ECLI:NL:RBARN:2010:BM9560

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
16 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
194222
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering eiser in civiele procedure tegen coöperatie Rabobank Randmeren U.A.

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Arnhem, heeft eiser, wonende te N.H., een vordering ingesteld tegen de coöperatie Coöperatieve Rabobank Randmeren U.A., gevestigd te Nijkerk. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 19 mei 2010, waarin de stellingen van eiser zijn verworpen. Eiser heeft vervolgens besloten geen akte te nemen, wat heeft geleid tot de afwijzing van zijn vordering. De rechtbank heeft in haar vonnis van 16 juni 2010 geoordeeld dat de vordering van eiser niet kan worden toegewezen, aangezien hij niet heeft voldaan aan de vereisten om zijn standpunt te onderbouwen. Eiser is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de Rabobank zijn begroot op € 1.166,00. Dit bedrag omvat zowel het vast recht als het salaris van de advocaat. De rechtbank heeft tevens bepaald dat de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat de Rabobank het recht heeft om de kosten direct te incasseren. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.D.A. den Tonkelaar op de datum van uitspraak.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 194222 / HA ZA 09-2336
Vonnis van 16 juni 2010
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] N.H.,
eiser,
advocaat mr. N.E. Bobbert te Amsterdam,
tegen
de coöperatie
COÖPERATIEVE RABOBANK RANDMEREN U.A.,
gevestigd te Nijkerk,
gedaagde,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem.
Partijen zullen hierna [eiser] en Rabobank genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 mei 2010
- de mededeling van [eiser] dat hij van het nemen van een akte afziet.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. Nu in het tussenvonnis van 19 mei 2010 de stellingen van [eiser] zijn verworpen en hij geen akte heeft genomen, moet zijn vordering worden afgewezen.
2.2. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Rabobank worden begroot op:
- vast recht € 262,00
- salaris advocaat 904,00 (2,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.166,00
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. wijst de vorderingen af,
3.2. veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Rabobank tot op heden begroot op € 1.166,00,
3.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2010.