en wil best aannemen dat verdachte in grote hoeveelheden benodigdheden voor hennepkwekerijen heeft ingekocht. De rechtbank is er echter van overtuigd dat dit niet het hele verhaal is. Gezien de bewijsmiddelen die worden gehanteerd ten aanzien van de overige tenlastegelegde 'hennepfeiten' en hetgeen wordt overwogen ten aanzien van de criminele organisatie en gelet op het hiervoor aangehaalde telefoon- en smsverkeer, verwerpt de rechtbank het verweer van [verdachte] dat hij slechts de materialen heeft geleverd en verder niet betrokken was bij de exploitatie van deze hennepkwekerij.
Betrokkenheid [medeverdachte1]
[medeverdachte1] was op 10 november 2008 in Cuijk, hetgeen kan worden afgeleid uit de hiervoor aangehaalde tapverslagen en de bevindingen uit de telecomanalyse. Kennelijk hebben alle betrokkenen na te zijn ontkomen aan de politie-inval, afgesproken elkaar te ontmoeten in Cuijk.
Betrokkenheid van [medeverdachte4]
Als hiervoor vermeld, is omstreeks 12.00 uur de politie aanwezig bij het pand aan de [adres] en ontdekt zij de hennepplantage. [getuigeC] had even daarvoor een Volkswagen Golf [kenteken] zien wegrijden en twee mannen zien weglopen. [medeverdachte4] heeft bij de politie verklaard dat hij in november 2008 een Volkswagen Golf [kenteken] had, maar dat hij die dag niet in Cuijk was. Die ontkenning wordt echter, gezien de hiervoor vermelde verklaring van [getuigeC] en de getapte gesprekken en sms-berichten niet geloofwaardig geacht, gezien de daaraan gekoppelde zendmastlocaties.
Nadere bewijsoverweging ten aanzien van de verdachten.
Bij de vraag of de tenlastegelegde betrokkenheid bij de hennepkwekerij in Cuijk bewezen is, betrekt de rechtbank ook de bewijsmiddelen die worden gehanteerd ten aanzien van de andere henneplocaties en de criminele organisatie. Daaruit blijkt immers dat verdachte in algemene zin betrokken was bij hennepteelt op diverse locaties. Uit de combinatie van die bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte en de andere, hiervoor genoemde medeverdachten, niet alleen op de dag van de politie-inval aanwezig waren bij de loods, maar dat zij ook in de periode daarvoor betrokken waren bij de exploitatie van de kwekerij.
[adres] te Leek
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vast.
Op 19 maart 2009 is in de schuur achter een woning gelegen aan het adres [adres] te Leek een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met in totaal 817 hennepplanten. De woning was eigendom van [medeverdachte3]. In april 2008 is met de opbouw begonnen van deze hennepkwekerij. In de periode van april 2008 tot 19 maart 2009 is er twee keer geoogst, te weten op 21 januari 2009 en op 16 februari 2009. De hennepoogst werd vervolgens geknipt in de Meubel(x) Vof aan de [adres] te Oss.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend is bewezen dat [verdachte] als medepleger betrokken is geweest bij de hennepkwekerij in Leek gelet op het door hem ter terechtzitting overgelegde bewijsmiddelenoverzicht.
Standpunt verdediging
[verdachte] heeft iedere betrokkenheid bij de exploitatie van de aangetroffen hennepkwekerij ontkend. Hij handelt in growshopartikelen en adviseert mensen op het gebied van hennepteelt, hetgeen niet strafbaar is. De getapte telefoongesprekken in het dossier moeten ook in dat licht worden gelezen.
De verdediging heeft zich derhalve op het standpunt gesteld dat [verdachte] dient te worden vrijgesproken van deze feiten.
Beoordeling
De rechtbank stelt voorop dat in elk geval [medeverdachte3], [medeverdachte6] en [medeverdachte2] waren betrokken bij deze hennepkwekerij. [medeverdachte3] was eigenaar van het pand aan de [adres] te Leek en had het pand verhuurd aan [medeverdachte6]. [medeverdachte2] had de schuur verbouwd en ingericht en was de kweker. [medeverdachte6] en [medeverdachte2] zijn vaak in Leek geweest.
In het kader van het onderzoek naar een mogelijke criminele groepering rondom [verdachte] zijn meerdere telefoons van [verdachte] langere tijd getapt, is hij geobserveerd en zijn mastlocaties geanalyseerd. Dit onderzoek heeft onder andere het volgende opgeleverd ten aanzien van de betrokkenheid van [verdachte] bij de hennepkwekerij in Leek:
• Telefoonnummers [verdachte] binnen het bereik van de hennepkwekerij in Leek (mastlocaties): op 11 april 2008 de nummers 31 6 [nr] en 31 6 [nr] en op 9 oktober 2008 het nummer 31 6 [nr].
• 19 januari 2009: rond 13.30 uur stuurt [verdachte] een sms naar [medeverdachte5] dat ze zo ryen gaan kijken als ze naar z’n zin zijn. Rond 14.00 uur sms’t [verdachte] naar zijn echtgenote dat ze naar boven gaan en dat hij pas na 6 uur thuis is. Uit zendmastgegevens bleek dat werd gereden naar Leek. Om 18.24 uur smst [verdachte] naar [medeverdachte5] dat er woensdag gewerkt kan worden. [medeverdachte5] ging mensen regelen. Het lukte haar 6 mensen te regelen.
• 21 januari 2009: [verdachte] en [medeverdachte2] hebben ’s morgens rond 08:30 uur via de sms en telefonisch contact waarin ze spreken over wie wie oppikt. [medeverdachte5] sms’t naar [verdachte] dat ze niet weg kan vanwege het kleintje, hoe graag ze ook wil. Ze kookt wel voor vandaag, ze brengt het rond etenstijd daarheen. Uit de bakengegevens van de Mercedes S180 van [medeverdachte5] blijkt dat ze omstreeks 17:48 uur vertrekt vanaf de [adres] in Oss en dat van 17:52 uur tot 18:37 uur de auto heeft stilgestaan op de [adres] te Oss. Rond 19:30 uur hebben [verdachte] en [medeverdachte5] via de sms contact, waarin [verdachte] laat weten dat het niet veel soeps was en dat ze allemaal klaagden. Tevens vraagt hij aan [medeverdachte5] of ze iemand kent die dat afval wil, waarop [medeverdachte5] antwoordt dat ze denkt van wel. [verdachte] sms’t dat al wat ze ervoor krijgt ze mag houden en dat dit toch gauw een paar honderd zal zijn.
• 16 februari 2009: om 04.47 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte1] ‘64 om te vragen of hij wakker is. Om 07.10 uur belt [medeverdachte2] naar NN-man en zegt dat hij er over een half uurtje is. Om 08.07 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte3] en zegt dat hij er over 10 minuten is. De telefoon van [medeverdachte2] straalt de mastlocatie Hoogkerk aan. Om 09.42 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte] en zegt dat hij onderweg naar huis is en even rond moet bellen. Om 10.06 uur belt [medeverdachte2] naar een NN-vrouw en vraagt of ze straks tijd heeft om te poetsen. Hierna belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte6] en vraagt of [medeverdachte6] die twee van hem kan regelen. Om 13.22 uur stuurt (de vrouw1) een sms naar [medeverdachte2] waarin staat dat (de vrouw2) zit te wachten en hoe laat het gaat worden. [medeverdachte2] belt vervolgens naar NN-vrouw en zegt dat het tussen 5 en 6 wordt. Om 15.33 uur belt [medeverdachte1] naar [medeverdachte2] en vraagt of hij al terug is. [medeverdachte2] zegt ‘allang’, waarop [medeverdachte1] vraagt of er nog wat over is. [medeverdachte2] zegt ‘helemaal niks’. Later belt [medeverdachte6] en vraagt wat hij met de jongen moet doen. [medeverdachte2] zegt dat het ongeveer 6 uur wordt. [medeverdachte6] zal het doorgeven. Om 01.03 uur stuurt [medeverdachte2] een sms naar de gebruiker van het nummer 06-[nr], t.n.v. Meubelcentrale, [adres] te Oss met de vraag hoe laat het wordt. [medeverdachte2] krijgt een sms bericht terug met uur, anderhalf uur. [verdachte] en [medeverdachte5] spreken verder over werk, op dezelfde plaats als de vorige keer. Ze hebben het over dat het vanavond kan. Later stuurt [verdachte] de vraag of het rommel is. [medeverdachte5] antwoordt dat dat echt is, waardoor het een latertje wordt. De volgende dag vraagt [verdachte] hoe laat het is geworden. [medeverdachte5] stuurt terug dat ze om half 3 thuis was, nadat ze de vrouwen naar huis had gebracht.
• 20 maart 2009: [medeverdachte2] belt naar NN-man. NN-man zegt dat het bij die andere foute boel is en verwijst naar een internetsite [x] Hierna belt [medeverdachte2] naar [verdachte]. [medeverdachte2] zegt dat ze niet naar boven hoeven, omdat het daar ook mis is.
• 30 maart 2009: [medeverdachte2] belt naar [medeverdachte3] en zegt dat hij van plan is om die avond langs te komen. Later stuurt [medeverdachte3] een sms naar [medeverdachte2] dat hij een Essent-rekening heeft gehad van 9000 euro en deze maand 4500 euro moet betalen. [medeverdachte3] vraagt of hij wat kan lenen. Later stuurt [medeverdachte2] een sms naar [verdachte] dat [medeverdachte3] geld wil lenen.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] actief betrokken is geweest bij de hennepkwekerij in Leek. Hij is meerdere malen in Leek geweest en op de mometten dat er moet worden geoogst op 21 januari 2009 en 16 februari 2009 (zie ‘feiten’) is er intensief telefonisch contact, waarbij onder andere [verdachte] betrokken is. Tevens wordt [verdachte] op 20 maart 2009 - de dag na de inval van de politie (zie ‘feiten’) - gebeld door [medeverdachte2] met de mededeling dat ze niet naar boven hoeven, omdat het daar mis is. Het verhaal van verdachte dat hij handelt in growshopartikelen kan kloppen, maar gezien vorenstaande, alsmede de bewijsmiddelen die worden gehanteerd ten aanzien van de overige tenlastegelegde 'hennepfeiten' en hetgeen wordt overwogen ten aanzien van de criminele organisatie, is de rechtbank van oordeel dat dit niet het hele verhaal is; hij heeft een coördinerende rol in het geheel gehad. De rechtbank verwerpt derhalve het verweer.
[adres] te Hoogkerk
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vast.
- Op 8 april 2009 om ca. 15.40 uur controleert de politie een woning aan de [adres] te Hoogkerk, gemeente Groningen. Er worden in totaal 391 hennepplanten en 197 hennepstekken alsmede de daarbij gebruikelijke bedrijfsmiddelen in beslag genomen. Monsters van deze planten zijn getest en blijken een positieve reactie te vertonen voor hennep. De planten worden door de verbalisant ook herkend als hennepplanten. In de woning worden ook enkele peuken en bierflesjes aangetroffen, veiliggesteld en bemonsterd.
- Bij één van de monsters van de peuken wordt het dna-profiel van [medeverdachte8] vastgesteld.
- De woning wordt van de gemeente Groningen gehuurd door [naam BV] B.V., gevestigd te [adres], Leek als tijdelijke woonruimte. [medeverdachte3] is enig bestuurder van deze vennootschap. De woning is vanaf 2 april 2008 voor onbepaalde tijd gehuurd en is bestemd voor tijdelijke woonruimte. Als telefoonnummer van [naam BV] B.V. is vermeld: 06-(nr).
- De kosten van de illegaal afgenomen energie van Enexis, ten bedrage van € 3.750,70 zijn gefactureerd aan [medeverdachte3].
Op 7 april 2009 voeren verbalisanten een stelselmatige observatie uit en zien daarbij het volgende:
- een Nissan Interstar met kenteken [x] rijdt om 12.08 uur het perceel aan de (adres) te Hoogkerk op. [medeverdachte2] en NN2man stappen uit. Op het terrein staat even-eens een rode Volvo, type station met kenteken (X) en een groene Volvo. Verbalisanten zien dat [medeverdachte2], NN2, NN3 en NN4 uit de rode Volvo 9 dozen pakken en deze in de Nissan zetten. Beide Volvo’s verlaten het terrein en maken een ritje naar het perceel aan (adres) te Leek. In één v/d Volvo's zitten 4 personen. Om 13.28 uur wordt waargenomen dat dat de Volvo (kenteken) het perceel [adres] oprijdt, [medeverdachte2], NN2 en NN3 stappen uit en lopen naar de woning.
- Later herkennen de verbalisanten de NN2man als [medeverdachte1] (geboren op 28-10-1964).
De Nissan Interstar met kenteken [x] staat op naam van [verdachte]. De Volvo, type station, met kenteken (x) staat op naam van [medeverdachte3].
Onder de Nissan Interstar met kenteken [x] is in de periode 27 februari 2009 tot en met 22 april 2009 plaatsbepalingapparatuur geplaatst. Uit de bakengegevens blijkt de Nissan Interstar op de volgende dagen op het adres (adres) te Hoogkerk stilgestaan te hebben:
- op dinsdag 17 maart 2009 van 07.48 uur tot 08.03 uur;
- op maandag 23 maart 2009 van 22.12 uur tot 22.42 uur;
- op dinsdag 7 april 2009 van 12.08 uur tot 13.31 uur.
