ECLI:NL:RBARN:2010:BM8432

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
9 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
194024
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onverschuldigde betaling en de rol van de bankrekening in geschil tussen I.E.H. Group B.V. en Magnum Consultancy B.V.

In deze zaak vordert I.E.H. Group B.V. (hierna: eiseres) van Magnum Consultancy B.V. (hierna: gedaagde) een bedrag van € 60.419,92, vermeerderd met rente en kosten, op grond van onverschuldigde betaling. Eiseres stelt dat zij bedragen, bestemd voor een derde partij (Kras Recycling B.V.), onterecht heeft overgemaakt naar de bankrekening van gedaagde. De rechtbank heeft behoefte aan meer inzicht in de relatie tussen gedaagde en ABN AMRO Bank, alvorens verder te beslissen.

De procedure begon met een tussenvonnis op 10 maart 2010, waarna de rechtbank op 9 juni 2010 een vonnis heeft gewezen. Eiseres heeft betoogd dat zij de betalingen heeft gedaan op basis van gewijzigde bankgegevens die aan haar zijn verstrekt, maar dat deze betalingen onverschuldigd zijn omdat gedaagde niet gerechtigd was om deze bedragen te ontvangen. Gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat zij op de hoogte was van de bankrekening waar de betalingen naartoe zijn gegaan.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de bankrekening op naam van gedaagde staat, wat betekent dat gedaagde formeel als ontvanger kan worden beschouwd in de zin van artikel 6:203 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft echter ook opgemerkt dat er vragen zijn over de juistheid van de informatie die eiseres heeft ontvangen over de bankrekening. Om verrassingsbeslissingen te voorkomen, heeft de rechtbank besloten dat gedaagde meer informatie moet verstrekken over haar relatie met ABN AMRO Bank, en dat eiseres daarop kan reageren. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling op 7 juli 2010.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 194024 / HA ZA 09-2308
Vonnis van 9 juni 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
I.E.H. GROUP B.V.,
gevestigd te Abcoude,
eiseres,
advocaat mr. J.W. Hilhorst te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAGNUM CONSULTANCY B.V.,
gevestigd te Wijchen,
gedaagde,
advocaat mr. P.S. van Zandbergen te Buitenpost.
Partijen zullen hierna I.E.H. Group en Magnum Consultancy genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 maart 2010
- de rolverwijzing waarbij vonnis is bepaald.
2. De feiten
2.1. Kras Recycling B.V. – hierna kortweg Kras te noemen – voert werkzaamheden voor I.E.H. Group uit, waarvoor I.E.H. Group haar betaalt.
2.2. Op briefpapier van Kras is een faxbericht opgesteld gedateerd 30 oktober 2009, gericht aan ‘Crediteuren administratie’ en ondertekend voor Kras-Recycling B.V., Hoofd Debiteuren Administratie. Als kenmerk vermeldt de brief: ‘Gewijzigd rekeningnummer.’ De brief luidt onder meer als volgt.
Met dit schrijven willen wij u nogmaals bekend maken met onze gewijzigde betalingsgegevens.
Wij verzoeken u met ingang van 1 november 2009 onze bankgegevens in uw administratie te wijzigen. Ons rekeningnummer ING [000] komt per laatstgenoemde datum te vervallen. In plaats hiervan verzoeken wij u alle toekomstige betalingen over te maken naar onze nieuwe rekening ABN [000].
2.3. Op 5 november 2009 en op 12 november 2009 zijn diverse betalingen tot een totaal van € 58.392,40 naar dit bankrekeningnummer afgeschreven van de rekening van I.E.H. Group.
2.4. De ABN AMRO-rekening met nummer [000] staat op naam van Magnum Consultancy.
2.5. Deze rekening is geblokkeerd door ABN AMRO Bank en I.E.H. Group heeft aangifte van valsheid in geschrift gedaan.
2.6. I.E.H. Group heeft het volgens haar onverschuldigd aan Magnum Consultancy betaalde bedrag van € 58.392,40 teruggevorderd van Magnum Consultancy. Deze heeft niet betaald.
3. Het geschil
3.1. I.E.H. Group vordert – samengevat – veroordeling van Magnum Consultancy tot betaling van € 60.419,92, vermeerderd met rente en kosten. Zij stelt dat zij de betalingen tot een bedrag van € 58.392,40 onverschuldigd heeft gedaan aan Magnum Consultancy, de gerechtigde tot de bankrekening met nummer [000], en dat Magnum Consultancy ten onrechte in gebreke blijft met terugbetaling van dit bedrag.