Op zaterdag 18 april 2009 is de Nissan Interstar op de (adres) te Hoogkerk geweest.
Op 6 februari zijn diverse gesprekken afgeluisterd.
Om 11.51 belt [medeverdachte2] naar [verdachte]. [medeverdachte2] zegt ik ben daar en dan zegt [verdachte] even later dan neem ze maar gewoon mee. De telefoon van [medeverdachte2] maakt dan gebruik van de zendmast aan de [adres] te Hoogkerk. Om 12.03 uur ontvangt [medeverdachte2] een sms-bericht van de telefoon 06-(nr) in gebruik bij [verdachte] waarin [verdachte] vraagt ben je al bezig? [medeverdachte2] antwoordt om 12.04 uur met ja. Waarop [verdachte] een sms-bericht terug stuurt ok ga ik die lip bele laat die puist het schoonmaken. De telefoon van [medeverdachte2] maakt dan nog steeds in gebruik van de zendmast aan de [adres].
Om 12.11 uur stuurt [verdachte] een sms-bericht aan de telefoon 06-[nr] in gebruik bij [medeverdachte6] waarin hij vraagt bel ff. Vervolgens wordt [verdachte] gebeld door een onbekend nummer waarin [verdachte] zegt tegen [medeverdachte6] “dinge was er heen gegaan nou en die is ze er af aan het eh… takelen.” [medeverdachte6] zegt hierop “ja, waarom dan”. [verdachte] zegt “Ja, die zal wel iets gezien hebben dat niet in orde was, als hun da zeg… eigenlijk was de planning een week later te doen.” [medeverdachte6] zegt “ja, ik ben er gisteren geweest man” en later in het gesprek zegt [medeverdachte6] “gisteren heb ik alles bekeken.” [verdachte] zegt even later in het gesprek “ja, eentje gewoon hij, hij is alleen bij die puist he. Dat andere was nog niet interessant zei hij dus, die was nog niet klaar.”
Om 12.16 uur ontvangt [medeverdachte2] een sms-bericht van de telefoon 06-[nr] in gebruik bij [verdachte] met de tekst “Had die lip aan de lyn zei dat ie er gistere was geweest”. De telefoon van [medeverdachte2] maakt dan nog steeds gebruik van de zendmast aan de [adres].
Om 01.02 uur (7 februari 2009) stuurt [verdachte] een sms-bericht naar [medeverdachte2] waarin hij vraagt “laat ff weten hoeveel het is”. [medeverdachte2] antwoordt daarop om 01.41 uur “49200”.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij de hennepkwekerij in Hoogkerk als medepleger. Uit het door hem ter terechtzitting overgelegde bewijsmiddelenoverzicht kan zijns inziens worden afgeleid dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de onder ‘de feiten’ genoemde personen.
Standpunt verdediging
Verdachte heeft iedere betrokkenheid bij de exploitatie van de aangetroffen hennepkwekerij ontkend. Hij handelt in growshopartikelen en adviseert mensen op het gebied van hennepteelt, hetgeen niet strafbaar is. De getapte telefoongesprekken in het dossier moeten ook in dat licht worden gelezen.
De verdediging heeft zich derhalve op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van deze feiten.
Beoordeling
De rechtbank leidt uit de hierboven aangehaalde feiten af dat in de periode van april 2008 tot en met 8 april 2009 in de woning aan de [adres] te Hoogkerk een hennepkwekerij was ingericht. Hierbij waren in ieder geval [medeverdachte3], [medeverdachte8], [medeverdachte2], [medeverdachte6] en verdachte. [medeverdachte2] betrokken. Op 6 februari 2009 heeft [medeverdachte2] de hennep geoogst en meegenomen om te knippen.
Ten aanzien van de betrokkenheid van verdachte overweegt de rechtbank verder het volgende:
• [medeverdachte8] heeft verklaard dat hij de persoon op foto 1 herkent als iemand die één keer bij hem in Hoogkerk is geweest. Foto 1 van de algemene fotomap is de foto van verdachte.
• De onder de feiten aangehaalde tapgesprekken worden, gelet op de context, zo geïnter-preteerd dat de rechtbank van oordeel is dat verdachte op 6 februari 2009 veelvuldig contact heeft gehad met [medeverdachte2] over de vraag of [medeverdachte2] de hennepplanten in Hoogkerk wel of niet moest oogsten op die dag. Vervolgens heeft verdachte contact met [medeverdachte6] over het moment van oogsten van de kwekerij.
• Een tapgesprek op 18 april 2009 om 12.08 uur: [medeverdachte2] belt met het telefoonnummer 06-[nr] in gebruik bij verdachte. [medeverdachte2] zegt op een gegeven moment tijdens het gesprek “Ja; voor niks gereden”. [verdachte] antwoordt daarop “Da’s ook fijn dan”. Verder in het gesprek zegt [medeverdachte2] “Ja. Als k er langs rijd, dat was voor mij al genoeg.” Verder in het gesprek vraagt [verdachte] “Kon je zien dan dat ze er geweest waren?, zal ik maar zeggen.” [medeverdachte2] antwoordt met “Ja, dat kun je zien vanaf de buitenkant.” De rechtbank overweegt daarbij dat [medeverdachte2], gelet op de hierboven aangehaalde bewegingen van de plaatsbepalingsapparatuur onder de Nissan Interstar, met die auto door Hoogkerk is gereden. Kennelijk heeft hij gezien dat de hennepkwekerij aan de (adres) is opgerold en dat geeft hij door aan verdachte.
• De telefoonnummers die aan verdachte gelinkt kunnen worden , vielen op de volgende data onder het bereik van de zendmast in Hoogkerk: 5 juli 2008 en 19 januari 2009.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte actief betrokken is geweest bij de hennepkwekerij in Hoogkerk. Hij is in Hoogkerk geweest en hij is herkend door de huurder van de woning. Op de dag van de oogst, 6 februari 2009, heeft hij veelvuldig contact met [medeverdachte2] over hoe en wanneer te oogsten. Tevens stelt [medeverdachte2] verdachte op 18 april 2009 op de hoogte van het feit dat de kwekerij is opgerold. Het verhaal van verdachte dat hij handelt in growshopartikelen kan kloppen, maar gezien vorenstaande, alsmede de bewijsmiddelen die worden gehanteerd ten aanzien van de overige tenlastegelegde 'hennepfeiten' en hetgeen wordt overwogen ten aanzien van de criminele organisatie, is de rechtbank van oordeel dat dit niet het hele verhaal is; hij heeft een coördinerende rol in het geheel gehad. De rechtbank verwerpt derhalve het verweer.
Loods [adres] te Oss
Standpunt Officier van justitie
De officier van justitie acht bewezen dat verdachte mede de kwekerij heeft geëxploiteerd die op 21 april 2009 is aangetroffen in de loods aan de [adres] te Oss. Verdachte heeft de loods gehuurd; de loods was altijd op slot; observaties, afgeluisterde telefoongesprekken en zendmastgegevens wijzen uit dat hij daar kwam.
Beslissing inzake het bewijs
De feiten
Op grond van na te noemen bewijsmiddelen kunnen de volgende feiten, die verder ook niet ter discussie hebben gestaan, worden vastgesteld.
1. Achter een woning gelegen aan de [adres] 60 te Oss, ligt een bedrijfshal die verdeeld is in vier units/loodsen. De woning en de bedrijfshal zijn eigendom van (getuige6).
2. Op 27 maart 2009 vindt een inkijkoperatie plaats als bedoeld in artikel 126k Wetboek van Strafvordering in de 2e loods, [adres] . De verbalisant rook in de loods een henneplucht.
3. Deze loods is door [getuige6] sedert 2007 verhuurd aan [medeverdachte1] (‘79) . [medeverdachte1] betaalde ook de huur.
4. Op 21 april 2009 vindt een doorzoeking plaats in de loods aan de [adres]. In een vrachtcontainer in die loods wordt een hennepkwekerij aangetroffen met 71 hennepplantjes. De kwekerij werd geventileerd via een slang die liep vanuit een houten betimmering naast de container met daarin een ventilator in de container.
Oordeel rechtbank
1. Toon [medeverdachte2] en [verdachte] hebben verklaard dat zij de loods aan de [adres] gebruikten voor opslag van spullen. Zij kwamen en gingen - vaak ‘s avonds laat - (ook) met de door hen en anderen gebruikte auto’s , de witte Citroën Berlingo, kenteken [x] en de grijze bestel bus, merk Nissan Interstar, kenteken [x] die op naam staat van [verdachte], en [verdachte] met zijn Audi S8. Dit is ook geobserveerd door de politie op 24 februari en 8 april 2009, en zendmastgegevens wijzen uit dat [medeverdachte1] en [verdachte] vaak in de omgeving van de [adres] waren.
2. [getuige6] heeft verklaard dat de loods altijd op slot zat. [medeverdachte1] heeft er een ander slot in gezet; bij navraag kreeg hij van [medeverdachte1] de nieuwe sleutel.
3. [medeverdachte1] was de man die door [getuige6] benaderd werd wanneer er iets moest gebeuren in de loods, zoals die keer - 8 november 2008 - dat de brandblussers gecontroleerd moesten worden; [medeverdachte1] kwam ter plaatse.
4. Ook [medeverdachte2] bezocht de loods en had dan de beschikking over de sleutel.
5. Een en ander houdt in dat [medeverdachte1], [verdachte] en [medeverdachte2] de loods bezochten en gebruikten en [medeverdachte1] deze bovendien huurde en als “huismeester”(zie 2 en 3) optrad. Op grond hiervan oordeelt de rechtbank dat [verdachte] en [medeverdachte1] - mede; anderen bezochten de loods immers ook - de hennepkwekerij die zich in die loods bevond hebben ingericht en geëxploiteerd. Een aannemelijke verklaring over wie dan beschouwd moet worden als de “eigenaar” van dit weedhok ontbreekt immers.
6. Dit oordeel wordt bevestigd door het navolgende. Tijdens de observatie op 8 april 2009 werd gezien dat [medeverdachte2] de deur van de loods opende en een betonmolen vanuit de loods in de Nissan Interstar tilde. In dit verband is relevant dat [beschermde getuige] heeft verklaard dat [verdachte] hem verteld heeft dat hennepoogsten in een betonmolen vermalen werden met kikkererwten.
7. Ook het navolgende ondersteunt het oordeel van de rechtbank. [medeverdachte1] heeft tijdens de eerste inhoudelijke behandeling van de tegen hem aangespannen strafzaak met onderhavig feit op de dagvaarding verklaard dat hij een deel van de loods had verhuurd aan [getuige7]. De hennepkwekerij in de vrachtcontainer was van [getuige7]. Pas kort voor de inval in de loods op 21 april 2009 ontdekte hij deze kwekerij. Hij heeft (getuige7) erop aangesproken en gezegd dat hij de kwekerij moest verwijderen. Te laat, voor dat dit gebeurde, was de doorzoeking.
8. De rechtbank acht deze verklaring van [medeverdachte1] ongeloofwaardig om uiteenlopende redenen.
9. Ten eerste vanwege het tijdstip waarop [medeverdachte1] met deze verklaring komt. [medeverdachte1] heeft daar geen aannemelijke verklaring voor gegeven. Met name overtuigt zijn verklaring dat hij bij de rechter-commissaris de kans niet kreeg of vanwege de stemming niet greep om over [getuige7] te verklaren toen hij bevraagd werd over de loods aan de [adres], de rechtbank niet.
10. En in de tweede plaats vanwege de opstelling van [getuige7] tijdens het getuigenverhoor op de zitting van 15 juni 2010. [getuige7] bevestigde weliswaar dat hij in 2008/april 2009 een deel van de loods gehuurd had van [medeverdachte1]. Echter eerst nadat [verdachte] hem daarvoor ter terechtzitting 'toestemming' gaf , verklaarde [getuige7] dat hij onder meer [verdachte] en [medeverdachte1] bij de loods heeft gezien, naast anderen. [getuige7] beriep zich verder op zijn verschoningsrecht ter zake alle vragen die betrekking hadden op wetenschap over en de exploitatie van de hennepkwekerij aangetroffen in de loods. Hij verklaarde daarbij, daarnaar expliciet gevraagd door [verdachte], niet bang te zijn voor [verdachte].
11. En ten derde memoreert de rechtbank dat het in de loods in ieder geval op 27 maart 2009 naar hennep rook (punt 2 onder ‘de feiten’). Het is daarom niet te begrijpen dat [medeverdachte1] eerst kort voor de doorzoeking op 21 april 2009, bekend raakte met de aanwezigheid van een hennepkwekerij in de loods.
12. Een en ander leidt de rechtbank tot de bevinding dat [getuige7] een “gevonden” getuige is, op het laatste moment ten tonele gevoerd om een verklaring te bieden voor de hennepkwekerij in de loods en – niet in de laatste plaats – voor de in de loods gevonden munitie (welke vondst van belang is voor de 'moordzaak') op een plek die verband hield met de kwekerij, namelijk in de houten betimmering met een ventilator voor de kwekerij.
13. En ten slotte werkt overtuigend bij de bewezenverklaring van onderhavig feit, dat [verdachte], [medeverdachte1] en [medeverdachte2] deel uitmaakten van een criminele organisatie met [verdachte] als leider en [medeverdachte1] en [medeverdachte2] als leden, die zich bezig hield met de exploitatie van hennepkwekerijen.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met [medeverdachte1] en anderen de hennepkwekerij in de loods aan de [adres] te Oss heeft ingericht en geëxploiteerd in de tenlastegelegde periode.
Eindconclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 4 tenlastegelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op tijdstippen in de periode van de maand april 2008 tot en met 21 april 2009 te Leek en-Cuijk en en te Oss en te Hoogkerk en/of te Berghem en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft geteeld grote hoeveelheden hennep,(71 planten (te Oss) en 817 planten (te Leek) en 1130 planten (te Cuijck) en 588 planten te (Hoogkerk)), zijnde hennep een middel vermeld op de bij de opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a vijfde lid van die wet;
Ten aanzien van feit 3:
Algemeen
Standpunt officier van justitie
Volgens de officier van justitie is dit feit wettig en overtuigend bewezen. De officier van justitie gaat er hierbij van uit dat, uitgaande van de bewijsmiddelen met betrekking tot de afzonderlijke hennepkwekerijen, er een georganiseerd verband bestaat dat zich bezig houdt met - kortgezegd - de exploitatie van hennepkwekerijen. Leden van dit georganiseerd verband zijn volgens de officier van justitie [verdachte], [medeverdachte1] (1979), [medeverdachte1] (1964), [medeverdachte2], [medeverdachte6], [medeverdachte3], [medeverdachte8], [medeverdachte5] en [medeverdachte9].
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat verdachte binnen de criminele organisatie een leidinggevende rol heeft vervuld.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft geen verweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
Inleiding
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of er sprake is van een criminele organisatie. Om van een criminele organisatie in de zin van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht te kunnen spreken is vereist dat sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad, dat tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Van deelname is sprake als de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning biedt aan gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel beoogde oogmerk. Voor strafbare deelname is voorts voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid weet dat er een organisatie bestaat en dat die organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Wetenschap van een of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd is niet vereist, als de dader maar weet dat de organisatie het begaan van misdrijven beoogt. Evenmin is vereist dat de betrokkene daadwerkelijk heeft deelgenomen aan (alle) gepleegde misdrijven, noch dat hij heeft samengewerkt, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie.
Op grond van na te noemen feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien - die ook grotendeels naar voren zijn gekomen bij de behandeling van de afzonderlijk tenlastegelegde hennepkwekerijen - , beantwoordt de rechtbank deze vraag bevestigend. Naar het oordeel van de rechtbank was er sprake van een georganiseerd verband tussen de verdachten [verdachte], [medeverdachte1] (1979), [medeverdachte1] (1964), [medeverdachte2], [medeverdachte6], [medeverdachte3], [medeverdachte8], [medeverdachte5] en [medeverdachte9]. Dit georganiseerd verband had tot oogmerk de teelt van en de handel in hennep. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Georganiseerd verband met betrekking tot het plegen van misdrijven
Telefooncontacten
Bij de beantwoording van de vraag of in casu sprake is van een criminele organisatie is met name van belang dat vaststaat dat er via telefoons intensief contact tussen de verdachten onderling heeft plaatsgevonden en dat tijdens observaties diverse verdachten samen zijn gezien bij een of meer locaties van later ontmantelde hennepkwekerijen (dikwijls na telefonisch contact). Hiervan blijkt uit talloze telefoongesprekken en observaties.
In de ten laste gelegde periode is gebleken van veelvuldige telefooncontacten tussen verdachten onderling, waarvoor verwezen kan worden naar de bewijsvoering ter zake van de ´hennepfeiten´. De rechtbank gaat ervan uit dat deze telefooncontacten onder andere betrekking hadden op afspraken over wie wanneer naar (één van) de kwekerijen ging, wanneer geoogst zou worden en het verwerken van de hennep. De rechtbank acht deze interpretatie gerechtvaardigd, nu vaststaat dat in genoemde telefooncontacten tussen verdachten onderling in versluierde taal werd gesproken. Zo werd er gesproken over ‘kleintjes’ , ‘korte’ , ‘gele’ en ‘zakken’ , hetgeen duidt op het leveren van hennepstekken en zakken grond. Verder wordt gesproken over ‘naar boven gaan’ hetgeen duidt op het rijden naar de kwekerijen in Leek en Hoogkerk. Tenslotte wordt gesproken over ‘werken’, ‘kutwerk’, ‘beetje opruimen, rest is klaar’ , hetgeen duidt op de verwerking van de hennep. De verdachten hebben geen, danwel geen geloofwaardige alternatieve verklaring gegeven voor dit taalgebruik. Gelet op de hiervoor en hierna genoemde context duidt dit erop dat de verdachten onderling hun werkzaamheden op elkaar afstemden. Deze interpretatie wordt ondersteund door observaties, de ontmanteling van de diverse kwekerijen, verklaringen van de verdachten [medeverdachte8] en [medeverdachte3] dat zij in samenwerking met andere verdachten hennepkwekerijen onderhielden in Leek en Hoogkerk . Voorts heeft getui-ge [beschermde getuige] verklaard dat sprake was van een criminele organisatie rond [verdachte], die zich bezighield met de handel in hennep. De rechtbank acht het aannemelijk dat verdachten in de telefooncontacten willens en wetens in verhullende taal hebben gesproken om uit handen van politie en justitie te blijven en zo de criminele handel te kunnen voortzetten.
Verdachten wisselden ook regelmatig van telefoon en/of simkaart en maakten gebruik van verschillende telefoonnummers. Zo heeft [medeverdachte8] verklaard dat hij van [medeverdachte6] wel eens simkaarten of een telefoon kreeg om contact te houden. Hij kreeg de opdracht die simkaarten en telefoons periodiek weg te gooien en niet meer te gebruiken Gebleken is verder dat onderling tevens afspraken werden gemaakt over het uitzetten van telefoons als er naar kwekerijen werd gereden en met welk telefoonnummer verdachten onderling contact zouden hebben.
Gebruik van auto’s
Vaststaat dat de Nissan Interstar, kenteken [x], op naam stond van [verdachte] . Deze Nissan werd niet alleen door [verdachte] gebruikt, maar ook door [medeverdachte1] (1979), [medeverdachte2] en diverse anderen. Deze Nissan is voorts aangetroffen op de locaties van de kwekerijen in Leek , Hoogkerk en Oss .
Verder staat vast dat een Citroen Berlingo (verder: ‘Caddy’), kenteken [x] op naam stond van [getuige10] . Deze [getuige10] heeft verklaard dat hij in opdracht van [verdachte] of [medeverdachte1] (1979) deze auto op zijn naam heeft gezet, maar er zelf feitelijk geen gebruik van maakte . De rechtbank kan dit niet anders duiden dan als een zogenaamde ‘kat-vangersconstructie’, bedoeld om verdachten in voorkomende gevallen buiten beeld te houden. Deze ‘Caddy’ is aangetroffen bij de kwekerijen in Leek, Oss , de kniplocatie aan de [adres] (zie verderop), en bij een growshop in Eindhoven en Amsterdam . Eveneens wordt in diverse tapgesprekken tussen verdachten onderling gesproken over zowel de Nissan (de bus) als de ‘Caddy’ . Het is daarmee duidelijk dat de beide auto’s (Nissan en Berlingo) min of meer fungeerden als 'bedrijfsauto' en door alle 'medewerkers' werden gebruikt voor de 'bedrijfsactiviteiten'.
[medeverdachte8] heeft voorts verklaard dat hij van [medeverdachte2] een auto heeft gekregen, die ook op zijn naam werd gesteld. Met die auto kon [medeverdachte8] naar de hennepkwekerij in Leek om daar de planten water te geven.
Afspraaklocatie
Door de verdachten, in het bijzonder de leden van de [medeverdachte2]familie, werden onderling veelvuldig telefonisch afspraken gemaakt om elkaar te treffen op het adres van de vader van o.a. [verdachte] aan de [adres] te Oss, gelegen op het zogenaamde [naam lokatie] (ook wel: ‘[bijnaam]’ genaamd) .Op diverse data worden op uiteenlopende tijden - zelfs midden in de nacht - op dit adres diverse voertuigen waargenomen . Verdachten onderling waarschuwden elkaar bovendien meermaals om niet naar het [naam lokatie] te komen .Uit deze bevindingen kan worden afgeleid dat verdachten dit adres gebruikten voor afspraken .
Kniplocatie/verwerken hennep
Op het adres [adres] te Oss bevindt zich naast de woning van [medeverdachte9] ook de opslag van haar Meubel(bedrijf). Op diverse momenten worden de door verdachten gebruikte auto’s op dit adres gesignaleerd . In tapgesprekken wordt voorts meermaals gesproken over (afrekenen met) de moeder van [medeverdachte5] (zijnde [medeverdachte9]). Ook leggen leden van de organisatie meermalen telefonisch contact met de [adres] .Op 21 april 2009 worden in de betreffende opslag plantenresten met de geur van hennep aangetroffen, alsmede schaartjes en een afzuiginstallatie . Eveneens bevinden zich diverse taps in het dossier welke duiden op het regelen van knipsters door [medeverdachte5]. Getuige [getuige11] verklaart ten slotte dat zij bij [medeverdachte9] en [medeverdachte5] een hennepgeur heeft geroken en plantenresten in de kleding heeft gezien. Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat op genoemd adres de geoogste hennep werd aangevoerd en op die locatie werd geknipt/verwerkt.
Leden van het georganiseerd verband
Uit het voorgaande in onderlinge samenhang bezien met feit 2 kan worden afgeleid dat sprake is van een georganiseerd verband tussen [verdachte], [medeverdachte1] (1979), [medeverdachte1] (1964), [medeverdachte2], [medeverdachte6], [medeverdachte3], [medeverdachte8], [medeverdachte5] en [medeverdachte9].
[verdachte] vervulde binnen deze organisatie een beslissende, leidinggevende rol. [medeverdachte6] regelde de panden en onderhield de directe contacten met de verzorgers van de diverse hennepkwekerijen. [medeverdachte2] en [medeverdachte1] (1964) zorgde voor de opbouw en de verzorging van de diverse kwekerijen. De daadwerkelijke verzorging van de kwekerijen werd gedaan door [medeverdachte3] en [medeverdachte8]. [medeverdachte1] (1979) verrichtte diverse voorkomende werkzaamheden. De verwerking van de hennep werd ten slotte verzorgd door onder meer [medeverdachte5] en haar moeder [medeverdachte9]. Verderop zal de rechtbank nader meer gespecificeerd de rol van verdachte bespreken.
Duurzaamheid
De rechtbank komt voorts gelet op het volgende tot het oordeel dat het georganiseerd verband tevens duurzaam was, nu - in ieder geval - gedurende de tenlastegelegde periode diverse hennepkwekerijen werden onderhouden .
Cuijk:
Op 1 september 2008 werd door [medeverdachte3] in opdracht van [medeverdachte6] het pand aan de [adres] in Cuijk gehuurd. Op 10 november 2008 is in dit pand een hennepkwekerij ontmanteld; in het pand stonden 1130 hennepplanten.
Leek:
In april 2008 wordt het pand [adres] te Leek verhuurd door [medeverdachte3] aan [medeverdachte6]. In de schuur achter dit pand wordt een hennepkwekerij aangetroffen op 19 maart 2009, bestaande uit 817 hennepplanten.
Hoogkerk:
Vanaf 2 april 2008 wordt het pand aan de [adres] Hoogkerk in opdracht van [medeverdachte2] door [medeverdachte3] gehuurd. Hij heeft dit pand verhuurd aan [medeverdachte8]. In dit pand wordt op 8 april 2009 een hennepkwekerij met 588 hennepplanten aangetroffen.
Oss:
[medeverdachte1] (1979) huurde sinds 1 januari 2007 de loods aan de [adres] te Oss. Op 21 april 2009 wordt in deze loods een hennepkwekerij aangetroffen, bestaande uit 71 hennepplanten.
Nu sprake was van een georganiseerd verband over een langere periode waarbij tussen verdachten onderling veelvuldig op professionele wijze gebruik werd gemaakt van telefoons, auto’s die - onder meer met gebruik van een katvanger - werden ingezet, een vaste afspraaklocatie en een vaste locatie voor het verwerken van de hennep is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een structurele en duurzame samenwerking tussen voornoemde personen gericht op
-kortgezegd- de hennephandel en dat deze samenwerking professioneel van aard was. De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat sprake is geweest van een criminele organisatie in de zin van artikel 11a in van de Opiumwet in verband met artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht en dat verdachte en de medeverdachten daaraan hebben deelgenomen.
Specifiek ten aanzien van verdachte
Met betrekking tot de rol die verdachte binnen de criminele organisatie heeft vervuld, overweegt de rechtbank als volgt. In het dossier bevinden zich talloze telefooncontacten die verdachte met andere verdachten onderling heeft gehad. In die gesprekken wordt door verdachte tegen meerdere medeverdachten veelvuldig gesproken in termen als “dingen brengen, dus dat is geregeld” , “je kan ze bij ons [medeverdachte2] ophalen” , dat “bij [beschermde getuige] kleintjes opgehaald moeten worden en naar blonde van (naam) moeten brengen” , “zorg jij maar voor het eten dan krijg je net zo veel als hun en zeg geen nee” en “weet je iemand voor het afval” .