3.2. Magnum Consultancy voert verweer. Zij vraagt zich allereerst af of I.E.H. Group de juistheid van het rekeningnummer van Kras wel heeft geverifieerd. Voorts stelt zij niet op de hoogte te zijn geweest van het bestaan van de bankrekening met nummer [000]. Haar directie, stelt zij, heeft niet het beheer over die rekening. Aan de rekening zou een adres in [woonplaats] zijn gekoppeld. De b.v. Magnum Consultancy B.V. is, zo stelt Magnum Consultancy, als lege b.v. verworven door Stichting Aandelen Beheer Magnum en zij vermoedt dat een voormalig bestuurder, een zekere [X], de naam Magnum Consultancy B.V. nog steeds gebruikt. De desbetreffende bankvestiging, stelt Magnum Consultancy, wil haar geen inlichtingen geven over de vraag wie op de rekening tekeningsbevoegd is. De kern van haar betoog is dat nu zij niet beschikt over de rekening of daarop betaalde gelden, van een onverschuldigde betaling aan of ongerechtvaardigde verrijking van haar geen sprake kan zijn.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het eerste verweer van Magnum Consultancy is de vraag of I.E.H. Group de juistheid van de fax waarin Kras’ rekeningnummer werd genoemd, wel heeft geverifieerd. Het antwoord op deze vraag kan van belang zijn als eigen schuld van I.E.H. Group aan de orde zou komen. Daarvan is nu echter geen sprake omdat zij zich alleen op onverschuldigde betaling beroept.
4.2. Onweersproken is dat I.E.H. Group bedragen bestemd voor Kras heeft betaald op de bankrekening met nummer [000]. Daarmee hebben de desbetreffende betalingen onverschuldigd plaatsgevonden. I.E.H. Group heeft dan ook het recht de betaalde bedragen terug te vorderen van de ontvanger (art. 6:203 Burgerlijk Wetboek (BW)).
4.3. Onweersproken is ook dat de bankrekening met nummer [000] ten name van Magnum Consultancy is gesteld. Formeel heeft deze daarom te gelden als ontvanger in de zin van art. 6:203 BW.
4.4. De kern van het betoog van Magnum Consultancy is, zoals de rechtbank zojuist heeft weergegeven, dat, nu Magnum Consultancy niet beschikt over de rekening of daarop betaalde gelden, van een onverschuldigde betaling aan of ongerechtvaardigde verrijking van haar geen sprake kan zijn. Haar kan ook, zo voegt Magnum Consultancy hieraan toe, geen verwijt worden gemaakt.
4.5. Het laatste is, gelet op de grondslag van de vordering, niet relevant.
4.6. Het betoog dat nu Magnum Consultancy niet beschikt over de rekening of daarop betaalde gelden, van een onverschuldigde betaling aan haar – dat er van ongerechtvaardigde verrijking sprake zou zijn, is door I.E.H. Group niet gesteld – geen sprake kan zijn, acht de rechtbank onjuist.
4.7. Er is reeds van een onverschuldigde betaling aan Magnum Consultancy sprake omdat de bewuste bankrekening op haar naam staat.
4.8. Dit kan niet anders betekenen dan dat degene die pretendeert beschikkingsbevoegd te zijn ten aanzien van die rekening, dat niet is en zich onbevoegd voordoet als vertegenwoordiger van Magnum Consultancy. Uit niets is gebleken dat Magnum Consultancy zich met dit uitgangspunt – dat zij niet noemt – tot ABN AMRO Bank heeft gewend teneinde – op zijn minst – inzage in de bewuste rekening te krijgen en een einde te maken aan de onbevoegde vertegenwoordiging. Evenmin is gebleken dat zij ABN AMRO Bank gewezen heeft op het feit dat deze met een onbevoegd vertegenwoordiger van haar in zee gegaan lijkt te zijn.
4.9. Alvorens tot verdere beslissingen in deze zaak te komen en om zogenaamde verrassingsbeslissingen te vermijden, heeft de rechtbank behoefte aan meer inzicht in de verhouding tussen Magnum Consultancy en ABN AMRO Bank, mede in het licht van het voorgaande. Zij zal Magnum Consultancy dan ook in de gelegenheid stellen zich hierover bij akte uit te laten. I.E.H. Group zal hierop bij akte kunnen reageren.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 7 juli 2010 voor het nemen van een akte door Magnum Consultancy over hetgeen is vermeld onder 4.9,
5.2. verstaat dat I.E.H. Group daarop, eveneens op een termijn van vier weken, bij akte kan reageren,
5.3. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2010.