Voorts wordt door diverse verdachten toestemming gevraagd aan verdachte. Zo vraagt (medeverdachte6) waar de kleintjes heen moeten , deelt [medeverdachte4] mede dat ze naar Amsterdam rijden en vraagt [medeverdachte5] of verdachte weet wat ze ‘haar’ moet geven. De rechtbank interpreteert de telefooncontacten aldus, dat verdachte aan de medeverdachten opdrachten en toestemmingen gaf in het kader van de hennephandel. Voor zover verdachte al een alternatieve verklaring voor deze contacten heeft gegeven - zijnde contacten in het kader van zijn legale bedrijf in growshopartikelen - acht de rechtbank deze uitleg gelet op de overige bewijsmiddelen in het dossier ongeloofwaardig. De rechtbank wijst hierbij op observaties waarbij (de auto van) verdachte bij kwekerijen en growshops is gezien en op medeverdachte [medeverdachte8] die heeft verklaard dat volgens hem [medeverdachte2] de loopjongen was en opdrachten kreeg over de telefoon. Soms kwamen volgens hem met [medeverdachte2] ook andere personen mee en is verdachte degene die [medeverdachte2] telefonisch de opdrachten gaf. Voorts heeft [beschermde getuige] [beschermde getuige] verklaard dat er een criminele groepering rond verdachte bestaat, waarin verdachte de absolute leider is. De organisatie houdt zich bezig met het op grootschalige wijze telen van hennep. Verdachte weet binnen de organisatie alles, en hij zorgt voor het materiaal via zijn eenmanszaak, aldus [beschermde getuige]. Deze verklaring van [beschermde getuige] acht de rechtbank betrouwbaar, nu het justitiële verleden van [beschermde getuige] niet zonder meer tot de conclusie kan leiden dat zijn verklaringen om die reden onbetrouwbaar zijn. Dit geldt te meer, nu de inhoud van zijn verklaringen op diverse cruciale punten bevestiging vindt in bovengenoemde bewijsmiddelen. Tenslotte valt af te leiden uit hetgeen onder feit 5 is overwogen dat verdachte in de tenlastegelegde periode een groot bedrag aan onverklaarbare inkomsten heeft gehad. De rechtbank is tot het oordeel gekomen dat deze inkomsten gegenereerd zijn uit de opbrengsten van de hennephandel.
In het witwasdossier (verwezen wordt naar hetgeen is overwogen ten aanzien van dit feit) bevinden zich talloze facturen van growshops ten name van verdachte en facturen van doe-het-zelf zaken als de Gamma en Praxis met betrekking tot de aanschaf van materialen die nodig zijn voor het bouwen en onderhouden van hennepkwekerijen, die alle zijn aangetroffen bij [verdachte]. Eveneens zijn bij hem aangetroffen bewijzen voor het veelvuldig opwaarderen van beltegoeden tot een totaal van ruim
€ 5.300. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte de financiële aspecten regelde, kosten betaalde en het gebruik van de voor de criminele activiteiten onmisbare telefoons faciliteerde.
Verdachte had ook de contacten met één van de leveranciers voor de bedrijfsmaterialen, [medeverdachte11]. Hij bestelde onder meer de zakken grond, die ook bij hem werden afgeleverd.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deel heeft genomen aan de criminele organisatie en dat hij binnen deze organisatie de rol van leidinggevende heeft vervuld. Hij was als het ware de spin in het web.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 tenlastegelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij in de periode van de maand april 2008 tot en met 21 april 2009 te Oss en te Leek en te Cuijk en te Hoogkerk en/of te Ooijen en/of te Berghem tezamen en in vereniging met opzettelijk heeft deelgenomen aan de organisatie samen met [medeverdachte1] (geboren 1/8/1979) en [medeverdachte2] en [medeverdachte1] (geboren 28/10/1964) en [medeverdachte6] en [medeverdachte3] en [medeverdachte8] en [medeverdachte5] en [medeverdachte9], welke
organisatie tot oogmerk had het plegen van het opzettelijk verwerken en bewerken en telen van grote hoeveelheden hennep,
Ten aanzien van feit 5:
Witwassen
De bewijsmiddelen
Als feit 5 wordt verdachte ten laste gelegd het witwassen van illegaal verkregen vermogen. De bewijsvoering van de officier van justitie berust op een kasopstelling over de periode 1 januari 2007 tot 21 april 2009 (de dag waarop verdachte is aangehouden). Daarin is een overzicht gemaakt van alle achterhaalde contante uitgaven en inkomsten van verdachte en diens echtgenote in deze periode en is het beginsaldo en eindsaldo berekend. Het beginsaldo per 1 januari 2007 wordt daarbij gesteld op € 0,- en het eindsaldo (op 21 april 2009 in beslag genomen contante bedragen) op € 14.505,-. Op basis van de bekende gegevens wordt aangevoerd dat verdachte in deze periode enerzijds legale inkomsten heeft gehad tot € 409.034,- en anderzijds uitgaven heeft gedaan tot een bedrag van € 749.042,30. Een en ander brengt de officier van justitie ertoe aan te nemen dat verdachte in de tenlastegelegde periode heeft beschikt over een bedrag van totaal € 354.513,30 waarvoor geen legale herkomst is aan te wijzen. Dit moet volgens de officier van justitie afkomstig zijn van illegale activiteiten. Door deze bedragen voorhanden te hebben of daarmee aankopen te doen, heeft verdachte deze witgewassen, aldus de officier van justitie.
Bij de hierna volgende berekeningen zullen bedragen zoveel mogelijk worden afgerond.
Het beginsaldo
Op of omstreeks 1 januari 2007 bedroeg het saldo van bankrekening 190403276 € 242,- debet, het saldo van bankrekening (X) was € 977,- credit. Andere -bekende- bankrekeningen waren er op die datum niet. Het beginsaldo moet daarom, anders dan de officier van justitie stelt, worden gesteld op € 736,-.
Het eindsaldo
Op 21 april 2009 is verdachte aangehouden en is zijn woning doorzocht. Daarbij is een bedrag van € 14.505,- aan contant geld aangetroffen. Dit bedrag wordt aangehouden als eindsaldo van de kasopstelling.
De inkomensposten
Oud ijzer leveranties aan [getuige12]
In de door de politie opgestelde berekening is geen rekening gehouden met inkomsten uit leveranties van oud ijzer aan [getuige12]. Volgens verdachte is dat niet terecht; hij heeft blijkens zijn verklaring ter terechtzitting van 11 mei 2010 tot november/december 2008 wel degelijk voor ongeveer € 38.000,- aan [getuige12] geleverd. De rechtbank passeert dit betoog. Bij de doorzoeking van verdachtes woning zijn inkoop kasbonnen van [getuige12] aangetroffen betreffende de levering van partijen oud ijzer. Deze bonnen staan op naam van verdachte. De bedrijfsleider van [getuige12] heeft verklaard dat deze bonnen echt en onvervalst zijn en dat [verdachte], [adres] te Berghem een vaste klant was. Echter, wanneer hem een fotomap wordt getoond van enkele betrokkenen bij het onderhavige strafrechtelijke onderzoek, wijst hij verdachtes broer [broer1 verdachte] aan als zijnde [verdachte] (verdachte). De foto van verdachte herkent hij niet. Enkele aangetroffen inkoopbonnen ten name van verdachte zien op oudijzer-leveranties op data dat verdachte niet in het land was en enkele bonnen vermelden data van leveranties door verdachte, gelegen na de aanhouding en inverzekeringstelling van verdachte. Deze leveranties kunnen dus onmogelijk door verdachte zijn geschied. Bovendien leveren de observaties en het afluisteren van verdachtes telefoon vanaf november 2008 geen enkele aanwijzing op dat verdachte zich bezig hield met het inzamelen van oud ijzer en het inleveren daarvan bij [getuige12] in deze periode. Blijkens de eigen verklaring van verdachte had hij geen personeel in dienst en was er niemand die namens hem oud ijzer ophaalde en inleverde. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat deze leveranties door verdachte niet hebben plaatsgevonden en dat hij hieruit geen inkomen heeft verworven.
Oud ijzer leveranties aan [oud ijzerboer]
Bij doorzoeking van verdachtes woning zijn weegbonnen aangetroffen met betrekking tot leveranties oud ijzer aan [oud ijzerboer] ijzer- metaal en papierhandel tot een bedrag van € 7.508,50. Blijkens de administratie van [oud ijzerboer] zou verdachte in 2007 € 10.554,- hebben ontvangen voor ingeleverd metaal. Op basis van door verdachte verstrekte gegevens met betrekking tot de inkoopkosten oud ijzer bij de belastingopgave 2007, kan worden berekend dat de inkoopkosten circa 24% bedragen van de opbrengst. Toegepast op de inkomsten van [oud ijzerboer], betekent zulks dat de netto winst (€ 10.554 - € 2.533 =) € 8.021,- bedraagt.
Looninkomsten van [naam bedrijf] BV
Blijkens opgave van de vennootschap [naam bedrijf] BV was verdachte in loondienst van deze onderneming en is hem in 2007 loon betaald ten bedrage van € 13.246,-. Verdachte heeft hiervan overigens geen melding gemaakt in zijn aangifte inkomstenbelasting 2007. Bij de accountant van verdachte, [accountant verdachte], was niets bekend over deze looninkomsten.
In verdachtes woning zijn enkele salarisstrookjes van [naam bedrijf] aangetroffen: twee ten name van de echtgenote van verdachte van november en december 2006, buiten de relevante periode derhalve en acht salarisstrookjes (januari t/m augustus 2007) ten name van verdachte. Op deze laatste strookjes is telkens bijgeschreven: "uitbetaald contant". Datzelfde geldt voor salarisstrookjes ten name van andere personen, die als werknemer van [naam bedrijf] zijn vermeld: [werknemerer1] en [medeverdachte1]; ook hierop is vermeld dat ze contant zijn uitbetaald en ook deze salarisstrookjes zijn aangetroffen bij verdachte.
Bij de belastingdienst is over 2007 geen aangifte vennootschapsbelasting gedaan door [naam bedrijf] en wat betreft de omzetbelasting is over het eerste kwartaal 2007 teruggave verleend, verdere aangiften zijn in 2007 niet gedaan.
Medio 2006 heeft [getuige13) [naam bedrijf] overgenomen van [oud bestuurder]. (getuige13)] heeft verklaard dat het de bedoeling was met de vennootschap incassowerkzaamheden te verrichten of een autoverhuurbedrijf te beginnen. Verdachte en [medeverdachte1] en [medeverdachte4] zouden hieraan deelnemen en zij zijn op 1 november 2006 aangemeld als werknemers. [bestuurder bedrijf] kan zich echter hoegenaamd niets herinneren over feitelijk uitgevoerde incasso-opdrachten, over opdrachtgevers, vergoedingen etc. Een administratie is niet bijgehouden, alles gebeurde mondeling. Het salaris werd volgens [getuige13)] contant uitbetaald aan de betreffende werknemer, maar hij heeft het geld voor [medeverdachte4] ook wel eens meegegeven aan verdachte. [bestuurder bedrijf] tekende in een aantal gevallen zelf voor ontvangst van de (door hemzelf gedane) contante betalingen; er was immers sprake van een vertrouwensband. De salarissen werden contant uitbetaald omdat de incassoprovisie ook contant werd ontvangen van de opdrachtgevers. Het is echter ook mogelijk dat de salarissen werden voldaan uit een lening, waarover hij echter geen informatie kon verstrekken. [werknemer1], van wie ook salarisstrookjes van [werkgever verdachte] zijn aangetroffen in de woning van verdachte, heeft verklaard dat zij [werkgever verdachte] helemaal niet kent en dat zij nog nooit van de andere betrokkenen heeft gehoord en dat zij nooit voor deze onderneming heeft gewerkt. [medewerker2] heeft in de periode mei tot september 2007 voor [bestuurder bedrijf] gewerkt en per 1 juli 2007 is hij ingeschreven als bestuurder van (naam bedrijf]. Volgens hem had [bestuurder bedrijf] gezegd dat [werkgever verdachte] een lege vennootschap is die geen activiteiten had. In die periode heeft hij verdachte, [medeverdachte1], [medeverdachte4] of [werknemer1] nooit gezien, noch heeft hij ooit hun namen gehoord.
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat er geen sprake was van een werkelijke dienstbetrekking van verdachte bij [naam bedrijf]. Dit was een lege BV zonder werkelijke activiteiten. Er kan daarom niet worden uitgegaan van enig inkomen van verdachte uit deze bron.
Lening van [naam bedrijf]
Bij doorzoeking van verdachtes woning is een overeenkomst van geldlening d.d. 31 juli 2007 aangetroffen, ondertekend door verdachte en [getuige13]. Blijkens deze overeenkomst zou verdachte een lening van € 90.000 hebben ontvangen. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij incassowerkzaamheden heeft verricht en dat een en ander zou worden geregeld via een dienstbetrekking bij [naam bedrijf]. Toen dat een keer uit de hand gelopen was en hij zijn kogelwerend vest terug vond met gaten erin, is hij daarmee gestopt. Als gouden handdruk kreeg hij € 90.000 mee, welke uitkering op zijn verzoek is omgezet in een geldlening om een en ander fiscaal te kunnen verantwoorden.
Als hiervoor overwogen, gaat de rechtbank er van uit dat het dienstverband bij [naam bedrijf] een façade was en [werkgever verdachte] een lege vennootschap zonder activiteiten en zonder werkkapitaal. [getuige13] heeft verklaard dat er wel geld is betaald aan verdachte of [medeverdachte1] of [medeverdachte4], maar deze zijn ook weer terugbetaald. De overeenkomst van 31 juli 2007 betreffende € 90.000 komt [bestuurder bedrijf] echter niet bekend voor; als hij geldleningsovereenkomsten opstelde, deed hij dat op een heel andere manier. Clausules als in deze overeenkomst staan (onder meer dat partijen de voorwaarden voor de lening voor het einde van het boekjaar nader dienden te bespreken, waarvoor [getuige13] een bezoek aan de notaris in Costa Rica zou moeten brengen, die de lening notarieel zou moeten bekrachtigen) heeft hij zeker niet opgesteld.
Inkomsten uit de autohandel
Bij doorzoeking in verdachtes woning is een kasboek aangetroffen van Handelsonderneming [verdachte], betreffende de in- en verkoop van auto's. Dit kasboek vermeldt het volgende:
Schade auto's ontvangsten uitgaven Winst
9-1-2007 (kentek)
BMW 330i cabrio
4 nieuwe banden +
remblok beige 18-5-2007
ontvangen
17
contant 15000 E inc
753 E
banden +
remblokken 1.250 E
22-2-2007 (kent)
Audi A4 schade
2 x deur zwart
1 x scherm
zijkant spuiten
band vervangen 12-4-2007
ontvangen
contant
18.900 1.200 E inc
350 E deur
1.500 E spuiten
120 band 4.930 E
10-3-2007 (kent)
VW Golf TDI zilver
Zonder schade 13-3-2007
ontvangen
15.000 E 14.000 E inc 1.000 E
14-4-2007 VW Golf R32
(kent) Ontvangen
26-5-2007
29.000 E contant 27.900 E inc 1.100 E
6-5-2007 Vito Bus
Eigen gebruik Ontvangen
16-5-2007
8.500 E 9.000 E - 500 E
2-7-2007 (kent)
Audi avant TDI met schade zijkant +voordeur vervangen 2-7-2007
ontvangen
12.500 E
contant 9.500 inc 3.000 E
2-7-2007 BMW 530 D met schade
(kent) 2-7-2007
ontvangen
2.500 E contant 2.000 E inc 500 E
3-7-2007 (kent)
Mercedes 230SL met schade
Opknaper auto staat geschorst
- 1.500 E
1-6-2007 Pick up (kent)
Chevrolet-silverado
eigen gebruik met kapotte versnellingsbak
- 3.250 E inc
1.000 E
versnellingsbak
10-8-2007 Set velgen met banden
19 inch BMW 11-8-2007
ontvangen contant
1.000 E 600 E 400 E
28-9-2007 BMW 530 D (kent)
Zonder schade 3-10-2007 ontvangen contant
29.000 E 27.250 E inc 1.750 E
6-11-2007 [kenteken]
Audi A8 TDI spuitschade
achterbumper + voorbumper
-
21.000 E incl
14-11 [kenteken]
BMW 325i cabrio
Deukje in hardtop
60.000 E inc
Dit kasboek bevat echter geen volledig overzicht van de verhandelde auto's. In genoemd proces-verbaal wordt gesteld dat verdachte met de autohandel ten minste € 97.900,- contant heeft ontvangen. Hierna wordt nader ingegaan op enkele specifieke auto's, waaromtrent verdachte een verklaring heeft afgelegd.
Inkomsten uit de verkoop van de woonwagen
In juni 2008 heeft de gemeente Oss (ter verwezenlijking van het bestemmingsplan) met verdachte een overeenkomst gesloten waarbij verdachte zijn caravan en standplaats aan de [adres] te Berghem heeft verkocht voor € 234.000,-, vermeerderd met een vergoeding voor de verhuiskosten van € 6.000,-. Dit bedrag is op verdachtes bankrekening gestort en op 9 juni 2008 heeft hij van dit bedrag € 235.000,- contant opgenomen. Omdat de gemeente er niet in slaagde de woonwagen te verkopen, heeft verdachte deze weer teruggekocht voor € 15.000,- en nadien aan een derde verkocht voor € 20.000,-. Een en ander is door verdachte ter zitting bevestigd. Als rechtmatig verworven inkomen kan gelden het bedrag van (€ 240.000,- + € 5.000,- =) € 245.000,-.
Inkomsten uit de 'growshophandel'
Bij doorzoeking van verdachtes woning zijn talrijke inkoopbonnen gevonden van growshop-groothandels en winkels voor tuinbenodigdheden. Verdachte heeft verklaard dat hij deze ingekochte materialen heeft doorverkocht aan mensen die de spullen best wel eens zouden kunnen hebben gebruikt voor de exploitatie van hennepkwekerijen. Hij hield zich verder niet bezig met de bestemming van de door hem geleverde materialen. Omdat het exploiteren van hennepkwekerijen echter een illegale bezigheid is, waren deze afnemers niet erg genegen facturen te ondertekenen en kwitanties af te geven, hetgeen kan verklaren dat er bij hem geen administratie is aangetroffen met betrekking tot deze doorverkoop. Verdachte heeft verklaard dat hij periodiek geschreven notities aan zijn accountant gaf met daarop de door hemzelf berekende bij deze transacties behaalde winst.
Deze stelling kan naar het oordeel van de rechtbank geen wijziging brengen in de berekening van het inkomen. Zoals hiervoor bewezen verklaard, was verdachte naar het oordeel van de rechtbank leidinggevende van een criminele organisatie die zich toelegde op de hennephandel. De rechtbank gaat er daarom van uit dat de materialen, die hij blijkens de aangetroffen inkoopfacturen heeft gekocht, goeddeels werden gebruikt voor zijn eigen hennepkwekerijen. Daarbij is overigens niet uitgesloten dat verdachte ook wel spullen heeft doorverkocht aan derden, maar bij gebreke van enig objectief aanknopingspunt om zulks te berekenen (hetgeen voor risico van verdachte komt), wordt dit verder buiten beschouwing gelaten.
De uitgavenposten
Aan de 'passieve zijde' van de kasopstelling ligt een opsomming ten grondslag van een aantal uitgaven die verdachte contant zou hebben gedaan en waarvoor niet direct een legale herkomst is aan te wijzen. Een aantal van die posten wordt hierna besproken, indien en voorzover deze door verdachte zijn betwist dan wel voorzover er anderszins reden is voor nadere bespreking. Ter zake van de andere posten geldt dat deze worden onderbouwd met telkens een proces-verbaal van bevindingen, waarbij onderliggende bescheiden zijn gevoegd ter adstructie van een en ander.
nr datum Omschrijving bedrag
001 09-01-2007 Aankoop BMW + banden en remblokken € 15.750,00
002 31-01-2007 Betaling aan Accountantkantoor € 550,38
003 12-02-2007 Factuur Mond medisch Centrum Oss € 249,00
004 10-03-2007 Aankoop VW Golf TDI, € 14.000,00
005 18-03-2007 Factuur Nails BV € 518,07
006 03-04-2007 Paintball Club contributie 1 jaar € 120,00
007 14-04-2007 Aankoop VW Golf R32 € 27.900,00
008 10-05-2007 Factuur Spiritual Healthcare € 153,80
009 01-06-2007 Aankoop Chevrolet Extended Cab Pick-up € 4.250,00
010 14-06-2007 Factuur Spiritual Healthcare € 153,80
011 21-06-2007 Aankoop BMW 325, € 46.999,99
012 02-07-2007 Aankoop van de Audi Avant TDI. € 9.500,00
013 06-07-2007 Aankoop boxspring bij Euromat Bedding. € 1.730,00
014 10-07-2007 Contante stortingen ABN-AMRO rekening BV
€ 9.000,- + € 8.840,- tbv BPM € 17.840,00
015 11-07-2007 CJIB contante storting Postkantoor € 68,50
016 11-07-2007 Motorrijtuigenbelasting contante storting Postkantoor € 180,50
017 11-07-2007 Groep Hoorn, contante storting Postkantoor € 247,72
018 19-07-2007 Factuur Spiritual Healthcare € 82,50
019 23-07-2007 Aankoop Mercedes 230 SL, € 4.000,00
020 26-07-2007 Borgstelling Advies bureau € 2.500,00
021 29-07-2007 Aankoop Breitling horloge type A13358 Chrono cockpit € 2.750,00
022 01-08-2007 Aankoop set velgen mey 19 inch banden € 600,00
023 24-08-2007 Inkoop oude/gebruikte metalen 1-1-07 t/m 4-8-07 € 2.543,13
024 03-09-2007 Factuur Mond medisch Centrum Oss € 140.60
025 13-09-2007 Factuur Mond medisch Centrum Oss € 18,80
026 17-09-2007 Factuur Mond medisch Centrum Oss € 75,20
027 17-09-2007 Factuur Spiritual Healthcare € 102,00
028 28-09-2007 Aankoop BMW 530D, € 27.250,00
029 03-10-2007 Factuur Mond medisch Centrum Oss € 146,20
030 09-10-2007 Factuur Bascom 8 infrarood nachtzicht camera's € 2.850,95
031 06-11-2007 Aankoop Audi A8 TDI Quattro, € 21.000,00
032 15-11-2007 Factuur Bascom 8 Dome led infrarood camera's € 2.574,50
033 12-12-2007 Factuur Mondmedicentrum Oss € 75,20
034 19-12-2007 Betaling aan Accountantkantoor € 53,55
035 31-12-2007 Bromfiets Aprilia VF Funwheels Motorcycles 7 Equipment € 500,00
036 31-12-2007 Aankoop BMW 530 D, € 2.000,00
037 04-01-2008 Bascom Camera's infrarood nachtzicht camera € 405,40
038 15-01-2008 Shell Oss diesel + Vodafonekaart twv € 40 € 103,99
039 21-01-2008 Factuur Pehavo, decoupeerzaagmachine, accuboor + bitset € 515,87
040 21-01-2008 Heurkens Zelfbouw, gipsplaat + gereedschap e.d. € 135,96
041 22-01-2008 Bouwmaat Groningen, vuren ruw en gipsplaat tnv Beheer € 328,44
042 23-01-2008 Praxis Leek, tuinkabel, messenset + gereedschap € 304,94
043 24-01-2008 Praxis Leek, spiraalboor, nieten e.d. € 81,63
044 27-01-2008 Esso Berghem, diesel € 65,93
045 27-01-2008 Praxis 's-Hertogenbosch, spaanplaat, gereedschap etc € 425,53
046 28-01-2008 BP Bovenboer Nijeveen, diesel + eten € 64,53
047 07-02-2008 Aankoopbon PC 102 Jewels and Watches geleverde siera-den € 15.750,00
048 08-02-2008 Klantenbon BP de Gagel Diesel + rookartikelen € 75,90
049 15-02-2008 Aankoop Oijen (contante storting notaris rekening) € 66.400,00
050 03-03-2008 Factuur Mondmedicentrum Oss € 327,20
051 11-03-2008 Overnachting Best Western hotel de Druiventros Berkel Enschot € 180,00
052 12-03-2008 Factuur Mondmedicentrum Oss € 76,20
053 12-03-2008 Verstegen BV Houthandel bouwmateralen, inbouwspot spaanplaat € 943,36
054 20-03-2008 Overnachting Best Western hotel de Druiventros Berkel Enschot € 180,00
055 25-03-2008 Factuur Leisure Life oceana Whirlpool Kansas € 1.769,89
056 28-03-2008 Factuur VOF vd Akker, zonwering/rolluiken € 8.800,00
057 01-04-2008 Overnachting Best Western hotel de Druiventros Berkel Enschot € 180,00
058 06-04-2008 Factuur/verkooporder bankstel Woongaard Meubelen Be-verwijk € 5.900,00
059 07-04-2008 Marron Emperador natuursteen via Schoenmakers Natuur-steen € 7.044,80
060 08-04-2008 Texaco Bijsterhuizen diesel + Caballero (contante betaling) € 71,36
061 10-04-2008 Klantenbon Shell Hanex Heescheweg Oss, diesel contante betaling € 44,61
062 11-04-2008 Total Danenhoef Oss, diesel Cabellero + lamp € 94,27
063 14-04-2008 Factuur Keukeninrichting €10.000,00
064 15-04-2008 Contantbon Total Danenhoef Oss, diesel € 71,24
065 18-04-2008 Contantbon Shell Arnhem, diesel + sigaretten € 41,01
066 24-04-2008 Factuur las & openhaardenbedrijf € 2.635,01
067 30-04-2008 Betaling aan Accountantkantoor € 904,00
068 02-05-2008 Aankoop Mercedes C55 AMG € 27.000,00
069 07-05-2008 Slaapkamer inrichting/tapijt, Tapijtcentrum Nederland € 5.000,00
070 09-05-2008 Texaco BV BEM 2 Arnhem, 95 ongelood + rookartikelen € 63,83
071 17-05-2008 Contantbon Inimini kinderkleding Heesch € 141,95
072 21-05-2008 Factuur Manhattan Style, exclusieve meubels € 24.300,00
073 23-05-2008 Aankoop De Harense Smid, diverse pannen en kookgerei € 208,20
074 23-05-2008 Aankoop De Harense Smid, kooppan en hapjespan € 358,00
075 23-05-2008 Aankoop De Harense Smid, kookset 4-delig € 479,00
076 27-05-2008 Aankoop De Harense Smid, Miele condensdroger + was-machine € 2.680,00
077 30-05-2008 Factuur Sharp LCD tv € 2.807,00
078 31-05-2008 Factuur Tweewielers reparatie Aprilia + CD radio € 1.400,00
079 31-05-2008 Aankoop De Harense Smid, dvd hifi set + toebehoren € 1.222,80
080 04-06-2008 Factuur Mondmedicentrum Oss € 154,00
081 24-06-2008 Nota Centrum voor Oosterse en Westerse Geneeswijzen € 106,20
082 26-06-2008 Factuur Mondmedicentrum Oss € 83,30
083 30-06-2008 Behandelingen 2007 + 2008 Praktijk hypnotherapie € 1.300,00
084 04-07-2008 Osse Paintball Club contributie 1 jaar € 120,00
085 11-07-2008 Betaling vordering LAVG gerechtsdeurwaarders Breda € 2.084,32
086 14-07-2008 Factuur Carglass Oss/Heesch, plaatsen nieuwe achterruit auto € 615,44
087 16-07-2008 Aanbetaling aankoop Audi S8, € 4.500,00
088 22-07-2008 Contante storting (getuige16) (aankoop Audi S8) € 76.100,00
089 22-07-2008 Praxis Oss, contante verkoop statiefventilator € 87,96
090 22-07-2008 Shell Oss contante verkoop diesel € 96,00
091 24-07-2008 Aankopen Marya Schoenen en Tassen Nistelrode € 129,00
092 28-07-2008 Nota Centrum voor Oosterse en Westerse Geneeswijzen € 104,70
093 31-07-2008 Betaling aan Accountantkantoor € 119,00
094 01-08-2008 Stelpost afwerking keuken Oijen € 10.000,00
095 01-08-2008 Stelpost gordijnen Oijen € 6.000,00
096 01-08-2008 Stelpost leggen, slijpen en polijsten vloer € 4.205,20
097 05-08-2008 Trapbekleding met loper Tapijtcentrum Nederland € 182,00
098 08-08-2008 Aankoop Suzuki GSR600AK8, € 7.000,00
099 12-08-2008 Factuur KTC levering 5 daagse kenteken € 275,00
100 13-08-2008 Factuur VW garage € 683,55
101 14-08-2008 Aankoop De Harense Smid, Philips Tondeuse € 79,95
102 14-08-2008 Total Oss, diesel € 20,00
103 15-08-2008 Texaco Reek, diesel € 10,00
104 20-08-2008 Nota Centrum voor Oosterse en Westerse Geneeswijzen € 114,10
105 20-08-2008 Shell Oss, diesel € 20,00
106 23-08-2008 Praxis Oss, purschuim € 9,98
107 25-08-2008 Daan Schop Trading, aankoop Paoletti Racing 700 TR € 8.950,00
108 26-08-2008 Bril, factuur Optiek € 289,00
109 26-08-2008 Zelfbouw Berghem, hout, pluggen, boren, merkstiften € 640,00
110 26-08-2008 Praxis Oss, diverse gereedschap € 229,30
111 27-08-2008 Factuur accuboormachine + bitsel € 205,28
112 27-08-2008 Praxis Oss, easyshot + nieten € 78,81
113 28-08-2008 Praxis Oss, easyshot + nieten € 37,31
114 29-08-2008 Praxis Oss, paktouw, kabel € 48,33
115 01-09-2008 Karwei Cuijk, zadels, decoupeer zaagblas, touw € 19,64
116 01-09-2008 Plaza Cuijk, eten en drinken € 17,60
117 01-09-2008 Shell Oss, diesel € 20,01
118 02-09-2008 Aankoop Suzuki Vitara, Auto's € 3.500,00
119 04-09-2008 Albert Heijn Berghem, levensmiddelen € 42,26
120 04-09-2008 Rekening scooters motoren quads € 785,00
121 09-09-2008 Aankoop Track Star baken + Shop € 2.900,00
122 10-09-2008 Gamma Nijmegen, verloopset, knel eindkap € 4,38
123 10-09-2008 Karwei Cuijk, bundelband € 19,96
124 10-09-2009 Karwei Cuijk, eindkoppeling € 7,98
125 10-09-2008 Nota Centrum voor Oosterse en Westerse Geneeswijzen € 97,50
126 11-09-2008 Em-té Cuijk, levensmiddelen € 17,41
127 11-09-2008 Karwei Cuijk, kroonstrip € 26,93
128 12-09-2008 Texaco Reek, diesel € 10,00
129 13-09-2008 Car Styling Oss, ruitfolie zwart € 24,50
130 17-09-2008 4 bekeuringen CJIB + rekening Fortis ASR postkantoor € 1.161,16
131 18-09-2008 Total Haps, diesel + sigaretten € 109,27
132 22-09-2008 Factuur Mondmedicentrum Oss € 240,10
133 23-09-2008 Nota Centrum voor Oosterse en Westerse Geneeswijzen € 103,60
134 24-09-2008 Overnachting Van der Valk Vianen € 202,00
135 25-09-2008 Shell Oss, diesel € 20,01
136 25-09-2008 Shell Staphorst, radiator vloeistof € 11,90
137 25-09-2008 Shell Staphorst, Helix Ultra Extra, Ferrari sleutelhanger € 52,90
138 29-09-2008 Plaza Cuijk, eten en drinken € 20,35
139 29-09-2008 Shell Cuijk, diesel, vodafoonkaart, sigaretten € 114,00
140 30-09-2008 Boerenbond Oss, slangaansluitstuk, slangklem € 50,08
141 30-09-2008 Praxis Oss, 2 x verl. broes € 59,98
142 01-10-2008 Factuur Mondmedicentrum Oss € 35,00
143 02-10-2008 Shell Tijnje, diesel vodafoonkaart € 110,72
144 02-10-2008 Texaco Nijmegen, diesel, shag, diversen € 92,54
145 07-10-2008 Tankstation Lith, diesel € 20,00
146 09-10-2008 Shell Tijnje, diesel, tijdschrift € 82,51
147 10-10-2008 Karwei Cuijk, spaanplaat, scharnier € 50,91
148 10-10-2008 Nota Centrum voor Oosterse en Westerse Geneeswijzen € 104,70
149 15-10-2008 Woonwagenstandplaats € 25.000,00
150 20-10-2008 BP Son en Breugel, diesel € 80,99
151 20-10-2008 Factuur Mondmedicentrum Oss € 76,20
152 23-10-2008 Aankoop Nissan € 1.500,00
153 24-10-2008 Esso Berghem, diesel € 104,52
154 29-10-2008 Esso Berghem, diesel € 25,71
155 31-10-2008 Betaling aan Accountantkantoor € 119,00
156 02-11-2008 Betaling van minimaal € 500 Oss € 300,00
157 03-11-2008 Esso Berghem, diesel € 50,05
158 04-11-2008 Shell Marum, diesel € 50,00
159 06-11-2008 Esso Berghem, diesel € 50,00
160 06-11-2008 Handelsonderneming Oss, propaanvulling € 204,02
161 07-11-2008 Aankoop Axiam brommobiel Minicar Center € 8.000,00
162 07-11-2008 Nota Centrum voor Oosterse en Westerse Geneeswijzen € 161,50
163 14-11-2008 Texaco Reek, diesel € 10,00
164 17-11-2008 Bouwmachines Oss € 760,04
165 18-11-2008 Aankoop Citroën Berlingo 1.9D, € 1.450,00
166 19-11-2008 Praxis Oss tesa extra € 17,98
167 27-11-2008 Factuur BCC Oss, LCD kleuren tv + meubel € 331,95
168 29-11-2008 Zonnebank € 2.599,00
169 04-11-2008 Aankoop VW Golf TDI, € 12.250,00
170 08-12-2008 Betaling € 750 € 750,00
171 11-12-2008 Shell Oss diesel € 20,00
172 12-12-2008 Aankoop kerstboom € 400,00
173 17-12-2008 Factuur VW garage € 1.591,48
174 18-12-2008 Nota Centrum voor Oosterse en Westerse Geneeswijzen € 189,14
175 22-12-2008 Aankoop de Harense Smid, Acer Notebook € 570,00
176 23-12-2008 Shell Oss, diesel € 20,00
177 30-12-2008 Nota Centrum voor Oosterse en Westerse Geneeswijzen € 112,28
178 04-01-2009 Esso Oldeholtwolde, diesel € 90,10
179 07-01-2009 Reparatie horloge Kamerbeek Nijmegen € 195,00
180 23-01-2009 Zelfbouw Berghem € 117,00
181 26-01-2009 Factuur Mondmedicentrum Oss € 127,80
182 26-01-2009 Shell Oss, diesel € 20,01
183 28-01-2009 Praxis Oss, ijzerwaren € 79,12
184 29-01-2009 Aankoop Iveco € 1.300,00
185 30-01-2009 Praxis Oss, slangstuk € 23,98
186 30-01-2009 Praxis Oss, verlengsnoer € 40,47
187 31-01-2009 Betaling aan Accountantkantoor € 255,85
188 01-02-2009 Reparatiebon PC 102 € 7.500,00
189 03-02-2009 Texaco Arnhem, diesel en drinken € 55,59
190 04-02-2009 Nota Centrum voor Oosterse en Westerse Geneeswijzen € 95,00
191 05-02-2009 Total Oss, diesel + sigaretten € 62,53
192 06-02-2009 BP De Gagel Schaijk, diesel + wisserblad € 82,10
193 07-02-2009 Overnachting Best Western Hotel De Druiventros Berkel Enschot € 180,00
194 07-02-2009 Shell Heesch, diesel € 42,19
195 14-02-2009 Overnachting Best Western Hotel De Druiventros Berkel Enschot € 275,00
196 25-02-2009 Ikea Eindhoven € 372,25
197 25-02-2009 Karten in Uden € 76,00
198 26-02-2009 Mega Tapijt, vloerbedekking oss € 1.014,60
199 27-02-2009 Rexaco Reek, diesel € 20,00
200 28-02-2009 Reparatiekosten € 13.137,48
201 01-03-2009 Huur maart 2009 € 1.300,00
202 04-03-2009 Factuur It's plasma tv + dvd speler € 946,12
203 13-03-2009 Motoren Oss € 150,00
204 24-03-2009 Deelneming Motorsport € 14.100,00
205 30-03-2009 Texaco Reek, diesel € 10,00
206 01-04-2009 Huur april € 1.300,00
207 01-04-2009 BMW Nobracars Uden € 188,14
208 06-04-2009 Aankoop VW Golf € 9.750,00
209 06-04-2009 Factuur Mondmedicentrum Oss € 225,70
210 09-04-2009 Rembourszending TNT Post € 124,47
211 17-04-2009 Action Oss levensmiddelen € 31,22
212 17-04-2009 Contante betalingen acceptgirokaarten € 338,39
213 19-04-2009 GSM opwaardeerkaarten € 5.380,00
214 21-04-2009 Motorrijtuigenbelasting Audi € 1.758,00
215 21-04-2009 Motorrijtuigenbelasting BMW € 258,00
216 21-04-2009 Motorrijtuigenbelasting BMW 325, € 1.151,50
217 21-04-2009 Motorrijtuigenbelasting Chevrolet € 529,00
218 21-04-2009 Motorrijtuigenbelasting Iveco € 157,50
219 21-04-2009 Motorrijtuigenbelasting Nissan Interstar € 107,50
220 21-04-2009 Motorrijtuigenbelasting Quad Paoletti Racing € 28,50
221 21-04-2009 Motorrijtuigenbelasting VW Golf € 664.00
222 21-04-2009 Contante storting postbank € 36.489,50
223 21-04-2009 Contante storting Rabo € 35.110,00
224 21-04-2009 Contante storting Rabo € 4.360,00
225 21-04-2009 Nibud: huishoudelijke uitgaven € 16.527,36
226 21-04-2009 Nibud: kleding en schoenen € 2.171,94
Totaal € 749.042,30
BMW 323i cabrio, kenteken [kenteken]
De rechtbank merkt op dat het in de tenlastelegging vermelde kenteken [kenteken] onjuist is en dient te worden gelezen als [kenteken]. De verdachte heeft ter zitting laten blijken deze vergissing te hebben onderkend zodat hij niet is geschaad door een verbeterde lezing van deze schrijffout.
In het bij verdachte aangetroffen kasboek van Handelsonderneming [verdachte] is vermeld:
ontvangsten uitgaven
4-11 BMW 325i cabrio [kenteken] 60.000 E inc
Bij de doorzoeking van verdachtes woning is een "Zulassungsbescheidiging Teil II" aangetroffen, waarin is vermeld dat voor de betreffende BMW op 13 april 2007 een kenteken is afgegeven aan BMW AG. Uit een factuur en een e-mailbericht van BMW AG d.d. 4 augustus 2009 blijkt dat de auto op 21 juni 2007 voor € 46.999,99 is verkocht aan [naam bedrijf)], vertegenwoordigd door [getuige13]. In een brief van BMW d.d. 28 augustus 2009 is vermeld dat de auto op 21 juni 2007 is afgehaald door [verdachte] en door hem contant is betaald. De medewerker van BMW heeft daarbij een kopie van verdachtes paspoort meegestuurd. Ter zake van BPM-belasting is op 10 juli 2007 een bedrag van € 17.830,- vastgesteld en op 11 juli 2007 is vanaf de bankrekening van [naam bedrijf] een bedrag van € 17.831,- voldaan met vermelding "spoedbetaling BPM (X)", nadat een dag eerder op deze bankrekening contante stortingen van € 9.000,- en € 8.840,- zijn gedaan. Bij verdachte thuis is voorts correspondentie aangetroffen met betrekking tot een autoverzekering betreffende deze BMW, waarbij verdachte zelf de verzekeringnemer is. Op 14 november 2007 tenslotte is de BMW op naam van verdachte gesteld, zo blijkt uit het aangetroffen kentekenbewijs. [getuige13] heeft verklaard dat er meerdere auto's op naam van [naam bedrijf] waren gesteld, maar kon niet aangeven of deze auto's daarmee ook eigendom van de vennootschap waren. De betaling van de BPM kon hij zich wel herinneren, maar kon niet zeggen waar het geld vandaan gekomen was. De opvolgend bestuurder van [naam bedrijf), [medewerker2], heeft verklaard niets te weten van de BMW.
Uit het voorgaande volgt dat wettig en overtuigend bewezen is dat de BMW [kenteken] van meet af aan van verdachte is geweest, niettegenstaande de aanvankelijke registratie op naam van [naam bedrijf]. De aankoopkosten bedragen (€ 46.999,99 + € 17.830,- € 64.830,-. De auto is op 21 april 2009 in beslag genomen.
Audi A8, kenteken [kenteken]
In het bij verdachte aangetroffen kasboek van Handelsonderneming [verdachte] is vermeld:
ontvangsten uitgaven
11-2007 Audi A8 TDI [kenteken] 21.000 E inc
spuitschade achterbumper
en voorbumper
Bij doorzoeking van verdachtes woning is een brief van [getuige14] aan verdachte d.d. 6 november 2007 aangetroffen, waarin deze verklaart een Audi A8 TDI [kenteken] te hebben verkocht. "Schade is voor rekening van de koper (de heer [verdachte])". [getuige14] heeft verklaard dat zijn schoonzoon [naam schoonzoon] die auto in zijn opdracht heeft verkocht, naar zijn weten voor € 32.000,- of € 33.000,-. De koopsom is in ieder geval contant voldaan. [schoonzoon] heeft verklaard de auto via marktplaats.nl te hebben verkocht voor ongeveer € 20.000,-.
De rechtbank ziet geen reden af te wijken van hetgeen is vermeld in het kasboek, zodat bewezen is dat verdachte in november € 21.000,- contant heeft betaald voor deze Audi. De auto is op 21 april 2009 in beslag genomen.
Mercedes 230i kenteken [kenteken]
In het bij verdachte aangetroffen kasboek van Handelsonderneming [verdachte] is vermeld:
ontvangsten uitgaven
3-7-2007 [kenteken]
Mercedes 230 SL met schade - 1.500 E
opknapper auto staat geschorst
[getuige15] heeft verklaard dat hij de auto [kenteken] in bezit heeft gehad. De auto was bijna total loss en reparatie zou hem te veel tijd gaan kosten, zodat hij hem enkele dagen later weer verkocht via marktplaats.nl. Twee mannen kwamen aan de deur, waarschijnlijk vader en zoon, die er € 4.000,- of € 5.000,- voor hebben betaald. [getuige15] heeft de oudere man herkend van een politiefoto waarop verdachte was afgebeeld. Op 23 juli 2007 is de auto op naam van verdachte geregistreerd. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat in eerste instantie de auto was gekocht door zijn broer [broer3 verdachte] [medeverdachte2]. De auto bleek ernstig defect te zijn en verdachte heeft hem overgenomen voor € 1.500,-.
Er is geen bewijs voorhanden dat verdachte de auto heeft gekocht voor € 4.000,-, zoals gesteld door het openbaar ministerie. De rechtbank zal daarom uitgaan van de verklaring van verdachte dat hij de auto heeft aangeschaft voor € 1.500,-.
Mercedes C 55 AMG
In de staat van uitgaven, die het openbaar ministerie ten grondslag heeft gelegd aan de kasvergelijking, is de aankoop van deze auto opgenomen voor € 27.000,-. Bij de doorzoeking van verdachtes woning is een brief d.d. 2 mei 2008 gevonden betreffende de verkoop van de auto door [autobedrijf] aan verdachte voor € 27.000,-. Deze verkoop en de contante betaling zijn schriftelijk bevestigd door [medewerker bedrijf], werkzaam bij [autobedrijf]. Ter terechtzitting van 11 mei 2010 heeft verdachte verklaard dat hij de auto heeft gekocht. Hij zou de auto hebben verkocht aan [beschermde getuige], maar deze heeft de koopsom nooit betaald. [beschermde getuige] zou de auto ook hebben ingebracht in de vennootschap [naam vennootschap] GmbH, waarin verdachte ook deelnam. Uiteindelijk heeft verdachte naar eigen zeggen de auto verkocht voor € 27.500,- en is de auto in april 2009 naar Albanië gegaan. Een en ander wordt bevestigd door het aantreffen van een door verdachte opgestelde en door [getuige16] namens [naam] ondertekende gebruiksvergunning en de verklaring van [getuige17], inhoudende dat zij de auto op verzoek van verdachte naar Albanië heeft gebracht.
Uit het voorgaande volgt dat verdachte in mei 2008 € 27.000,- contant heeft betaald voor de auto en deze in april 2009 heeft verkocht voor € 27.500,-.
Dat betekent echter dat niet alleen het aankoopbedrag in aanmerking moet worden genomen als uitgavepost, maar ook de verkoopsom als inkomenspost.
Audi S8, kentek
Hoewel de aankoop van deze auto voor een bedrag van (€ 4.500,- + € 76.100,- € 80.600,- is opgenomen in de verzamelstaat uitgavenposten, heeft de officier van justitie deze post laten vallen, nu het niet is uitgesloten dat deze koop is gefinancierd uit de opbrengst van de woonwagenstandplaats [adres] te Berghem, een legale inkomstenbron. Deze post zal daarom worden geëlimineerd.
Aankoop Track Star en Palm Treo
Blijkens hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de feiten 1 en 2, gaat de rechtbank er van uit dat verdachte op 9 september 2008 een peilbakenset heeft gekocht bij de [shop] te Amsterdam. De koopprijs van dit object bedraagt € 2.900,-.
De woning aan de [adres] te Oijen
In februari 2008 heeft verdachte de woning aan de [adres] te Oijen gekocht voor een bedrag van € 525.000,- exclusief kosten. Dit pand is gefinancierd door middel van een hypothecaire lening van € 492.500,-. Blijkens de aangetroffen afrekening van de notaris moest het restantbedrag van € 66.247,94 worden overgemaakt. Bij doorzoeking in verdachtes woning is een stortingsbewijs van € 66.400,- aangetroffen, gedateerd 15 februari 2008. De begunstigde rekening was deels vermeld op het stortingsbewijs en gebleken is dat de laatste vijf cijfers daarvan overeenstemmen met de bankrekening van het notariskantoor. Daarmee acht de rechtbank bewezen dat verdachte dit bedrag door contante storting op de bankrekening van de notaris heeft voldaan.
Op 1 april 2008 is blijkens een transportorder een partij natuursteen afgeleverd bij de woning aan de [adres] te Oijen. De chauffeur heeft verklaard dat de koopsom ad € 7.044,80 bij aflevering contant is voldaan. Op de factuur ten name van [familie verdachte], [adres] te Oijen, is de handgeschreven tekst "contant voldaan …" bijgeschreven.
Bij doorzoeking is een offerte gevonden betreffende de aankoop en plaatsing van een keuken met apparatuur ten bedrage van € 10.000,-. Volgens verdachte is deze aankoop niet doorgegaan, reden waarom er geen factuur is gevonden. De leverancier, [getuige18], heeft echter verklaard dat de keuken wel is geleverd, maar dat een en ander in opdracht van [verdachte] buiten de boeken moest blijven. Het bedrag van € 10.000,- is door verdachte op 14 april 2008 contant aan hem voldaan.
Verkoop standplaats [adres] te Oss
Verdachte zou volgens het openbaar ministerie € 25.000,- hebben betaald aan zijn broer [broer2 verdachte] voor de standplaats [adres]. Verdachte betwist dat, volgens hem is de koop niet doorgegaan. [broer2 verdachte]] heeft verklaard dat hij en zijn broer hebben gesproken over overname van diens plaats, maar heeft ontkend enig bedrag te hebben ontvangen omdat de koop niet is doorgegaan.
In de bij het proces-verbaal gevoegde telefoontaps wordt gesproken over een door verdachte gedaan bod van € 25.000,-, in een sms-bericht van 15 oktober 2008 schrijft verdachtes zoon aan diens echtgenote [echtgenote verdachte] dat vader die plek heeft gekocht en in een telefoongesprek wordt hetzelfde gezegd. [echtgenote verdachte], in een gesprek met kennelijk haar vader, zegt dat "hij" een plek heeft gekocht en dat ze weer terug gaan naar Oss. Een dag later stuurt [echtgenote verdachte] een sms-bericht: We gaan weer de wagen in, hij heeft de plaats van (broer2 verdachte) gekocht. [broer2 verdachte] zou vervolgens het huis in gaan. [echtgenote verdachte] is namelijk niet tevreden over het huis waar ze woont en wil graag haar gezin weer bij elkaar brengen op de plek waar ze thuis hoort, te weten het kamp.
Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee echter nog niet komen vast te staan dan verdachte daadwerkelijk € 25.000,- heeft betaald aan [broer2 verdachte]]. Daarvoor ontbreekt ieder bewijs. Bovendien blijkt uit geen enkel gegeven dat verdachte vervolgens daadwerkelijk aanstalten heeft gemaakt met zijn gezin te verhuizen van Oijen naar Oss, hetgeen blijkens de genoemde telefoongesprekken wel de aanleiding zou zijn voor een eventuele aankoop.
Stortingen op bankrekeningen
Blijkens aangetroffen bankafschriften zijn op 21 april 2009, de dag van aanhouding van verdachte, contante geldbedragen gestort op de drie aan verdachte en/of diens echtgenote toebehorende bankrekeningen, te weten:
- Postbankrekening (x): € 36.489,50
- Rabobankrekening (x): € 35.110,00
- Rabobankrekening (x): € 4.360,00
Resumé
Met inachtneming van het voorgaande, kan het bedrag dat verdachte heeft witgewassen als volgt worden berekend.
Beginsaldo op 1 januari 2007: € 736,-
Eindsaldo op 21 april 2009: € 14.505,-
Inkomen in de relevante periode
- oud ijzer leveranties aan [oud ijzerboer]: € 8.021,-
- autohandel: € 97.500,-
- verkoop standplaats [adres] en woonwagen: € 245.000,-
- verkoop Mercedes C 55 AMG: € 27.500,-
- totaal: € 378.021,-
Uitgaven in de relevante periode
Met betrekking tot de staat van uitgaven in het dossier zal de rechtbank ten aanzien van de volgende onderdelen afwijken:
- post 019 (Mercedes [kenteken]) : € 1.500,- in plaats van € 4.000,-
- posten 087 en 088 (Audi S8 D-EM 1004): nihil in plaats van € 80.600,-
- post 149 (standplaats [adres]): nihil in plaats van € 25.000,-
Deze afwijkingen bedragen in totaal € 108.100. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op het door de politie berekende bedrag aan uitgaven van € 749.042,30 zodat resteert € 640.942,30.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de uitgaven ad (€ 640.942,30 + € 14.505,- =) € 55.447,30 de inkomsten ad (€ 378.021,- - € 736,- = ) € 377.285,- overstijgen met € 278.162,30.
Dit bedrag is aan te merken als onverklaarbaar bezit, afkomstig uit illegale activiteiten. Verdachte heeft dit geldbedrag voorhanden gehad en geïnvesteerd en daarmee omgezet.
Geld wisselen
De bewijsmiddelen
Uit hetgeen hiervóór is overwogen, volgt dat de rechtbank bewezen acht dat [verdachte] tezamen met anderen, zich heeft schuldig gemaakt aan grootschalige hennepteelt. Van algemene bekendheid is dat daarmee veel geld kan worden verdiend. Dat is 'zwart geld' en moet worden witgewassen. [beschermde getuige] [beschermde getuige] heeft verklaard dat de geteelde hennep wordt verkocht naar onder meer Engeland, Ierland, Spanje en dat de Ierse ponden die werden gewisseld, afkomstig zijn van drugsleveranties. De verklaring van [beschermde getuige] acht de rechtbank betrouwbaar, nu het justitiële verleden van [beschermde getuige] niet zonder meer tot de conclusie kan leiden dat zijn verklaringen om die reden onbetrouwbaar zijn. Dit geldt te meer, nu de inhoud van zijn verklaringen op diverse cruciale punten bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen. Uit het hierna aangehaalde telefoon-verkeer kan worden afgeleid dat verdachte geld heeft gewisseld en dat in zijn opdracht ook anderen geld hebben gewisseld. Bij gebreke van een andersluidende, aannemelijke verklaring, gaat de rechtbank er op grond van na te melden bewijsmiddelen vanuit dat het gewisselde geld afkomstig was uit deze hennepteelt van verdachte.
Tijdens een observatie op 10 maart 2009 wordt gezien dat [verdachte] en [medeverdachte5] elkaar om 14.09 uur ontmoeten op de parkeerplaats van de Gamma in Oss, waarbij [verdachte] papieren in de hand heeft. Vervolgens wordt gezien dat [medeverdachte5] naar Den Bosch rijdt en daar op het Stationsplein parkeert. Zij gaat het Grenswisselkantoor binnen en gezien wordt om 14.52 uur dat zij vier pakken geld aan een medewerkster overhandigt en gehoord wordt dat zij zegt: "ik wil storten". Om 15.02 uur verlaat zij het gebouw. Een transactiebon van het Grenswisselkantoor te Den Bosch vermeldt dat om 14.58 uur 6.000 Ierse ponden zijn gewisseld tegen € 6.075). Om 15.07 uur smst [verdachte] naar [medeverdachte5]: Ok neem tien mee als je naar nymegen ga anders blyf je aan het ryen kan meteen door naar arnhem scheelt weer een rit schatje.
Vervolgens wordt gezien dat [medeverdachte5], na eerst in de [adres] te Oss te zijn geweest, om 16.02 uur het Grenswisselkantoor aan het Stationsplein te Nijmegen binnen gaat. Enkele minuten later wordt gezien dat zij vijf stapels geld uit de tas haalt en deze, met een legitimatiebewijs, aan een medewerker overhandigt. Om 16.19 uur verlaat zij het gebouw. Een transactiebon van het Grenswisselkantoor Nijmegen vermeldt dat die dag om 16.14 uur 5.000 Ierse ponden zijn gewisseld tegen € 5.075.
Op 11 maart 2009 zijn volgens een transactiebon om 11.36 uur 5.000 Ierse ponden gewisseld in het Grenswisselkantoor te Den Bosch tegen € 5.015. Om 11.43 uur stuurt [medeverdachte5] een sms-bericht naar [verdachte] met de inhoud: Een is er al klaar schat. Uit positiegegevens van de tap blijkt dat haar telefoon omstreeks 11.35 uur in de nabijheid van het Stationsplein te Den Bosch is. Om 11.49 uur stuurt [medeverdachte5] een sms-bericht naar [verdachte], inhoudende: Ja heb me moeder mee laten rijden die zit achter me.
Op camerabeelden is te zien dat op 11 maart 2009 om 12.19 uur [medeverdachte5] enveloppen afgeeft aan een medewerker van het Grenswisselkantoor Eindhoven. Uit transactiegegevens blijkt dat om 12.24 uur 5.000 Ierse ponden zijn gewisseld en dat de telefoon van [medeverdachte5] op dat moment in het centrum van Eindhoven is. Om 12.30 uur die dag verzendt [medeverdachte5] een sms-bericht naar [verdachte] met de mededeling: … twee klaar. De zendmastlocatie geeft aan dat de telefoon van [medeverdachte5] zich op dat moment in de [adres] te Eindhoven bevindt.
Om 13.50 uur op 11 maart 2009 wordt [medeverdachte5] gebeld door [medeverdachte9]. [medeverdachte5] zegt: Ik moet naar het station toe ik sta nu voor de stoplichten. De mastlocatie van de getapte telefoonlijn geeft als locatie aan: Eusebiusbuitensingel te Arnhem. Op camera-beelden is te zien dat [medeverdachte5] om 14.18 uur bij de balie van het Grenswisselkantoor te Arnhem staat. Een transactiebon vermeldt dat op die dag om 14.22 uur 5.000 Ierse ponden zijn gewisseld tegen € 5.173.
Op camerabeelden is te zien dat [medeverdachte5] op 12 maart 2009 om 12.18 uur het Grenswisselkantoor te Roosendaal binnen gaat, met een medewerker praat en om 12.35 uur weer weg gaat. Een transactiebewijs vermeldt dat aldaar om 12.28 uur 5.000 Ierse ponden zijn gewisseld tegen € 4.975. Een sms-bericht van [medeverdachte5] die dag om 12.35 uur aan [verdachte] luidt: Hij staat laag schat. Het antwoord volgt binnen één minuut: Tis nie anders schatje, maar das altyd tegen het weekend aan. De locatie van de telefoon van [medeverdachte5] is op dat moment [adres] te Roosendaal.
De rechtbank gaat er van uit dat [medeverdachte5] een en ander deed in opdracht of op verzoek van [verdachte]. Immers, in een tweetal sms-berichten op 10 maart 2009 om 11.02 uur en 11.06 uur schrijft [verdachte] aan [medeverdachte5]: Ik heb net wat ik van de week had. dat moet omgezet worden, je kan per keer 5 omwisele, kryg je 250 voor, en: Zoek maar wat adresse op waar de gwk liggen schatje. ik zie je half 2 leg ik wat uit en geef ik het je. Beiden ontmoeten elkaar op de parkeerplaats van de Gamma, waarbij [verdachte] papieren in de hand heeft, waarna [medeverdachte5] naar het GWK in Den Bosch rijdt en daar Ierse ponden wisselt. Nadat [verdachte] haar heeft gezegd dat zij er tien mee moet nemen als ze naar Nijmegen gaat, gaat zij eerst naar de [adres] en vervolgens naar het GWK in Nijmegen waar ze wederom Ierse ponden wisselt. Op 10 maart 2009 worden er sms-berichten tussen beiden uitgewisseld, waarin [verdachte] er op aandringt dat [medeverdachte5] een vergoeding krijgt voor haar werkzaamheden:
- Je kan zo lekker wat verdienen schatje tis wekelijks (sms-bericht van [verdachte] aan [medeverdachte5] om 15.29 uur);
- Ik doe normaal x jij helpt mij wel eens x en zo help ik jou (sms-bericht van [medeverdachte5] aan [verdachte] om 15.32 uur);
- nee want een ander moet ik ook betalen en doe dit voor jou dus niet zeuren en werken haha zei toch dat we same zouden gaan werken (sms-bericht van [verdachte] aan [medeverdachte5] om 15.33 uur);
- ha ha x ja had je beloofd maar daar bedoelde je dit niet mee (sms-bericht van [medeverdachte5] aan [verdachte] om 15.36 uur);
- dit hoor daar ook by schatje x en is nog maar het begin x (sms-bericht van [verdachte] aan [medeverdachte5] om 15.36 uur).
Op 11 maart 2009 zijn volgens een transactiebon om 11.36 uur 5.000 Ierse ponden gewisseld in het Grenswisselkantoor te Den Bosch tegen € 5.015. Om 11.43 uur stuurt [medeverdachte5] een sms-bericht naar [verdachte] met de inhoud: Een is er al klaar schat. Uit positiegegevens van de tap blijkt dat haar telefoon omstreeks 11.35 uur in de nabijheid van het Stationsplein te Den Bosch is. Om 11.49 uur stuurt [medeverdachte5] een sms-bericht naar [verdachte], inhoudende: Ja heb me moeder mee laten rijden die zit achter me.
Op camerabeelden is te zien dat op 11 maart 2009 om 15.01 uur [medeverdachte9] het Grenswisselkantoor te Nijmegen binnenkomt en om 15.13 uur weer verlaat. Een transactiebewijs van het grenswisselkantoor vermeldt dat die dag om 15.05 een bedrag aan 5.000 Ierse ponden is gewisseld. Om 15.05 uur stuurt [medeverdachte5] een sms-bericht naar [verdachte]. Haar locatie daarbij is het Stationsplein te Nijmegen. Uit het eerder die dag, om 11.49 uur, verzonden sms-bericht kan worden afgeleid dat [medeverdachte9] die dag met haar dochter [medeverdachte5] op stap was.
Een transactiebon van het Grenswisselkantoor te Nijmegen vermeldt dat op 12 maart 2009 om 19.33 uur 6.000 Ierse ponden zijn gewisseld tegen € 5.968. Een Intern meldformulier MOT van GWK Travelex te Nijmegen d.d. 12 maart 2009 vermeldt: "aanbieden van relatief veel Schotse ponden / GBI" en vermeldt als herkomst van het geld: "verkoop meubels (2de hands) bedrijf (schoonvader)". Voorts wordt vermeld: "[medeverdachte2] [adres] [postcode] Berghem". Om 19.42 uur die dag wordt [medeverdachte2] gebeld door [verdachte], die vraagt of het gelukt is. [medeverdachte2] antwoordt: 1 keer. Hij zegt dat hij net bij de eerste weg rijdt en de tweede niet hoeft te proberen, dat haalt hij niet. [medeverdachte2] is volgens de mastlocatiegegevens op dat moment bij het Stationsplein te Nijmegen.
Een transactiebon van het Grenswisselkantoor Eindhoven vermeldt dat aldaar op 13 maart 2009 om 15.35 uur 2.030 Ierse ponden zijn gewisseld tegen € 2.011 en 30 Schotse ponden tegen € 29,72. Blijkens een "Large Trade Record" is deze transactie verricht door [verdachte], De [adres] te Oss, geboren 4 december 1970. Om 15.40 uur die dag ontvangt [verdachte] een sms-bericht van [medeverdachte2], waarin [medeverdachte2] vraagt: Is het druk. Het antwoord volgt een minuut later: Nee ze vragen me het hemd van me kont. De telefoon van [verdachte] maakte daarbij gebruik van de zendmast aan het Stationsplein te Eindhoven.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 5 tenlastegelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 21 april 2009 te Oss en te Ooijen en te Berghem en Nijmegen en Roosendaal en Eindhoven en Arnhem en te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, een aantal voorwerpen, te weten een aantal geldbedragen in euro's waaronder 14.505,-- euro (in verschillende porties aangetroffen bij verdachte thuis) en 36.489,50 euro en 35.110,-- euro en 4.360,-- euro (telkens gestort op bankrekeningen op 21 april 2009) en 66.400,-- euro (gestort op de notarisrekening bij de aankoop van de woning aan de [adres]) en goederen waaronder sieraden en/of de inventaris/meubelen en inrichting van de woning aan de [adres] in Ooijen en een aantal voertuigen waaronder een BMW(kenteken) en een Audi A8 ([kenteken]) en een mercedes 230SC ([kenteken]) en een mercedes C55 AMG en een bedrag aan goederen en geldbedragen/uitgaven van 278.162,30 euro en geldbedragen in Ierse ponden tot een totaalbedrag van 31.000,-- in Ierse ponden, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, terwijl hij/zij wist(en dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Medeplegen van moord
Ten aanzien van feit 2:
Medeplegen van poging tot moord
Ten aanzien van feit 3:
Het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de Opiumwet.
Ten aanzien van feit 4:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 aanhef en onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 5:
Medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon en de persoonlijke en omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op de justitiële documentatie betreffende verdachte, d.d. 22 december 2009.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van moord op [slachtoffer1] en van een poging moord op [slachtoffer2], die van heel veel geluk mag spreken dat hij niet ernstiger, of zelfs dodelijk gewond is geraakt gezien het spervuur van kogels dat is afgevuurd op de auto waarin zij reden.
Deze feiten hebben plaats gevonden op de openbare weg op een manier die iedere verbeelding tart: kilometers lang schieten vanuit een rijdende auto op een andere rijdende auto. Verdachte heeft ontkend en daarom heeft de rechtbank geen inzicht in zijn motief. Alles wijst op een koelbloedige liquidatie.
De gepleegde feiten zijn zeer ernstige feiten. De dood is een onomkeerbaar gegeven. Het heeft onherstelbaar leed aan de nabestaanden van [slachtoffer1] toegebracht en levensgevaar voor [slachtoffer2] veroorzaakt. Het moet voor hem een traumatische ervaring zijn geweest die waarschijnlijk nog steeds zijn uitwerking heeft.
Door dit handelen heeft verdachte blijk gegeven van een ernstig gebrek aan respect voor het leven van een medemens. Moord, zoals in het onderhavige geval bewezen is verklaard, en poging moord zijn naar hun aard misdrijven die oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeer lange duur rechtvaardigt.
Daarnaast is verdachte de leider van een criminele organisatie die zich bezig hield met illegale kweek van hennep en hij heeft daarbij vier kwekerijen onder zijn hoede gehad. Met de illegale kweek van hennep werden grote winsten geboekt, die verdachte ten eigen bate heeft witgewassen. De illegale kweek van hennep gaat veelal gepaard met gewelddadigheden en andere bijkomende criminaliteit, die voor veel overlast in de maatschappij zorgen. Bovendien tast het gebruik van hennep door het hoge THC gehalte de (geestelijke) gezondheid van de gebruikers aan. Iets wat verdachte kennelijk onverschillig laat. Hij heeft alleen oog gehad voor eigen gewin. Ook bij deze feiten past dan ook geen andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Alles overwegend, acht de rechtbank de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf voor de duur van 23 jaar passend en geboden.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b Sv opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
De benadeelde partij [vader slachtoffer1] en [moeder slachtoffer1] vordert een bedrag van € 9.089,97.
De rechtbank acht de vordering van de benadeelde partij niet van eenvoudige aard, nu niet duidelijk is wie welke kosten voor de begrafenis heeft gedragen of zal dragen, alsmede of en zo ja wie, een bedrag van de uitvaartverzekeraar heeft ontvangen en hoe hoog dat bedrag is. Tevens is niet duidelijk of de opgevoerde kosten te rijmen vallen met het bestedingsbudget van de nabestaanden. De vordering leent zich derhalve niet voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk in de vordering.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 45, 47, 57, 91, 289 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, alsmede de artikelen 3, 11, 11a en 13 van de Opiumwet.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 23 (drieëntwintig) jaar.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [vader slachtoffer 1] en [moeder slachtoffer1], wonende [adres].
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door:
mrs. J.P. Bordes (voorzitter), M.M.L.A.T. Doll en F.J.H. Hovens, in tegenwoordigheid van
mrs. S.P.H. Brinkman en M.B. Wichman, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 juli 2010.